Met ongeduld wordt uitgezien naar berichten uit
Indië betreffende de ramp van West-Java. De uitge
breidheid der ramp moet veel grooter zijn dan de
tot dusver ontvangen losse tijdingen aangeven. Telok
Betong in de Lampongsbaai is onbereikbaar, daar de
geheele baai met een voeten dikke lang puimsteen
gevuld en niet te bevaren is; men vreest echter dat
de plaats geheel vergaan zal zijn, Van den resident
der Lampongsche districten was nog geen bericht
ontvangen, denkelijk om de zooeven genoemde reden
er was een expeditie uitgezonden om berichten in te
winnen. De vaart door straat Soenda is zoo gevaarlijk,
dat men voor groote zeerampen vreest. Daarom zijn
oorlogsschepen daarheen gezonden, met last Westelijk
van de straat te kruisen en zooveel mogelijk de aan
komende schepen te waarschuwen. Men is ook met
voorloopige opnemingen en peilingen bezig. De vuur
toren op Java's Ie punt staat nog; ook die op den
Vlakken hoek (Soematra's Zuid-Westpunt), doch het
licht van dezen toren is gebluscht om nog grooter
misleiding te voorkomen. Alleen te Tjiringin zijn 10,000
mensehen in de vloedgolf omgekomen.
Van het Zuid-Oostelijk deel der Lampongs heeft
men eenig bericht, o.a. dat de controleur van Katim-
pang VV. Beyerinck met familie gered is.
In ons vorig nommer hebben wij een kleine fout
gemaakt. Het établissement Mei-alt, dat geheel is te
gronde gegaan, was niet op Poeloe Merak, 't eilandje
van dien naam, maar daar tegenover op de vaste kust
van Java. De rotsen waren daar tot 300 voet hoog
en het liuis van den chef stond op 130 voet boven
de zee, maar alles is zoo totaal verdwenen, dat van
het geheele établissement geen spoor meer te vinden is.
Blijkens een particulier telegram uit Indië aan het
Handelsbladis de verwoesting in de Lampongs vree-
selijk. Tot op vijf mijlen het land in is alles verwoest
en de omgekomenen tellen bij duizenden. Hierbij nog
iets ergers. De bevolking zou namel. in vollen opstand
gekomen zijn, daar zij de schuld van de ramp op de
Hollanders werpt, wegens de verovering- van Atjeh.
De commissie tot leniging van den- nood in West-
Java, op initiatief van prins Alexander van Oranje
bijeengeroepen, bestaat, behalve Z. K. IL, uit de vol
gende heerenJhr. mr, G. C. J. van Reenen, vice-
president van den Raad van State; I. D. Fransen
van de Putte, lid van de Eerste -Kamer, oud-minister
van koloniën; jhr. mr. F. J. J. van Eysinga, voorz.
van de Eerste KamerO. van Rees, voorz. van de
Tweede Kamer; mr. C. L. de Vos van Nederveen
Cappel, president van den Hoogen Baadluit.-generaal
Bouwmeester, oud-kommandant van het leger in Ned-
ïnclië; mr. J. G. Patijn, burgemeester der Residentie
E. A. A. I. de Roy van Zuidewijn, voorz. der Algem.
Rekenkamer; mr. G. van Tienhoven, burgem. van
Amsterdam; mr. N. A. Vening Méinesz, burgem. van
Rotterdam; mr. G. de Vries Az., lid van den Raad
van State; M. Jansen, lid van den Raad van State;
jhr. mr. H. C, van der Wijck, oud-lid van den Raad
van Indië; mr. N. Trakranen, president der Ned.
Handelsmaatschappij luit.-gen. Reuther, lid der Tweede
Kamer; A. baron Schimmelpenninck van der03re, lid
der' Tweede Kamer en M. G. van Heel van Rossum.
Er zijn hier en daar reeds plaatselijke comité's
ontstaan tot het bijeenbrengen van geld voor de
noodlijdenden op Java.
