Buitenlan&sch Overzicht.
vertrouwt hij zijn gasten, zet de redactie van Daheim
bij haar vertaling de waarschuwing »Naclidruck ver
boten Gesetz v. 11 /VI, 70."
Ongelukken, Kampen, Misdaden, enz
liet schijnt dat men in de drie te Vorst in Pruisen
gearresteerde personen toch wel de rechte schuldigen
heeft aan den te Iieino gepleegden dubbelen moord.
Hun afwezigheid uit Vorst juist op den tijd dat de
moord plaats had, en welke afwezigheid plaats had
zooals zij voorwendden om een erfenis in ontvangst
te gaan nemen, waarvan echter niets gebleken is,
ofschoon zij bij hun terugkeer ruim van geld voorzien
waren, alsmede andere teekens versterken 't vermoeden
dat men op hen heeft. Zoo moeten twee van hen,
n.l. een der gebroeders Arends en zekere Schepop,
door getuigen herkend zijn als de personen, die zij
kort na den moord om of bij Heino hebben gezien.
Te Vorst heeft men bij onderzoek tal van gouden en
zilveren voorwerpen gevonden, alsmede koppen van
ganzen en vellen van wild, waaruit blijkt dat men
ook met stroopers te doen heeft.
Ofschoon zij nog niet schijnen bekend te hebben,
worden alle drie nog in arrest gehouden en zal hun
uitlevering wel volgen.
Te Beek in de gemeente Berg is een timmerman,
die in den toren bezig was met de voorbereidende
werkzaamheden tot het ophalen en inhangen van
nieuwe klokken, naar beneden gevallen en terstond
overleden.
Men heeft volgens het Dagbl. een man gearresteerd,
die vermoedelijk de persoon is, die eenige jaren geleden
op een Delfsche kermis een jong meisje aldaar op
gruwelijke wijze beeft vermoord. Hij was nu gevat
voor een ander feit, doch nu moet tevens die oude
zaak uitgekomen zijn.
Bij Toledo (Spanje) zijn twee treinen tegen elkaar
gereden, waardoor 26 personen gewond werden.
De bankier Skalny uit Inowraczlaw, die voor
200,000 M. aan wissels had vervalscht en naar Amerika
was gevlucht, is te Boston gevat en aan de justitie
te Bromberg uitgeleverd. Zijn '17jarige zoon, die hem
op de vlucht had vergezeld, is nog niet gevonden.
Te Osdorp is liet koffiehuis, tevens boerderij, van
W. Kuit, geheel uitgebrand. Het vee is gered.
Drie woonhuizen zijn te Apeldoorn in de kom van
de gemeente door brand vernield. Een persoon bekwam
ernstige brandwonden.
Ook te Wymbritseradeel is een boerderij, tengevolge
van het onvoorzichtig omgaan met een petroleumlamp,
geheel door 't vuur vernield. Een koe kwam in de
vlammen om.
Te Sprundel is een stoomgraanmolen met woonhuis
afgebrand. Zeven varkens kwamen er bij om.
Te Noordwelle is een schuur afgebrand. Daar er
vermoeden bestond, dat hier aan moedwil te denken
was, is er door de justitie een onderzoek ingesteld.
Voor een paar dagen werd in Europa 't bericht
gebracht, dat Fransche oorlogsschepen bezit genomen
hadden van de eilanden Annabon en Gorisco, in de
golf van Guinea.
Daar deze eilanden sinds meer dan een eeuw als
Spaansche bezitting bekend stondenverwekte het
bericht eener inbezitneming door de Franschen nogal
wat opzien. Men zegt nu, dat de Fransche regeering
over deze zaak geïnterpelleerd, heeft te kennen gegeven,
dat zij er niets van wist, doch dat zij, mocht het
blijken dat het gerucht waarheid behelsde, bevel zou
geven de eilanden weder te ontruimendaar zij
Spanjes rechten erkent en eerbiedigt.
