ZM1MZEESSHË COI KWi. voor hoi arrondis- semenl Zierikoe. 1883. No. BS. Woensdag 14 November. 86ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND, uitgezonderd op FEESTDAGEN Prijs per drie maanden 1,Franco per post ƒ1, Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIE N: Per gewone regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiteiTjk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKEMIN. 10 November 14-83—1883. Het vierde eeiuvfeest vau de geboorte van den grooten Duitsclien Hervormer, dr. Maarten Luther, is op vele plaatsen, vooral in Duitsuli- land, maar ook in andere landen, o. a. in Enge land en hier in Nederland, met min of meer luister gevierd. Voor Nederland, dat in de 16e eeuw de Calvinistische en niet de Luthersehe richting der Hervorming heeft gevolgden daarin grooteudeels gebleven is, heeft de naam van Luiher natuurlijk uiet dieu klank, dien hij kon hebben in landen waar men zijn richting is toegedaan gebleven, zooals b.v. in de Skaudi- navisclte staten en rondom de Oostzee. In Duitschland zelf, ofschoon daar in Pruisen, door de furie van de Gereformeerde en de Luthersehe kerken, de Luthersehe richting ge wijzigd is, is de geestdrift voor den grooten Hervormer ondubbelzinnig aan den dag gelegd. Dit is gebleken in 1817, in 1846 en nu ook weder. Het is goed dat de groote mannen van voor heen niet vergeten, maar dat zij in eere gehouden worden. Wel is waar doet het er weinig toe of Wittenberg, Worms en Eislebeu hun Lnther- monumenten hebben, en of de Wartbnrg gerestaureerd en tot een Luther-mnseum is ingericht; maar met hulde te brengen aan de nagedachtenis van den eenvoudigen Augustijner monnik, die voor de wereld optrad als profeet en geloofsheld, geeft het levende geslacht een bewijs, dat het nog prijs stelt op de beginselen, althans op het groote beginsel, waarvoor Luther is opgetreden, n.l. het recht van 't gezond verstand en 't gezonde geloof tegenover de dwingelandij van de domme scholastiek. Gewis, Luther zou de man van onzen tijd niet meer zijn. Hij zon aan den eenen kant zijn eigen werk vergroeid, half onkenbaar vindende erfgenamen van Calvijn zou hij verdeeld vinden in twee, ja misschien wel meer, groepen, doch daarin zou hij althans één groep vinden meer Calvi nistisch dan Calvijn zelf', en een andere die met den tijd was meêgegaan, zooals zijn eigen aanhang ook met den tijd is meêgegaan. Zelfs de Katholieke kerk zou hij nu niet zoo aan treffen als zij zieh daar boven hem verhief toen hij den 31 October 1517 zijn 95 stellingen aanplakte aan de deur van de slotkerk te Witten berg. Het zou hem alles veel veranderd voor komen. Maar één zaak zon hij nog onveranderd vindengezag tegenover persoonlijk onderzoek. En juist daarom achten wij het een uiet onbelangrijk teeken des tijds 'dat men zich op zoovele plaatsen in onderscheidene landen nog zijner herinnert. Was hij dan geheel de held van het vrije, geheel vrije onderzoek Geenszins. Hij was radicaal, doch niet in radicale richting. Ook hij was beperkt en een zijdig; doch niettemin was hij in zijn tijd een groote geest en een krachtige persoonlijkheid. We zouden zelfs wel durven neêrsehrijven dat het vooral Luther is geweest, die 't Germaansche element als vooruitstrevende en ontwikkelende tegenover het Romaansche als tot stilstand of traagheid gedoemd, heeft wakker geschud en op den weg geholpen. Het is een goed teeken, dat dit nu nog wordt erkend en openlijk bevestigd. Zulk een herinnering is niet ounoodig. Het is er toch verre vandaan, dat het standpunt, waarop de Protestantsehe kerk thans staat, zooveel honger zou zijn als, de tijd in aanmerking genomen die er sedert 1517 verloopen is, zou kunnen gewacht worden. De scholastiek is nog niet dood. Het kinderlijke, blijmoedige, gezonde en gezondmakendo geloof dat Luther bezielde, is waarlijk nog niet aller eigendom. Trad hij in onze dagen hier te lande op, het neo-Calvi- nisme zou hem al even vinnig tegenstreven als in zijn dagen zijn Zwitsersche mededingers, ja wellicht nog vinniger. Maar toch is het een goed teeken dat er althans nog stemmen van lof voor Lutlier zijn opgegaan. Niet orn den man, maar om 't beginsel waaraan zijn naam verbonden is. Het is een teeken dat dit beginsel nog niet vervallen is. Moge het blijven leven en velen bezielen. Op het wijde doch onzekere veld van 't gods dienstig leven is gezag, hoe verleidelijk en schijnbaar wenschelijk en gemakkelijk ook, toch doodelijk. Vrijheidszin wekt ook daar leven en licht, warmte en gloed. Luther nu in zijn eerste periode als Hervormer vertegenwoordigt dien vrijheidszin, dat streven van 't individu naar eigen leven, eigen ontwikkeling, eigen besef en eigen overtuiging. Dat later iu hem de gezonde mensch werd overstemd door den partijman, waardoor tevens paal en perk gesteld werd aan zijn schredeu op den weg van den vooruitgang, mag als bewijs