ZIËRlkSEËSCIIE COURANT.
1883. No. 72. Woensdag 19 September. 86ste jaargang.
Binnenland.
STATEN-GENERAAL.
ZIERIKSEE, 18 September 1 88 3.
In den loop van dit jaar is hier ter stede door
eenige liefhebbers, gesteund door eenige welgezinde
ingezetenen, een Postduivenvereniging opgericht, onder
den naam van «Excelsior". Reeds, dadelijk hadden de
leden er zich op toegelegd, zich zooveel mogelijk van
goede postduiven te voorzien en die aan te kweeken,
waarmede dan ook reeds sedert eenige maanden de
noodige oefeningsvluchten werden gehouden, met het
doel om een prijsvlucht te houden van Groningen,
zijnde een afstand van 250 Kilometers.
Zondag 16 dezer had deze wedstrijd plaats. Door
22 duiven werd daaraan deelgenomen. De heer stations
chef te Groningen had zich welwillend belast met de
ontvangst, verzorging en loslating der duiven. Ze
werden om 8 uur 5 min. te Groningen in vrijheid
gesteld. Het prachtigste weder begunstigde dezen wed
strijd, die met den besten uitslag werd bekroond. De
eerste prijswinner arriveerde te '12 uur 48 min., de
laatste prijswinner om 12 u. 52, zoodat eerstgenoemde
niet minder dan 883 meter, de laatste 871 meter
per minuut had afgelegd.
De prijzen zijn behaald
No. 1. In geld en een zilv. med., doof den heer
J. Hogerheiide, met een duif, die aankwam
te 12 u. 48.
No. 2 en 3 door denzelfden, aankomst resp.
12.48 '.45" en 12.50'.25
No. 4 door den heer A. Adriaanse, aankomst
12.51 '.5".
No. 5 en 6 door den heer W. J. Rensen, aankomst
resp. te 12.51'.50'' en 12.52'.
De 2 eereprijzen, door liefhebbers uitgeloofd, zijn
behaaldeen zilveren medaille voor de eerste serie van
2 duiven door den heer J. Ilogerheijdeeen huis
houdelijk ornement voor de 2e serie van 2 duiven
door den heer W. J. Rensen.
Deze eerste prijsvlucht mag uitnemend geslaagd
genoemd worden en geeft van deze jeugdige vereeniging
een goede verwachting voor de toekomst.
Hoe fraai het weder sinds eenige dagen ook zij, er
komen eenige wisse teekenen dat de zomer om is.
»Als de zwaluw ons verlaat en der bloemen schoon
vergaat" enz., dan komt de scheidenstijd van 't schoone
jaargetijde.
Zondagnamiddag was 't een aardig gezicht, hoe zich
de zwaluwen ten getale van tusschen de twee- en
driehonderd verzameld hadden op 't gebouw der Hoogere
Burgerschool alhier, vanwaar zij onder zeer druk gekweel
en gehaspel ten slotte gezamenlijk de reis naar het
Zuiden aanvaardden.
Men zegt, dat de bekende zilveren beker der stad
Veere, die ook op de Amsterdamsche tentoonstelling
prijkt, aldaar de aandacht van baron de Rothschild
heeft getrokken, die nu last heeft gegeven het stuk,
zoo mogelijk, voor hem te koopen tegen een zeer
hoogen prijs.
Zoo men weet mag de gemeenteVeere den beker
niet verkoopen en moet het ding te eeuwigen dage
aan "Veere blijven, ook al gaat geheel Veere te niet.
Zelfs als er iemand kwam die aanbood zooveel geld
voor den beker le geven als de Waterweg, de Adder
en de brand op de werf te Amsterdam gekost hebben,
dan nog zou de beker niet verkocht mogen worden.
Van de aangekondigde goedkoope gelegenheid om
per Zeeuwsche spoor naar Amsterdam te reizen, is
door 286 personen te Middelburg en 220 te Vlissingen
gebruik gemaakt.
Zondag 16 dezer zijn eenige werklieden der gemeente-
fabricage van Middelburg onder geleide van een der
opzichters naar de Amsterdamsche tentoonstelling
gegaan.
De openbaarmaking van de bekroningen van de
tentoonstelling te Amsterdam heeft Zaterdag plaats
gehad in het Paleis voor Volksvlijt, in tegenwoordigheid
o. a. van de Ministers van Koloniën en Waterstaat,
den Commissaris des Konings in N.-Holland, den
burgemeester en 't verdere gemeentebestuur van Am
sterdam, alsmede van onderscheidene vreemde consuls
in ambtsgewaad.
