De nog altoos bij de Tweede Kamer aanhangige wetsontwerpen op cle rnillitie en de schutterij zijn door de Regeering ingetrokken. De verleden week te Bergen op Zoom verpachte perceelen visscherij in de Zandkreek, het Schengen, Veergat, Sloe, de Eendracht, de Geul, de Oosterschelde en onder lerseke hebben f 37,549 opgebracht. IvuustWetenschap eii Letteren. Bij Ileberle te Keulen zal in de volgende maand de beroemde, schilderijen verzameling van Herman Sthamer te Hamburg in veiling gebracht worden. De verzameling bestaat hoofdzakelijk uit werken der Italiaansche en Hoïlandsche scholen. Bij de Amsterdamscheafdeeling van het »Ned. TooneeV' is in studie een vertaling van King Lear, door dr« L. A. J. Burgersdijk. Door den heer Brooks te New-York is in den nacht van 3 op 4 September een nieuwe komeet ontdekt. Ook den 23 Jai luari dezes jaars heeft die heer een komeet gevonden. De nieuw gevondene staat in het sterrenbeeld de Draak. Buitenland. Duitschl and. Over »Duitsche kooplieden in Frankrijk" heeft de Duitsche kooplieden-vereeniging het volgende bekend gemaakt: Alles heelt zijne grenzen. Is iedereen ver antwoordelijk voor zijne handelingen, zelfs voor hetgeen hij onder den indruk der hevigste hartstochtelijke opgewondenheid doet, nog veel meer geldt dit ten opzichte van een volk. Met het oog op zekere gebeurtenissen kunnen wij den afkeer* der Franschen van de Duit- schers alleszins verklaarbaar noemenmaar Duitsch- land is te sterk en gevoelt te zeer zijne eigene kracht, om op de nu en dan voorkomende uitingen van het volksgevoel anders te antwoorden dan met zwijgen Wanneer echter die uitingen alle grenzen van betamelijk heid te buiten gaan, dan moet dat zwijgen ophouden. Wanneer onze landgenooten, die, vertrouwende op de overal heilig gehouden gastvrijheid, een langdurig ver blijf in Frankrijk hebben genomen, onophoudelijk door de Franschen worden beleedigd, dan rust op ons de plicht, dit treurig feit aan eene nauwgezette beoor deeling te onderwerpen en zooveel mogelijk middelen te zoeken, om er in te voorzien. Het betreft hier niet eenige op zichzelf staande verschijnselen, uitgaande van slechts enkele partijen of volksklassen, wier houding men kan toeschrijven aan gemis van beschaving en ontwikkeling, neen, wij hebben hier te doen met eene stelselmatige opruiing, die door aanhangers van alle richtingen, uit alle standen met gelijke heftigheid wordt doorgedreven. Of sommige wijd verspreide dag bladen de ruwste en brutaalste schimpredenen en verdenkingen jegens de in Frankrijk wonende Duitschers uitkramen, en of andere bladen, gewoon aan vormen van politieke betamelijkheid, het in meer diplomatieken trant en bedekte termen doen, dit maakt in de hoofdzaak en in de uitwerking geen verschil. Dagelijks hoort men op allerlei toon het woeste geschreeuw: »Weg met de spionnen, met die ellendige, gehate Duitschers, die zich vermeten, den bodem van het heilige Frankrijk te betreden!" En het blijft niet bij woorden; want dikwijls genoeg worden dooi- die aanhoudende opruiingen de Duitschers er werkelijk in eene gevaarlijke positie gebracht. Dit aanmerking van hetgeen wij thans in Frankrijk zien gebeuren, hebben wij den Duitschers alleen dit te zeggenvermijdt zooveel mogelijk het land, alwaar gij, in plaats van gastvrijheid, slechts ruwe beschimping vindt; houdt u verwijderd van het volk, hetwelk geen internationale betamelijkheid wil in acht nemen. In de gegeven omstandigheden getuigt het niet ten gunste