de wijze van lossing medegedeeld en bekend is en verklaart
aan het veer te Bommenede de opstapeling der peeën te
hebben waargenomen.
De heer Moolenburgh meent, dat de heer Boe je zich
de zaak verkeerd voorstelt, daar de storting ook hier wel
in een bak zal geschieden. Het opstapelen van peeën aan
bet bedoelde veer geschiedt als er geen schuiten zijn, doch
dit zal hier niet tepaskomen.
liet voorstel van Burgem. en Weth. omtrent do uitgifte
van grond aan den heer Bolle, wordt daarop in stemming
gebrao-t en aangenomen met '10 stemmen.
De hoeren Moolenburg-h en de Crane hebben aan de
stemmin"' "een deel genomende eerste wegens bloedver
wantschap met den adressantde tweede als belanghebbende
bij deze zaak, als zijnde lid der firma Nardten, Lucket-hof &Co.
De beraadslagingen over het voorstel tot ingebruikgeving
van grond aan den heer van der Vliet geopend zijnde,
oppert de heer Schneiders bezwaar tegen de voorwaarde
betreffende het wegnemen van den dam in de Oude Haven.
Die dam is daar gelegd om den stank van de haven weg te
nemenen wordt die dam nu weggebroken,, dan vreest hij
dat de bewoners weder denzelfden last als vroeger zullen
krijgen. Ook meent hijdat als men het terugbrengen in
den vorigen toestand aan den adressant overlaat, het werk,,
dat met veel moeite is gemaakt, er onder zou kunnen
lijden. Hij is daarom tegen het wegnemen van den dam.
De Voorzitter antwoordt, dat, zoo noodig, slechts een
klein gedeelte van den dam zou worden weggenomen,
waarschijnlijk niet meer dan 30 c.M.daar het alleen zou
geschieden voor die schepen, die er met hoog water niet
overheen kunnen varen. Wat het terugbrengen in den
vorigen staat betreft, zegt hij, dat dit stipt naar de voor
schriften van Burgem. en Weth. zal geschieden en dat de
Gemeente-Bouwmeester hierin geen bezwaar ziet.
Do heer Schneiders zegt, dat er te veel water wegloopt,
als er eene laag steenen van den dam wordt weggebroken.
Naar zijne meening is bet ook onnoodig, omdat er ver
scheidene grooto schepen geregeld overheen varen.
De heer Goemans geeft te kennen, dat er wel wordt
beweerd dat er weinig gevaar bestaat voor het wegbreken
van den dam, doch dat hij er tegen is, het regt daartoe
te gevenomdat hij zich aan die kans niet wil blootstellen.
Bij Oostenwind en lage tijen heeft men gedurende drie
maanden last te vreezen van stank. Als er zoo weinig kans
bestaat dat er gebruik van gemaakt behoeft te worden
wil hij die conditie er uit latendoch hij heeft nog een
ander bezwaar. Tot dusver was de Nieuwe Haven in het
najaar onbegaanbaar door het vuil en nu zal men dit ook
naar de Oude Haven overbrengen en de passage voor
wandelaars ook daar onmogelijk makenhij zou dit liever
tot de Nieuwe Haven willen beperkt zien.
De heer Zuurdeeg zegt, dat het bezwaar dat er kans
bestaat voor het wegbreken van den dam niet van invloed
behoeft te zijn. Yerleden week is er nog een schip, met
steenkolen geladen, binnengekomen; hoogstwaarschijnlijk zal
het wegbreken dan ook nooit behoeven te geschidden
doch de adressant heeft het gevraagd als voorzorgsmaatrpgel
en ingeval van nood zal het wegnemen van een laagje
steenen, dat toch in October of November geschiedt, weinig
aan den stank toebrengen. "Wat het andere bezwaarj bet
vuil op de Oude Haven, betreft, merkt hij op, dat dit
slechts voor korten tijd is en men de stoffelijke welvaart
der gemeente niet uit het oog mag verliezen. De wijze
van laden, die nu zal worden gevolgd, geeft ook minder vuil.
De heer Schneiders blijft bij zijn gevoelen omtrent den
dam. Ook hij is voor het bevorderen van de industrie,
doch daarom moeten de inwoners daarvan niet allerlei
last hebben en moet men de stad niet onbewoonbaar
maken. Naar zijn inzien heeft men reeds last genoeg van
den stank der steenfabriek en nu zou men nog gevaar
loopen stank van de haven te krijgen. Als er zoo weinig
kans is dat van de bepaling om den dam te mogen weg
breken gebruik zal worden gemaakt, kan men die bepaling
ook weglaten.
