Treurig gesteld is het nog op sommige plaatsen
met de verzorging van armen en weezen. Te Eede in
onze provincie werd verleden Zaterdag het onderhoud
der armen aanbesteed en werd de verzorging van een
vrouw met haar kind gegund aan den minstbiedende,
en wel voor f 29 per jaar, of 8 cents per dag voor
twee personen
De heer F. H. A. Borret, lid der Tweede Kamer,
verlangt bij de aanstaande verkiezingen niet meer in
aanmerking te komen.
De heer A. Kool heeft aan de Arnh. Ct. omtrent
de reden, waarom door hem het mandaat als afge
vaardigde van Arnhem werd nedergelegd, eenige mede-
deelingen gedaan, om daarvan gebruik te maken. Hij acht
zich te jong om zijne eigenlijke loopbaan, de militaire,
voorgoed vaarwel te zeggen, en hij vreesde, wanneer
hij herkozen werd en nogmaals vier jaar in de Tweede
Kamer zitting had, zijne geschiktheid voor het leger
voor een groot deel te hebben verloren. Wilde hij zich
niet voorgoed aan het parlementaire leven wijden, dan
moest hij het nu wel vaarwel zeggen.
Hierbij komt nog een andere reden. -»Op het oogen-
blik", zegt de heer Kool, »ziet het er niet naar uit,
dat wij op de eene of andere wijze in gewapend
conflict met onze naburen zouden kunnen komen. Die
mogelijkheid bestaat evenwel en dan zou ik geen
oogenblik mogen aarzelen met mijne plaats in het
leger wéér in te nemen. Nu heb ik voor eenige maanden
vernomen, welke werkkring ingeval van mobilisatie
voor mij is weggelegd en deze is zóó veelomvattend
en vereischt zooveel voorbereiding, dat ik mij niet
verantwoord zou achten, wanneer ik daaraan in de
naaste toekomst niet al mijn tijd zou wijden. Met eene
behoorlijke en conscientieuse opvatting van mijne par
lementaire taak is dit niet te rijmen."
Morgen, Zaterdag, gaat de »Willem Barents" naar
zee. De reis heeft ditmaal ongetwijfeld een zeer positief
doel: de opsporing van de Varna" met onze pool
expeditie. Onderscheidene blijken van belangstelling
geeft het buitenland in dezen tocht. Zoo komt naar
Amsterdam de heer Clements Martiham, de secietaris
van het Royal Geographial Society te Londen om de
Willem Barents" uitgeleide te doen. Ook de heer
Leigh Smith, die verleden jaar door de bemanning van
de «Barents" gered werd, komt naar Amsterdam.
Met hem komt ook Sir Allan Young, de beroemde
poolvaarder, eigenaar van de «Pandora", met welke
Kooiemans Beynen twee reizen naar de Poolzee gemaakt
heeft. De heer Grant, die verleden jaar den tocht met
de «Kara" medegemaakt heeft orn de «Eyra te zoeken,
gaat nu met de «Willem Barents" mede als vrijwilliger.
De heer Cordes heeft voor professor Harting (die
door ongesteldheid verhinderd werd dit persoonlijk te
doen) aan Z. M. den Koning aangeboden een stuk
gedegen goud, dat door de regeering van de Zuid-
Afrikaansche republiek aan prof. Harting voor Z. M.
was gezonden. De Koning heeft het geschenk met
bijzondere ingenomenheid aanvaard.
Den 4 Mei was het 45 jaar geleden, dat de Dier
gaarde te Amsterdam werd opgericht. Gedurende al
dien tijd stond dr. G. F. Westerman aan het hoofd
zijn naam is aan die bloeiende en schoone inrichting
onafscheidelijk verbonden.
kelijk schuitje varen, zoo groot zijn die. Ook waren
er heel mooie menschen, maar ook almachtige ieelijke
waren er ook. Dat waren de negers, die daar er net
uitzagen als de bavianen. De mooie menschen die ik
bedoel waren kleurlingen, dat zijn lui zoowat tusschen
de blanken en de zwarten in, weet je. Die waren heel
knap en vooral de jonge meisjes en vrouwen wat en
ook heel goed en vriendelijk voor ons Hollandsche
jongens. Je kon wel met ken dat die allemaal erg voor
den Prins waren, want daarom waren ze zeker jegens
ons zoo vriendelijk en aanhalig.. Doch dat was gevaar
lijk. Dat had Storrnpie al gauw gemerkt en die zei:
jongens, als we hier niet gauw op onzen dooden rug
willen liggen, moeten we een beetje oppassen op den
rum en op die bruine meisjes met dat mooie gegolfde
haar, en hij had gelijk ook, want al die vriendelijkheid
en die rum en die warmte hebben velen van ons het
leven gekost.
Waren ze dan zoo valsch? vroeg ik. Misschien dat
ook wel, zei Kees. Nu, je zult dat later wel beter
begrijpen.
