Binnenland.
einde doen nemen; en elke opdrijving der staats
uitgaven bestrijden, die onze financiën verwoest,
en een partij in den lande begunstigt, omdat
zij anders gelooft, dan wat wij op grond van
Gods woord belijden."
Natuurlijk zal men dan nog niet zoo onmid
dellijk er toe overgaan om „aan het goddelijk
elk mensckelijk gezag te onderwerpen" door
brandstapel, worgpaal, smoorzak en kerkerhol,
dat zou alleen in uiterste instantie kunnen ge
beuren als die suoode liberalisten maar bleven
volharden in hun twijfel of dr. Kuyper en zijn
kornuiten wel deugdelijk de deurwaarders en
wilsuitvoerders, de sprekers en handelaars voor
Onze Lieve Heer waren.
Er zal dan ook, altoos volgens datzelfde
strooibiljet, een einde komen aan ,,'t hemeltergend
dwepen met een schoolmeestersvergodend onder
wijs, dat de Nederlandsehe jeugd aan ongeloof
en materialisme prijs geeft." Waarlijk dat is al iets.
Er zal dan ook korte metten gemaakt worden
met „het God- en menschenonteerend onrecht,
voortdurend het deel der natie aangedaan, dat
nog altijd voor het goddelijk gezag buigt."
Wat dat „goddelijk gezag" eigenlijk is, dat weten
natuurlijk dr. Kuyper c.s. alleen en die zullen
't als hun ure gekomen zal zijn, der geloovige
schare wel zeggen. Waarlijk dat is al weer iets.
Als vooreerst het liberalisme maar genekt
wordt, dan zullen we wel verder zien. Eu daar
toe komen we van daag wellicht een stapje
nader. Niet? Wanneer dan? Er moet aan de
akeligheid toch een eind komen.
ZIERIKSEE, 12 Juni 1 8 8 3.
Zaterdag tegen den avond is hier boven de gemeente
een zwaar on weder losgebroken, gepaard met een
stortregen en hagelbui zoo zwaar en aanhoudend, als
we in jaren niet hebben beleefd. In vele woningen
leed men min of meer overlast van het water of
kreeg schade aan meubelen enz.
Op een hofstede onder de gemeente Zonnemaire-
Bommenede is de bliksem ingeslagen en heeft in
drie kamers sporen achtergelaten. Een jong meisje,
dochter van den bewoner, werden de kleederen ge
zengd en een zoon was als verstijfd van schrik.
Gelukkig ontstond er geen brand.
Vooral naar aanleiding der verkiezingen is het ge
weeklaag en het lawaai over de dure scholen en de
vele kosten van het onderwijs op schromelijke wijze
aangezet. De clericale verkiezings-agenten hebben 't
land letterlijk plat geloopen om toch de menschen
maar op hun gevoelige plek, de beurs, te kunnen
trappen en breed uit te meten hoe 't onderwijs geld
kostte, imillioenen bij millioenen. Elk jaar op nieuw
fabelachtige sommen!" (zie een strooibiljet in het
district Alkmaar verspreid door de Vreest God eert
den JCom«^-clericalen.) Elders braakten de als ver-
kiegings-agenten ijverende dienaren des woords"
al hun gal uit tegen de school paleizen der onge-
loovigen" en tegen de hemeltergende god- en mensch-
onteerende schoolmeesters vergoding" (sicKortom 't
was walgelijk.
is. Nu en dan hoorde ik in de verte een rund loeien
en dat klonk als kwam 't geluid uit een oneindige
verte, 't Was alsof zich allengs een geheel nieuwe
wereld onder mijn starende blikken ontrolde en voor mijn
luisterende ooren onbekende harmonieën deed ruischen.
Kortom, ik genoot; ik had neiging tot mijmerij en
mysticisme en daarvan zal :t wel gekomen zijn dat ik zelfs
nog meer in die water- en luchtwereld zag en hoorde
dan er voor de zinnen was waar te nemen. Ik genoot,
ik was gelukkig, doch juist niet door 't hengelen; want
ik kreeg maar niet »an".
