BIJVOEGSEL I BIJ DE lie reau AM. tt. V VERGADERING VAN DE!V GEMEENTERAAD ZIERIKZEE, n accuraat Binnen- en. bladen igen bij digd. eriksee. ZIERIKSEESGHE C gehouden den 11 April 18S3. Voorzitter Mr. J. P. H. Ermerins, Burgemeester. Waarnemend Secretaris, de heer J. G. Bethe Commies- Griffier ter Secretarie. Afwezig zijn bij de opening der vergadering, de heeren van Kinschot, met kennisgeving, Schneiders van Greijffens- werth en Mulock Houwer. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering worden voorgelezen en goedgekeurd. De Voorzitter geeft te kennen, dat hij wenscht over te gaan tot de beëediging van den heer J. P. van der Lek de Clercq als Secretaris dezer gemeente en verzoekt daarna den waarnemenden Secretaris, genoemden heer binnen te leiden. De waarnemende Secretaris leidt den heer de Clercq in de vergadering, waarna deze in handen van den Voorzitter de eeden aflegt, voorgeschreven bij art. 83 der Grondwet en art. 100 der Gemeentewet. Daarop houdt de Voorzitter eene toespraak tot den beëedigde, waarin hij hem welkom heet in zijne nieuwe betrekking, hopende dat hij die zal mogen bekleeden tot nut van deze gemeente en tot zijn zelfvoldoening. Heeft de beëedigde, die hier geboren is, zich aan de Hoogeschool te Leiden bekwaamd voor eene maatschappelijke loopbaan, uit de rigting zijner studie is gebleken dat hij de voorkeur gaf aan een administratieven werkkring. Spr. wenscht hem thans geluk, dat hem reeds zoo spoedig het voorregt is te beurt gevallen, deze betrekking te mogen bekleeden. In 't kort den werkkring van den Secretaris nagaande, zegt hij te hopendat deze met ijver zijne taak zal uitvoeren en zoowel tot de leden van den Baad als die van het Dagelijkseh Bestuur in aangename verhouding zal staan, zooals steeds met den Secretaris het geval is geweest. Van zijn kant zal de Voorzitter als Burgemeester, trachten de taak van den Secretaris te veraangenamen en vergemakkelijken. Hij beveelt hem ook daartoe de ambtenaren ter Secretarie aanin wie de benoemde veel steun kan vinden. Hij wenscht, dat door de wijze waarop hij zijne betrekking bekleedtde belangen der gemeente zullen worden bevorderd verklaart daarop den heer de Clercq als Secretaris geïnstal leerd en verzoekt hem den voor hem bestemden zetel in te nemen. De waarnemend-Secretaris verlaat de vergadering. De heer Mulock Houwer is ter vergadering gekomen. De heer de Clercq, zijne plaats ingenomen hebbende, betuigt zijn dank aan den Voorzitter voor het door hem gesprokene, aan de leden van den Baad voor het vertrouwen dat ze in hem hebben gesteld, door hem tot deze gewigtige betrekking te benoemen, en ook aan het Dagelijkseh Bestuur, in wiens vertrouwen hij eveneens heeft gedeeld. Hij aanvaardt zijne betrekking met dankbaarheid maar ook met schroom, omdat hij, bedenkende wiens opvolger hij is, meent op verre na niet de voetstappen van zijn voor ganger te zullen kunnen drukken, doch hij zal trachten hem, zij het dan ook in de verte, na te streven. Mogt hij er al in geslaagd zijn aan de Academie eenige kennis op te doen, hij is overtuigd dat die gering is voor de betrek king die hij thans aanvaardt en dat hij de voorlichting van de leden en van Burgemeester en Wethouders zeer zal behoeven, die hij dan ook met aandrang vraagt. Hij hoopt zich het vertrouwen in hem gesteld waardig te maken en eene goede verstandhouding tusschen hem en de leden van den Baad en het Dagelijkseh Bestuur bevorderlijk te zijn. Zijne verhouding tot de Ambtenaren ter Secretarie zal hij zoo trachten te doen zijn, dat hij op hunne hulp zal mogen rekenen. Het is zijn vurigste wensch steeds te handelen in het belang dezer gemeente, die hem om meer dan eene reden dierbaar is. Toejuiching). De heer Zuurdeeg verlaat de vergadering. De Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen, een brief van de Gedep. Staten, houdende magtiging om in gemeen schappelijk overleg te treden met eenige gemeentebesturen betrekkelijk de uitbreiding van het net der grindwegen in Schouwen, welke magtiging krachtens raadsbesluit van den 28 Maart 1.1. is gevraagd. De Voorzitter herinnert wat door hem in de vorige ver gadering omtrenthet plan voor eene uitbreiding der grind wegen in Schouwen is medegedeeld, en dat voor uitvoering van dat plan bijdragen van deze en andere gemeenten noodig zijn. Dat omtrent de hoegrootheid van de bijdrage, die van deze gemeente gevorderd wordt, nog geene juiste opgaaf kan worden gedaan, doch dat Burgem. en Weth. voorstellen, dat de Baad zich zal bereid verklaren uit de gemeentekas toe te kennengedurende de jaren van aflos sing van het renteloos voorschot, twintig ten honderd van de kostenverminderd met het bedrag dat door den polder Schouwen wordt verleend en met de bijdragen van andere