Z1ERIKSEESCHË COURANT.
voor het arrondis- ai&k sernent Zieriksce.
1883. No. 77. Zaterdag 6 October.
86ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND
uitgezonderd op FEESTDAGEN
Prijs per drie maanden 1,Fr a nco per post ƒ1,
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIE N:
Per gewone regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. I.AKEMI IN.
De Tweede Kamer
beeft thaos bet wetsontwerp tot voorloopige
versterking van 's Rijks middelen ontvangen.
Zooals we reeds in ons vorig uommer aan
stipten strekt dit wetsontwerp tot herstel der
invoerrechten op granen en hout op den vroe-
geren voet; tot verhooging der invoerrechten
op de thee tot 40 (en niet 110 zooals abu
sievelijk in ons vorig nommer gezet was); tot
verhooging van den accijns op het gedistilleerd
van f 57 op f 60; tot tijdelijke heffing van
20 opeenten op het personeel en vau 12 op
centen op de successierechten. Later is nog
een voordracht te wachten, strekkende om in
plaats van 4/s slechts V5 van liet rijkspersoneel
aan de gemeenten uit te- keeren.
Het moest tot zoo iets komen. Toch is het
jammer dat de nood zoo hoog geklommen is,
dat zulke belangrijke ingrepen in 't bestaand
belastingstelsel, dat toch vrij algemeen sinds
lang geoordeeld en veroordeeld is als vicieus
in menig opzicht, moeten gedaan worden tot
tijdelijke uitredding uit de finauciëele moeilijk
heden, waarin het land verkeert.
Te meer is dit jammer, omdat niet algemeen
in confesso kan geacht worden wat eigenlijk
de oorzaak van den nood der schatkist is. Dat
dit de dure lagere scholen alleen zonden zijn,
wordt beweerd door de partijgangers der bij
zondere en 't wordt door de voorstanders van
't openbaar onderwijs niet nadrukkelijk genoeg
tegengesproken. Toch is dat beweren geenszins
voldoende gemotiveerd, 't is niets dan een in
sinuatie. Met evenveel zoo niet veel meer grond
kan men 't leger, de vloot, de gevangenissen,
ja, iederen anderen tak van openbaren dienst
de schuld geven van den toestand. Het feit is,
dat ons belastingstelsel zelf niet geschikt is
om geld genoeg te verschaffen voor de behoeften.
Dat de draagkracht der natie nog niet is
overschreden wordt door deskundigen algemeen
erkendals nu toch de toestand hoogst zorge
lijk wordt genoemd en de oorzaak van den
toestand ligt in het stelsel, zal men dan 't kwaad
wel verhelpen door op het veroordeelde stelsel,
als op een verraden fondement nog een ver
dieping meer op 't wankelende gebouw te zetten
Wij willen den Minister van Financiën vol
strekt geen onaangenaamheid zeggenwe be
seffen ten volle hoe moeielijk de positie van
dit kabinet is, dat toeh blijkbaar niet is opge
treden met de pretensie van groote dingen te
zullen doen, waar 't nageslacht van zal gewagen
en dat zich nu nog bovendien geplaatst ziet
voor de onaangename taak om iemand de
staat wiens inkomen niet meer in de be
hoeften van zijn stand, naar de eischen des
tijds kan voorzien, aan vermeerdering van in
komsten te helpen.
Het is de oude qnaestie van gedwongen
loonsverhooging, gedwongen door de omstan
digheden en de eischen des tijds.
Maar het stelsel waarop men staat is on
zuiver, dit is herhaaldelijk erkendherhaaldelijk
ook zijn afdoende wijzigingen, grondige her
vormingen voorgesteld; doch ze zijn afgestuit
op den onwil der belanghebbenden of van hen,
die vreesden er allereerst door getroffen te
zullen worden. Zij hadden voornamelijk ten
doel meer in overeenstemming te komen met
den wetenschappelijke!! regel, dat de lasten
zooveel mogelijk moeten verdeeld worden naar
het draagvermogen dergenen, die betalen. Dit
is thans het geval niet, wordt door velen be
weerd, die rneenen dat de rijksten en vooral
zij, die leven van kapitalen in portefeuille, niet
zwaar genoeg meedragen, dat de lagere klassen
ten onrechte nagenoeg geheel van alle lasten
vrij zijn en dat de middelklasse en de kleine
burgerstand te zwaar is belast.
lloe is 't nu met dit wetsontwerp'? Als nood-
plank of reddingsboei kan desnoods alles dienen
wat maar drijft, en dit is dan ook o. i. de eenige
verdienste van 't ontwerp.
Maar 't is toch zeer tweeslachtig. Ten deele
is 't reactie, ten deele consequentie van een
veroordeeld systeem.
De reactie is gelegen in den terugkeer tot
de graanrechten van vroeger. Is dit niet liet
openzetten van de deur die naar gemaalbelas
ting voert?
In de eerste plaats worden dus aangewezen
om meer te betalen de broodeters. Maar die
't beste betalen kunnen zijn juist niet de sterkste
broodeters, dat weet iedere bakker te vertellen.
Die dan verder worden uitgekipt om meer te be
talen zijn de bouwers en timmerlieden, door de
vernieuwde houtrechten. Zal hierdoor het kaphout
in Gelderland, Overijsel en Friesland wat gel-
diger gemaakt worden, dan varen de grond
eigenaars er wèl bij als de boutrechten weder
terugkomen.