Van vertrouwbare zijde wordt ons medegedeeld,
dat eerstdaags een kaart zal verschijnen, bevattende
liet zoo vreeselijk geteisterde deel van onzen Archipel.
De opbrengst dezer uitgave, die volgens de nieuwste
bronnen wordt samengesteld en waarvoor de directeur
der Topografische Inrichting zijn steun heeft toegezegd,
zal strekken tot leniging van den nood in West-Java
en Zuid-Oost^Soematra. Vad.
Volgens het D. van Z.-Il. wordt aan de afd. pos
terijen van het Dep. gearbeid aan de voorbereiding
der invoering van het remboursstelsel bij den pakket
dienst.
We hebben reeds medegedeeld dat de Ti-ansvaalsche
regeering aan dr. Jorissen heeft aangeboden hem nog
voorloopig staatspvocureui' 'te laten blijven tot een
opvolger te vinden zou zijn. Thans wordt gezegd, dat
de Transvaalsche regeering aan jhr. mr. Beelaerts
van Blokland, lid van de Tweede Kamer, liet ambt
van staatsprocureur heeft aangeboden. Daar deze heer
een anti-re vol utieonair is en dr. Jorissen een gewezen
modern predikant, zoo ontstaat het vermoeden dat de
Zuid-Afrikaansche orthodoxe dominees niet vreemd
zullen zijn geweest, aan de intriges waarvan dr. Jorissen
het slachtoffer is geworden.
werden eenige heeren uit Arnhem, die over de Prui
sische grenzen waren wezen hengelen, op de meest
kleingeestige manier aangehouden en werd hun veel
geld afgeperst in den vorm van belasting op de koperen
bandjes van liun riethengels. Een der heeren moest
'18 mark, een ander '16 mark en zoo verder, betalen.
Men kan dit niet anders dan roof of afzetterij noemen
en een handelwijs een zich noemende bevriende mogend
heid onwaardig.
Thans verneemt men, dat door het Ilaupt Zoll Ambt
te Emmerik alle invoer van boomen, planten en bloe
men en bloembollen uit Nederland in Duitschland
totaal verboden is. Dit is zeker te doen om onzen
handel in bloembollen te nekken. Het is bekend dat
onze Haarlemsche huizen veel en voordeelige relaties
hebben met huizen te Mainz, Frankfort en andere
plaatsen.
Als het rijk met zulke middelen tot bloei gebracht
moet worden, is het er tieurig mede gesteld.
Blijkens de dezer dagen door het Departement van
Waterstaat, Handel en Nijverheid uitgegeven statistiek
der scheepvaart over '1882, 2e ged. (strandingen,
schipbreuken enz.) kwamen in 1882 50 zeerampen
op de Nederlandsche kust voor. Van de verongelukte
50 schepen waren 40 wrak geworden of vergaan,
waarbij ll'l schepelingen en 5 passagiers omkwamen.
Onder de 50 schepen waren 17 Nederlandsche, waarvan
14 wrak geworden of vergaan waren, waarbij 68
schepelingen en 5 passagiers omkwamen. Het aantal
zeerampen aan Nederlandsche schepen buiten de kusten
van het Rijk overkomen, was 49. Daarvan waren 34
wrak geworden of vergaan, waarbij '13 schepelingen
waren omgekomen.
Van 1878-1882 zijn zoo op de Nederlandsche kust
als daarbuiten 295 Nederlandsche schepen wrak ge
worden of vergaan, waarbij 319 schepelingen en 77
passagiers omkwamen.
Twee reddingmaatschappijen: de Zuid-Hollandsche
te Rotterdam en de Noord- en Zuid-Hollandsche te
Amsterdam, beide in 1824 opgericht, bleven zich met
de pogingen tot redding van schepen en schipbreuke
lingen belasten. De Zuid-Ilollandsche maatschappij had
10 stations, de andere 24 stations. Zij redden in
'1882 respect. 34 en 72 personen. De maatschappijen
bestaan geheel uit eigen kapitaal en bijdragen der
leden, behoudens een subsidie van f 3000, die door
de Z.-Hollandsche wordt genoten en die ook over 1882
is toegekend.
