Zll lïIkSI ISCIli; IMSUM.
voor het arrondis-
seiuent Zieriksee.
1883. No. 17. Woensdag 28 Februari. 86ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Binnenland.
r
j>r,
fcent
it minder.
Keller,
uitmuntend
pis verkocht
t uitslaande
f 0,65.
fegerlijke en
[Jtspannings-
f 1,90.
unstwerken
si. 3,90.
unstwerken
r si. f 3,90.
Ik verklaard
jscheikunde.
het figuren,
f 0,75.
louwen aan
portefeuille,
f 6,80.
druk, 18
f *,-•
feangevende
f 0,90.
leelen, met
f 5.GO.
grootte,
laten in dit
■zich Villa's
ouwkundig
f 10,90.
felle soorten
tooken van
f»n, mengen
f 0,70.
hrlagewerk
plio platen,
Jalouziën,
f 1,90.
Jlollandsche
(rkamenten
f 1.20.
Ij. Met 12
1 f 1,75.
Kat daartoe
f 1,10.
Ickracht.
jjwkunst en
■en, Beeld-
f 12,-
2,50.
prgeilbouw,
f 0,90.
jaie afbeel-
f 1,60.
|ijke bouw-
lornaamste
liaie Villa's
f 6,75.
krachten
hts f 0,70.
machinist
f 0,40.
(teelten- en
gezocht
f 1,90.
I Entwürfc
t voorname
f 1,80.
|et Nederl.
een fraai
sl. ƒ1,90.
in plaats
0,85.
ïlienliaus,
en een-
iitgebreide
f 3,70.
Eg en haar
de platen,
f 0,90.
i dit werk
f V±o
|apier, een
Hieruit
f 2,50.
lit en allen
blad-,
len verbin-
Prachtvol
I sl. f 2,75.
|n de vast-
f 0,50.
j men zet:
lectie, die
ledrag van
5 werken
4 werken
I slaan. Bij
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden f 1,Franco per post f 1,-
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIE N:
Per gewone regel 10 cent. Huwelijks-, Gehoor te
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag' voor de uitgave in te zeilden aan den uitgever H. LAREftJI Aft.
Zieriksee, 26 Febr. Heden werd ten raadhuize alhier
aanbesteed
'1 De levering van materialen voor het onderhouden
der defensiewerken van den Oost- en Westhavendijk
en het leggen van winter-krammat minste inschrijver
was de heer H. C. van den Ende, voor f 2399.
2°. Het vernieuwen der defensiewerken van een
gedeelte van den Westhavendijk bij het Westhavenhoofd
minste inschrijver was de heer J. van Strien, voor
f 1345.
3°. Het verbeteren van het buitenbeloop van den
Oosthavendijkminste inschrijver was de heer J. de
Rijke te Stavenisse, voor f 697.
De gunning is voorloopig aangehouden.
Zaterdag j.l. werd door de Commissie voor de Gas
fabriek en de Straatverlichting alhier aanbesteed: de
levering van 12500 Heet. Engelsche Gaskolen en 200
Heet. Schotsche Pirnie Gaskolen.
Aannemers zijn geworden de II.II. Hofton Young 8c Co.
te New-Castle, de eerste soort a f 72% en de laatste
soort a f 1,361/4 per Heet.
Zieriksee, 27 Febr. Bij de op heden plaats gehad
hebbende opening der stembriefjes ter verkiezing van
15 Gemachtigden in het Kiescollege der Herv. Gem.,
is de uitslag geweest als volgt
Ingeleverd waren '155 stembriefjes, waarvan 8 in
blanco en 2 van onwaarde. Het getal geldige stemmen
bedroeg alzoo 145 en de volstrekte meerderheid 73.
Gekozen zijn de heeren
C. J. Bethe met 138, P. Beuzenberg met 133, C.
van den Bout Cz. met 139, G. de Braai met 138,
J. van der Have met 134, C. Hoogenboom met 133,
J. de Horn met 130, R. Koole met 141, C. J. Kijn
met 140, J. Ochtman Jz. met 139, P. Papeveld met
131, P. v. Wageningen met 132, Machiel Franken
met '136, P. K. de Graaf met 133, J. M. v. d. Dries-
sen Mareeuw met 134 stemmen.
Nu, juist een eeuw geleden, waren wij in oorlog
met Engeland. Van Zieriksee en Vlissingen voeren
toen eenige stoute kapers, die den Engelschen vrij
wat afbreuk deden en meriigen prijs thuis brachten.