polderbesturen of van besturen van gemeenten over wier grondgebied geen der nu ontworpen wegen loopt, tot een maximum van f 600. Mogt de Baad hiertoe besluiten, dan zou daarvan kennis worden gegeven aan de Commissie voor de grindwegen, die daarna kan zien in hoever aan haar plan uitvoering is te geven. De beraadslagingen over het voorstel geopend zjjnde merkt de heer W. A. Ochtman op, dat hij de bijdrage in verhouding tot het belang dat de gemeente bij de nu voorgestelde kunstwegen heeft, te hoog vindt. Toen ill 1865 de kunstwegen werden aangelegd, was het een ander geval: toen kwam er eene verbinding tusschen deze ge meente en de andere gemeenten in Schouwen, doch thans zullen die gemeenten onderling worden verbonden, iets wat minder in het belang dezer gemeente is. Hij vindt daarom de voorgestelde bijdrage te hoog. De heer van Manen vraagt, waarom het initiatief van dezen Baad moet uitgaan en of het niet beter was dat dit van anderen kwam. Als men weet dat deze gemeente f 600 bijdraagtzal dit welligt andere gemeente- of polder» besturen aanleiding geven om minder te doen dan zij voornemens waren. Hij zou het wenschelijker vinden, dat het cijfer eerst door de naaste belanghebbenden en daarna door Zierikzee werd bepaald. De Voorzitter zegt, dat de Dagelijksche Besturen der verschillende gemeenten eene voorloopige bijeenkomst hebben gehad en dat eene zekere percentage vroeger door de Commissie voor de grindwegen is opgemaakt en besproken. Als men nagaat hoeveel door de andere gemeenten wordt bijgedragendan is 20 wel in overeenstemming te achten met de draagkracht dezer gemeente. In 1865 was de bij drage voor deze gemeente meer dan 30 Thans zou Haamstede 14°/o, Kerkwerve en Duivendijke 13% in de kosten dragen. Het denkbeeld isdat door eiken gemeente raad, die er in betrokken is, de bij te dragen som zal worden medegedeeld en dat de Commissie daarna zal overwegen of zij aan haar plan uitvoering kan geven. Ten aanzien der opmerking van den heer Ochtman zegt hij, dat in 1865 het regtstreeksch belang van Zierikzee meer in het oog viel, doch dat hetgeen nu wordt voorge steld, eene voltooijing is van hetgeen toen is gedaan. Als nu elke weg op zichzelf beschouwd wordt, heeft deze gemeente bij velen geen direct belang; doch zij heeft dat bij den weg naar »de Val", die volgens het besluit van den Raad zoo spoedig mogelijk met oude keijen moest worden bestraat, doch waarmede men niet veel vordert omdat de voorraad oude keijen zeer gering is. Het belang dat deze gemeente bij den aanleg der wegen heeft, is wel is waar indirect, doch Burgem. en Weth. meenendat het belang van Schouwen ook dat van Zierikzee is. Spr. meent, dat als de Raad besluit minder te geven dan f 600, er van het geheele plan niet veel zal kunnen komen. De heer Houwer deelt mededat het Waterschap Schouwen reeds heeft besloten een gedeelte der kosten voor zijne rekening te nemen en dat dit gedeelte, ingeval al de ontwor pen wegen worden aangelegd, ruim f 3700 zal bedragen dat ook de polders de Oosteren- en Westeren-ban bijdragen hebben toegezegd, terwijl er ook vooruitzigt bestaat op eene bijdrage van Noordgouwe. Indien deze gemeente bereid is hoogstens f 600 bij te dragen, zullen de Burgemeesters der overige betrokken gemeenten ook van hunne gemeenten de voorgestelde bijdragen vragen. De heer van Manen zegt dank voor de verkregen inlich tingen. Hij neemt aan, dat andere gemeentebesturen naar hun eigen opvatting zullen doen wat zij kunnen, doch het is de vraag of die opvatting juist, is. Zoolang hij dat niet behoorlijk kan nagaan, is het voor hem moeilijk om voof het toestaan eener bijdrage van Zierikzee te stemmen. De Voorzitter geeft te kennen, dat het Waterschap Schouwen reeds een bepaald besluit heeft genomendoch dat nog niet met zekerheid kan worden gezegd wat ieder der betrokken gemeenten zal bijdragen, daar de meesten daaromtrent nog een besluit moeten nemen. De Commissie voor de grindwegen heeft eene verdeeling van de bijdragen der gemeenten ontworpen, die ook is besproken door de Burgemeesters en Wethouders dier gemeenten en daarin komt Zierikzee met 20 voor. Die raming is natuurlijk eenigszins willekeurig; het hangt van ieders persoonlijk gevoelen af, of Zierikzee kan gezegd worden voldoende belang bij deze zaak te hebben om de voorgestelde bijdrage te verleenen. Haar het oordeel van Burgem. en Wetll. moet die vraag toestemmend beantwoord worden en daarom hebben zij hun voorstel gedaan. De heer Moolenburgh herinnert, hoe de loop der zaak is geweest: dat n.l. de berekening door den Voorzitter van het Waterschap Schouwen is geschied, en dat in eene vergade ring van de Commissie voor de grindwegen en enkele besturen

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1883 | | pagina 5