Men verneemt ook, dat de Fransche vloot in de
wateren van Madagaskar voortgaat, de kustplaatsen
van dat eiland te beschieten. Wat daar voor de
Fransche eer te halen is, vat. men niet, evenmin als
men kan nagaan wat de Franschen toch drijft tot
den oorlog in het verre Oosten. Het gaat er toch
meer en meer naar uitzien alsof de oorlog onver
mijdelijk zal worden. Van Fransche zijde verneemt
men, dat elk oogenblik de operatiën tegen Bac Ninh
kunnen beginnen, en van de andere zijde hoort men,
clat China gereed is tot den oorlog en een aanval op
Bac Ninh als een casus belli zal beschouwen. In
Annam moet een omwenteling hebben plaats gehad,
waardoor de anti-Franscbgezinde partij aan het roer
is gekomen.
Ofschoon ten aanzien van den staat van zaken in
Opper-Egypte de berichten nog steeds tegenstrijdig
blijven en men nu eens hoort dat Hicks Beach nog
leeft en dan weder dat hij met zijn leger is in de
pan gehakt, zoo moet men toch op 't laatst wel gaan
denken, dat er van de Egyptische troepen wel niets
zal overgebleven zijn. De verslagenheid is groot te
Kaïro. Men verhaalt, dat de IChedive wil aftreden en
den ontredderden boedel aan anderen overlaten. Die
anderen zouden kunnen zijn de Engelschen of de
Sultan. Deze laatste heeft van de gelegenheid gebruik
gemaakt om te beproeven weder eenigen invloed in
Egypte te krijgen, natuurlijk om weder de jaarlijksche
schatting machtig te kunnen worden, en mogelijk
ook uit vrees voor een poging van den Mahdi om de
Roode Zee over te steken en de beweging naar Arabië
over te brengen. Een paar dagen geleden sprak men
van zulk een plan alsof 't nog was als in de dagen
van Pharao en men de Roode Zee droogvoets kon
oversteken.
De vraag of de Sultan in Egypte zal mogen tusschen
beide komen, zal wel door Engeland moeten uitgemaakt
worden. Geeft Engeland toe dat de Porte soldaten
naar Egypte zendt, dan erkent het daarmede op
nieuw de rechten van den Sultan op Egypte, welke
rechten tijdens den opstand van Arabi-pacha door de
Engelschen eenvoudig over 't hoofd gezien zijn. Laat
echter Engeland nu den Turk vrij spel, dan zal deze
ook wel met een nieuwe leening aan de markt komen
en Engeland zou dit moeten ondersteunen. Het is toch
vrij klaar, dat de Porte, wie zelfs het geld ontbreekt
om in Arabië voor goed orde en rust te herstellen,
ook wel uit eigen zak geen geld zal kunnen missen
om in Egypte de verloren zuidelijke streken te gaan
heroveren.
Ondertusschen kan men uit den loop der zaken wel
opmaken, dat Engeland opziet tegen een nieuwen
veldtocht in Egypte, een veldtocht, die ongetwijfeld
veel meer geld en menschen zou kosten dan de laatste
expeditie.
In de Times werd gisteven de geldkant van de
zaak aangeroerd. Egypte kan in de gegeven omstandig
heden onmogelijk zijn geldelijke verplichtingen nakomen.
Gaat Engeland met nadruk de zaak van den oorlog
tegen den Mahdi ter hand nemen, dan neemt het
daardoor zedelijker wijze de belangen der bij de
Egyptische financiën betrokkenen over, en hiertegen
schijnen de Engelsche ministers wel wat op te zien,
't welk zeer verklaarbaar is. Zij zouden vermoedelijk
er wel wat volk aan willen wagen, als er maar uit
zicht bestond dat de geldelijke kosten door anderen
gedragen werden. De Times zinspeelde dan ook op
eventueele overleggingen van de belanghebbende mogend
heden; waarin wij lezen dat de Times zou willen,
dat die belanghebbenden Engeland maar volmacht
zouden moeten geven. Doch 't is klaar, dat zij er dan
ook aan vast zouden zijn en Engeland oorlog zou
kunnen voeren op rekening der nu toch al onbetaalbare
Egyptische schuld-administratie.
