XT
1
1
I
De Graaf van Chambord.
genomen, dan kan het voor Frankrijk een leering
zijn, om de opwellingen van wraaklust maar liever
te onderdrukken.
Trouwens in elk geval zou een oorlog tusschen
Duitschland en Frankrijk op dit oogenblik weinig of
geen raison hebben. In 1870 was Frankrijk het
werktuig van het ultramontanisme, grootendeels zonder
liet zelf te weten. Destijds waren onze sympathieën
aan den kant der Duitschers, want die vertegenwoor
digden destijds de liberale idéé tegenover het ultra-
montaansche clerlcalisme. Sedert is ei- nog al iets
veranderd. Frankrijk staat op dit oogenblik gelukkig
niet onder den invloed van Rome. Het is daarvan
in eeuwen niet zoo vrij geweest als nu sinds den
val van het bewind van 18 Mei.
Maar Duitschland vertegenwoordigt nu ook geenszins
het liberalisme, integendeel. Kwam het nu tot een
oorlog tusschen Duitschland en Frankrijk, dan liep de
wereld veeleer gevaar, dat Bismarck zich hulp van
't ultramontanisme zou zoeken te verschaffen, al was
't door een monsterverbond met Oostenrijk en Spanje.
In dat geval zouden onze sympathieën aan de zijde
der Franschen zijn. Maar het zou dan een
Europeesche oorlog worden, waarbij de groote kampstrijd
van 1870'71 slechts een schermutseling zou wezen.
Het is niet te hopen dat het daartoe komt en van
de bezadigdheid der tegenwoordige Fransche bewinds
mannen verwachten wij ook, dat zij zulke orkanen
maar niet zullen ontketenen.
Gelukkig is het in zeker opzicht dat Frankrijk voor
het oogenblik veel aandacht noodig heeft om te letten
op hetgeen er omgaat in het verre Oosten en het
verre Zuiden. De zaken in Tongkin vereischen inderdaad
wel de attentie, zoo van de politieke mannen als van
de hooge militaire autoriteiten. Frankrijk heeft zich
daar sedert eenige jaren in een weefsel van moeielijk-
heden gewikkeld, waaruit het zich nog vooreerst niet
zal los zien. Natuurlijk is noch Tongkin, noch Annam,
noch China als militaire mogendheid tegen Frankrijk
opgewassen; maar het is even klaar te begrijpen dat
Frankrijk toch nooit een groot leger daarheen kan
zenden, 't Zal steeds blijven de eene dure expeditie
achter de andere te zenden, zonder dat hiervan ooit
eenig wezenlijk voordeel voor Frankrijk te wachten is.
Wie er geld bij zullen verdienen, dat zijn de Engelschen
en de Joden als leveranciers van de onnoemlijk vele
benoodigdheden om den duren kleinen oorlog vol
te houden.
Hierbij komt de zaak van Madagascar, waaraan
eveneens niets te verdienen is voor Frankrijk als
zoodanig; wel voor de Engelschen en allerlei groote
schacheraars
Gelukkig, zeggen we, dat Frankrijk al die kleinig
heden op 't oogenblik zich zelf op den hals heeft
gehaald. Nationale roem is er niet bij te vergrooten
en toch gaat het geld er meê weg, en dat is wel
in staat om de sabels tegenover Duitschland in de
schede te houden.
Engeland's koloniale politiek aan de Kaap zal wellicht
binnen kort weder gewijzigd moeten worden, wegens
het uit de dooden terug komen van Cetewayo. Die
zwarte potentaat is niet dood, gelijk eerst was gemeld,
zeker door lieden die hem liever dood zagen dan
levend. Hij heeft zich integendeel zoo tamelijk hersteld
van de geleden nederlaag. Aan de Kaap liep het
gerucht dat hij, wanhopig over de trouwelooze schelmsche
politiek der Engelschen, andermaal den strijd tegen
de door de Engelsche agenten opgestookte stamhoofden
en des noods tegen de Engelschen zelf wil wagen.
De Transvalers hebben hun kafferoorlog geëindigd
en wachten nu zeker den volgenden.