Kunst, Wetenschap en Letteren.
Ruslands beroemde, romanschrijver en novellist Iwan
Turguenjeff is dezer dagen in den ouderdom van 65
jaar overleden te Bougival bij Parijs. De meeste zijner
werken zijn in de voornaamste talen van Europa over
gezet en onder het levend publiek algemeen bekend.
Hij had een groot talent van vertellen, doch zijn
dichterlijke geest ademde zekere zwaarmoedigheid en
somberheid, die hem uitlokte tot het schilderen van
de donkere zijden van het Russische volksleven. Dat
leven is door liem meer algemeen bekend geworden
en daardoor is hij van grooteh invloed geweest op
de beoordeeling van Russische toestanden door de
beschaafde klasse in Rusland zelf, maar meer nog in
liet buitenland.
De Koningin van Rumeniö werd onlangs bijna door
den bliksem getroffen; zij kwam met den schrik vrij.
Felix Dahn dichtte naar aanleiding daarvan de volgende
regelen
'An Carmen Sylva.
Weiszt du, wezhalb dich der Blitz hat verschont?
Nicht die goldene Krone,
Dich liat der Lorber geschützt, welcher das Haupt
dir umrankt.
Ueber die Erde verstreut hat zerschlagener Gold-
Diademe
Trümmer in Menge der Blitz, welchen das Ragende
reizt.
Aber die Schönheit vermag auch das Donnergewölk
zu entwaffnen,
Sieh' und Kronions Strahl schonet den Lorber ApolL's.
Benoemingen, Besluiten, enz.
Z. M. heeft benoemd tot burgemeester der gemeente
Heinkenszand B. Vermande, secretaris en ontvanger
van Heinkenszand en 's Heer Arendskerke.
Z. M. heeft benoemd tot lid van het bestuur der
waterkeering van het calamiteuse waterschap Scherpe-
nisse M. Noordijke; tot lid van het bestuur der water
keering van den calamiteusen Anna Frisopolder D. De
Regt Mz.
Hoe lief en vriendschappelijk de tegenwoordige
Duitsche handelspolitiek te onzen aanzien is, blijkt
eiken dag al klaarder, 't Is of Duitschland ons zoekt,
ten einde een aanleiding tot conflict te vinden. Onlangs
Met ingang van 15 September is A. Koremans te
Sas van Gent benoemd tot opzichter 4e kl. bij 's Rijks
Waterstaat.
Door Z. M. is jhr. mr. F. J. J. van Eysinga, lid
van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, benoemd
tot voorzitter dier Kamer, gedurende de vergadering die
zal aanvangen op den derden Maandag van Sept.'1883.
Ongelukken, Kaïnpen, Misdaden, enz.
Onderscheiden groote branden hebben tijdens den
jongsten storm plaats gehad. Bij Namen brandde een
boerenwoning af, waar juist militairen van het Belgische
leger in kwartier lagen wegens de groote manoeuvres
twee lanciers kwamen in de vlammen om.
Het dorp Battincourt in Belgisch Luxemburg brandde
geheel afhonderd zestien huizen werden door de
vlammen verteerd.
Te Weenen brandden de groote houtwerven en 12
huizen af.
Nog andere groote branden hadden dienzelfden dag
plaats. Zoo verbrandde te Cincinnati in N.-Amerika
een fabriek voor de bewerking van lompen, waarbij
8 vrouwen en 1 man omkwamen.