Aan het hoofd der lange lijst van bekroonden komen
voor Z. M. Koning Willem III en de Prins van Wales,
wien een herinnerings-diploma werd toegekend.
Naar het Handelsblad verneemt is bij het bestuur
der Vereeniging voor den Effectenhandel te Amsterdam
in overweging, verandering te brengen in de samen
stelling en uitgaaf van de prijs-courant, die voortdurend
zoo in omvang toeneemt, dat het gereedkomen op den
daarvoor bepaalden tijd zeer bemoeielijkt wordt. Het
plan moet zijn uit de dagelijksche noteeringen te doen
vervallen de fondsen van plaatselijken aard en van
industriëele ondernemingen, alsmede die waarin niet
geregeld handel gedreven wordt. Bedoelde fondsen
zouden daarentegen worden opgenomen in een af
zonderlijk koersblad, ook door de vereeniging uit
te geven en dat één of tweemaal per week zou uit
komen.
Het monumenteele hek van het Vondelspark aan
de zijde der Stadhouderskade is thans ontbloot en in
dienst gesteld. Het steenen middenstuk draagt het
beeld der Amsterdamsche stedemaagd met toepasselijke
attributen en het stadswapen. Het hek is dubbel, liet
geeft twee toegangen voor rijtuigen en voetgangers.
Reeds zijn de planteekeningen gemaakt voor den
aanleg van een park met 35 villa's, dat Wilhelmina-
park zal heeten en aan den Wageningschen berg,
grenzende aan 't landgoed Oranje Nassau-oord, zou
aangelegd worden.
Het prachtige koffie-servies van Sèvres-porselein,
dat namens de Fransche Regeering aan H. M. de
Koningin is aangeboden, bestaat uit: blad, koffiekan,
suikervaas, melkkan en vier kopjes en schoteltjes. Het
schilderwerk d la Watteau is van de hand van mile
Mariot.
De wedloopen te Clingendaal bij den Haag hebben
Zaterdag j.l.begunstigd door het heerlijkste weder,
plaats gehad.
De Clingendaalsche wedloopen vertoonden volgens
sommige deskundige opmerkers duidelijke merkteekenen
van verval. Ondanks al de reclame, al de aan de
organisatie bestede moeiten en kosten, was de deel
neming van paarden en ruiters zeer gering. Het schijnt
dat weldra andermaal zal bewezen zijn, dat Engelsche
wedrennen bij ons niet willen vatten.
Bovendien is er bij de Clingendaalsche wedrennen
nog iets gebeurd dat velen zeer heeft geërgerd en
ook ergerlijk is. Er was extra bereden politie op het
terrein, n.l. een detachement maréchaussees uit Noord-
Brabant. Maar bovendien heeft men nog een corps
liuzaien in dienst gesteld om den omtrek buiten de
renbaan, waar de menschen op de omliggende duinen
stonden, schoon te vegen. De menschen meenden dat
het daar vrij terrein was en dat zij daar mochten
staan om uit de verte het Ioopen van de paarden
te kunnen zien. Maar 't schijnt dat ieder die wat zien
wilde ook gedwongen moest zijn entrée te betalen.
Daar de wedrennen hoofdzakelijk amusement zijn
voor onze jeunesse dorée, onze aristocratie, en voor
rijke dobbelaars en geldvermorsers, moest men niet
zoo exclusief zijn, en jagen de Ilaagsche burgers niet
weg van de vrije duinen. Te minder moest men dit
doen, nu de gemeente 's Gravenhage de wediennen
met eenige duizenden guldens 's jaars subsidieert, in
den vorm van prijzen en onkosten.
Zoo zal men die Engelsche «turf" zeker niet popu
lair maken.
De Engelsche Gouverneur der Straits-Settlements
(Singapore) heeft voor de noodlijdenden door de ramp
op Java en Sumatra een som van 26000 dollars,
f 65000) aan den Gouv. Gen. van Ned. Indië ge
zonden. Als dit geen drukfout of telegramfuut is, dan
is het wel een vorstelijke gift.
Een zeldzaam voorbeeld van cynisme is dezer dagen
medegedeeld als voorgevallen in Friesland. Men zou
het nauwelijks gelooven, maar man en paard worden
er bij genoemd, zoodat men wel denken moet dat
het zoo zal zijn.
De heer Vermeulen, rijks-ontvanger te Dockum,
was aan een weduwe aldaar f 16,44 schuldig. De
weduwe biedt hem door middel van een kassier een
gezegelde quitantie aan. De quitantie werd tweemaal
gepresenteerd, doch de ontvanger weigerde de betaling.
Hij zou 't geld wel door zijn dienstbode laten bezorgen.
