/HMkSMMlil COURANT.
;i1
1883. No. 55.
Zaterdag 21 Juli.
86ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
voor het arrondis- xiètx senent Zieriksee.
Gedachten van een landbouwer over
de eischen des tijds voor den land
bouw in Schouwen en Duiveland.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden f 4,Franco per post f 1,-
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIE N:
Per gewone regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAKEI* MA!*.
li.
Na wil men de bruto-opbrengst zoo hoog mo
gelijk opvoeren, doch reeds nu kan een cultuur
niet volgehouden worden, die zoo overdreven
wordt, daar er feitelijk reeds te veel graan
verbouwd wordt. Zoo wordt de wisselbouw te
eentonig en komt b.v. de tarwe veel te dikwijls
terug.
Deze wijze van bebouwing is zeker niet ra
tioneel te noemen. Op de vraag wat daarin
verbetering zou kunnen brengon, zou misschien
in de eerste plaats kunnen geantwoord worden
wijden wij nu aan de veeteelt hetzelfde over
leg en denzelfden ijver, die vroeger aan den
akkerbouw besteed zijn.
De grondslag van veeteelt is melkerij. Wil
men dus de veeteelt uitbreiden, dan zal hieraan
vooraf moeten gaan uitbreiding van de melkerij.
Is nu de melkerij een lastpost in plaats van
een bate, dan zou het zeker onpractisch zijn
uitbreiding van zulk een tak van industrie aan
te bevelen. Ware het een feit dat melkerij,
uitgeoefend zooals deze moet uitgeoefend worden,
nadeelig was, dan hield alle redeneering open
wij stonden voor het uitgemaakte feit. Is dit
echter wel zoo?
Ieder zal wel willen toestemmen, dat er iets
hapert. Waar schuilt nu de fout? Laat ons
allen trachten dat na te gaan en dan naar
verbetering streven.
Een hoofdvraag in deze is: acht men onze
gronden in staat om goede grassen voort te
brengen? Het antwoord kan, geloof ik, niet
twijfelachtig zijn. De natuurlijke weilanden, zij
dragen nog jaarlijks een oogst hooi, onder
gunstige omstandigheden een goeden, onder
ongunstige een minderen oogst. De opbrengst
is andere streken evenarende. Klavers en lucern
willen goed voort. Kunstweiden, goed behandeld,
leveren een goede opbrengst.
En wat wordt over 't algemeen aan de oude
weilanden gedaan? Er wordt van gehaald zooveel
mogelijk, zonder iets terug te geven. Dit op
zichzelf is reeds een fout, die zeer om verbetering
vraagt, en iedere verbetering op dit punt zal
ook baar loon medebrengen.
Den bodem van een groot deel van ons
eiland mag men in staat achten om goede
voeding op te leveren voor het melkvee en ik
meen te mogen zeggen dat de bodem bier dus
geen schuld heeft.
Mijn meening is dat in de practijk der melkerij
zelf de meeste fouten schuilen. Zie hier, hoe
ik tot dit oordeel kom. Het uitoefenen der
melkerij berust hoofdzakelijk op de vrouw. Hieruit
volgt nog niet dat de vrouw de oorzaak is van
de fouten, die begaan worden. Zij schuilen
misschien dieper dan men oppervlakkig zou
vermoeden. Vroeger werd de opbrengst der
melkerij als huishoudgeld aan de vrouw gelaten
en dat was toen in zeker opzicht, bij de geringe
gelding en den kleinen omvang der melkerij,
goed te noemen. Dit verandert echter wanneer
melkerij wordt een basis, een hoofdvak der
boerderij. Uitbreiding is dan noodzakelijk, bulp
niet te verkrijgen. De tot heden gevolgde wijze
van behandeling is echter voor vele verbeteringen
vatbaar.
Ziedaar dunkt mij de ware voorstelling der
De fouten, die er zijn, moeten echter worden
gekend om vermeden of weggenomen te kunnen
worden.
Laat ons even nagaan wat zooal de oorzaken
zijn, die nadeelig werken op ons bedrijf der
melkerij.
Eerstens is de bevolking van onze eilanden
te klein om de boter te verbruiken. Holland
vraagt onze boter niet dan tot inferieure prijzen.
Dit is gewis een groot bezwaar, omdat men
nu afhankelijk is van locale omstandigheden,
die niet gunstig zijn. Hierbij komt nog, dat
tegenwoordig de boterprijzen in ons geheele
vaderland zeer lijden door de concurrentie van
andere landen, zooals Denemarken en Zweden,
de kuststreek van Duitschland en een gedeelte
van Frankrijk. Deze prijsverlaging is in de
hand gewerkt door de kunstboter-fabrieken in
ons land, die hebben medegewerkt om de
Hollandsche en Friesche boter te depriraeeren
op de wereldmarkt. Hierdoor moet thans te
veel boter in Holland verkocht worden en dat
drukt den prijs, en indirect drukt het ook ons.