Maar tnen zegt zooal dat de periode van
't drukke bouwen zoo wat om is en men in de
groote steden gaat vreezen dat het weldra aan
een eind zal komen. Dan zullen ook de hout-
rechten niet zooveel opleveren, vooral omdat
de ijzerconstructies nog gedurig toenemen.
Dan komen de drinkers zoowel van thee
als die van jenever, om op de beurs geklopt
te worden.
Nu, de leatotallers kunnen dan de jenever
drinkers niet in hun vuistje uitlachen dat deze
laatsteu nu voortaan nóg meer dan V5 deel
van al onze staatsinkomsten zullen moeten op
diepen. De zak der drinkers is ondertussehen
niet onuitputtelijk en verhoogde jeneverbelasting
een treurig redmiddel.
Het verlioogen der opcenten op het personeel
zou een uitnemend goed middel, ja een dei-
beste zijn, als het personeel maar op
zuivere grondslagen berustte; doch daaraan
valt op even uitnemend goede gronden te
twijfelen. Zij, die 't beste betalen kunnen, zijn
niet over 't algemeen het hoogst aangeslagen
voor het personeel; 't lijkt er zelfs niet naar. Schat-
kameren met diamanten en edele metalen, kost
bare sehilderijenverzamelingen, weelderige, dar
tele wedrennen zijn niet belast. Zeer stevige
kapitalisten wonen soms hoogst eenvoudig en
met sober uiterlijk. Meer dergelijke opmerkingen
vallen te maken,
Eu toch geld zal er verschaft moeten worden.
Binnenland.
ZIERIKSEE, 5 October 1 883.
Het groote succes dat de Amsterdamsche tentoon
stelling in de fraaie maanden Augustus en September
heeft gehad, en dat zeker voor een deel wel aan dat
fraaie weder te danken is geweest, is door het inge
vallen gure natte weder plotseling overgegaan in een
staat van verval en verlatenheid, die den naderenden
dood der tentoonstelling aankondigt. Het plan om haar
tot '1 November open te houden zal wellicht dooi' dat
verval niet tot uitvoering kunnen komen. De desertie
gaat beginnen en op de terreinen rondom de hoofd
gebouwen is zij reeds zeer merkbaar. Van de weleer
zoo drukke en gezellige restauraties zijn nog alleen
de I-lollandsche, de Engelsche en de Volksrestauratie
open. De andere zijn gesloten en het personeel is, na
een feest met bal in Maison Stroucken, ontslagen of
naar zijn gewonen werkkring teruggekeerd.
Vele honderden Fransche en andere vreemde in
zenders en winkelhouders wenschen te vertrekken en
hebben zich tot den Franschen Consul gewend met
verzoek, dat die van de hoofdcommissie of directie een
vervroeging van den sluitingsdag zal zien te verkrijgen.
Vele vreemde vogels trekken weder weg. Zelfs de
Surinaamsche inboorlingen maken zich gereed om hun
matten op te rollen, 't welk zij den 15en of 16en doen
zullen. De ontvangst van '1 Oct. tot op dat tijdstip wordt
hun als een extratje toegelegd. Een drietal van hen,
n.l. de heer en mevr. Majoe Koerana en Maja Roekana,
Indianen, en de heer Kodjo-a Slengri, boschneger,
hebben geposeerd en zullen in was vereeuwigd worden
in het Panopticum.
Zoo komt aan alles, ook aan de Amsterdamsche
wereldtentoonstelling, een einde. Reeds neigen de toren-
hooge pagoden met de kolossale olifanten en andere
monsterfiguren versierd, wrak en flodderig geworden
door het vele nat waaraan zij niet gewennen kunnen,
snel ten ondergang.
Het hoofdgebouw en, naar men zegt, ook dat der
koloniale afdeeling van Nederland, zullen nog een jaar
blijven staan om in 1884- te dienen bij de groote
landbouwtentoonstelling, die dan zal gehouden worden.
Het tentoonstellingsjaar is voor Amsterdam vooral
van veel gewicht; het zal ongetwijfeld met gulden
letteren worden vermeld in de gedenkboeken der stad.
Het is voor hen die Amsterdam van vroeger kennen
alsof het dit jaar in eens in de rij der wereldsteden
is opgetreden en ieder die dezen zomer Amsterdam
heeft bezocht zal erkennen, dat het den stap met eere
gedaan heeft.
Dit wil niet zeggen dat alle Amsterdammers zonder
onderscheid elk voor zich zullen roemen over een
buitengewoon goed jaar; er zijn neringdoenden en
industriëelen, die klagen dat zij door de concurrentie
der tentoonstelling, alsmede door tijdelijke verplaatsing
van eenige centrums van drukte en stroomen van verkeer,
schade hebben geledendoch de overgroote meerderheid
van neringdoenden en ook vele arbeiders en particu
lieren hebben wel een goed jaar gehad. Het moet een
fabelachtig groote som zijn, die dit jaar te Amsterdam
door vreemdelingen, en ook wel door inwoners, meer
is uitgegeven en dus ook door anderen ontvangen dan
andere jaren.
Alles samengenomen, zal Amsterdam en Nederland
reden hebben tot tevredenheid over den buitengewoon
goeden uitslag der reusachtige onderneming, al weet
men ook dat de eigenlijke winst voor een goecl deel
weder naar het buitenland gaat, waar het trouwens
ook voor een aanzienlijk deel van daan gekomen is.
Onverwachts is Maandagavond te Middelburg over
leden mr. Willem Christiaan Borsius, ridder van den
Ned. Leeuw, lid van de Eerste Kamer der Staten-