Zoo deed de kaperkapitein Gillis van der Os met »de
goede Verwachting", te Zieriksee thuis behoorende,
in Februari 1783 een tocht van '16 dagen en bracht
hier op de reede het Engelsche scheepje »the Friend
ship" met kolen als ballast, en had nog twee
kolenschepen genomen, één van 110 en één van 100
last, terwijl door hem 21 krijgsgevangen Engelschen
naar Middelburg opgezonden werden.
De Vlissinger kaper Jarry, die met «de Vlissinger"
wel' 50 prijzen op de Engelschen had veroverd, sneuvelde
in 't begin van Februari 1783 in een gevecht tegen
een grooten Engelschen oorlogskotter.
Wat moeten dat toch vreeselijk vrome lui zijn daar
in TolenDaar gaven de Rederijkers, met loffelijken
ijver voor de kunst bezield en tevens begaan met
het lot der armen, een voorstelling, waarvan zij de
opbrengst aan de hervormde diakonie schonken voor
de armen, en ziet, die hervormde diaconie wil dat
geld niet aannemen, omdat zij van »zulk" geld niet
gediend is. Wat een zonderling iets is toch die
vromigheid! Door een hoogst eerbiedwaardigen mond
is eens gezegd «maak u zei ven vrienden door den
onrechtvaardigen mammon", en nu zou 't kwaad zijn
de armen te ondersteunen met geld, dat de menschen
voor hun vermaak hebben uitgegeven!
Nu, de rederijkers hebben zich aan de kwaad-vrome
manieren toch niet gestoord en 'het verstooten geld
geschonken aan de spijs-commissie van de Vereeniging
tot wering van bedelarij. Zoo zal het toch wel in
goede handen komen.
Er werden dezer dagen onderscheidene verschijnselen
waargenomen, die aan een zoogenaamd «vroeg voorjaar"
doen denken. De knoppen van vele boomen beginnen
te werken en laten witte puntjes zien. Vroege bol
gewassen ontwikkelen krachtig; de merel en leewrik
laten zich hooren, vliegen en muggen worden tierig,
en soms is de lucht reeds echt lente-aebtig. Niet
ongegrond is echter de waarschuwing van den weer
kundige van het L. Dagbl. om op al dat moois maar
niet veel te vertrouwen, daar er vermoedelijk nog
wel veel koud en guur weer zal komen, vóór lente
en zomer wezenlijk hun intrede gedaan hebben. De
jarenlange ervaring van de heerschappij van den killen
en schralen N. O. passaat, die ook dit jaar wel niet
zal uitblijven, schijnt wel grond voor die waarschuwing
te geven.
Zaterdag is een schoener, denkelijk met hout geladen,
op den Ooster gestrand.
De Gemeenteraad van Terneuzen heeft besloten van
het Rijk aan te koopen eenige perceelen grond, liggende
bij den Oostelijken kanaalarm aan de Oostsluis, en
zulks om die gronden te gebruiken voor gemeente
inrichtingen.
In een der zuiveringslokalen van de gasfabriek te
Vlissingen heeft een ontploffing plaats gehad. De dis
tilleerketel in de salmoniak-inrichting is gesprongen,
waardoor een man, de stoker J. Adriaanse, gedood en
het gebouw nagenoeg geheel vernield werd.
Te Middelburg is een 4 7jarig jongeling uit Vlissingen
van een aankomenden nog niet stilstaanden tram ge
sprongen en niet onbelangrijk aan de voeten en beenen
gekwetst.
Gedurende het jaar 1882 is onze koopvaardijvloot
in schepental achteruitgegaan en wel met 57 zeil- en
stoomschepen, die vergaan zijn of gesloopt, en 23 die
aan buitenlanders verkocht zijn. Daarentegen is de
tonneninhoud vermeerderd, ofschoon er voor die 80
uit de vaart gegane, niet meer dan 30 nieuw in de
vaart gebracht zijn. De vermeerdering van den tonnen
inhoud bedraagt 7934 ton. Men gaat dus nog steeds
voort met al grooter en grooter schepen te varen.
Toch is reeds meermalen door deskundigen voorspeld,
dat de tijd der zeer groote schepen ten einde loopt.
Indertijd werd als een bijzonderheid gemeld, dat
onder een aantal uit Tndië te Harderwijk teruggekeerde
militairen, die daar hun afrekening kwamen ontvangen,
ook een neger was, met den graad van korporaal en
met zeer gunstige reputatie. Het was Jan Kooy, ge
boren te St. George d'Elmina op de kust van Guinea,
gedecoreerd met de Militaire Willemsorde 4e kl., het
zilveren kruis met de gouden kroon, twee eeregespen,
de Atjeh-medailie en de bronzen medaille voor 12jarigen
trouwen dienst.
