ZIERIKZEESCHE COURANT. voor liet arrondis- seinent Zicrikzee. 1883. No. 97. Zaterdag 15 December. 86ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD 4 Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND uitgezonderd op FEESTDAGEN Prijs per drie maanden f 1,Franco per post f 1, Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIE N: Per gewone regel '10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 1 6 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van '1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. EVKENMAA. Het recht van Initiatief. Terugkomende op bet in ons vorig nommer opgenomen ingezonden stuk uit Middelburg, moeten wij in de eerste plaats ouze verbazing uitspreken over den daaruit opvvasemenden oud- conservatieven geest. We dachten dat die sinds lang verzwonden was, daar toch de conser vatieve staatsleer in deze eeuw eenige ontwik keling en verbetering heeft ondergaan. Enkele uitingen echter in het bedoelde in gezonden stuk doen ons deuken aan die con servatieven, die niets geleerd hebben en dus niets vergeten zijn, een soort waarvan 't kort na 1815 wemelde, doch dat we nu zoo wat uitgestorven waanden. Men kan over den inhoud van een wetsvoor stel of een andere voordracht denken zoo men wil't recht van initiatief, d. i. het recht der Staten-Generaal en van elk lid in 't bijzonder om voorstellen aan de Regeering te. doen, is zuiver grondwettig.' Dat de groep Gleiehman c.s. daarvan nu gebruik gemaakt heeft, evenals ook kort geleden de groep LobmanSchaepmanen vroeger Lobman alleen, ook daarin is niets verwonderlijks, niets verontrustends, noch ook iets revolutio nairs, dat is volkomen in orde. Art. 110. Grondw. zegtDe Staten Generaal hebben het recht, voorstellen van wet aan den Koning te doen." Art. 111. zegt: »De voordracht daartoe be hoort uitsluitend aan de Tweede Kamer, die het voorstel overweegt op gelijke wijze als zulks ten aanzien van 's Konings voorstellen is be paald", enz. Art. 113. zegt: Andere voordrachten, clan voorstellen van wet, kunnen door elke Kamer afzonderlijk aan den Koning worden gedaan." Het recht van initiatief was reeds in de Grondwet van 1814 opgenomen. Het was met gebruikmaking, van dat recht, dat indertijd een groep kamerleden de Grondwetsherziening provo ceerden, die in 1848 haar beslag kreeg. Er ligt niets revolutionairs io, als er van dit door de Grondwet uitdrukkelijk gewaarborgde recht gebruik gemaakt wordt. Hoe kan won zich dan er over ergeren of verontrusten als er heden in 't liberale kamp, gelijk gisteren en morgen in 't clericale leger, mannen opstaan, die meenen dat het gepast is van hot recht gebruik te maken? Dat er maar spaarzaam van 't recht van initiatief dient gebruik gemaakt te worden en ook wel zal worden als de loop der zaken niet al. te ongezond is, spreekt van zelf. Een ervaring van 70 jaar heeft geleerd dat-dit goed begrepen wordt, en dat 't niet in den geest onzer politieke lui ligt, de kroon met veel voorstellen of voor drachten lastig te vallen. Hoe beter de Regeering parlementair volgens de Grondwet weet te re- geeren, des te minder zal het parlementair initiatief van Kamer of Kamerleden zich doen gelden. Maar er kunnen omstandigheden zijn, dat het gebruik maken van 't recht van initiatief niet alleen volkomen in den haak is, maar dat het als een heugelijk feit moet beschouwd worden, en als een bewijs dat 't parlement zelfs de pook wel durft ter hand nemen om wat harder te stoken, als er zich verschijnselen voordoen, die aan 't uitdooven van 't vuur doen denken. Niet alleen is ons de ergernis of de bezorgd heid van den steller van 't ingezonden stuk, voor de mogelijke gevolgen van dat iuitiatief nemen, schier onverklaarbaar, maar verbazen doet ons zijn zniver revolutionaire uiting ten aanzien der heeren Gleiehman c.s. „Waarom, zoo vraagt bij, gingen zij niet aan de ministertafel zitten, om van daar uit, on dan op de legale wijze, de Volksvertegenwoor diging te saisisseeren van dergelijk ontwerp van Wet"? Ja, zie, dat zou dan de revolutie in eigen persoon zijn, en allesbehalve legaal. De kroon kiest immers de ministers? Niemand kan zich als kabinetsformeerder opdringen en geen groep kan zich aanbieden om aan de ministertafel te gaan zitten. Nn daargelaten welke invloeden soms blijken werkzaam te zijn in tijden van crisis, zoodat men dan wel eens zou gaan vermoeden, dat er buiten de legale Grondwettige vormen en regelen om, nog een extra-kabinet bestond dat achter de schermen zit, daargelaten dit, moet men wel aannemen, zoolang de revolutie niet daar is, dat de kroon de ministers kiest en dat een kabinet als 't optreedt, dit doet om met de kroon samen te werken en uit naam des konings te handelen. 