ziniiksnsnii coiTRAiw.
voor liet arrondis-
sement Zierikee.
1883. No. 29. Woensdag 18 April. 86ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
BEKENDMAKING.
ANTI-NIHILISTISCHE RECHTSPLEGING.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden f 1,Franco per post f 1,
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIE N:
Per gewone regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAKEIV5IAN.
De OFFICIER VAN JUSTITIE te Amsterdam brengt
ter kennisdat in den laatsten tijd aldaar valsche
bankbiljetten in omloop gebracht zijn. Deze zijn zoo
danig nagemaakt, dat een waarschuwing om op zijn
hoede te zijn noodig geacht wordt.
Men kent die prachtige, doch huiveringwek
kende schilderij uit de jonge Vlaamsche school,
waarop een tafereel uit den tijd der Spaanache
dwingelandij is voorgesteld. Het is een straat
gezicht te Antwerpen of Brussel. Men ziet den
ranur van een rechtsgebonw of gevangenis,
de schildwacht staat bij de gesloten poort.
Door een gootgat onder in dien muur, naast
de deur, stroomt bloed naar buiten; de ontzette
gelaatstrekken der voorbijgangers doen zieD,
dat zij wel raden welk bloed dat is. Achter
dien muur wordt de moordlust bot gevierd van
de booze dienaren des dweepzieken dwingelands.
Aan zoo iets gaat men onwillekeurig denken,
als men leest hoe thans de nihilisten-proeessen
in Rusland worden gevoerd. Het zou hoogst
onbillijk zijn den Keizer van Rusland gelijk te
stellen met het monster, dat eens onder den
naam van Philips II onze vaderen heeft ge
kweld en geplaagd; maar, zoo van buiten gezien,
heeft zulk eeu nihilisten proces als dat te Peters
burg den 9 April begonnen is tegen 17 ge
vangenen, veel dat op 't publiek dergelijken
indruk moet makeD, als op bovenbedoelde schil
derij waar te nemen is.
Een politiek proces met gesloten deuren dat
is reeds terstond verdacht, dat moet d. o. zich-
zelve oordeelen. Een speciaal gerechtshof, na
tuurlijk want men is in Rusland onder
voorzitterschap van een generaal, dat kan niet
anders dan verdacht zijn. Gesloten deuren, geen
getuigen, enkel de voor den trenrigen arbeid
gekommandeerde speciale rechters, een 17tal
bleeke, vermagerde, door gebrek en vunze ge-
vangenislucht ontdane gevangenen, waaronder
verscheidene vrouwen, de moeders van twee
dier gevangenen, wien men als gunst had toe
gestaan de zitting bij te wonen, voor 't overige
slechts enkele bevoorrechte toeschouwers zie
daar stof te over voor een tafereel zoo akelig
als de verbeelding dat slechts in Ruslauds
hoofdstad durft malen. Overal elders zou het
voor hersenschimmig uitgekreten worden.
Heel lakonisch schreef gisteren een corres
pondent, dat er waarschijnlijk acht of tien van
de 17 zullen ter dood veroordeeld worden; de
anderen gaan dan natuurlijk want het stuk
speelt in Rusland naar Siberië.
Wie zijn die 17 gevangenen? Als ze binnen
geleid worden tusschen twee rijen gendarmen,
herkent men onder hen eenvoudige, misschien
wel domme, geringe inenschen, verder intelli
gente koppen, beschaafde mannen, ontwikkelde,
fijn beschaafde vrouwen, personen uit de hoogere
standen, ja 't is als eeu soort van vertegen
woordiging van het Russische volk. Hartelijk
groeten de arme tobbers elkaar en met bun
vermagerde nilgeteerde kaken trachten ze elkaar
vriendelijk toe te lachen; voor zoover de boeien
't niet beletten omhelzen zij elkander en wie
dat aanschouwen, al zijn 't ook de gegalonneerde
dienaars van 't treurigste militairisme, dat de
beschaafde wereld op dit oogeublik te zieu
geeft, die moeten wel onwillekeurig vol verbazing
en met zekere kille huivering uitroepen: ziet,
hoe lief ze elkaar hebben! Zulke tafereelen zijn
er meer geweest in den loop der eenwen, en
de geschiedenis heeft de personen daaruit reeds
lang geoordeeld.
Het spreekt van zelf, dat wij de revolutionaire
beweging, die sinds lang in Ruslands ingewanden
gaande is en nog verre van onderdrukt schijnt,
niet gelijk willen stellen met den heiligen opstand
der Nederlanders tegen den tiran van 't Escu-
riaal en zijn kwaadaardig beulenrot; maar toch,
de heerschappij van dien tiran wilde men staande
houden met dergelijke middelen als waarmede
de heevschende partij in Rusland 't Cesarisme
wil handhaven, gelijk dat daar is.