Een enkelen keer meende ik wel en goed »an" te
hebben en secuur ook. Ik had in mijn mijmerij niet
op mijn sim gelet en zie, daar viel er mijn aandacht
weêr op en bleek 't, dat mijn heele dobber verdwenen
was, onder water, 't Was of er een telegram langs
't snoer en den hengel uit de natte diepte kwam naar
mijn hand en hart. Ik deed een ruk - veel te krachtig
zonder twijfel, maar er brak toch niets - toen haalde
ik op en dat ging heel geleidelijkwant het voorwerp
dat ik beet had bood enkel den tegenstand van zijn
zwaarte't was een losgeraakte dikke kalmuswortel.
Ik was wel verplicht het ding geheel op te halen om
er mijn haak uit los te krijgen. Eenigszins verlegen
zag ik den kant uit waar Kees zat, doch nu bleek
het mij, dat ik al visschende en droomende een heel
eind van hem afgesukkeld wasik zag hem nog slechts
als een bruin hoopje aan den waterkant zittenon
bewegelijk als een blok. Hij had mijn mal figuur niet
Maar niet alleen was 't walgelijk, 't was ook ai
heel dom gelogen.
Immers de menschen, die kinderen hebben, zouden
toch al zeer diep gezonken moeten zijn als zij niet
met genoegen zagen dat hun kinderen in goede school
gebouwen zaten, in plaats van zooals voorheen in
krotten, die vaak slechter waren dan stallen van dieren.
Een 25 jaar geleden was er in den Haag nog een
openbare school met meer dan 500 kinderen gevestigd
in een ouden paardenstal en hooischuur der kavalerie,
doch die sinds vele jaren als stal of schuur niet meer
deugde en afgekeurd was.
Geslachten door heeft Nederland de scholen, waar
zijn kinderen 6 a 10 jaar van hun jonge leven in
moeten zitten, schromelijk verwaarloosd. Eindelijk is
er verbetering gekomen en nu zou dat ongepaste
weelde zijn!
Het is niet tegen te spreken, dat er aan sommige
nieuwe schoolgebouwen geld vermorst is en dat van
de vóór een tien a twintig jaar gebouwde scholen
eenige als scholen verknoeid zijn. Dat kwam omdat
voor den schoolbouw toen allen werden gehoord, doch
geen onderwijzers, die er toch in werken moeten.
Ook dat is al veranderd en verbeterd.
Maar het is onwaar, het is kortweg gelogen, dat
over het algemeen de nieuwe scholen te kostbaar zijn
en dat het goede geld der natie daaraan wordt ver
kwist. Zelfs op dit oogenblik heerscht in eiken tak
van openbaren dienst - de kazernes nog uitgezonderd -
veel meer weelderigheid, dan bij 't onderwijs.
Een treffend voorbeeld levert N.-Brabant op. Daar
zijn 30 nieuwe scholen en 20 nieuwe onderwijzers
woningen gebouwd voor ruim f 400,000; terwijl de
enkele cellulaire gevangenis te Breda is aangenomen
voor ruim een half millioen. Om dus 4000 a 5000
schoolkinderen te plaatsen en 20 onderwijzersgezinnen
te huisvesten geeft men 4 ton uit, - om 200 boeven
in afzonderlijke kamertjes te logeeren besteedt men
ruim 5 tonRicht de openbare school nu 's Lands
financiën te gronde, of in casu de huisvesting der boeven
Een ander voorbeeld. Die 30 nieuwe scholen en 20
onderwijzerswoningen in N.-Brabant kosten ongeveer
evenveel als er vertimmerd en versmeerd is aan één
enkel oud oorlogsschip voor de opleiding van licht
matrozen. De beide opleidingsschepen te Amsterdam en
Rotterdam hebben de laatste paar jaren meer gekost, dan
misschien 40 nieuwe scholen, die nu toch wel een halve
eeuw dienst kunnen doen, terwijl de bedoelde oplei
dingsschepen misschien over een jaar voor afbraak
verkocht zullen worden, als er een Minister van Marine
aan 't roer komt,: diede jongens aan den wal wil
laten logeeren en schoolgaan.
Een ander voorbeeld. Er is sinds een jaar of tien
al niet veel mindër, ja vermoedelijk meer geld uit
gegeven voor zelfregistreerende peilschalen, die - tusschen
haakjes gezegd - in den regel weder omvallen als ze
een poosje gestaan hebben, en waarvan 't nu ofschoon
we 't niet ontkennen vast geen tonnen gouds waard
is, - dan voor nieuwe dorpsscholen, 't Zou ons ver
wonderen als de nieuwe peilschaal te Veere niet, wel
uitgerekend, meer kost dan de nieuwe school aldaar.
