51 ZIEMKSEESCH1 COCRML voor het arrondis- sement Zieriksee. 1883. No. 61. Zaterdag 11 Augustus. 86ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD KAASBEREIDING. Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden 1,Franco per post ƒ1, Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIE N: Per gewone regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. lAKENMAN. Te Scliuddebeurs heersclite op den middag van 7 Aug. eeu ongewone drukte. Van heinde en ver stroomden de landbouwers naar dit lommerrijke oord en brachten hunne vrouwen mede. Midden in den oogst en op een zeldzaam schoonen dag, had men zich aan zeer dringend werk onttrokken om te Scliuddebeurs samen te komen. Daar moest dan wel iets bijzonder aantrekkelijks geschieden? Zoo is het, daar zou onder de oogen van alle belangstellenden kaas gemaakt worden en wat de aantrekkelijk heid verhoogde die bezigheid zou geleid en toegelicht worden door den heer G. A. Vors- terman van Oyen, van Aardenburg. We behoeven daar geen letter meer bij te voegen om te verklaren hoe 't kwam, dat zoovelen, in den tijd waarin de velden wit zijn om te oogsten, hun zaken verlaten hadden, ten einde hier een bij uitnemendheid practische les op te doen. De heer Van Oyen ving, na een korte in leiding, aan met een woord over 't gebruik van den thermometer hij de zuivelbereiding. De melk heeft, wanneer ze pas van de koe komt, een warmte van 36 a 37 graden (hon- derddeelige). Om daarvan kaas te maken moet ze afgekoeld worden tot 28», in den winter tot 31°; bij de boterbereiding tot 14°. Dat afkoelen kan geschieden door ze een poo3 te laten staan of door er een blikken bus met koud water in te plaatsen. Is de temperatuur der melk te laag, dan moet ze op dezelfde wijs, doch nu door een blikken bus met warm water, op de vereiscbte temperatuur gebracht worden. Dat water mag echter nimmer warmer zijn dan 40°, opdat het botervet niet smelten zon. Gesmolten boter toch pakt, na wederom gestold te zijn, minder goed dan andere. Het is steeds nadeelig de melk te verwarmen of af te koelen door er warm of koud water bij te gieten. Water verhoogt vooreerst de boter- of kaasge halte volstrekt niets en maakt de baas óf taai óf brokkelig. Ondertusschen bracht Spreker de melk, welke hij ter illustratie zijner voordracht bewerken wilde, met behulp eener jonge dame op de verlangde temperatuur en mengde er een weinig kaaskleursel onder. Spr. gebruikte daartoe het bekende Anatto en gaf als maat op 1 G. op 40 L. Daar hij 70 L. melk tot zijn dispositie had, bezigde hij e. 2 G. Dat kleursel werd in een maatglas afgemeten, met een schep melk vermengd en vervolgens door de tobbe geroerd, onder de opmerking, dat men steeds, ook bij het boteren, kleuren moet door het kleursel in de melk te gieten. Aan de orde kwam nu het stremmen. Iu Holland, te Bodegraven o. a., bewaart men om stremsel te verkrijgen, de lebmagen der jonge kalveren, laat die drie maanden oud worden en trekt ze dan met zout en water af. Men kan ook bereid stremsel koopeu, o, a. van Visser, dat f 1,10 per flesch kost. Spr. kon dit aanbevelen en bezigde het ook bij zijn arbeid. Een vaste maat op te geven verklaarde hij ondoenlijk. Daarin moet 't gebruik beslissen. Iu de boterfabriek van Enthoven gebruikt men meer dan bij in Zeeland van noode heeft, waar 5 G. stremsel op 20 L. melk volstaan kan. Men kan wel, om de stremming te bespoedigen, meer bezigen, maar aangezien deze vloeistof een zeer onaangename geur verspreid, loopt men gevaar de kaas door wansmaak te bederven. Spr. gebruikte 17% G. in de genoemde 70 L. melk, zijn lieve helpster haastte zich bet stremsel gelijkmatig door de melk te roeren en dekte vervolgens de tobbe toe, ten einde het vocht een half uur rust te gunnen. Na deze pauze deelde Spr. 't een en ander mede over de samenstelling der melk, diec.41/,; kaasstof bevat tegen eveuveel boter en 85 water, terwijl de rest uit suiker en eeuige zouten bestaat. Het stremsel nu vereenigt in niet afgeroomde melk de kaas en de boter en levert dan de z.g. vette kaas. Ondertusschen was 't deksel van de tobbe genomen en kon ieder zich overtuigen van de degelijkheid van 't stremmende vocht: de melk was èèn koek geworden, in dieu toestand wrongel geheeten. Deze wrongel moest nu, zonder ze te voeren, in kleine stukjes verdeeld worden, ten einde de wei gelegenheid te geven zich af te scheiden. Daartoe werd liet Ameri- kaansche roerhek gebezigd, een vereeniging van messen in vertikalen stand, in rechte lijnen door de wrongel getrokken. Intusschen vergastte Spr. zijn auditorium op eeu kleine uitweiding over de boterbereiding, het afroomen en de verschillende soorten en prijzen van boter. De kaas had zich nu zichtbaar van de wei afgescheiden en de laatste dreef boven. Ze werd gedeeltelijk afgeschept en vervolgens werd, ten einde de wrongel nog vaster te maken, een zekere hoeveelheid warm water bijgeschonkeu. Dat geschiedde bij gedeelten en onder gestadige omroering. Spr. verklaarde dit op 't eerste ge zicht voor leeken vreemde verschijnsel. Hij herinnerde, dat kaas zeer veel eiwit bevat, die in warm water stolt en gaf een paar practische wenken aangaande de bereiding van yleesch. 