Een mooi land was het ondertusschen wel. Wij
hadden weinig te doen, ja voerden eigenlijk niets uit,
omdat het er zoo warm was en er was ook niets
voor ons te doen. Daarbij kwam nog dat vele Engel-
schen ziek werden en al blij waren dat ze in het
leven bleven.
i) Kees sprak hier zeker van de Victoria regia, die
inderdaad in die streken wast.
De heeren Adlon en Todt, die volgens H JSl. v. d. D.
aan pachtsom en inrichting hunner établissementen
op het tentoonstellingsterrein pl. m. f 200,000 betalen,
hebben reeds voor ongeveer f 10,000 aan glaswerk
ontpakt. Het schijnt dus, dat zij heel wat bezoek ver
wachten.
Bij gelegenheid van de feestelijke viering van het
25jarig bestaan der Stearine-kaarsenfabriek «Gouda"
te Gouda, hebben de aandeelhouders op voordracht
van commissarissen besloten een voorzorgskas te stichten
voor de werklieden en beambten der fabriek en als
eersten stap tot de uitvoering een som van f 50000
gestort, terwijl voorts elk jaar 10 °/0 van de netto
winst voor dit doel zal afgezonderd worden. Dit is
een schoone zaak en hoogst navolgingswaardig, te meer
daar men 't toch als bewezen mag aannemen, dat de
werklieden zonder bijzondere en zeer beduidende hulp
van kapitaal nooit een pensioenfonds kunuen tot stand
brengen, dat eenige vrucht kan opleveren.
Het resultaat der Indische bezuinigingswoede slechts
bij één departement wordt door het Bat. Handelsblad
in het volgende welgemeende, doch onwelluidende
anagram uitgedrukt
^aterige wegen,
p>bominable stegen,
Hotaal gemis aan grind,
Ellendige poelen,
fCottende riolen,
stinkende goten,
Hotaal gebrek aan toezicht,
Aanhoudende klachten,
Aanhoudende bandjirs,
Hoonbeeld van bezuiniging.
Benoemingen, Besluiten, enz.
Z. M. lieeft benoemd tot notaris binnen het arr.
Middelburg, ter standplaats de gemeente Aksel, P. Dreg-
mans, cand. not. te Terneuzen, alsmede ter standplaats
de gemeente Kolijnsplaat C. J. Huvers, cand. not,
te Utrecht.
Z. M. heeft met ingang van 1 Mei benoemd tot
surnumerair bij het vak der posterijen o.a. A. J. Stoop.
Belast met de administratie van de 2e afd. van
het 3e regt. veldartilleiie te Bergen op Zoom de
le luit. adj. N. A. F. Beijnen, en zulks ter vervanging
van den 2en luit. kwartierm. W. Woudstra, die
tijdelijk gedetacheerd is 'bij de hoofdadministratie.
Door de officieren van het 3e regt. inf. zullen reeds
in deze maand bataljonsgewijze kaderoefeningen worden
gehouden.
Bevorderd tot kapit. le kl. der mariniers de kapit.
2e kl. van het corps C. H. Pilaar.
Kunst, Wetenschap en Letteren.
Eerstdaags zal een aanvang gemaakt worden met
het tweede perceel dei* restauratie van de kerk te
Brouwershaven. Men zal beginnen met de vernieuwing
van de kappen der hoofd- en zijbeulen. Het werk
geschiedt onder de leiding van den heer Margrij.
De Fransche schilder Eduard Manet is overleden.
Als het niet al te heet was gingen wij dan maar
visschen in de rivier en in de kreken of kleine ri
viertjes, die er veel zijn, en daar kon men net zooveel
vangen als men wilde, en allemaal van de mooiste
visschen, ja te mooi haast om ze te dooden en op te
eten. Daar heb ik wel ruisvoorns gevangen van twee
a drie pond zwaar en zoo mooi als goudvisschen.
Men vonder ook allerlei mooie papegaaien, en Brammejte
had er een en die leerde hij pratendoch dat was
meest enkel vloeken en schelden, want Brammetje
had het land, omdat ze ons zoo bedrogen hadden en
wij daar veeleer in een strafkolonie zaten, dan om
er voor Holland en den Prins te dienen.
Toch moet ik zeggen, dat ik er geen spijt van
gehad heb dat ik daar een paar jaar geweest ben,
of eigenlijk nog langer; want we zijn er tweemaal
geweest. Ik zeg maar, je kunt toch maar ergens wezen
op de wereld en in Holland was toen voor ons niets
te halen dan een geweerkogel, omdat ze ons daar
als deserteurs zouden behandeld hebben. Het land
was er alleen maar wat te mooi en te verleidelijk,
zoodat velen van onze Hollandsche jongens de weelde
niet verdragen konden en crepeerden, neem me niet
kwalijk. Ik zeg echter maar: als je goed oppassen
wilt en je zeiven een beetje in acht wilt nemen,
dan kan een mensch veel uitstaan. Wij met ons drieën
bleven altoos maat' als broeders bij elka&r en maakten
het redelijk, en ofschoon we zoo mager werden als
rammen en zoo geel als de Mestiezen zelf, we zijn
toch tamelijk gezond gebleven.