van een jong persoon, als hij, in weerwil van de openlijke vijandige gezindheid der Franschen en in weerwil van die dagelijks herhaalde uitingen, zonder werkelijk dringende redenen een langen tijd in Frankrijk gaat door-brengen. Voor degenen, die er sinds jaren eene eigene zaak hebben, kan het moeielijk vallen, dien werkkring te laten varen, zonder afbreuk te doen aan hun middel van bestaan: maar voor een jong koopman wien het alleen te doen is, om in Frankrijk zich meer in zijn vak te bekwamen moet het eene zaak van eer zijn, thans daarvan af te zien. Er staan hen nog wel andere wegen open; er zijn nog landen genoeg, alwaar de heerschende geest den vreemdeling het verblijf aangenaam maakt en waar hem de beste en rijkste middelen ter ont wikkeling ten dienste staan. Hoe wordt er bij ons gedacht over iemand, die zich wil indringen in den een of anderen kring, waar hij van alle kanten met wantrouwen wordt aangekeken en waar iedereen hem liever ziet weggaan? Voor zulk een taaien doordrijver, die zich door de algemeene onwelwillendheid niet laat terughouden, hebben wij eene alles behalve vereerende benaming. Evenzoo gaat het met de Duitschers, die thans naar Frankrijk verhuizen. De achting voor zich zelf en het gevoel voor de waardigheid huns volks moeten hun verbieden dien stap te doenIeder Duitscher, die thans naar Frankrijk trekt weet wat hem te wachten staat. En wanneer hij het desniettegen staande doet en later over de ondervonden behandeling komt kingen, verdient hij geen medelijden." Er wordt verzekerd, dat bij vernieuwing van de Duitsch-Oostenrijksche alliantie, door Oostenrijk de belofte is afgelegd eener toenadering tot Duitschland, ook in economischen zin, dat wil zeggen in verband tot de tariefquaestie. De beide keizerrijken zullen naar vermoed wordt, wel niet tot toleenheid komen, doch op het gebied der tolrechten zullen zij elkander zeer belangrijke consessiën doen. Reeds in 1879, toen vorst von Bismarck te Weenen het, verbond tot stand bracht, moet hij sterk hebben aangedrongen op zulk een tolaansluiting, waartegen destijds echter zeer ge wichtige bezwareff werden ingebracht. De zaak bleef evenwel een onderwerp van ernstige overweging te Berlijn, en toen dus graaf Herbert von Bismarck tegen het einde van 1882 te Weenen vertoefde, om de be handeling der quaestie van de vernieuwing der alliantie in te leiden, zou hij het tolvraagstuk op den voorgrond hebben doen treden. Bismarck moet Keizer Wilhelm hebben aangeradenbij de besprekingen met Keizer Frans Jozef te Ischl hetzelfde onderwerp boven alles aan te voerenterwijl bij de ontmoeting der ministers te Salzburg de tolquaestie de gedachtenwisseling voor een groot deel beheerschte. Ditmaal moet Oostenrijk beter over de tolbelangen van Duitschland zijn te spreken geweest, zoodat bij de mondelinge en schriftelijke verlenging der alliantie het Tolvraagstuk bevredigend voor beide partijen zou zijn opgelost. Het aanbod tot het aanknoopen van nadere onderhandelingen over de economische toenadering moet zelfs van Oostenrijk zijn uitgegaan. Frankrijk. Het Journal des Débatszegt, in antwoord aan de Norddeutsche, niet te hebben beweerd, dat het hoofd beginsel der Duitsche politiek bestond in de poging om Frankrijk te isoleeren, maar dat dit hoofdbeginsel hierin bestond, in Europa een staat van zaken te vestigen van dien aard, dat daar buiten Duitschland om geene bondgenootschappen mogelijk waren. Het Journal begrijpt niet, hoe men in deze