Het Engelsche Parlement is eindelijk gesloten.
Door vele vorsten wordt van het schoone seizoen
en den komkommertijd gebruik gemaakt om elkaar
over en weer visites te maken. Zoo is de koning van
Servië op bezoek bij den keizer van Oostenrijkde
vorst van Montenegro brengt een heel vriendschappelijk
bezoek aan den sultan van Turkije, anders zijn erf
vijand; de koning van België en onze koning hebben
elkaar ontmoet te Spa en zullen de ontmoeting nog
eens herhalen op Nederlandschen bodem. Dan ziet
koning Leopold II misschien de tentoonstelling te
Amsterdam ook nog. De koning van Spanje denkt
aan een reis naar Duitschland om keizer Wilhelm te
begroeten en last not least zelfs de Czaar aller Russen
denkt er aan met zijn gemalin zijn schoonouders te
Kopenhagen te gaan opzoeken.
Al deze vorstelijke buur visites zijn meerendeels heel
onschuldig, slechts aan het voorgenqpien bezoek van
den koning van Spanje aan keizer Wilhelm en von
Bismarck wordt, te recht of te onrecht, zekere staat
kundige -beteekenis toegeschreven.
Na een langdurige ziekte is de chef der legitimisten
Vrijdagmorgen op zijn kasteel te Frohsdorf overleden.
Henri Charles Ferdinand Marie Dieudonné d'Artois,
hertog van Bordeaux, later den titel voerende van
graaf van Chambord, werd den 20 Sept, 1820 geboren,
71/ï maand na den dood van zijn vader, den hertog-
van Berry, die den 14 Februari 1820 vermoord was.
Als kleinzoon van Karei X werd hij de pretendent
naar den troon van Frankrijk, nadat Karei X in '1830
geabdiceerd en ook diens zoon Louis Antoine van zijn
rechten afstand had gedaan (2 Aug. 1830). Den
'16 Aug. 1830 verliet hij met de Koninklijke familie
Frankrijk, waar de jongere tak der Bourbons met
Louis Phillippe toen aan de regeering kwam. Den
7 November '1846 is hij gehuwd met de aartshertogin
van Oostenrijk-Este, Marie Theresia Beatrix Gaétana,
geb. den 14 Juli 1817, oudste dochter van wijlen
Frans IV, hertog van Modena. Als erfgenaam van de
traditie en de pretenties der Bourbons, is Chambord
ontegenzeggelijk een politiek persoon geweest. Voor
de rust van Frankrijk was hij echter nimmer een
ernstig gevaar. Hij vatte namel. de oude erfenis der
Bourbons in haai- geheelen omvang op, was volbloed
clericaal en kon geen enkele concessie doen aan de
eischen des tijds. De revolutie bestond voor hem niet,
de nieuwe denkbeelden kon hij niet vatten. Daardoor
is hij peisoonlijk steeds de grootste hinderpaal geweest
voor liet welslagen van de legitimistische intriges en
pogingen, waaraan 't anders bijwijlen niet heeft ont
broken.
Chambord was een eerlijk man; hij schijnt een
oprecht geloof gekoesterd te hebben in de levensvat
baarheid der legitimistische idee. Maar daardoor is hij
ook doorgaans onschadelijk geweest. Hij droomde te
avond of te morgen geheel Frankrijk aan zijn voeten
te zullen zien komen om van hem uitkomst en redding
te vragendan zou hij gereed geweest zijn. Maar
Frankrijk kwam niet, want de ellende en de narigheid,
waaruit hij 't zou redden, bestonden enkel in zijn
verbeelding.
Dit nam niet weg, dat de heethoofden der partij,
zij, die van de herstelling der-Bourbons eer en aanzien
voor zich wachtten en zij wier geloof aan de levens
vatbaarheid van het legitimisme meer daadwerkelijk
was, nu en dan beproefden de komst van den ver
losser en zijn beloofde rijk te verhaasten. Zoo was
't o. a. tijdens het gouvernement van 18 Mei; maar
Frankrijk was de oude zaken zoo zeer ontwassen, dat
er niets van terecht kwam. Bovendien bedierf de
onhandigheid van Chambord nog meer dan de onhan
digheid zijner partijgangers.