't Gaat geenszins aan, dat men een groep kamerleden verwijt dat zij zichzelven niet tot een kabinet opgeworpen hebben. In die zinsuede „en dau toch op de legale wijze", komt een leelijk aapje uit de mouw. Zou dan werkelijk 't gebruiken van 't recht van initiatief iets illegaals zijn? Hoe kan men 't schrijven Maar er is meer: „Waar zou het heen in den Staat, aldus roept de schrijver iets verder uit als eenvoudig eenige kamerleden, zonder voorafgaand goedvinden van het Hoofd van den Staat, zonder onderzoek en advies van den Raad van State, hunne voorstellen van wet aan den lande konden opdringen?" Ja, waar 't dan heen zon, wie weet het Maar waar daalt die schrijver heen als hij zoo gaat schermen tegen windmolens Dit vragen wij. Immers in de Grondwet is niet alleen 't recht van iuitiatief gewaarborgd, er is ook in voorgeschreven boe dat recht zal uitgeoefend worden. Weet de schrijver dit niet? Wat schrijft hij dan over staatsrechterlijke vraag stukken 't Ware dan beter gezwegen, dan de onwetende schare noodeloos ongerust te maken, alsof die groep heeren een greep naar de kroon op 's Konings hoofd wilden doen. Doch we willen 't hier nog eens neerschrijven, hoe dat op „legale" wijze gaat met zulk een voorstel uit de Kamer. Het voorstel komt met een memorie van toelichting in de Tweede Kamer wordt daar in de sectiën en daarna in de open vergadering behandeld; wordt 't aange nomen, dan gaat 't naar de Eerste Kamer, die 't afhandelt op haar legale wijze; eindelijk als ook deze 't goedgekeurd heeft, gaat het naar den Koning, die er den Raad van State over hoort en 't bekrachtigt of niet. In 't eerste geval is 't een wet zoo goed als ieder andere in 't laatste geval vervalt het, getroffen door 't veto des Konings. Dat is alles in de Grond wet zelf geregeld (Zie de artt. 111, 112 en 114.) Eerst heeft de Tweede Kamer goed of af te keuren, dan de Eerste, daarna de Koning. Wat wil men nog meer? Hoe kan men nu spreken van „opdringen"? Of zou 't minder gevaarlijk ziju, als er eens Ministers waren, die reactionaire wetten aan de natie wilden opdringen Als slechts de legale weg, door de Grondwet aangewezen, niet ver laten wordt, behoeft er voor opdringen geen vrees te bestaan. Wij zouden hiermede van dit onderwerp kunnen afstappen. Nog een enkele opmerking moet ons echter uit de pen. De schrijver van 't ingezonden stuk meent, dat 't recht van initiatief in de Grondwet iets geheel anders beoogt dan 't doen van eventueele tegenvoorstellen tegen voorstellen der Regeeriug. Hoe de schrijver aan dat licht komt, begrijpen we niet. Hij schijnt te meenen, of althaDS te willen of te wenschen, dat wie van 't recht van initiatief gebruik wil maken, eerst naar 't goedvinden van het Hoofd van den Staat zal vernemen. Dat zou geheel van de plank voeren. Aan wieu zou naar dat goed vinden geïnformeerd moeten worden? Bij den Koning persoonlijk Bij 't straks bedoelde krin getje dat bij wijlen schijnt extra constitu tioneel trouwens de Kroon te omgeven als 't dotje watten 't kleinood in de doos? Waar zou dat heen Maar er is ook niets van aau, en uit den aard der zaak zal 't geen 't initia tief der Kamer of van oen of meer barer leden voor den dag breugt, wel altoos iets ziju wat juist niet zoo precies met den zin van 't kabinet van den dag strookt. Doch wat nood't Is ook niet voor hun pleizier dat de Ministers om de groene tafel zitten, en als 't particulier initiatief zich doet gelden: nu eens oin den domper te gebruiken, dan om den snuiter of de pook te kanteeren, dan moet dat een vingerwijzing zijn voor 't kabinet om te trachten parlementair te worden. Alleen een parlementair kabinet kan bij ons werken. Of en hiermede komen we aan 't slot van 't ingezonden stnk of er moet een beroep op de natie gedaan worden. De schrijver spreekt van een beroep op de kiezers, 't Is jammer dat de „kiezers" en de „natie" niet hetzelfde ismaar 't moet er althans tot dusver nog voor doorgaan, dus een beroep op de kiezers. Dit zou de inzender willen. En dat alles omdat er eenige kans schijnt te bestaan voor een inkomstenbelastingDe eenige belasting die op zuiveren grondslag kan rusten en zelf de grondslag kan zijn voor een goed stelsel Maaris 't niet geraden dat van 't recht van iuitiatief druk gebruik gemaakt wordt, veel

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1883 | | pagina 1