STA TEN-GENERAAL. Te Brouwershaven is de bijna negentigjarige oud- strijder P. Ringelberg overleden. De onlangs opgetreden burgemeester van Amersfoort, jhr. mi'. F. A. J. van Asch van Wijck, lid van de Tweede Kamer, heeft in het begin van September bij winkeliers, neringdoenden enz. aldaar door politie agenten doen rondzeggen, dat ingevolge de bepalingen der wet van '1 Maart 1815 (N.B.betrekkelijk de viering der Zon- en Feestdagen, zij op voormelde dagen niet met open deuren mogen verkoopen". Op de laatstverloopen Zondagen is vanwege de politie toegezien, of zij daaraan gevolg gaven door het ge sloten houden hunner deuren op die dagen. Zou dit een opgeworpen balletje zijn om naast de in gang zijnde beweging voor handhaving van den Zondag als rustdag, de Zondagswet-quaestie eens aan de orde te stellen? 't Zal toch niet zijn »nieuwe bezems vegen schoon", zoodat de heer van Asch van "Wijck zich eens zou willen uitslooven als handhaver van oude lang misbruikte wetten. Of zou 'tzijn in 't belang der burgerij om haar onze staatswetten te leeren kennen Dat zou zoo'n kwaad idee niet zijn. Als de politie den burgers b.v. eiken Zondag op de markt eens eenige kapittels uit onze wetboeken voor las, kwamen die er op den duur in. Op de Amsterdamsche tentoonstelling zijn toegekend 372 eerediploma's, '1064 gouden, 1557 zilveren en 1348 bronzen medailles en 880 eervolle vermeldingen. In 't geheel 5221 bekroningen. Hieronder zijn niet medegerekend de aan zoogenoemde officiëele inzendingen toegekende bekroningen. In het Juni-nummer van het Tijdschrift voor N.-I. is het eerste gedeelte verschenen van het agrarisch rapport, indertijd door den algemeenen secretaris, den heer Levyssohn Norman, uitgebracht, in welks publi ceering zoowel de Ministers van Bosse en van Rees, als de Gouverneurs-Generaal van Lansberghe en 's Jacob bezwaar zagen. De gezant van Groot-Brittanje te 's Hage heeft aan onzen Min. van Buitenl. Zaken medegedeeld, dat het officieel waar is dat de Gouverneur der Straits-Settle ments met goedkeuring der Britsche regeering 25000 dollars (f 65000) aan den Gouv.-Gener, van N.-Indië lieeft gezonden, voor de noodlijdenden door de ramp van Krakatau. Op de Zuiderzee voor de Oranjesluizen zijn zeer interessante proeven genomen met den sirene-mist hoorn. Er waren van Amsterdam twee stoombooten uitgezonden, elk met een toestel aan boord. De eene boot bleef buiten de sluizen liggen en de andere stoomde zee in. De seinen waren en bleven zeer duidelijk te onderscheiden tot op een uur afstands. Men seinde op dien afstand ook woordberichten door het uitbrengen van korte stooten en aangehouden geluiden overeenkomstig het telegraaf-alphabet van Morse. De nu beproefde sirenen zijn van de nieuwste vinding en komen overeen met die, welke reeds aan boord van eenige lichtschepen, o. a. op Schouwenbank in gebruik zijn, slechts met dit verschil, dat deze laatste met saamgeperste lucht en de nu beproefde met stoom geblazen worden. Het effect is geheel hetzelfde. De Tweede Kamer heeft opgemaakt de vereischte nominatie voor de benoeming van een voorzitter voor het ingetreden zittingsjaar. De nominatie bestaat uit de heeren O. van Rees, afgetreden voorzitter, die met bijna algemeene stemmen gekozen werd, rnr. E. J. J. B. Cremers, gekozen in drie stemmingen, en F. H. H. Borret, die bij de tweede stemming gekozen werd. Ook zijn in dezelfde bijeenkomst de geloofsbrieven grootendeels afgehandeld. De zitting der Eerste Kamer is na de afdoening der geloofsbrieven, die alle in orde waren, door den Voorzitter geopend met een flinke toespraak. Daarin ontbraken natuurlijk niet de gewone vormen en be leefdheidsformules. Waar 't echter op aan kwam was, dat de heer van Eysinga, evenals verleden jaar, wees op het onvruchtbare parlementaire jaar dat achter den rug is, dat hij de «naderende en wenschelijke herziening van onze constitutioneele grondslagen" aan roerde en betuigt dat het zijn wensch was, dat de vertegenwoordiging, wars van allen drang en invloed van buiten, haar grondwettig standpunt handhavende, onder Hoogeren Zegen daarbij moge werkzaam zijn ten nutte van Koning en Vaderland. Niet onduidelijk lag in deze woorden een toespeling op hetgeen er in den Haag gebeurd is tijdens en na de plechtigheid van de opening der Kamers op jongst leden Maandag. Wat er toen gebeurd is, weten de lezers reeds. Een zeker aantal lieden, over 't algemeen socialisten genoemd, doch waarvan blijkbaar de groote meerderheid geen onhandelbare of