't Is, zeide hij, zeer verkeerd bij 't koken van soep het vleeseh in koud water op te zetten. Het water moet koken alvorens het vleeseh er in gedaan wordt. Daar door stolt het eiwit, schroeit het vleeseh van alle kanten dicht en behoeft men niet af te schuimen. Wanneer men een stuk vleeseh, na 't degelijk gezouten te hebben, vjjf min. in kokend water flink koken laat, zal men het beter en smakelijker conserveeren dan door in den rook te hangen, waardoor 't een wansmaak krijgt. Het afscheiden der wei geschiedt zeer een voudig door middel van een hevel, die, na vooraf gevuld te ziju, in een geperforeerde bus gehangen wordt; door het andere einde loopt het vocht in een lager dan de tobbe geplaatsten emmer af. Deze wei wordt in Zwitserland nog maals bewerkt; ze wordt verhit tot 75° en daardoor omgezet in een vlokkige zelfstandig heid, albumine geheeten, waaruit door toevoe ging van een aftreksel van sterke kruiden, Zwitsersche kaas gemaakt wordt. Die albumine heet in Zwitserland zieger (vandaar vast de naam chapsieder, welken die kaas hier ter stede draagt.) Spr. weersprak het bestaande voor oordeel als zou dit artikel vermengd zi)n met iets onreins; alleen de Tesselsche schapenkaas mag bogen op eeu dergelijk ingrediënt, van de schapen afkomstig. Onze gewone kaas wordt in vier soorten verdeeld: 1°. Stolksche (Stol- wijkscbe), die nimmer gekleurd wordt; 2». Derby-kaas, die gekleurd isdeze soorten worden uit melk gemaakt, zooals ze van de koe komt en verschillen alleen in vorm3°. komijnekaas uit een samenvoeging vau melk, na 24 uren, en van andere, na 12 uren afgeroomd; voor deze kaas worden de korsten apart bereid, dewijl daarin geen komjjn mag aanwezig zijn; 4». afscheppers, die uit totaal roomlooze melk be reid wordt. Ondertusschen was de kaas uitgeperst, door ze zonder te roereu tegen den wand der kuip te drukken. Dat werk is zwaar, maar moet uiterst nauwkeurig geschieden om duurzame kaas te verkrijgen. Het aldus uitgeperste product ging vervolgens in den ivrongelmolen, bestaande uit een rol met vertinde pennen, draaiende in een raam, eveneens van pennen voorzien. Boven de rol bevindt zich een bak; men werpt hierin de wrongel, die door de pennen zeer fijn verdeeld wordt. Ieder kon zicli daarvan overtuigen. Nu volgde het zouten. Soms geschiedt dit vóór, soms na het persen. Spr. deed het er vóór, door toevoegiug van 2,1 H.G. zout op de 7 K.G. kaas, die uit 70 L. melk verkregen was; dat is 3 K.G. zout op de 100 K.G. kaas. Het zout werd met de hand door de wrongel gemengd. Geschiedt het inzouten na de persing, dan worden de kazen iu den z.g. pekelbak gelegd, waar ze drijven in pekel van c. 20% sterkte. Ze worden daarin dagelijks, soms meer dan eens, omgekeerd eu verblijven er naar ge lang der grootte, van 5 tot 10 dagen in. Door de laatste wijze van zouten verkrijgt de kaas een goede harde korst, terwijl door het zouten van de wrongel de buitenzijde zacht blijft. Men komt daaraan tegemoet door de kaas met een papier te bedekken en met een heet ijzer te bestrijken. Een ander kunstje, merkte Spr. ondeugend op, is de aldus ver vaardigde kaas op een vochtige plaats te leggen totdat ze met schimmel bedekt is, waarna ze als beste oude Derby-kaas verkocht wordt. Het laatste bedrijf was het persen. De kaas werd in een vorm gezet eu op een doek neer geslagen vervolgens werd ze daarin gevouwen, wederom in den vorm geplaatst en onder de pers gezet. Spr. had daartoe een hefboom laten vervaardigen, gelijk aan die, welke de veilig heidsklep der stoommachines sluit. De drukking mag bij dit werk in de eerste twee uren niet sterker zijn dan 2 K.G. per K.G. kaas, daar anders te vaste korsten gevormd wordeD, die de wei niet doorlaten. Na twee uren mag de persing tot 4 K.G. en wat later tot 8 K.G. versterkt worden. De persing duurt c. 12 uren. Natuurlijk heeft de vergadering niet zoolang geduurd. Het doel des sprekers was de wijze t

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1883 | | pagina 1