Onderscheidene scheepsrampen zijn tijdens den storm
van j.l. Zondag en Maandag gebeurd. Zoo verging bij
Portland het Noorsche barkschip »Christiane", van
Drammen met hout naar Dartmouth. Van de tien
man equipage verdronken er twee. Nabij San Sebastian
verging het Engelsche stoomschip »Coldra", waarbij
een deel der bemanning omkwam. Zaterdag is bij
Plymouth het barkschip »Elise" vergaan, het volk
werd gered. Nabij Terschelling, op de bank Stortemelk,
is een Noorsche bark met hout gestrand. Onder Duins
hebben vele schepen door den storm schade aan ankers
en tuig geleden. Zaterdag verging bij Cuddenpoint
onder Penzance het barkschip »G. J. Jones", waarbij
de geheele bemanning en de loods omkwamen en slechts
twee matrozen met zwemmen hun leven gered hebben.
De storm heeft in FrankrijkEngeland en Italië
veel schade aangericht. Te Rome werd een huis dooi
den bliksem getroffen; te Grumo Nevao, dicht bij
Napelswerden de fundeeringen der huizen door den
regenvloed ondermijnd; een huis viel in, waarbij 11
personen onder het puin werden begraven. Men hoort
van een aantal schipbreuken aan de Engelsche kusten
Eastbourn en Hastings werden voor een deel overstroomd.
Nabij Rotterdam is in den jongsten storm een bootje
met groenten omgeslagen, waardoor de opvarenden,
zijnde een man met zijn vrouw, van Papendrecht
komende, verdronken zijn.
In den mond der Leuvenhaven aldaar is een aak
met kolen gezonken, die door den golfslag vol water
was geloopen.
Door de onverstandigheid en onhandelbaarheid eener
van een schuttersfeest komende menigte is aan het
station Steglitz, tusschen Berlijn en Potsdam, een
schromelijk ongeval gebeurd. Terwijl een sneltrein
aankwam drong de menigte op de rails om in een
aan de andere zijde van den weg staanden trein te
klimmen. De sneltrein kon niet meer tot staan ge
bracht worden en de menigte was voor geen reden
vatbaar, zoodat de trein midden door de menschen-
massa stoomde en 17 mannen, 18 vrouwen en 4
kinderen vermorselde, terwijl 5 personen zwaar en
een menigte andere licht gewond werden. Onder de
omgekomenen was ook de scherpschutter, die den
eersten prijs had gewonnen en ook diens vaandel
drager. Een knaap van 14 jaar verloor zijn vader,
moeder en drie broeders.
Aan het Katerveer heeft een schipper, die beschonken
aan boord kwam en daarover twist met zijn vrouw
kreeg, na reeds ontkleed te zijn, zich weder van boord
begeven, waarop den volgenden morgen zijn lijk uit
een nabijgelegen vijver werd opgehaald.
Gemengd Buitenlandscli Nieuws.
De dwaze handelwijze der gravin-weduwe Chambord
ten aanzien der. Orleanistische prinsenheeft veel
kwaad bloed gezet onder de Orleanistische partij.
Zelfs de te Görz voor de begrafenis opgekomen Fransche
legitimisten zijn daardoor gecompromitteerd en geërgerd.
Zij hebben door moties en adressen getracht den indruk
weg te nemen, doch zijn hierin niet geslaagd. De
Orleansche prinsen zijn heengegaan zonder verder
eenige notitie van lijk of sterfhuis te nemen.
Behalve voor het rouwbeklag heeft de Oostenrijksche
regeering zich ook nog met de Fransche legitimisten
te Görz bemoeid, door n.l. den prefect von Rechbach
naar het hotel de la Poste te zenden, waar zij een
vergadering in den tuin hielden, om hun te zeggen,
dat de regeering geen politieke vergaderingen wilde
toelaten. Door een der hoofden, de heer Lucien Brun,
werd dit aan de legitimisten medegedeeld, die daarop,
ofschoon onder veel agitatie, uit elkaar gegaan zijn.
De indruk, door het gebeurde te Frohsdorf in Frank
rijk gemaakt, is van dien aard geweest, dat de geheele
royalistische pers zich heeft aangesloten bij de motie
door den hertog De Larochefoueauld Bissaceia te Frohsdorf
ontworpen en door de te Görz aanwezige Franschen
aangenomen. Als gevolg dier motie werd een schrijven