kwaadwillige menschen waren, hebben op straat een onschuldige manifestatie gehouden in 't belang van 't algemeen stemrecht en daarna een vergadering in een besloten gebouw, waar ook nog het een en ander over dat punt gezegd is. Alles is ordelijk toegegaan en zeker de moeite niet waard om daarvoor de huzaren in de kazerne te consigneeren, gelijk er geschied is. Die huzaren moeten dan toch een geducht prestige hebben als werktuigen tot handhaving van orde en autoriteit. Als men de lange lijst van voor schelm weggejaagde huzaren nagaat, zou men dat waarlijk niet zeggen. Doch dit zij zoo. Wij houden die mani festatie voor onschuldig, maar ook voor onbeduidend en vinden het wel ietwat veel eer voor mijne heeren de Iiaagsche socialisten, als de Voorzitter der Eerste Kamer inderdaad op hen het oog had toen hij sprak van warsheid van dwang en invloed van buiten. Ook te Rotterdam is een vergadering gehouden waar druk is gesproken over algemeen stemrecht en grondwetsherziening. Wij vinden algemeen stemrecht voor Nederland vooralsnog een paardenmiddel, dat, vreezen wij, den patient voor langen tijd nog zieker zou maken dan hij nu al iseen geneesmiddel dat nog erger kon zijn dan de kwaal zelf, die 't zou moeten genezen. Wat er omgaat op kerkelijk gebied, waar de domme kracht van 't algemeen stemrecht in werking te zien is, verder het totale gemis aan zelfstandigheid, per soonlijken wil en initiatief bij de Katholieke land- genooten, en vooral de totale onbevoegdheid en 't gemis van genoegzame ontwikkeling met de daaruit voort vloeiende of althans daarbij komende onverschilligheid van de groote massa ten aanzien van politieke en sociale zaken, dit alles moet, dunkt ons, genoegzaam zijn om allen, die er iets in te zeggen hebben, voor zichtig te maken om niet van 't uiterste waarin wij Nederlanders nu een menschenleefiijd verkeerd hebben, in het andere uiterste over te doen springen. Dat uiterste, waarin wij nu zijn, is, dat alleen 'tgeld of 't patent politieke rechten bij ons kan aanbrengen en dat is zeker geen gewenschte toestandmaar 't al gemeen stemrecht is daar veel te ver van af, dat zou op eens de groote menigte der onbevoegden en onver schilligen in de gelegenheid stellen zich te laten mis bruiken door ieder, die daar maar den slag van had; en dezulken zijn er genoeg. 't Is waar, dat ook thans een groot deel der kiezers op kommando kiezen zonder zelf persoonlijk te weten wat zij doenmaar dat is toch de meerderheid nog niet. En wie nu invloed wil uitoefenen, moet zich toch nog eenigszins gedragen naar de regelen van waarheid, eerlijkheid en gezond verstand, omdat toch ook een deel van de kern der natie onder de kiezers gevonden wordt. Het algemeen stemrecht evenwel geeft ruime gelegenheid om nog heel andere hefboomen in werking te brengen, ten einde de kiezers aan 't snoer te krijgen. Trouwens we zijn voor 't oogenblik niet beducht dat het bij ons te lande nog in deze eeuw tot het algemeen stemrecht komen zal. We willen hopen dat er eerst iets gedaan zal worden om het volk waarlijk individueel vrij te maken, het zelfstandig te leeren denken. Bij ons moet de publieke geest eerst nog wakker gemaakt worden. Jan Salie slaapt nog veel te lui en te lekker om in staat te wezen te staan als een wakker man. Jan Salie als algemeen stemrechtenaar is eigenlijk te potsierlijk om er naar te kijken. Maar dat uiterste is ook niet noodig, dunkt ons. Men kan toch wel tot grondwetsherziening komen. Want die achten wij noodig; al was 't maar om er al de phrases en woorden, die aan een zichzelf regeerende natie, dus aan algemeen stemrecht doen denken, uit te halen en slechts die er in te laten, die wezenlijk waar zijn en die dan ook met kracht zouden moeten gehandhaafd worden. Grondwetsherziening is vooral noodig omdat de tegenwoordige constitutie feitelijk in verval is en reeds bij herhaling en vrij ernstig werd overtreden of als een doode letter ter zijde gezet. Daar zit, dunkt ons, het grootste gevaar, n.l. het gevaar van langzamerhand ook die constitutioneele vrijheden en waarborgen te zien prijsgeven of in verval geraken, die toch in alle geval in onze Grondwet nog aanwezig zijn. De Troonrede draagt ook al den stempel van de ziekelijkheid van den staat, gelijk zij blijkbaar geïn fluenceerd is door de rampen en kwalen des tijds. Vergelijkt men de oude nog steeds onafgedane agenda's van vroegere parlementaire jaren en het aantal en 't gehalte der speciale wetten met de in de Grondwet van 1848 aangeduide grondslagen