/il KIkSIISMii; COURANT. 1883. No. 20. Zaterdag 10 Maart. 86ste jaargang. Feuilleton. KEES BRANDER. STATEN-GENERAAL. Binnenland. ZIERIKSEE, 9 Maart '1 883. Bij de op 8 Maart 1883 door het Dagelijksch Bestuur van 't Waterschap Schouwen gehoudene aan besteding voor de levering van 1°. '1165 M3. onderhoudsgrind voor de rijbanen der dijken van het Waterschap 2°. 800 M3. dito voor de grindwegen volgens bestek No. 92, bij enkele inschrijving, is aannemer geworden G. van den Berg te Yiane, gemeente Ouwerkerk, voor f '1,59 en f 1,57 per M3. Aangaande de aanstaande reis van H.H. M.M. de Koning en de Koningin verneemt het Hbl. dat H.H. M.M. na den terugkeer uit Engeland niet terstond naar Luxemburg zullen vertrekken, inaar eerst nog te Amsterdam terugkomen om de wereldtentoonstelling aldaar te openen en daarna zou de reis naar Luxem burg plaats hebben. Een niet menigvuldig voorkomend jubilé mag wel heeten dat van den machinist D. van Stigt, die 40 jaren lang gediend heeft op de booten der Yereenigde 's Hertogenbossche Stoombootmaatschappij. De kolonel J. W. Binkes zal den 24 Maart het bevel aanvaarden over het raderstoomschip le kl. »Yalk", liggende te Willemsoord, waai- het gereed gemaakt wordt om de Kon. familie naar Engeland over te voeren. De zware Noord-Wester storm met dichte sneeuw buien, die in 't begin dezer week heeft gewoed, heeft weder groote schade aangericht onder de visschersvloot. Men hoort van vele kleine, maar ook, helaas, van groote rampen. Scheveningen verloor twee bommen, die met man en muis vergaan zijn. De ecne sloeg om in de branding vlak bij het strand, ten aanschouwe van honderden sidderende toeschouwers, die er niets aan konden doen, de andere moet in volle zee omgeslagen zijn. Yan een andere schuit sloeg een man overboord en verdronk. Er schijnt ook een schokker in zee ver gaan te zijn voor Scheveningen. Een te Hellevoetsluis binnengekomen loodskotter bracht bericht mede van drie schokkers, die men heeft zien omslaan en één, die men ondersteboven had zien drijven. Bij Umuiden strandde de Noofdsche bark »Vesta" van Brazilië met koffie. Bij Ouddorp strandde een Urker visschuit met 2 man, die gered zijn, en een verlaten schokker, voerende No. 34, waarvan het volk waarschijnlijk verdronken is. Er zijn daar ook nog twee andere vaartuigen gestrand. Bij de pogingen om de bemanning van het bij IJmuiden gestrande schip »Vesta" door middel van de reddingsboot te redden, is deze omgeslagen en is een man van de reddingsboot gewond, doch geen is er verdronken en later is de equipage van de »Vesta" behouden aan wal gekomen. (Een Volksvertelling.) Wat volksvertellingen zijn, weet ik eigenlijk niet precies. Zijn het vertellingen, afgeluisterd ouder het volk, vertellingen tot het volk, of voor het volk? Ik weet het niet en zal dit maar in 't midden laten doch ik weet waarlijk niets beters aan bovenstaanden titelnaam toe te voegen dan «volksvertelling." Ik heb hem heel goed gekend en herinner mij hem nog heel duidelijk, ja ik zie hem nu als 't ware weer voor mij, dien Kees Brander, en ik wou wel, dat gij hem ook gekend hadt; dan was ik zeker dat gij hem ook wel eens wat van zijn rijke levenservaringen, uit den tijd toen hij «nog in zijn kracht" was, zoudt hebben hooren vertellen, zooals hij dat zoo aardig en origineel gekleurd doen kon. Gij hadt dan ook zeker meermalen een smakelijk bakzootje voor weinig geld van hem gekocht en hem op die manier «begunstigd"; want dat noemde hij hem begunstigen als men hem zijn vangst afkocht, als was 'took tot veel minder prijs dan men op de vischmarkt voor katvisch moest betalen. En wat hij thuis bracht, was lang geen kat visch; want het streed tegen zijn eergevoel en zijn De Brouweishavensche loodskotter No. 2 heeft aan den inloop van het Hellegat mast en tuig verloren en is op den hoek van Bommenede ten anker