Men moest toch wat eerlijker zijn in de bestrijding
van het openbaar onderwijs.
Het ergerlijkste is nog, dat de clericalen hun schapen
voorspiegelen dat zij, als ze maar aan 't roer komen,
veel goedkooper huishouden zullen. Nu, de scholen
vinden ze dan kant en klaar; vele posten voor het
onderwijs, b.v. het grootste gedeelte der kosten voor
de normaalscholen, zijn nu reeds ingetrokken, nu
zij intusschen ook al geëxploiteerd zijn door de
gezien. Mijn worm zag er erbarmelijk uit, verbleekt
en uitgeweekt van 't water, slap en miserabel, wezenlijk
geen uitlokkend aas voor een happigen baars, een
gulzigen zeelt of hongerigen brasem. Een nieuwe worm
werd aangeslagen, de arbeid op nieuw begonnen, en
ook al dra ontrolden zich de visioenen weêr, die de
waterwereld daar aan mij openbaarde.
De natuur heeft echter haar eischen en de mijmerij
haar natuurlijke grenzen. Al durfde ik 't mijzelven in
'teerst niet bekennen, 'twas toch waar, dat 't mij
wat 't visschen betreft tegenvielhad ik nog maar
eens »an" gekregen; doch geen der geschubde vliet-
bewoners nam eenige notitie van mijn wormpjes. Vrij
wat vlugger dan ik gegaan was, keerde ik in de
richting naar Kees terug en kwam eindelijk weder
bij hem.
Heb jij al »an" gehad, Kees?
't Moch watgeen leven, bromde hijdoch dat kon
nu niet anders, ik wist het wel. Zit-i-d'er nog?
Onzen concurrent had ik glad vergeten en ik vroeg
dus dood onnoozelwie, Kees
Wel dien andere, hij zal toch nu al wel uitgerukt
zijn, denk ik.
Zooals Kees daar zat, kon hij ook werkelijk den
anderen hengelaar niet zien zitten. Ik ging op 't hoogste
van de vlietkade staan en keek eens uit; hij zat
er nog.
Jan zit er nog, Kees, zei ik.
Ondertusschen zag ik nu, dat het kleine dobbertje
clericalen om er tegen te razen. Dat alles zullen
dus de clericale Ministers der toekomst in hun voor
deel treffen. Maar zullen zij dan geld gaan uitdeelen
aan het volk? Zullen zij belastingen verminderen?
Lijst van candidaten voor de verkiezingen van 12 Juni.
GroningenMr. S. van Houten aftr. lid, liberaal
Jhr. Mr. W. J. Quintus, lib.; Jhr. Mr. O. Q.
van Swinderenanti-revolutionair en Kath.
Appingedam: Mr. D. de Ruiter Zijlker, aftr. lid,
lib.; dr. J. Nederhoed, anti-rev. en Kath(
Winschoten: Mr. J. W. J. baron de Vos van Steenwijk,
aftr. lid, lib.; prof. mr. B. J. Gratama, anti-rev.
en Kath.
Assen: Jhr. W. A. van der Feltz, aftr. lid, lib.;
Mr. G. W. baron de Vos van Steenwijk, lib.Jhr.
Mr. M. A. de Savornin Lohman, anti-rev. en Kath.
Leeuwarden: F. Lieftinck, aftr. lid, lib.; Jhr.
Mr. M. A. de Savornin Lohman, anti-rev. en Kath.
Sneek: Mr. Ph. van Blom, aftr. lid, lib.; - W. M.
Oppedijk, anti-rev. en Kath.
Dokkum: Mr. W. A. Bergsma, aftr. lid, lib.;
Mr. U. H. Huber, anti-rev. en Kath.
Steenwijk: G. II. Thomassen a Thuessink van der
Hoop, aftr. lid, anti-rev. en Kath.mr. A. J.
Dijckmeester te Deventer, lib.
Zwolle: A. baron van Dedem, aftr. lid, anti-rev.
en Kath.Mr. S. J. van Roijen, lib.