Een tijdlang is er zekere spanning geweest tusschen
hem en den jongeren tak, de Orleansen. Later sprak
men veel van een verzoening. Nu, de Orleansen konden
zich, zonder voor zichzelven veel te verspelen, lichtelijk
bij den onmogelijken pretendent voegen.
Daar Chambord geen kinderen heeft, zoo is erfgenaam
der traditie de prins Louis Philippe Albert van Orleans,
graaf van Parijs, geb. 24 Aug. 1838.
Ofschoon een herleving der monarchie in Frankrijk
geenszins onmogelijk is, zoo staan voor 't oogenblik
de kansen ook voor den jongeren tak zeer slecht.
Voor 't oogenblik kan men zeggen, dat het afsterven
van den laatsten der oudere Bourbons in Frankrijk
geen bijzonderen indruk gemaakt heeft. Volgens een
zeker aantal republikeinsche bladen daalt met Cham
bord de leer van 't droit divin ten grave. Dit vinden
wij veel te optimistisch gezien. De leer van het droit
divin hing nimmer onafscheidelijk aan een persoon
zij is een politiek stelsel, dat wijsgeerige en historische
gronden heeft en nog verkondigd zal worden als de
laatste, ook van den jongeren tak der familie, zal
gevallen zijn, gelijk het reeds bestond vóór de Capets
tot den Franschen troon zijn opgeklommen. De persoon
doet daar niets toe. Steeds zal het clericalisme gereed
zijn om een ander individu met het droit divin te
begunstigen, op voorwaarde dat dat individu het
clericalisme dient. Zoo zal 't in Frankrijk zijn, en zoo
is het steeds overal geweest. Het droit divin staat
tegenover de volkssouvereiniteit,, en deze laatste heeft
nog in lang het proces van de heerschappij der wereld
niet gewonnen. Dat zou ook te vroeg zijn.
Het is voor Frankrijk nu de vraag maar of er reeds
een genoegzaam sterke aansluiting van de Orleanisten
aan de legitimisten tot stand is gekomen. Volgens
sommige bladen is dit wel het geval. Het komt ons
voor, dat het nog moet blijken. De hoofdzaak is,
dat onder de Orleanisten liberalen schuilen en onder
de legitimisten niet. Zullen nu die liberalen zich onder
de clericale leiders schikken of zullen zij, hun royalis
tische sympathieën behoudende, zich toch niet aan die
zwarte macht overgeven?
De gewestelijke raden van de Vendée en de Beneden-
Loire dat waren altoos broeinesten van 't legitimisme
en 't clericalisme hebben ter eere van den overledene
hun zittingen opgeheven. Men kan daar vrede mee
hebben. Of zij in die streken nu zullen roepen Bour
bon est mort vive Orleansdat is een andere vraag.
Veel zal er van afhangen of de graaf van Parijs
naar Canossa zal gaan om zich te laten accepteeren
door de ultramontaansche pretendenten naar de wereld
heerschappij.
Men zegt, dat het lijk van den graaf van Chambord
met stille plechtigheid zal begraven worden te Görz,
in hetzelfde graf waar het gebeente van Karei X rust.
Men verwacht evenwel bij de begrafenis een royalis
tische manifestatie.
Dat ook onderscheidene geestelijke orden gemachtig
den naar Frohsdorf hebben gezonden of dit nog zullen
doen, spreekt vanzelf.
Men zegt ook, dat het testament zal geopend worden
in tegenwoordigheid van een groot-dignitaris van het
Oostenrijksche hof, daar dit met Chambord was ver
maagschapt door zijn huwelijk met een prinses d'Esto.
Gemengd Buiteiilandscli Nieuws.
Uit de openbaar gemaakte officiöele lijst der door
de ramp van Ischia gedooden, blijkt dat de getallen
zijn als volgt: te Casamicciola 1992, te Tona 313
en te Lagano 138, te zarnen dus 2443. Dit is dus
ongeveer de helft van 't getal dat in de eerste dagen
genoemd is. Nu, 't is nog groot genoeg. Onder de 1992
dooden van Casamicciola bevonden zich bijna '1000
vreemdelingen. Ook dit getal is groot, als men in
aanmerking neemt, dat aanvankelijk gezegd is, dat
door toevallige omstandigheden de meeste vreemdelingen
badgasten, touristen en artisten aan de ramp
ontsnapt waren.
