r i BIJVOEGSEL ÏIERIK5EE5CHE (3 t BIJ DE VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD ZIERIKZEE, 1 J' VAN porn ES en STER I. M. ff en IEKE, undig ndige PET, tracht ïlijke ïn be- 1iksee n en Dor de van r der Ilende ijls de rzuimd n. De mende reliiks, ge ge- Ien de teheele en het en ver- TE gehouden den 30 .Julij 1883. Voorzitter Mr. J. P. N. Ermerins, Burgemeester. Afwezig zijn bij de opening der vergadering, de heeren de Looze, volgens kennisgeving buiten de gemeente, Jhr. Mr. Schuurbeque Boeije, Mr. Moolenburgli en Mr. Schneiders van Grejffenswerth. Be notulen van het verhandelde in de vorige vergadering- worden voorgelezen en met eene kleine wijziging overeen komstig eene opmerking van den heer de Crane, goedgekeurd. De heer Schneiders is in de vergadering gekomen. De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen: 1". een schrijven van den heer J. Borghstjn, met berigt, dat hij zijne benoeming tot lid der Commissie van Toezigt voor het Middelbaar Onderwijs aanneemt. Voor kennisgeving aangenomen; 2°. een verzoekschrift van den heer Mr. A. Heemskerk, om ontslag uit zijne betrekking van lid der Plaatselijke Schoolcommissie, wegens vertrek uit de gemeente. Op voorstel van Burgem. en Weth. wordt liet gevraagd ontslag eervol verleend, onder dankbetuiging voor de in die betrekking aan de gemeente bewezen diensten. Zullende aan de Schoolcommissie hiervan worden kennis gegeven, met verzoek, eene aanbeveling in te zenden ter voorziening in de vacature 3°. kennisgevingen van: 1°. de wed. W. Lette geb. Biene- felt; 2°. Mr. A. Heemskerk; 3°. D. Otsen en 4°. A. Dekker, dat zij de gemeente metterwoon hebben verlaten en dientengevolge aanspraak hebben op afschrijving van hoofdelijken omslag. Overeenkomstig het voorstel van Burgem. en "Weth. wordt afschrijving verleend, respectivelijk voor f 2,56r'; f 23,33=f 3,50 en f 2,80; 4°. een verzoekschrift van de Wed. A. van Verre geb. Harteke, om ontheffing van hoofdelijken omslag over 1883, wegens het overlijden van haar man en de daaruit volgende vermindering barer inkomsten. Op voorstel van Burgem. en Weth. wordt ontheffing- verleend van den dag van het overlijden van den heer A. van Verre, voor een bedrag van f 6,67=; 5°. een verzoekschrift van den heer E. W. Mus, civiel- architect alhier, waarin hij kennis geeft, dat door de Provincale Staten van Zeeland voor zijne hier opgerigte Ambachts- en Industrie-school gedurende vijf jaren uit de provinciale fondsen een jaarlijksch subsidie is verleend, te beginnen met den '1 January 1884, tot hetzelfde bedrag als de gemeente Zierikzee mogt geven, mits voor de provincie niet te hoven gaande f 100 in het jaar; dat hij behoefte heeft aan ondersteuning zoowel van de provincie als van de gemeente en daarom verzoekt dat de Baad hem uit de gemeentekas eene subsidie van 100 'sjaars zal toekennen. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten dit verzoek schrift te stellen in handen van Burgem. en Weth., om den Baad daarover bij de aanbieding der g-emeente-begroo- ting voor 1884 te dienen van advies; de rekeningen over 1882 van het Burgerweeshuis en van de dienstdoende Schutterij. Wordt besloten deze tot onderzoek en verslag te stellen in handen van dezelfde Commissie, die in deze zitting zal worden benoemd tot het onderzoeken der gemeente-rekening 7°. de begrooting der dienstdoende Schutterij voor 1884. Wordt besloten deze te voegen bij de stukken van de later aan te bieden gemeente-begrooting voor 1884. De Voorzitter deelt mede, dat Burgem. en Weth. naar aanleiding van de door den Baad genomen beschikking op het verzoek van Dr. W. C. van Manenom toelating voor zijne dochter tot de thans alleen voor jongens toegankelijke hoogste klasse der 1" school voor gewoon- en meer uitge breid lager onderwijs, hebben overwogen in hoever ten gevolge daarvan de bestaande besluiten tot regeling van het openbaar lager onderwijs behooren te worden gewijzigd en dat zij na ingewonnen advies van de Plaatse lijke Schoolcommissie, meenen te moeten voorstellen: 1°. aan artikel 1 van het Algemeen Beglement voor het openbaar lager onderwijs, als laatste lid, de volgende zinsnede toe te voegen: »Meisjes, die de Hoogere Burgerschool willen bezoeken, zullen bj uitzondering op de hoogste klasse der eerste school voor gewoon- en meer uitgebreid lager onderwijs worden toegelatenmits zij de vereischte kundigheden bezitten om de lessen dier klasse met vrucht te volgen, en in het voor die klasse bestemde schoollokaal voldoende ruimte zij, om behalve de jongens, leerlingen dier school, ook meisjes te plaatsen"; 