gekomen, vanwaar, het vaartuig later door de sleepboot «Helle voetsluis" naar Brouwershaven is gesleept. De gestrande Noordsche bark «Haabet" is totaal verbrijzeld. Op de Zeehondenplaat was het masteloos wrak van een klein schip zichtbaar, doch van den vuurtoren van Westenschouwen kon men er geen menschen op ontdekken. Onder Zonnemaire zijn twee aldaar voor de haven liggende schepen verongelukt. Het eene, zijnde dat van schipper L. van Dijk, is bij Dreischor gezonken en ver moedelijk weg, het andere dat van schipper G. Koole, is bij zijn ankerplaats gezonken, doch kan nog terecht komen. Van de Urker visschersvloot hebben vele schuiten schade geleden en zijn er vermoedelijk zelfs eenige verloren gegaan, die door den storm overvallen langs de Hollandsche kust gejaagd zijn en IJmuiden niet hebben kunnen bei-eiken. Voor het gat van Hellevoetsluis zijn vier schokkers omgeslagen en de bemanningen verdronken. Naar men meldt is het kader van het 3e regiment Infanterie thans zoo voltallig, dat er zelfs korporaals- titulair op aanstelling moeten wachten. Maar men verneemt is door de Amsterdamsche justitie aan den Uithoorn een onderzoek ingesteld naar een geval van vermoedelijke vergiftiging van een broeder door zijn broeder. De vermoedelijke dader is gevangen genomen. Te 's Hage heeft een 14jarige ambachtsjongen een knaap, met wien hij twist kreeg, twee messteken in den buik toegebracht. De Rotterdamsche justitie moet er in geslaagd zijn een maker en uitgever van valsche munt- en bank biljetten te achterhalen en vrij stellige bewijzen tegen hem in handen te krijgen door het onderzoek dat zij heeft doen plaats hebben van eenige te Delfshaven in beslag genomen lithografische steenen. Te Vlissingen is bij het binnenhalen van het stoom schip «Zeeland" een sjouwerman uit de boot gevallen en verdronken. Op de werf «de Schelde" aldaar is een werkman van de stelling gevallen en gekneusd en met gebroken arm opgenomen. Omtrent den kassier B. te Bergen-op-Zoom, die het land heeft verlaten, wordt nog het volgende aan de Middelb. Ct. gemeld. Hij was de persoon, die bij de laatste verpachting van de visscherijen te Be.rgen-op-Zoom de pachtsommen zoo hoog opdreef en men vermoedt dat tusschen deze zaak en zijn verdwijning verband bestaatvan andere zijde wordt beweerd dat de oesterzaak in orde zijn moet, doch dat de hem als kassier toevertrouwde gelden verdwenen zijn. barmhartigheid, alsook tegen zijn opvatting van 'tal- gemeen belang, om van «dat kleine goed" mee te nemen, al had hij er ook onder het hengelen niet zelden veel last van. Meermalen ben ik er getuige van geweest dat hij, nadat zijn «sim" een poosje allerkoddigst had staan dansen, eindelijk ophaalde en er dan zoo'n kleine roodgevinde zilverkleurige springer van een duim of zes lang voor den dag kwam. Als ik dan vroeg: »hou-je die, Kees?", dan bromde hij zoo wat en keilde 't beestje weer 't water in. «Die katvisch was toch maar goed for notting", en als je ze weer in 't water gooide «kon ze nog groeien", zei hij dan. Daar was wel iets tegenstrijdigs in dat zeggen, maar tegenstrijdigheden vindt men veel bij barmhartige menschen. Ik wou dat gij hem gekend hadt; dan konden wij nu veel gemakkelijker zoo eens over hem praten, en behoefde ik alles zoo niet uit te leggen en dikwijls 't een en ander te herhalen. Wij jongens noemden hem wel eens Kees den brommer; want brommen deed hij geducht. Zelfs als hij iemand op zijn vriende lijkst «goeien avond!" zei, dan bromde hij nog als een beer en was het of de overigens heel goed ge meende groet uit een roovershol kwam. Dat heeft men soms zoo onder de menscheneen ruw en grof uiterlijk en een gemoed dat toch niet zoo grof en ruw is, of andersom, een heel fijn, temerig en erg Naar men wil, moeten twee Amsterdamsche firma's voor zeer belangrijke sommen in de zaak betrokken zijn. De Rechtbank te Tiel heeft de volgende aanbevelings lijst opgemaakt ter benoeming van een rechter in die rechtbankmr. A. J. Blom, griffier bij het kantonge recht te Tielmr. M. E. Boog, ambt. van het O. M. bij het kantongerecht te Hoorn, en mr. J. P. Cau, subst.