Buitenland. gemeenteadministratie en gemeentewetgeving van wien wij weten, dat gij gehecht zijt aan Zierikzeedie reeds vóór 23 jarenbij Uwe installatie als Secretaris dezer gemeente hebt verklaarddat Zierikzee om vele redenen U lief' was en die getoond bobt, dat deze ver klaring U ernst is geweest, niet alleen door de getrouwe vervulling- Uwer betrekking, maar ook op andere wijze, waardoor de gemeente aan U verplig-t is; U, die steeds Uwe diensten ten algemeene nutte hebt veil gehad en wiens ondersteuning nooit te vergeefs werd gevraagd. Eedenon te over om aan met volle gerust heid do belangen der gemeente te zien toever trouwen, overtuigd dat die belangen door U met kennis en belangstelling zullen behartigd wordcit. Namens de leden van don Raad en bet Dag-1. Bestuur, zij het mij geoorloofd U de verzekering te geven, dat wij U gaarne onze medewerking en ondersteuning verleenenen dat wij die zullen verleenen met welwillendheid en vriendschappelijke gezindheid, vertrouwende die ook van U te mogen ondervinden. Mogen wij zoo samenwerken tot bevordering van het heil van onze goede stad. Moge tot Uwe voldoening, onder Uw bestuur Zierikzee tot haren ouden bloei terugkeeren. Wil thans Uwe nieuwe betrekking aanvaarden en II voorzien van het teeken Uwer waardig heid dat ik de eer heb U te overhandigen. De lieer Ermerins antwoordt daarop ongeveer aldus Mijne hecrenleden van den Raad Bij 'mijn eerste optreden als Voorzitter in deze vergadering-, g-evoei ik behoefte om eenige woorden tot U te spreken. Ilad ik tot dusver bij Uwe beraadslagingen niet dan eene zwijgende rol te vervullen, van nu af aan zal het mijne taak zijn, U voor te gaan in bet, spreken, Uwe beraadslagingen te leiden en daaraan zelf deel te nemen. Ik voel al de bezwaren verbonden aan die mij ongewone taak, doch iiet zal mijn streven zijndie naar eisch te vervullen en daartoe roep ik Uwe medewerking in. Zonder Uwe medewerking, Uwe hulp en Uwe ondersteuning vrees ik niet te zullen slagen. Mogen onze beraadslagingen strekken ten nutte der gemeente.' Tal van gewigtige onderwerpen komen weldra bij U in behandeling. Een programma te g-evenacht ik bij de vele zaken die ons wachten, onnoodig. Binnen korten tijd zullen wij overgaan tot het behandelen en naar ik hoop vaststellen van oen nieuw reglement van politie. Het is mij aangenaamdat ik dit zal helpen vast stellen, al heb ik slechts een klein aandeel in de voorbereiding gehad. Daarna volgen nog andere strafverordeningen, alsmede de nieuwe n verordeningen op het lager onderwijs. Behalve deze zijn er nog' andere belangen, waarvan ik alleen noem de verbetering- onzer haven, waarvan de overweging niet lang meer zal kunnen uitblijven; de vele andere laat ik daar. Ik hoop dat wij, gij en ik, de kracht zullen hebben in al deze zaken datgene te doen wat kan strekken tot heil van deze gemeente. Als ik bij mij zeiven twijfel heb gevoeld of ik wel de geschikte man was om aan het hoofd dezer gemeente te staandan is die twijfel zoo niet weggenomen, clan toch voor een groot deel verminderd, door de ingenomenheid en harte lijkheid waarmede mijne benoeming door vole ingezetenen is begroet. De daarvan ontvangen bewijzen stel ik op hoogen prijs. Indien liet* voor mij eene eer kan worden geacht door Z. M. den IConing tot Burgemeester dezer - gemeente te zijn benoemdveel grooter eer is mij de instemming en goedkeuring die een groot deel der burgerij bij mijne benoeming heeft getoond. Getuigt die instemming- van groot vertrouwen zij legt mij ook groote verpligtingen op en ik hoop er in to slagen die naar behooren uit te voeren. Kan ik al niet geven die uiterlijke praal, die men bij een hoofd der gemeente zou wenschen, zelfs niet de omgeving' die men bij een burger vader zou verlangenmen noemt genoegen met mijn persoonzooals ik benik geef de ver zekering-, dat ik mijne