Er is veel geschreven over de aanstaande reis van
den Duitschen kroonprins naar Rome om koning
Humberto en den paus te bezoeken. Het komt ons
voor, dat zij te ver gaan, die daaraan gesteld dat
er wezenlijk iets van zulk een reis komt de be-
teekenis willen geven van een tocht naar Canossa.
Men kan niet aannemen dat het Duitsche Rijk zich
zoo ellendig zwak zou gevoelen, dat het voor jaren
zijn prestige zou kunnen gaan wegwerpen. De reis
des prinsen zal een gewone beleefdheidsvisite moeten
zijn en anders gelooven wij dat er zelfs van de geheele
reis niets zal komen. Het is niet aan te nemen dat
de kroonprins van 't Duitsche Rijk zou moeten dienen
als boodschapper over die velerlei kleine nesterijen,
waaruit de geheele kwestie bestaat en waarmede het
Rijk geenszins staat of valt. Als iemand naar Canossa
gaan moest zou 't Von Bismarck moeten zijn, opdat
niet de politieke toekomst van Duitschlands tweeden
keizer nog vóór zijn troonsbeklimming bedorven worde.
Intusschen wordt dezer dagen een nieuwe bijdrage
tot de ultramontaansche historie geleverd door een
nieuw werk van den bekenden pater Curci. Het werk,
waarvan de voorrede aan eenige dagbladen is mede
gedeeld, is getiteld: »IIet koninklijk Vaticaan, de worm,
knagende aan de Katholieke kerkbeschouwingen,
opgedragen aan de jeugdige geestelijkheid en aan de
geloovige leeken," uit welken titel men wel kan op
maken dat het werk tegen de pogingen tot herstel
der wereldlijke macht van den paus gekant is. Men
herinnert zich, dat de stoute pater reeds eenmaal
voor zijn gevoelen is uitgekomen, 't welk hij destijds
met ongenade moest boeten, doch de zaak is toen
weder bijgelegd en pater Curci werd in genade aan
genomen op voorwaarde van niet meer in lezingen of
geschriften met zijn meeningen voor den dag te zullen
komen. De man heeft zich echter niet kunnen inhouden
ten aanzien van een koppig drijven, dat hij niet in
het belang der kerk acht.
Ofschoon wij in zake beschouwingen over de Duitsche
groote politiek slechts betrekkelijke waarde toekennen
aan hetgeen de Fransche publicisten daarover ten beste
geven, is 't toch niet geheel aan belang ontbloot wat
de meest bezadigden onder hen zoo nu en dan schrijven.
Zoo laat John Lemoinne in het Journal des Débats
zich aldus uit: Theoretisch, zooal niet feitelijk, bestaan
er twee Italië's, voornamelijk zijn er twee Romes:
het Rome van den paus en het Rome van den koning
het Vaticaansche en het Quirinaalsche. De koning
beschouwt Rome als de hoofdstad zijner staten en
regeert er feitelijk; maar de paus, hoewel hij heden
niet meer is, wat hij gisteren was, heeft nooit opge
houden zich te beschouwen als den souverein der staten
van den heiligen Petrus, als den paus-koning. De
regeeringen hebben vertegenwoordigers geaccrediteerd
bij den koning en bij den paus, maar de paus ontkent
ten eenemale het wettelijk bestaan van het gezag
buiten hem. Tot dusver werd de vorstelijke persoon,
het lid van een regeerend huis, dat te Rome gekomen
den koning van het Quirinaal bezocht, niet door den
souverein van het Vaticaan ontvangen. Om deze moeie-
lijkheid heeft de keizer van Oostenrijk bij den koning
van Italië te Rome geen bezoek afgelegd, en nu deed
zich hetzelfde bezwaar voor bij de komst van den
Duitschen kroonprins. Het koninkrijk Italië is door al
de regeeringen erkend en bijgevolg moet 's prinsen
eerste bezoek het Quirinaal gelden. Het officiëele doel
zijner reis is zelf den koning van Italië dank te zeggen
voor het onthaal, hem te Genua ten deel gevallen.