Almeloo: Mr. J. R. Oorver Hooft, aftr. lid, cons,
en Kath.Mr. A. van Laar, lib.J. van Alphen,
anti-rev.
DeventerMr. P. Blussé, aftr. lid. lib.Mr.
A. P. R. C. baron van der Borch van Verwolde,
anti-rev. en Kath.
ZutfenW. G. baron Brantsen van de Zijpe, aftr.
lid, anti-rev. en Kath.Jhr. Mr. J. G. van Test, lib.
Arnhem: Mr. H. C. Verniers van der Loeff, lib.
(de heer A. Kool, aftr. lid, bedankte); A. baron
Schimmelpenninck van der Oye, anti-rev. en Kath.
Nijmegen: Jhr. Mr. C. J. C. H. van Nispen tot
Sevenaer, aftr. lid. Kath., en A. E. Reuther, oud-Min.
van Oorlog, Kath.K. W. van Gorkom en Mr.
Most, lib.(mr. C. J. A. Heydenrijck, aftr. lid,
Kath., werd benoemd tot lid van den Raad van State).
Tiel: Mr. W. H. de Beaufort, aftr. lid, lib.;
Jhr. Mr. G. J. Th. Beelaerts van Blokland, anti-rev.
en Kath.
Amersfoort: T. W. C. P. graaf van Bylandt, aftr.
lid, anti-rev. en Kath.K. W. van Gorkom, lib.
Utrecht: J. N. Bastert, aftr. lid, lib.; J. E. N.
baron Schimmelpenninck van der Oye, anti-rev. en Kath.
Hilversum: Mr. T. B. baron Mackay, aftr. lid,
anti-rev. en Kath.
HoornK. de Jong, aftr. lid, lib.Jhr. Mr.
M. A. de Savornin Lohman, anti-rev. en Kath.
Alkmaar: Mr. J. L. de Bruyn Kops, aftr. lid, lib.
Jhr. Mr. M. A. de Savornin Lohman, anti-rev.
W. Bos. Kath.
Amsterdam: Jhr. Mr. J. W. H. Rutgers van Rozen
burg, J. Dirks en Mr. J. G. Gleichman, aftr. leden,
lib.; A. baron Schimmelpenninck van der Oye,
H. W. van Marie en Jhr. Mr. M. A. de Savornin
Lohman, anti-rev. en Kath.
Haarlem: W. de Meijer, aftr. lid. lib.; Mr.
A. H. M. van Berckel, Kath.
Haarlemmermeer: Mr. F. J. M. A. Reekers, aftr.
lid, Kath.Mr. D. Visser van Hazerswoude, lib.-
J. Esser, anti-rev.
Leiden: 0. baron van Wassenaer van Catwijck,
aftr. lid, anti-rev. en Kath.D. Hartevelt, lib.
van de fijne deegsim van Kees telkens danste en
bewoog, alsof er wel degelijk visch bij was.
Je krijgt toch gedurig an, zei ik en het deed mijn
reeds vrij wat verdorde illuzie over den uitslag van
de visscherij weêr ontluiken.
Altemaal klein goed, bromde Kees, dat speelt maar
met de simje hebt er maar last van. Kijk, zoo zijn
ze, en nu deed hij een haal en ik zag tusschen water
en wind en zelfs nog even boven water een vischje
spartelen van een vinger lang, doch Kees was zulk
een behendig visscher dat hij 't beestje zeker niet
eens veel zeer gedaan heeft met 't op te halen en
weer te doen losslippen.
Zouden we nu niet een boterham nemen, Kees?
vroeg ik.
Wel ja, jongen, eet jij maar als je honger hebt.
Dat 's gezond, dat komt van de ochtendlucht. Heb je
'tniet koud gehad en heb je geen natte voeten?
De goede oude man was zorgzaam genoeg. Dat
hebben ruwe menschen meer. De ruwigheid zit dan
enkel maar buiten op en komt van 't rollen door de
scherpe en hobbelige paden van 't levenvan binnen
is 't nog gevoelig en zelfs teêr gebleven. Ik heb later
zulk soort menschen altoos graag ontmoet.
Broederlijk deelde ik met den ouden man mijn
boterhammen met worst en hij liet zich deze afwijking
van zijn gewonen regel om als hij »er op uit" was
niets te gebruiken, om mijnentwil welgevallen.
{Wordt vervolgd.)