De Voorzitter merkt op, dat de teelt van suikerbiet
dit jaar zeer uitgebreid is en met dat vooruitzigt was de
aaiuu-age van den hoor van der Yliet om grond op do
Oude Haven niet onwelkom, daar men niet alles op de
Nieuwe Haven zou kunnen doen. Het bezwaar omtrent het
vuil acht hij niet ligt, doch liij meent dat de vuilnis nu
vermfhderen zal. Ook gelooft hij, dat er voor wegbreken
van den dam niet zooveel vrees belioeft te bestaan, daar
er thans reeds groote schepen kunnen binnenkomen. De
bedoeling zou zijn de schepen te laden op de plaats waar
nu de kolenschepen liggen.
De heer Schneiders meent, dat men den heer van der
Yliet dan beter aan de andere zijde der haven grond zou
kunnen geven, daar de straat daar toch breeder is.
De Voorzitter antwoordt, dat het terrein aan het Kraan
plein veel geschikter is.
De heer van Manen deelt do bezwaren van de lieeren
Goemans en Schneiders, doch meent ook, dat in groote
plaatsen door de lossing en lading minder vuil en last
veroorzaakt wordt.
De heer de Jonge wedevspreekt dit en wijst op hetgeen
aan de Boompjes en de Wijnhaven te Rotterdam valt waar
te nemen.
De Voorzitter verklaart van hetzelfde gevoelen als de
vorige spreker te zijn.
De heer Boeije erkent, dat voor het bezwaar van den
heer Schneiders wel iets te zeggen valt. Hij zou de ver
gunning om den dam weg te breken bij wijze van proef
willen beperken, b.v. tot twee jaar.
De Voorzitter geeft daarna te kennen, dat Burgem. en
Weth. hun voorstel wijzigen, door de vergunning om den
dam weg te breken te beperken tot één jaar. Mogt liet
dan blijken dat de wegneming stank veroorzaakt, dan kan
men de vergunning intrekken.
De heer Schneiders zegt, dat de Raad voorzigtig moet
zijn en niet alles moet toestaan wat men vraagt. De
steenbakkerij veroorzaakt grooten stank en als er nu nog
stank uit de haven moet komen, kunnen de bewoners der
Oude Haven hunne huizen in bet geheel niet meer open
zetten.
De Voorzitter zegt, dat de Raad zich omtrent de steen
bakkerij niets te verwjten heeft, daar het Dagehjksch
Bestuur tot de oprigtiiig daarvan vergunning heeft gegeven.
De heer van Manen verklaart, dat zijn bezwaar vervalt
nu Burgem. en Weth. hun voorstel wijzigen, mits de
Yoorzitter de verzekering geeft, dat aan het politie-reglement
streng de hand zal worden gehouden.
De Voorzitter antwoordt, dat Burgem. en Wèth. te dien
opzigte alles zullen trachten te doen, wat mogelijk is.
De heer Schneiders stelt voor, de bepaling betreffende
het wegnemen van den dam, geheel te doen vervallen.
De heer S. J. Ochtman kan dit voorstel steunen, omdat
hij van bevoegde zijde heeft vernomen dat het wegbreken
van den dam wel geen kwaad kandoch dat het waar
schijnlijk onnoodig zal zijn.
De Voorzitter gelooft ookdat het niet zal voorkomen
doch zegt, dat het geval zich toch zou kunnen voordoen.
De heer IV. A. Ochtman zegtdat bij gewone tijen
daarvoor geen vrees behoeft te bestaan doch bij gestadigen
Oostenwind kan het noodig zijn.
De heer de Crane meent, dat men in zulk bjzonder
geval de schepen aan de Nieuwe Haven kan laden.
Over het amendement van den heer Schneiders, in
stemming gebragtstaken de stemmenzoodat de beslissing
in eene volgende vergadering zal plaats hebben.
Yóór stemden de heeren de Crane, van Kinschot, van
Manen, Schneiders, Goemans en S. J. Ochtman.