gelden, dat hij ook maar een mensch was, een veroveraar ja, op het gebied des geestes maar die nog veel voor anderen na hem heeft overgelaten. Er is inderdaad, gelijk voor Alexander die weeklaagde bij 't lijk zijns vaders, nog eeu ruim veld overgebleven, waarop heldendaden des geloofs en zegetochten van den vooruitgang te doen zijn. Het optreden van Luther en de breede schaar der overige Hervormers van de 16e eeuw, is eeu historisch feit, maar in de lijst waarin zij passen, moeten er nog meer komen, vóór het geheel een bebagelijke schilderij vormt. Daar zijn nog zwarte vlekken, open ruimten, schaduw achtige plaatsen genoeg in. Het is er niet mede als met de wereldontdekkers: na Columbus is geen nieuwe Columbus te wachten, de nienwe wereld is nu eenmaal ontsluierd. Geheel anders op 't gebied waar de groote Hervormers hun sporen en merkteekens hebben nagelaten. Daar zullen nog veel Luthers eu Calvjjns, Zwingli's en ook Hussen en Hierony- mussen wellicht noodig zijn, vóór de engelen des lichts kunnen uitbazuinen: aan ons voortaan 't gebied, het rijk der duisternis heeft uit! Actie en reactie wisselen elkaar tot heden toe nog steeds af. De monsters, zooals die welke Luiher iu zijn tijd heeft helpen nagels en tanden uitbreken, zijn niet gedoodhun leven is taai en hun herstidlingsvermogen groot. Maar dat Luthers geest nog leeft, geeft grond voor het vertrouwen dat, als 't eenmaal moeht noodig zijn, andere Luthers zullen optr-den om liet hunne te doen, gelijk hij 't zijne deed. Iti dien zin versterkt de dezer dagen alom geziene Luther-herdenkiug ons optimisme. Binnenland. Z I E R I K Z E E13 November 1 8 8 3. De Middelbuvgsche gas-tentoonstelling zal geopend worden' half Januari 1884. Op deze tentoonstelling zullen toegelaten worden allerlei toestellen voor gas- bereiding, alsmede voor verlichting en verwarming door gas, en eindelijk ook toestellen voor beweegkracht door gas. De tentoonstelling zal gehouden worden in het Schuttershof. Het voorstel van den heer Yan Eek betreffende de wijze van behandeling der Troonrede luidt: »De Tweede Kamer der Staten-Generaal is van oordeel, dat, hoewel de eerbied, aan het Hoofd van den Staat verschuldigd, medebrengt, dat, wanneer Zijne Majesteit, de zitting der Staten-Generaal opende, tot de Volksvertegenwoordiging het woord richt, daarop het stilzwijgen niet worde bewaard, de tegenwooi'dige wijze van beantwoording, eensdeels onnoodig, een groot gedeelte van den tijd, die beter aan de behandeling van de algemeene belangen zou kunnen worden gewijd, daaraan ontrooft en anderdeels niet noodzakelijk is om betuiging van hoogachting te geven aan den Koning en zelfs voor Zijne Majesteit belemmerend kan worden genoemd. Zij is daarom van meening, dat het in allen deele passend kan worden geacht en tevens in 's lands be lang, indien uit naam der beide Kamers der Staten- Generaal onmiddellijk na het uitspreken der Troonrede door den Voorzitter der Eerste Kamer aan den Koning de dank der Staten-Generaal wordt toegebracht. Zij heeft de eer van deze hare meening mededeeling te doen aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal, met uitnoodiging om namens de Staten-Generaal die taak te willen opdragen aan haar Voorzitter". Men verneemt, dat het vergane Anjer weder zal opgebouwd worden, ofschoon niet op dezelfde plek, daar dit onmogelijk is. De nieuwe stad zal iets meer nabij de straat en iets hooger worden aangelegd. Men sprak eerst van het punt waar Merak gestaan heeft, doch dat ligt voor een kuststation te hoog, terwijl bovendien de landweg geheel vernield is. Met kracht is men aan het werk om wegen en openbare inrich tingen te herstellen. Dit geschiedt in betaalden heeredienst, ten einde daardoor tevens aan de bevolking werk te verschaffen. Telok 13etong zal, zegt men, niet weder herbouwd worden, maar er zal een ander punt aan de Lampongbaai worden gekozen voor het station van het Europeesch bestuur. Men moet voor het overige op Java nog geenszins gerust zijn ten aanzien der vulkanische werkingen, die daar altoos in gang zijn en zich nu door de Krakatau-ramp zoo geducht hebben^ doen gelden. Sommige groote vulkanen, met name de Mer-Api, zijn blijkbaar onrustig; ook worden telkens lichte schokken van aardbeving gevoeld. Daar men wel weet dat Java en schier al de Soenda-eilanden van vul- kanischen oorsprong zijn, zijn sommigen ongerust dat er wellicht nog grooter wéikingen aanstaande zijn dan die waarvan de noodlottige 28 Augustus getuige was. Met de opwarming der streng Calvinistische jongeling schap om zich bij een eventueel bezoek van de Trans- vaalsche deputatie aan Amsterdam als eerewacht op te werpen, schijnt het niet best te willen vlotten. Zij zullen althans het werk moeten doen als zij daartoe roeping gevoelen. In het gebouw der Universiteit

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1883 | | pagina 1