Van dezen merkwaardigen soldaat heeft de kunst
schilder J. C. Leich te Nieuwediep een levensgroot
portret gemaakt en dit geschonken aan het invaliden
huis te Bronbeek bij Arnhem, waar het in de zaal
is opgehangen.
In het oude mannen- en vrouwenhuis te Winterswijk
zijn dezer dagen twee oude mannen, die in 't zelfde
vertrek sliepen, in denzelfden nacht plotseling gestorven
men vond hen 's morgens dood in bed.
De gedenkpenning, door N.-Brabantsche ingezetenen
bestemd als een blijk van erkentelijkheid aan de
Regeering, wegens de wet tot verlegging van de Maas,
is in de maak. Daarvan zullen exemplaren in goud
worden opgedragen aan Z. M. den Koning en den
Minister Klerck. Verder zal de penning ook in den
handel gebracht worden.
Ter herinnering aan het tweede eeuwfeest van het
groote Geref. diaconiehuis te Amsterdam is een gedenk
penning geslagen.
De bladen gaven dezer dagen min of meer uitvoe
rige verslagen van de feestviering van het tweede
eeuwjaar der Diaconie-stichting te Amsterdam. Niet
onaardig is het daarbij ook de beschrijving te lezen
van de viering van het eerste eeuwfeest dier zelfde
stichting. Men vindt het o. a. in de Ned. Jaarboeken
1783, le stuk, pag. 259 en vlg.
Het feest duurde toen drie dagen, n.l. Zaterdag 22,
Zondag 23 en Maandag 24 Februari.
Het ving aan Zaterdag 's morgens om half tien
met een leerrede van ds. Cuperus als wijk-predikant,
naar Joh. X: 22 en 23, waarbij gezongen werd
Ps. I'll en 't laatste vers van Ps. 41. 's Middags
werden de oude lieden «op groentesoep, 's avonds op
warm brood, rijkelijk geboterd, onthaald. Des Zondags
avonds ontving ieder een buitengewoon smakelijke
boterham en daarbij een gezangboekje, waarin twee
liederen, een op de wijs van Ps. 42 en een ander
op de wijs van Ps. 68.
«De groote feestdag, 's Maandags den 24 Februari,
verschenen zijnde, stonden de oude lieden niet weinig
verzet dat hun des morgens chocolade geschonken
en warm krentebrood voorgezet werd. Ook deelde
Mevr. Beekhuizen eenige beschuiten onder hen uit.
Nadat verder een iegelijk op zijn best uitgedost in
de zaal gekomen en door den "WelEenv. heer Budde
een opwekkende en teedere aanspraak gedaan was,
werd het gezang uit het bovengen, boekje aangeheven
en daarna het slot van Ps. '136 gezongen.
«Aan tafel gekomen zijnde, dischte men op. Me
vrouwen de diaconessen zeiven droegen de spijzen
aan en deze bestonden in doopbaars, ieder een pond
zwaar, vier daarvan lagen op een schotel en bij iederen
schotel werden twee kommetjes saus gesteld. (Er
waren 500 verpleegden aan tafel). Daarna brachten
de edele dienaressen voornoemd gehakt vleesch ter
tafel, voor ieder gast een pond, en tusschen iederen
vier gasten een groote schotel met gestoofde appelen.
De verrukte grijzen werden onder het spijzigen ver-
vroolijkt door een matig glas goeden wijn, dat ver
scheidene keeren op de welvaart der loffelijke Regeeringe,
den aanhoudenden voorspoed der brave weldoeners en
zorgdragende bestuurders en bestuurderessen, onder
het plengen van tranen van dankbaarheid, gedronken
werd. Verder werd weder tusschen iedere vier gasten
een schotel gezet, waarop een' gelijk getal harten,
acht sinaas appelen en papiertjes met thee, koffie en
suiker: deze papiertjes waren evenwel voor de vrouwen
alleen geschikt; de mannen ontvingen daarentegen
pijpen en tabak. Alles wat vafl de spijzen overgebleven
was werd verdeeld, met vergunning aan de gasten,
het naar hunne vertrekjes te mogen meenemen. Na
het eindigen des maaltijds of daaronder werd nog,
tot overmaat van alle weldaden, aan ieder gast twee
zesthalven geschonken.
«Onder de voorgevallen bijzonderheden verhaalt men,
dat een oude vrouw, op de bank geplaatst zijnde, een
eenvoudig maar aandoenlijk dichtstuk tot dankbaarheid
opzeide, en dat zij, daarover toegejuicht zijnde, voor
de vuist een treffelijke aanspraak deed. (Een mislukt
genie was dat wel, die arme ziel.)
«Nadat de oude lieden naar hun kamertjes geweken
waren werd er voor de regenten, regentessen en andere