-griffier bij de Rechtbank te Dordrecht. Naar men verneemt, zal de heer R. W. J. C. Van de Wall Bake wegens redenen van gezondheid de betrekking van administrateur der Holl. IJzeren Spoor wegmaatschappij nederleggen. Te Leeuwarden heeft zich het zeker zeldzaam geval voorgedaan, dat bij een in den loop der vorige week in de Luthersche Kerk door den zendeling G. Yan Asselt gehouden bidstond een gouden heeren-remontoir- horloge ten behoeve der zending is gecollecteerd. Dezer dagen overleed te Ootmarsum een vrouw, die in het bezit was van een hondje, dat ongeveer 17 jaar oud was. Dit trouwe diertje heeft na het overlijden van zijn meesteres, van wat hem ook voorgezet werd, niets willen gebruiken, zoodat het eenige dagen later den hongerdood is gestorven. Rechtszaken. De magnetiseur Gunter, zijn vrouw en dr. Kimmel zijn door de rechtbank te Middelburg veroordeeld ieder tot 3 maanden celstraf en 100 boete. TWEEDE KAMER. Dinsdag heeft de Kamer een zitting gehouden, waarin eenige kleine wetsontwerpen zijn afgedaan, de nominatie voor de benoeming van een lid van den Hoogen Raad is opgemaakt en nog een soort nabe trachting is gehouden over de stemming, die tot de tegenwoordige crisis heeft geleid. De nominatie voor de benoeming van een Raadsheer in den Hoogen Raad is aldus samengesteld: 1°. mr. S. J. Hingst, rechter in de Arr.-Rechtb. te Amsterdam; 2°. jhr. mr. B. C. de Jonge, president van de Arr.- Rechtb. te 's Hage; 3°. mr. Ph. van Blom, president der Arr.-Rechtb. te Heerenveen; 4°. mr. J. D. Mom Visch, raadsheer in 't Gerechtshof te Arnhem5°. mr. F. A. R. A. baron van Ittersum, vice-president van de Arr.-Rechtb. te Utrecht. De korte discussie, die zich ontspon nadat de tijdelijke voorzitter, de heer Cremers, het voorstel gedaan had om tot nader order uiteen te gaan, is niet van politiek belang ontbloot. De heer De Jong opperde het denkbeeld, dat de Kamer zou afspreken na Pasehen weder bijeen te komenhierdoor zou het land gerustgesteld worden, dat we niet weder zulk een lange, misschien nog langer crisis kregen als die van verleden jaar. Het was zeer begrijpelijk, dat de voorzitter zulk een afspraak vriendelijk geluid, doch van binnen voetangels en klemmen. Ja, ruw was hij een beetje, vooral op 't gehoor af geoordeeld en voor wie hem niet goed kende; doch er zijn ruwe steenen, die meer waard zijn, innerlijk ten minste, dan vele andere, heel gladde en zelfs geslepen steenen. Hem geslepen had zeker niemand, en als men zijn levensloop naging, moest men ook zeggen, dat daar nooit tijd voor was geweest. In den tijd, toen ik hem kende, was het er ook al veel te laat voor, en om de waarheid te zeggen, 't zou jammer geweest zijn als men hem toen nog had willen slijpen en polijsten. Daar was hij anders wel eens bang voor. Meer dan eens, als hij zich niet lekker gevoelde hij liep toen naar de zeventig heb ik hem, ongewoon diep en hol brommend, hooren zeggen«Jongen, als ze dat maar nooit met Kees gaan probeeren, dat ze'm «in een huis doen", dan gaat-i kapot; want zie je, die koeienasie op je ouwen dag; discipline als je soldaat bent, dat gaat best, perfect, dat behoort zoo; maar als je zoo oud gaat worden als ik nou ben, dan zie je daar tegen op. Doch zoolang Kaat leeft dat was zijn vrouw zal dat toch niet gebeuren, dat's wel gloeiend!" Ik meen hem in zulk een bui wel eens een traan te hebben zien wegpinken, of eigenlijk al brommend wegslaan met den rug van zijn hand. Het is ook niet gebeurd. Kees is, gelijk hij altoos vurig gewenscht had, fatsoenlijk op zijn eigen

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1883 | | pagina 1