Nu zegt- men wel, dat 's prinsen bezoek louter van
particulieren aard is, maar men kan niet gelooven
dat de paus, zelfs de voorzichtige en politieke Leo XIII,
niet zonder veel bezwaar zich leenen zou tot een
handeling, welke hem gelden als een eerste stap, die
leiden kan tot het opgeven van zijn recht op terri
toriale souvereiniteitvan een anderen kant kan men
denken dat andere, misschien gewichtiger belangen
de schaal van zijn wil moeten doen overslaan, en dat
de erfgenaam van het Duitsche Rijk, als hij hem komt
bezoeken, ongetwijfeld de overbrenger is van woorden
van bevrediging en van voorstellen, geschikt om een
einde te maken aan den oorlog tusschen de Duitsche
katholieken. Er bestaat grond om dit te gelooven, als
men let op de gramschap der protestanten, die nog
vol geestdrift zijn voor het Lutherfeest. Hun organen
spreken van den yvrede van Canossa" en voorspellen
dat deze vrede niet van langen duur zal zijn, dewijl
de kerk van Rome zich nooit ontwapent. Anderen
verlangen dat het monument worde afgebroken, hetwelk
opgericht is ter vereeuwiging van Bismarcks vermaarde
woorden: »Wij gaan niet naar Canossa", maar dat er
zal geschreven worden: »elke weg leidt naar Rome".
Gemengd Knitenlandscli Nieuws.
De Salvationisten, onder aanvoering van Miss Booth,
hebben in de Salie de la Redoute te Parijs een voor
stelling gegeven. Er was veel volk in de zaal, doch
van de onderste plank. De Miss werd uitgesist, uit
gefloten, uitgelold en uitgemauwd, zoodat op het laatst
de politie de zaal moest doen ontruimen om aan het
kabaal een eind te maken.
Te Liverpool is een standbeeld voor Beaconsfield
onthuld onder een zware regenbui.
Te Londen is in een club een marmeren standbeeld
voor Gladstone onthuld.
INGEZONDEN.
Het hooge water op 12 December j.l. en de daar
door ontstane rampen en schaden, gaven mij aanleiding
tot de gedachte of er geen mogelijkheid zou bestaan,
om bij een volgende gelegenheid, al is het hoog water
niet te keeren, de daardoor dreigende rampen en
schaden eenigszins te voorkomen.
Volgens mijn meening bestaat daartoe wel mogelijk
heid, ten minste is het te beproeven en dan zou
daartoe van de telegrafische verbindingen met ver
schillende plaatsen partij moeten getrokken worden.
Wanneer b.v. van Vlissingen of Veere, de plaatsen
waar het water het eerst zijn hoogsten stand bereikt,
bij noodpeil 't welk zou kunnen vastgesteld worden
aan Zierikzee, Tholen, Bergen op Zoom," Willemstad,
Dordrecht en tusschengelegen plaatsen werd geseind,
dat een hooge watervloed te wachten was, dan kon
toch zeker Zierikzee '1 uur, Bergen op Zoom 2, en
Dordrecht 3 uren vroeger kennis hebben van wat
vermoedelijk komen zou. Veel zou dan alvast kunnen
geborgen en voorzien worden en schaden en rampen
zouden minder groot zijn. W. K.
We geven gaarne publiciteit aan dit denkbeeld.
Ofschoon velerlei toevallige omstandigheden op de
meerdere of mindere hoogte van den vloed en vooral
van de springtijen van invloed zijn en men inzonderheid
bij stormweer niet precies op de tafel der getijden in
den almanak rekenen kan, zoo kan het zeker zijn nut
hebben als de bevoegde autoriteiten zoo tijdig mogelijk
van den vermoedelijken aantocht van den vloeibaren
vijand verwittigd worden. Met des te meer nadruk
zullen dan de daarbij betrokken particulieren kunnen
aangespoord worden om zich gereed te houden, de
vloedplanken te zetten, klei bij de hand te hebben en
goed uit te kijken.
De windrichting bij springtijen maakt vaak, dat er
van buitengewonen vloed niets komt. Hieruit vloeit
zekere zorgeloosheid voort bij enkele belanghebbenden,