stelling eene bedreiging kan zien tegen het Frankforter tractaat. Voor de Norddeutsche, zegt het blad, is elk Fransch dagbladartikel van zelf een revanche-kreet. De Duitsche staatslieden echter volgen het voorbeeld der Duitsche pers in hare gebetenheid en vervolgzucht niet. In tegendeel, aan de Middellandsche Zee en in het Oosten heeft Duitschland jegens Frankrijk eene onbetwistbare welwillendheid aan 'den dag gelegd. Wat de Nord deutsche betreft, wanneer het Journal des Débats klaagt, dat Duitschland, door vorst Bismarcks behendig staatsbeleid gevestigd overwicht alle bondgenootschappen voor andere mogendheden onmogelijk maakt, ziet dat orgaan hierin belustheid op oorlog. Maar, vraagt het Journal zoekt men dan enkel bondgenooten om oorlog te voeren Sedert tien jaren heeft Duitschland zelf tweevoudige, drievoudige, tot in het oneindig veelvoudige alliantiën gesloten, juist om den vrede te bewaren. Of was dit een bedriegelijk voorgeven? Het Journal gelooft van neen; het gelooft, dat Duitschland daarbij beoogde, zichzelf te beveiligen en zijn gezag te ver sterken over de naburige volken. Doch juist deze hegemonie heeft eene verzwakkende uitwerking op al de mogendheden, welke zich aldus aan Duitschlands politiek gebonden of daardoor belemmerd - gevoelen. Voor het minst is dit duidelijk, dat die mogendheden verhinderd worden, het te Berlijn gegeven voorbeeld te volgen, zich te vereenigen en te organiseeren ter wille van den vredevan haar invloed, van de vermeerdering van haar prestige. Deze toestand waar borgt Duitschland niet alleen de materieele macht en de uitgestrektheid gronds, welke het krachtens de tractaten bezit en niemand het betwist, maar bovendien eene soort van zedelijk overwicht, een bestier over Europa. De Norddeutsche stelle zich gerust, vervolgt het Journalwij zoeken geen half dozijn bondgenooten om bet tractaat van Frankfort te verscheuren, maar al te goed wetendedat wij hen niet zouden vinden. Wij constateeren, dat Duitschland aan de voordeelen van het met de wapenen bevochten tractaat sedert twaalf jaren eene soort van opperbewind in Europa heeft weten toe te voegen, dat het aan de uitnemendheid zijner politiek en ook aan de verblinding van andere te danken heeft. Kortom, zoo eindigt de Débats niemand in Frankrijk zoekt bondgenooten met het oog op een aanstaanden oorlog; maar iedereen is het geoorloofd, er de middelen te bestudeeren, waardoor Duitschland niet alleen zijn grondgebied, maar zijne hegemonie in Europa voor de wisselende kansen der toekomst bewaart en op te merken dat op dit oogen- blik die middelen op het punt schijnen te zijn van volkomen te slagen. Gemengd Buiteiilaiidscli Nieuws. Getrofïen door den moed dien Tewfik-pacha, Khe dive van Egypte, heeft aan den dag gelegd door zijn rondreis door het land om overal den gezondheidstoe stand na te gaan, verbetering te gelasten, de zieken te bemoedigen enz. hebben een groot aantal Europeanen te Alexandrieë een adres van hulde aan den Khedive gericht. liet moet ook gezegd worden, dat de Khedive zich in de cholera-epidemie vrij wat flinker heeft gedragen dan in den tijd van de beweging waarvan Arabi-pacha de held is geweest. Met weinig drukte of geestdrift wegens de eigenaardige tijdsomstandigheden en 't juist samen treffen met den dood van den graaf van Chambord, is te Puy in Auvergne het standbeeld onthuld voor generaal Lafayette. De koning van Spanje is van Parijs naar Weenen vertrokken. Astor de bekende schatrijke