die speciale wettelijke regeling behoeven, met hetgeen de Minister als den oogst op wetgevend gebied van 't afgeloopen jaar heeft opgelezen, dan is de indruk bedroevend. De Troonrede kon al niet anders luiden dan zij luidt. Als constitutioneel Vorst kan Z. M. onmogelijk met veel ingenomenheid dat stuk hebben voorgelezen en het Nederlandsche Volk als constitutioneel zichzelf regeerende natie behoeft er ook niet grootsch op te wezen dat de Koning niet meer en niet veel andere dingen van meer beteekenis en waarde heelt kunnen zeggen. Waarlijk van de naaste toekomst zal veel afhangen. De onbeduidendheid en lamlendigheid nemen eer toe dan af. Het wordt tijd dat er een geest van nieuw leven vaardig worde over het volk, dat schier nog maar enkel belangstelling heeft voor allerlei kerkelijke narigheid en verder voor duitenplaterij in 't groot en in 't klein. Moge het parlementaire jaar '1883'84 Nederland een stapje nader brengen tot een hoog noodige staat kundige en maatschappelijke wedergeboorte. Benoemingen, Besluiten, enz. Z. M. heeft benoemd tot ontvanger te Oude Tonge J. Heyt, thans te Nieuwerkerktot id. te Hedel W. E. N. Muskeyn, thans te IJzendijke. Door Z. M. is de heer H. Benier erkend en toege laten als consul van België te Vlissingen. Landbouw. Op den '17 dezer te Tiel gehouden Landbouw tentoonstelling is o. a. bekroond de heer C. Groeneveld de Kater van Noordgouwe voor zijn inzending van prachtige dikkoptarwe en voor wintergerst. Kunst, Wetenschap en Letteren. Een commissie van geleerden uit Weenen is naar Rome vertrokken, om de Oostersche handschriften in de boekerij van het Vaticaan te bestudeeren, welker archieven door Paus Leo voor het wetenschappelijk onderzoek zijn opengesteld. Ongelukken, Kampen, Misdaden, enz. Te Mill is in den kermisnacht een 25jarig jongman, zekere Poors, wonende te Beers, doodgestoken. De moordenaar heeft hem met een scherp dolkmes in de keel gestoken. De vermoedelijke dader is gevat en had het bebloede mes nog bij zich. Te Veenendaal is tegen zekeren A. van C., een welgesteld man, proces-verbaal opgemaakt wegens het verkoopen van sterken drank aan kinderen beneden de 16 jaar. Hij verkocht jenever aan kinderen tegen 2 ets. het glaasje. Te Katwijk is een hooiberg verbrand en te Warmond een scheepstimmerwerf. Te Groningen heeft een broedermoord plaats gehad. Twee jonge kaaskoopers, 16 en 23 jaar oud, waren van hun dorp naar Groningen gekomen om kaas te venten. Na den middag in hun slaapstee gekomen, maakte de oudste het den jongsten erg moeielijk omdat deze te weinig verkocht had. Hij sloeg zelfs zijn jongeren broeder; deze werd daarop woedend en stak zijn broeder met een kaasmes in de dij, zoodat hij doodbloedde. De dader vluchtte de stad uit, doch werd door de politie achterhaald en gevangen -genomen. Te Rotterdam heeft een werkman, weduwnaar met vijf kinderen, zich van kant gemaakt, na een poos zonder werk en daardoor aan den drank verslaafd te zijn geweest. Bij het station Wierden is een trein ontspoord door het onklaar zijn of breken van een wissel. De locomotief is beschadigd en eenige wagens zijn vernielddoch alles liep af zonder persoonlijke ongelukken. Het schip Ville de Cambrai" van Duinkerken is bij Penmarch vergaan. De 11 koppen sterke bemanning werd gered, doch een 12jarige knaap, die als passagier aan boord was, verdronk. Bij Start Point is 't landverhuizersschip »St. Leonards", van Londen naar Nieuw-Zeeland uitgaande, in den grond gevaren door een stoomboot. Al de opvarenden werden gered, doch verloren al wat zij bezaten. Een drama aan boord. Op het Italiaansche schip «Teresa Olivari", van Rangoon komende, viel een der matrozen, Antonio geheeten, 's nachts den eersten officier, die te bed lag, met een scheermes aan en bracht hem een gevaarlijke wond aan den hals toe. Daarna ging hij den kapitein te lijf, de eerste stuurman wilde dezen bijstaan en schoot op Antonio, maar het schot ging bij ongeluk door het been van den kapitein. Ten slotte werd Antonio doodgeschoten door den officier, dien hij 't eerst had aangevallen. Gemengd Buitenl an dscli Nieuws. De Bonner hoogleeraar v. Stintzing beging geen zelfmoord; hij wilde zijn zoon, die van den berg afrolde, tegenhouden en viel met hem in den afgrond; de zoon werd zwaar gewond, maar leeft nog. De privaat-docent in de medicijnen aan de universiteit te Weenen, dr. Weiss, heeft zelfmoord gepleegdhij leed aan een zielsziekte.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1883 | | pagina 2