Laat ons aannemen, dat Czaar Alexander III
niet zoo erg is als zij die hem dienen, of
schijnen te dienen, want wie in Rusland als
beulen en rechters optraden waren niet altoos
de oprechte dienaars der Czaren. Is het dan
niet dubbel en driedubbel treurig, dat tegelijk
met de stellages voor de monster electrische
verlichting van 't Kremlin bij de kroningsfeesten,
't schavot wordt getimmerd en de ketenen worden
gesmeed voor de martelaars der menschelijke
vrijheid en de apostelen der politieke en sociale
hervorming van 't rijk der Czaren? Nu ja, de
effecteu-joden van het Westen zullen het noodige
geld wel opscharrelen dat die duizelingwekkend
kostbare en weelderige kroningsfeesten moeten
kosten, zullen zij ook 't geld verschaffen om
voor 't vergoten martelaarsbloed nieuw zuiver
bloed in de aderen van den jammerlijken
zieken staat te gieten
Uit het verhoor van een der beschuldigden
bleek, dat bij hem de meening vaststond, dat de
keizer niet weet hoe 't in zijn rijk en onder
zijn volk staat; de keizer kent den toestand
niet en er was geen middel om hem dien te
doen kennen, dan een soort boerenopstand
teweeg te brengen, opdat de Czaar toch eens
door eigen oogen zien zou. Welnu, als dat niet
zoo isals alles in Rusland eerlijk toegaat en
recht en gerechtigheid daar leven, welk
een sehoone reclame voor de keiz. ;lijke regeering
zou 't dan zijn als men dit nihilisten-proces
eens uitstelde tot drie dagen vóór de kroning
en 't dan hield in de open lncht, vóór het
versierde Kremlin en ten aanschouwe van al
't Russische volk en van al de vergulde ver
tegenwoordigers vau vreemde souvereiuen, en
natuurlijk want het is in Rusland vóór
nog het Moskousche canaille dronken gemaakt
is
Zouden de speciale rechters dat durven
Binnenland.
Zie riks ee, 16 April. In de week van 8 tot 15
dezer zijn alhier in 55 gezinnen de mazelen uitge
broken, waarvan alleen op laatstgenoemden datum 20.
Tot nog toe is de ziekte van een goedaardig karakter.
Als de telegraaf zich niet vergist heeft met het
bericht uit Brisbane van den 14 April, dan vervullen
de Engelschen op zonderlinge wijze den plicht der
gastvrijheid jegens Z. M. Koning Willem III der Neder
landen, Opperheer der Ned. Indische koloniën, en dan
leveren zij tevens een curieuse bijdrage voor de
Internationale Koloniale Tentoonstelling te Amsterdam,
n.l. een staaltje van inbezitneming van koloniën, die
reeds lang door een andere koloniale mogendheid zijn
in bezit genomen.
Het telegram uit Brisbane luidt: »Het bestuur der
kolonie Queensland heeft formeel bezit genomen van
het eiland Nieuw-Guinea".
Het is waar, dat Nederland tot dusver weinig met
Nieuw-Guinea gedaan heeft; het fort Dubus, dat er
vroeger bestond, is lang verlaten en zeker wel in
puin gevallenmaar 't is toch nog slechts een paar
jaar geleden, dat er een Nederlandsch oorlogsschip
naar die streken geweest is om te zien of er nog
inlanders waren, dezen Nederlandsche vlaggen te geven
en hier en daar op in 't oog vallende punten Neder
landsche wapenborden te bevestigen, opdat zooal niet
de naneef, dan de neef of de buurman, zoo deze ooit dit
oord genaakte, zou weten dat daar de Nederlanders reeds
vroeger geweest waren en formaliteiten van inbezit
neming en daarna van inbezithouding gedaan hadden.
In 1605 toch kwam er een Nederlandsch schip van
Bantam; in 1616 bezochten Schouten en le Maire het
eilandlater kwamen er af en toe Nederlandsche
Oost-Indische Compagnieschepen, en in 1705 verkende
Geelvink de Geelvinksbaai. Later zijn er ook wel eens
Engelschen geweest.
Staatsrechterlijk behoorde Nieuw-Guinea altoos aan
den Sultan van Tidore, en daar deze aan Nederland
schatplichtig was, zoo was de Nederlandsche Regeering
als Souverein te beschouwen.
Eerst in 1828 werd een nederzetting op de kust
van Nieuw-Guinea beproefd en 't fort Dubus gesticht,
doch dit werd na 8 jaar weder verlaten. In 1850 deed
een Nederlandsch oorlogsschip er een rondreis om
vlaggen en wapenborden te plaatsen, als een soort van
koloniale musschenverschrikkers, 't welk in 1880 her
haald werddoch als 't bedoelde telegram waarheid
behelst, de Engelschen van Queensland niet heeft af
geschrikt van een annexatie.
Nu moet men erkennen dat ons schijnbezit ook al
heel weinig beteekende, en daar wij toch al koloniën
genoeg hebben, kan die inbezitneming voor ons geen
direct verlies opleverenook zat reeds meermalen een
annexatie door Duitschland in de lucht. Nieuw-Guinea
is n.l. voortdurend bezocht door zendelingen, die zich
de hopelooze taak getroostten om den Papoea's
't Evangelie te brengen, en door reizigers die vooral
't Westelijk deel aan deze zijde der Geelvinksbaai
hebben onderzocht en van wie meer dan eens een
beroep uitging op de eene of andere Europeesche
mogendheid om zich daar te nestelen. In Duitschland
is er meermalen aan een inbezitneming gedacht; wij
zeggen niet door de Duitsche regeering, maar door
individu's. Thans zullen de Engelschen 't inpakken of
reeds ingepakt hebben, voor den neus van onzen
Koning weg.
Als politiek feit heeft dit wel eenige beteekenis, en
als wij het toch niet mogen of kunnen houden,
zouden wij het liever hun gunnen dan den Duitschers,
die maar liefst zoolang mogelijk in Indië buiten de
deur gehouden moeten worden.