Amerikaansche hande laar, heeft zijn vermogen, dat op 175 millioen gulden geschat wordt, aan zijn oudsten zoon overgegeven en voor zich een lijfrente van 100,000 dollars 's jaars bedongen. Een andere rijke Amerikaan, zekere J. O. Flood te San-Francisco in Californië, laat voor zich een paleis bouwen dat 12i/i millioen gulden moet kosten. Voor het meubilair worden bovendien nog 2 millioen dollars uitgetrokken. In Neder-Californie zijn rijke goudmijnen ontdekt, waardoor veel volks daarheen wordt gelokt. Men zegt dat er stukken van meer dan 1 pond zwaar gevonden zijn. De goudhoudende streek moet ongeveer 15 mijlen lang zijn. Uit de gedane waarnemingen bij den jongsten storm is gebleken, dat wij daarvan niet meer dan een schuifje gehad hebben. De grootste verwoestingen beeft de storm, tot orkaan aangegroeid, aangericht op de lijn ParijsWeenen, dus Noordwaarts langs de bergmassa der Alpen. De storm heeft een snelheid gehad van 20 uren per uur, doch schijnt den langen weg over den oceaan nog veel sneller te hebben afgelegd. Men gaat zoo zoetjes aan de kosten eens optellen van de kroning van den Keizer van Rusland te Moskow. Men heeft al vast 51/2 millioen roebel ten laste der keizerlijke kas, (door de natie te vullen natuurlijk); dan 13 millioen buitengewoon militair crediet, dat niet geheel verbruikt is, naar men zegt. De verdere posten zijn nog niet geheel en al bekend. Volgens den Moniteur de Rome laat de graaf van Chambord een vermogen van 60 millioen fr. na, het welk nu tusschen den hertog van Parma en den graaf van Bardi verdeeld zal worden, De gravin-weduwe krijgt eene lijfrente; de paus 400,000 frs., zijnde de gewone contributie van den graaf van Chambord aan den St. Pieterspenning, gekapitaliseerd tegen den pen ning twintig. Met 1 October wordt in de Vereen. Staten van N.-Amerika het uniform briefport van 1 stuiver (2 ets. Amerikaansch) ingevoerd, voor alle afstanden binnen de Vereenigde Staten. Volgens een bericht uit Rome is het eiland Caprera, zoo men weet vroeger het domein van Jozef Garibaldi, door een Engelsche maatschappij aangekocht voor 3 millioen lire (11/2 millioen gulden). Men zegt dat de erfgenamen het goed aan de Italiaansche regeering te koop hadden geboden voor een millioen, doch dat deze dit bod niet had willen aannemen. Op den dag van het Sedansfeest, dat nog overal in Duitschland met min of meer geestdrift gevierd wordt, is op den Donnersberg in den Paltz een monument onthuld ter eere van von Bismarck en von Moltke, dat zeer merkwaardig is. Er is aldaar een rolsgroep, vroeger bekend onder den naam van Dowersfeld. De vereeniging tot verfraaiing van de Paltzstreken heeft dat terrein met bosch en wegen tot een park aan gelegd en om een beteren toegang te verkrijgen eenige rotsen doen springen, In 1873 werden daar eenige ijzeren gedenkplaten aangebracht met namen uit den Fransch-Duitschen oorlog. Ook kreeg toen een der rotsen den naam van Moltkerots. In 1880 heeft men tusschen de twee hoogste rotskoppen een ijzeren brug gebouwd van 14 M. spanning in den vorm van een triomfboog, en nu zijn aan de beide uiteinden van deze brug standbeelden geplaatst, een ter eere van von Bismarck en een ter eere van von Moltke. Midden op de brug staat een vergulde adelaar. Over een uitgestrekte streek van de Pruisische Rijnprovincie zijn verleden week schokken van aard beving gevoeld, die echter geen schade hebben aangericht.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1883 | | pagina 2