Te Leiden is op 63jarigen ouderdom overleden
prof. R. P. A. Dozy. Hij was sedert 1850 (7?)
professor aan de Leidsche Universiteit, waar hij ge
schiedenis doceerde. Van zijn werken hebben dat over
den Islam en dat over de Muzelmannen in Spanje,
alsmede dat over de geschiedenis van Spanje een
goeden naam gemaakt.
Volgens Figaro is Gustave Aimard in het krank
zinnigengesticht Sainte Anne overleden. Aimard was
in 1818 geboren; kwam als scheepsjongen in Amerika,
waar hij lang omzwierfdaarna deed hij reizen door
Spanje, Turkije en den Caucasus en kwam in 1848
te Parijs terug. Vandaar toog hij weder de wereld
inkwam voor goed naar huis en begon zijn bekende
romans te schrijven, die indertijd schier evenveel opgang
maakten als die van Jules Verne.
De journalisten «van alle landen" hebben wel 't
neusje van de zalm gehad bij de openingsfeesten te
Amsterdam, maar op het eigenlijke openingsfeest werden
zij toch buiten het kringetje der groote ooms en
tantes in het zand gezet.
De inzenders van schilderijen op de Parijsche ten
toonstelling «le Salon", zijn niet allen in hun schik
over de plaatsing hunner stukken. Zoo heeft Jan van
Beers het stukje dat hij inzond met zwart beklad,
omdat het niet goed hing; Vauquelin sneed zijn stuk
uit de lijst en nam het mede om dezelfde reden.
Trouwens, als men het enorme aantal kunstwerken
in aanmeiking neemt, dat de commissie te plaatsen
heeft, kan men best begrijpen dat niet ieder tevreden
kan gesteld worden. En zijn ditmaal in den salon
2420 schilderijen, 800 teekeningen, aquarellen enz.,
1100 beeldhouwwerken en graveerwerken en 160
bouwkunstige inzendingen.
De Zwitsersche Afrika-reiziger Gottfried Roth is
door den zoogenoemden valschen profeet van Soedan
gevangen genomen.
Een visscherman van den Helder heeft in zee onder
Kijkduin opgevischt een antieke glazen bokaal van
circa }/2 liter inhoud met ingesneden figuren, o.a.
een bloemenvaas, waarin een bouquet met leliën. Het
voorwerp was geheel begroeid met schelpen en zee
gewassen.
Met 1 Mei heeft jhr. M. J. de Marees van Swinderen
de redactie van de Goesche Courant nedergelegd.
Men zegt, dat dit is geschied wegens verschil in
politieke beginselen tusschen den heer van Swinderen
en de uitgevers. De eerste zou meer vooruitstrevend
willen werken, terwijl de laatsten meer gestemd zijn
voor het oude liberalisme van '48.
Een zeer merkwaardige luchtspiegeling is den 13
April waargenomen te Olsta, gemeente Sala, 20 uren
westelijk van Upsal in Zweden. Men zag n.l. zeer
duidelijk een in Oosterschen stijl gebouwde stadzij
lag aan zee, had kerken en minarets, terwijl aan den
linkerkant een schoon bosch van cypressen (populieren)
zich vertoonde. Op den voorgiond zag men een zich
bewegenden spoortrein, terwijl een troep soldaten met
hun in de zon schitterende bajonetten langs een weg
trok. Het verschijnsel werd gezien van 8 tot 9 ure
's morgens.
Toen we daar een paar jaar geweest waren kwam
er tijding dat het vrede was; dat was de vrede van
Amiens, en dat zou nu de eeuwige vrede zijn, want
al het oorlogen was gedaan, zei men. We hebben
echter spoedig gezien dat de menschen dat maar
gedroomd hadden en dat de oorlog nog maar goed
zou gaan beginnen. Er weid toen ook verteld dat de
Berbice niet Engelsch zou blijven en weder terug zou
gegeven worden. Nu dachten wij dat wij dan ook
naar huis zouden mogen gaan en dat de Prins weer
in het land was. Maar, larie! De Berbice moest wel
door ons ontruimd worden, doch 't waren de Bataven,
eigenlijk de Fianschen, die ons kwamen aflossen, toen
wij ingescheept zouden wordenik heb er geen enkelen
Hollander onder gezien.
Van ons geheele expeditie-corps daar in de Berbice
was maar een groote 200 man overgebleven, Engel-
schen en Hollanders door elkaar, en wij werden inge
scheept op drie oorlogsschepen. Nu dachten we dat
we dadelijk naar Europa zouden vertrekken, maar de
West is groot en de Engelschen brachten ons toen
op een groot eiland, den naam ben ik vergeten, waar
we op nieuw dienst moesten doen, dat wil zeggen,
waar het luie weelderige leven weder begon.
Na een klein jaar echter gingen wekweder naar
Berbice terug, dat alwéér Engelsch was geworden.
{Wordt vervolgd.)