1 wan van de Woestijne, de improvisator of impressario
van de voorgenomen reis van 250 Franschen van
Havre naar Amsterdam en andere plaatsen in het
Noorden, en die zijn gezelschap heeft laten zweeten,
heeft later zijn compagnon beticht van met het geld
op den loop te zijn gegaan. Hij zelf was naar Metz
gevlucht, doch toen hij inzag dat men zijn streek
toch niet als een gewone grap opnam, maar er rechts
zaken van heeft gemaakt, is hij naar Parijs gekomen
om zich ter beschikking van de justitie te stellen. De
advokaten zullen dus het beste van deze reis komen
en voor Iwan van de Woestijne en zijn blad de Figaro
is het gebeurde een uitstekende reclame.
Aangaande het jongste treffen der Franschen in
Tongkin is het rechte nog niet bekend. Volgens de
Engelsche berichten hebben de Franschen een gevoelige
nederlaag geledenvolgens Amerikaansche berichten
was het zoo erg niet en was het vooral het water
dat de Fransche kolonnes tot terugkeer heeft gedrongen
Volgens de Franschen zelf is er van geen nederlaag-
sprake, doch wordt toegegeven dat generaal Bouet
zelf toch tot terugkeer gedwongen is geworden. Het
bericht als zou Hue reeds door de Franschen ingenomen
zijn, is vermoedelijk wel ietwat voorbarig geweest. De
stad wordt alleen geblokkeerd.
Zekere William Dawson, veehandelaar en liefhebberij
predikant te Winterton, verhuisde verleden week geheel
onverhoeds naar Spanje, zijn crediteuren in groote
bezorgdheid latende over een bedrag van niet minder
dan 40,000 pd. st. aan schuld.
Daags vóór zijn afreize had hij een aangrijpende leerrede
gehouden op Hand. XX: 38: »Zeer bedroefd zijnde,
allermeest over het woord, dat hij gezegd had, dat
zij zijn aangezicht niet meer zien zoudenen zij ge
leidden hem naar het schip."
In het afgeloopen studiejaar hebben te Parijs vijf
vrouwelijke studenten doctor-diploma's verkregen, n.l.
mevrouw Waise en mevr. Hering, Amerikaanschen
mej. Wichnisky, eene Russische, mej. Bouchies uit
Zwitserland en ééne Francaise, mile Bonoit.
In plaats van de ontplofbare stoffen, begint men in
de Engelsche kolenmijnen tegenwoordig meer en
meer ongebluschte kalk te gebruiken. De kalk wordt
daartoe onder den hydraulischen toestel samengeperst
en tot patronen verwerkt, die elk een gleuf in het
midden hebben. Deze patronen worden in het geboorde
mijngat gelegd, nadat men eerst in de gleuven pijpen
heeft gestoken, waarin kleine gaatjes geprikt zijn, en
nadat het gat is dicht gestopt pompt men water in
die pijpen. Door de warmte-ontwikkeling in de kalk
wordt het water stoom, terwijl de kalk zich uitzet en
door die beide oorzaken springt weldra de steenkool
massa uiteen, maar niet onmiddellijk, zoodat de werk
lieden tijd hebben zich te verwijderen. Het middel is
niet duurder dan kruit en veel minder gevaarlijk.
In welonderrichte kringen te Petersburg heet het
dat de politie een komplot heeft ontdekt, dat gericht
was tegen hooggeplaatste personen22 dezer waren
met den dood bedreigd.
Kerk- en Sclioolnieiiws.
Beroepen te Ilattem ds. J. van 't Hooft te Koudekerke,
Beroepen bij de Chr. Gei'. Gem. te Kolijnsplaat ds.
P. Postema.
Bedankt voor 't beroep naar 's Heer Abtskerke door
ds. J. van den Bergen te Strijen.