2". het raadsbesluit van den 27 Jumj 1881, tot bepaling- van het getal scholen en de daarop te onderwjzen vakken, in geljken zin te wjzigen. De Voorzitter stelt deze voorstellen in handen van de heeren de Jonge, W. A. Ochtman en S. J. Ochtman, met verzoek deze stukken straks te onderzoeken, om daarover zoo mogelijk nog in deze zitting verslag uit te brengen. De Voorzitter stelt de ingekomen geloofsbrieven en de verdere daarbij behoorende stukken van de herkozen raads leden W. A. Ochtman, Jhr. Mr. J. W. D. Schuurbeque Boeije, M. C. de Crane en S. J. Ochtman in handen eener Commissie, bestaande uit de heeren Mulock Houwer, van Manen en Goemans, om daarover aan den Baad verslag uit te brengen. De Voorzitter schorst de vergadering. Na de heropening, wordt de vergadering- eenigen tijd met gesloten deuren voortgezet en daarna op nieuw geopend. De heer Houuier doet namens de Commissiein wier handen de geloofsbrieven der herkozen raadsleden zijn ge steld mededeeling van haar onderzoek dier stukkenen adviseert tot toelating der gekozenen. Dienovereenkomstig wordt besloten. De heeren W. A. Ochtman, de Crane en S. J. Ochtman hebben zich bj de behandeling hunner geloofsbrieven ver wijderd. Bj monde van den lieer de Jonge wordt daarna verslag uitgebrag-t door de Commissie benoemd tot onderzoek der voorstellen van Burgem. en Weth. tot wijziging van het reglement op liet openbaar lager onderwjs en van bet raadsbesluit van 27 Jumj '1881, hiervoren gemeld. De Commissie heeft geen bezwaar tegen de beide voor stellen en adviseert tot aanneming daarvan. De beraadslagingen over het eerste voorstel, wijziging- van het reglement op het openbaar lager onderwjs, geopend zijnde, vraagt de heer van Manen of liet geen overweging verdient, aan het voorstel nog de bepaling- toe te voegen, dat de toelating alieen bj een nieuwen cursus en niet tusschentjds geschieden zal. De Voorzitter heeft geen direct bezwaar tegen deze toe voeging- in het reglement, doch wel om die in het raads besluit van 27 Jumj -1881 op te nemen. Zjns inziens is de wenk van den heer van Manen voldoende en kunnen Burgem. en Weth. bj de uitvoering daarop letten. Nadat de heer Houwer had te kennen gegevendat ook hj de door den heer van Manen bedoelde toevoeging on- noodig acht, wordt het voorstel van Burgem. en Weth. met algemeene stemmen aangenomen. Na de opening der beraadslagingen over liet tweede voorstel, vraagt de heer Zuurdeeg waarom in het voorstel is vermeld dat de toelating der meisjes op de hoogste klasse der school van den onderwjzer Bastmeijer bij uitzondering zal geschieden, waarop de Voorzitter antwoordt, dat dit is geschied geheel overeenkomstig liet in de vorige vergade ring genomen besluit. Het tweede voorstel van Burgem. en Weth. wordt ver volgens eveneens met algemeene stemmen aangenomen. De Voorzitter deelt mede, dat zoowel mondeling als schriftelijk voor eenige meisjes plaatsing is verzocht op de hoogste klasse der school van den onderwjzer Bastmeijer en stelt voor, deze verzoeken te renvojeren naar Burgem. en Weth.om omtrent de toelating te beslissen. De Weth. Houwer zegt, dat Burgem. en Weth. met den besten wil aan de vele aanvragen om plaatsing niet zullen kunnen voldoen door gebrek aan ruimte in het tegen- woordige lokaal en merkt dit op, om teleurstelling bij de ouders te voorkomen. Het voorstel van Burgem. en Weth. wordt daarna zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter deelt mede, dat Burgem. en Weth. zullen overwegen in hoever eene wijziging wenscheljk is van het schoolgeld op de Meisjesschoolom dit in verhand te brengen met dat op de school van den onderwjzer Bastmejer. Voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter deelt mede, dat Burgem. en Weth. het gevoelen hebben ingewonnen der Commissie van Toezigt voor het Middelbaar Onderwjsomtrent het adres van den heer J. G. van Santen, leeraar in de Pransche en de Eng-elsche taal en letterkunde aan de Hoogere Burgerschool, om herziening zijner jaarwedde en dat zij overeenkomstig het advies dier Commissie voorstellen, de jaarwedde ver bonden aan de betrekking van leeraar in de Eransche en Engelsche taal en letterkunde van f 1800 te verhoogen tot f 2000. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt dienovereenkomstig besloten. Zullende dit besluit aan de goedkeuring van den Minister van Binnenlandsche Zaken worden onderworpen. De Voorzitter deelt mede: '1°. dat Burgem. en Weth. de tot dusver onverpacht gebleven jagt op de gronden en wateren, behoorende tot

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1883 | | pagina 5