Tegen de heeren Zuurdeeg, Moolenburgh, Boe je, Houwer,
W. A. Ochtman en de Jonge.
Op voorstel van den heer W. A. Ochtman wordt ver
volgens besloten met 11 stemmen tegen '1die van den
heer Goemansom aan den heer van der Vliet de gevraagde
oppervlakte grond in gebruik af te staan, behoudens de
beslissing die nader omtrent het wegbreken van den dam
zal worden genomen.
Daarna wordt met algemeene stemmen aangenomen het
voorstel van Burgem. en Weth.betreffende het in gebruik
geven van grond aan den heer J. Lopse Hocke,
Op voorstel van Burgem. en Weth. besluit de Raad:
1 af te schrijven van H. XArt. 1 (Onv. Uitgaven)
begrooting 1882, en over te schrijven op:
a. TI. II, Afd. I, Art. 6 (Vergoeding aan het Rijk
voor invordering van opcenten ten behoeve der gemeente
geheven op de grond- en de personele belasting) 2,35
b. IT. Ill, Afd. II, Art. 8 (Onderhoud van de begraaf
plaats en het lijkenhuis)f 9,36
c. TI. IXArt. 20 (Kosten vallende op het verkoopen
van kapitaal ingeschreven op het Grootboek) f 3,65
2°. aan J. B. Notermans, wegens vertrek uit de ge
meente, afschrjving van hoofdehjken omslag te verleeuen,
tot een bedrag van f 9,80.
De Voorzitter deelt mede, dat op den 16 Mei 1,1. de
openbare aanbesteding is geschied van de jaarljksche onder
houdswerken en dat aannemers zijn geworden van het:
le perc. (Openbare gebouwen) J. van Djke, voor f 3140,
2e (Kaaimuren) H. C. van den Ende, 897,
3e (Beschoejingen en paalwerken)
J. van Djke,1690,
4e (Bruggen) C. Bartels, 1439,
5e (Dig'tste sas, sashuisje enz.)
H. Besaans,s 375,
6e (Riolenputten en waterleidingen)
II. C. van den Ende598,
7e (Schoolgebouwen voor het Middel
baar Onderwijs) J. Bartels, 872,
8e (Schoolgebouwen voor het Lager
Onderwjs) J. Bartels, 1404,
Voor kennisgeving aangenomen.
Bj monde van den heer van Kinschot wordt namens de
daartoe benoemde Commissie verslag uitgebragt, over de
in hare handen gestelde rekening en balans der gasfabriek
en de rekening van den straatweg tusschen Zierikzee en
Brouwershaven.
Overeenkomstig het advies der Commissie worden zij
goedgekeurd zooals zij z jn ingediend
a. de rekening der gasfabriek
in ontvang opf 43257,54=
in uitgaaf op42681,64
met een goed slot van 575,90=
b. de winst- en verliesrekening dier fabriek, aanwjzende
eene winst van f 163,96s;
c. de balans dier fabriek, bedragende aan baten en
lasten 54044,12s, en waaruit blijktdat de fabriek nog
aan de gemeente gedebiteerd staat voor f 53769,04;
d. de rekening van den straatweg tusschen Zierikzee
en Brouwershaven
in ontvang op f 2849,33
in uitgaaf2490,99s
en met een goed slot van f 358,33s
De lieeren Houwer en W. A. Ochtman hebben zichals
leden der Commissie voor de gasfabriekvan medewerking
aan het besluit, betreffende de rekening en balans dier
fabriek, onthouden.
De rekening van den straatweg tusschen deze gemeente
en Brouwershaven zal aan het gemeentebestuur van laatst
genoemde plaats ter goedkeuring worden toegezonden.
De heer Boeije brengt verslag- uit, namens de Commissie
belast geweest met het onderzoek der rekening van het
Burgerlijk Armbestuur over 1882. Het advies strekt tot
goedkeuring dier rekening zooals zij is ingediend,
in ontvang opf 10465,48
in uitgaaf op8844,26s
met een goed slot van ~7 1621 215
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De heer Boeje verlaat de vergadering.
Tot leden van het stembureau voor de in Juij a.s. te
houden verkiezing van raadsledentengevolge van de
periodieke aftreding der heeren W. A. OchtmanJhr. Mr.
J, W. D. Sohuurbeque Boeije, 8. J. Ochtman en M. C.
de Crane, worden benoemd de heeren Moolenburgh en
Goemans, terwjl de overige leden worden benoemd om
als plaatsvervangers op te treden.
De Voorzitter sluit na omvraag de vergadering.
Snelpersdrukkerij van H. LAKENMAN te Zieriksee.