Een tweede voorname oorzaak van den slechten
toestand is m. i. dezehet niet medegaan onzer
zuivelbereiding met de eischen en verbeteringen
des tijds. Sinds eenige jaren heeft de wetenschap
ook in de melkerij een tal van verbeteringen
aangebracht, die op zichzelve wel niet zeer
ingewikkeld, doch bijeengenomen bezwaarlijk
zijn toe te passen in een gewoon bedrijf van
melkerij, wegens de groote kosten door deze
verbeteringen vereischt, zoodat zij den voort-
brengingsprijs te veel zouden verhoogen.
Ook is er in onze gewone wijze van doen
nog een fout, die wel verdient opgemerkt
en overwogen te worden. Zij is deze: De
melk, die afgeroomd wordt, is in den regel zuur
en wordt als vleetemelk aan de kalvers gegeven,
j De karnemelk wordt ook hiervoor gebruikt. Deze
voeding onzer kalvers is te duur. Laat ons
eens even nagaan waarom. Melk bestaat uit
de volgende bestanddeelen
botervet3,50
kaas4,
melksuiker 4,-
zouten0,65
water87,85
100. (dr. Beuinsma.)
Uit bovenstaande tabel blijkt duidelijk dat
in onzen vorm van melkerijwezen, wij enkel
achtslaan op bet botervet en de kaas veronacht
zamen. Deze komt enkel ten goede aan het
jonge vee. Daarom noemde ik de voeding van
ons jonge vee te duur. Laten wij ook de kaas
benuttigen en de dan resteerende wei aanwenden
tot voeding van het vee, aangevuld met de
voedingsmiddelen die nog noodig zullen blijken
te zijn om een voldoende voeding voor het
jonge vee op te leveren.
Wordt dit toegepast, n.i. ook kaas bereid,
dan wordt alles benuttigd wat in de melk
aanwezig is en zal zeker de opbrengst worden
verhoogd.
Zooals nu wordt gewerkt, komen de werk-
j zaamheden der eventueele hooibereiding geheel
ten laste der vrouw en barer helpsters. Hierdoor
zou de werkkring der vrouw zeer uitgebreid
worden. Of dit wenschelijk zon zijn, of ook
rechtvaardig, betwijfel ik zeer; doch laat dit
gaarne over aan het oordeel van wie dit artikel
lezen.
Een andere vraag is echter deze: kunnen
de winsten behaald worden zonder overmatigen
arbeid van de vrouwen te vorderen Mijn
meening is, dat zonder de vrouwen met al den
arbeid te belasten bet voordeel toch te verkrijgen
is. Al is dit nu nog maar mijn individneele
opinie, zjj berust echter op gronden, en die
laat ik bier volgen.
De zuivelbereiding op iedere boerderij op
zichzelf brengt nog al onkosten mede, die zwaar
drukken op het product, en vooral zou dit
erger worden als ook het kaasmaken er bij
kwam. De werkzaamheden voor kleine boeveel
heden zijn duurder per eenheid dan voor grootere.
Deze leer wordt reeds gehuldigd in de streken
waar uitsluitend de melkerij wordt uitgeoefend.
Men beeft fabrieken gesticht te Delft, Leiden,
Zoetermeer, Waddinksveen in Zuid-Holland. In
Noord-Holland zijn ook reeds zulke inrichtingen
in werking, alsook in Friesland. Daar wordt
door de omwonende boeren de melk geleverd
aan de fabriek tegen den prijs die onderling
is overeengekomen. Deze prijs is zoodanig dat
de melkerij winst afwerpt. En dit geschiedt in
streken die uitsluitend van de melkerij bestaan.
Het is mg ernst, dat ik dit mededeel. Volgens
mijn opvatting raakt het bier een beginsel dat
voor den vervolge van overwegend belang voor
ons eiland zou kunnen zijn. Uitbreiding van
den veestapel door de melkerij, zij moet immers
nuttig werken. Er is op dit oogenblik behoefte
aan vee in ons land. Deze behoefte aan te
vullen, worde een roeping aan welker vervulling
wij ons allen dienen toe te wijden.
Evenwel dient ook hierbij op den voorgrond
te staan dat medewerken aan de bereiking van
het doel: uitbreiding van den veestapel, niet
enkel daarin zijn belooning moet vinden, maar
ook vooral in de opbrengst der melkerij zelf,
die evenzeer loonend kan zijn.
Ook zal de vruchtbaarheid in bet algemeen
van den bodem van ons eiland verhoogd worden
door de zwaardere bemesting en een beteren
wisselbouw.
Ziedaar de redenen, die mij hebben geleid
om openlijk, ofschoon dan ongevraagd, een
advies te geven aan de landbouwers dezer
streek.
Trachten wij door samenwerking onze melk
fabriekmatig te doen bereiden; dan zullen wij
geld besparen, een beter product voortbrengen,
waarvan de markt verder reikt dan ons eiland
en vooral een krachtigen veestapel verkrijgen.
Ik gevoel wel dat er wat tegen mijn advies
te zeggen is en ik mij aan de critiek blootstel
doch ik wil dat gevaar op mij nemen bij de
wetenschap die ik voor mij zeiven heb, dat
slechts mijn eenige drijfveer was, nnttig te zijn
voor ons eiland, en daarom vertrouw ik ook
op welwillende critiek.