Dat geschiedt dan ook, doch nu vergeet de weduwe
een 5 ets. zegeltje op de quitantie te plakken. Uit
zuivere plichtsbetrachting bericht nu de ontvanger
aan de weduwe dat zij voor f 25 beboet is en 5 ets.
zegelrecht moet betalen.
Laat ons om der menschheidswille aannemen dat het
niet waar zij.
De gemeente Bellingwolde heeft een burgemeester,
die 83 jaar oud is, terwijl de oudste wethouder 85
en de jongste wethouder 76 jaren tellen. Dit is wel
een raad der ouden
Op een naambordje te Groenloo leest men»N. N.
wet- en stalhouder".
Op 21 dezer denkt Pebe Bandringa, gewoonlijk ge
noemd Piebe Lort, wonende te Tolbert, zijn honderdsten
jaardag te vieren. De schooljeugd zal hem bij die ge
legenheid een serenade brengen.
Uit een brief van 1 Augustus van den luit. Ilovgaard,
kommandarit van de «Dymphna", aan zijn reeder, den
heer Gamél te Kopenhagen, blijken eenige nadere
bijzonderheden aangaande het wedervaren der «Varna"-
expeditie. De bemanning van de «Varna" was van
't begin der lente af aan boord der «Dymphna" ge
weest. Op dit laatste schip had men het tusschendeks
ontruimd, een bergplaats voor proviand op 't dek
gemaakt en zoo allen geborgen.
De gezondheidstoestand bleef over het algemeen
goed. Slechts één man is overleden, n.l. de bootsman
van de «Varna", en wel op den tweeden Pinksterdag.
De mannen van de «Varna" hebben op de thuisreis
Bergen en Christiania aangedaan, waar zij zeer goed
zijn onthaald. Zij zouden over Kopenhagen huiswaarts
keeren.
Te Utrecht zal hun een feestbanket worden aan
geboden.
Het is misschien niet overbodig de Gemeente-
Secretarissen te herinneren aan het bepaalde
bij Art. 20 der Wet van '11 Juli 1882 (S.bl. No. 92),
uit welk Artikel o. a. volgt, dat de Raadsbesluiten,
houdende benoeming of herbenoeming van Wetho u-
d e r sbij afschrift of uittreksel binnen SO dagen
ter registratie behooren te worden aangeboden.
(Herplaatst wegens misstelling.)
Vrijdagnam. te 3 ure werd de vereenigde of sluitings
zitting der beide Kamers geopend door den heer van
Eysinga, voorzitter der Eerste Kamer. Het Koninklijk
besluit van 4 Sept. '1883 No. 14, waarbij aan den
Minister van Binnenlandsche Zaken wordt opgedragen,
uit naam des Konings de zitting der Staten-Generaal
te sluiten, werd voorgelezen.
Daarop werd de genoemde Minister, inmiddels op
plechtstatige wijze aan het gebouw aangekomen, door
een commissie ingeleid.
De heer Heemskerk, Minister van Binnenlandsche
Zaken, plaatste zich voor den troon en hield de vol
gende aanspraak.
Mijne Heer en
Het is mij aangenaam u namens Z. M. den Koning
dank te zeggen voor de zorgen, door u aan 's lands
belangen ten kosten gelegd.
Wel werden uw werkzaamheden in dit jaar een
tijdlang afgebroken en kon niet alles tot stand komen,
wat in de jongste Troonrede was vermeld, maar een
terugblik op het afgeloopen zittingjaar doet daarin
toch verscheidene belangrijke zaken aantreffen.
Voor het eerst werden de rekeningen van Indische
dienstjaren bij de wet afgesloten.
De noodige begrootingen zijn vastgesteld en in de
behoeften der schatkist is door een aanzienlijke geld-
leening voorzien.
Tot bevordering van nuttige openbare werken strekten
de wetten tot verlegging van den mond der Maas en
het verleende subsidie voor de brug over den IJsel bij
Deventer, alsmede verscheiden onteigeningswetten.
Een internationale regeling van de politie der visscherij
in de Noordzee heeft uwe goedkeuring verworven.
Ook werden gewichtige overeenkomsten met de Am
sterdamsche Kanaalmaatschappij, de HoIIandsche IJzeren
Spoorwegmaatschappij, de Maatschappij «de Schelde"
en de Nederlandsche Handelmaatschappij door U be
krachtigd.
Een nieuw Ministerie is opgetreden, hetwelk zich
bij de behandeling van zaken, die afdoening eischten,
in welwillende medewerking der Staten-Generaal mocht
verheugen.
In naam des Konings sluit ik deze vergadering van
de Staten-Generaal.