krachten zal wijden aan de belangen der gemeente. Zierikzee beleeft thans geen dagen van voor spoed; i'andel en nijverheid kwijnen; de land bouw is gedrukt en velen vragen zich af wat er van onze stad komen moet. Doch laten wij niet mistroostig zijn. Ik roep de ontmoedigden toe: houdt moed! sursum corda! heft uw hart naar bovenZierikzee heeft meer dag-en van tegenspoed gehad. Als wij alien samenwerken en doen wat wij kunnendan twijfel ik niet of onze stad, moge zij al niet tot den bloei van voorheen wederkeerenzal herleven. Bedenkt wel: ook na den donkersten nacht, komt zeker een dageraad en een nieuwe dag-. Mogen wij het beleven dat na onze donkere tijden voor onze. stad ook een dageraad volgt en een nieuwe dag! Voor ik eindig, beveel ik mij aan bij de leden van den Raad en inzonderheid bij U, Mijnheer de oudste Wethouder en het oudste raadslid, wien ik nr t genoegen aan mijn zijde zie. Uwe veel jarige ondervinding, Uwe veelzijdige kennis van de behoeften dezer plaats en hare ingezetenen, maken U tot een onwaardeerbaar lid van het 'Dagelijksch Bestuur. U dankzeggende voor de vleijende woorden mij straks toegesprokenbied ik U mijne vriendschap aan. Onthoud mij Uwe vriendschap en welwillendheid niet. Ook bij U, Mijnheer de tweede Wethouder, die evenals Uwe echtgenoote en Uw -beider ouders hier zijt geboren en opgevoed, en door veel lief en leed aan deze' plaats zijt gehecht, beveel ik mij in vriendschap aan. Mogen die banden U nog lang nopen deel te nemen aan het bestuur dezer gemeente en Uwe talenten daarvoor ten beste te geven. Mogen wij allen eendragtig samenwerken om nog- veel goeds voor de gemeente tot stand te brengen. Thans verklaar ik de betrekking van Burge meester van Zierikzee te aanvaarden. De benoemde doet daarop als Voorzitter omvraag en sluit 'vervolgens de vergadering. De beide toespraken werden door het zeer talrijk publiek toegejuicht. Benoemingen, Besluiten, enz. Blijkens kennisgeving door de Commissarissen des Konings aan de Gemeentebesturen, is tengevolge der verliooging van de opcenten op liet zegel van 38 op 50, wijziging gebracht in de voor de buitenlandsche paspoorten verschuldigde rechten, zoodat die thans bedragen f 5,25 voor een paspoort gezegeld act f 2,50, en 9 voor een paspoort gezegeld ad f 5. Door den Min. van Justitie .is bevolen, dat van hier uit geen vporloopige aanhouding in Amerika mag worden geprovoceerd van personen, die in de termen vallen eener officieel aan te vragen uitlevering. De diplomatieke weg moet gevolgd worden overeenkomstig het tr-actaat van uitlevering. Frankrijk. Kon men vermoeden dat reeds zoo spoedig na den dood van Gambetta de Bonapartisten zich zoo krachtig zouden gaan roeren, als volgens de jongste tijdingen is geschied Men weet dat prins Napoleon vroeger reeds meer malen zijn gemoed heeft gelucht in min of meer onschuldige manifesten en' uitlatingen. Onder de Bona partisten was verdeeldheid v.an gevoelen en na den dood van den keizerlijken prins in 't kafferland, verklaarden vele Bonapartisten zich voor prins Napoleon, al wilden zij ook diens oudsten zoon, prins Victor,, des noods als pretendent erkennen. Geheel onverwachts is nu echter prins Napoleon met een manifest voor den dag gekomen, dat belangrijk genoeg is om vermeld te worden en dat wel als een beteekenisvol verschijnsel mag aangemerkt worden. Het stuk werd Maandag morgen op vele plaatsen in Parijs aangeplakt gevonden en wel spoedig door de politie afgescheurd, doch het is in zijn geheel bekend geworden. De prins is later gearresteerd en naar de Conciergerie gebracht. Het stuk is van dezen inhoud, althans in hoofdzaak. Aan mijn Medeburgers. Frankrijk kwijnt. De groote meerderheid der natie is jnet walging vervuld. Zonder vertrouwen in het heden, schijnt zij een toekomst af te wachten, die zij enkel door een kloek besluit zal kunnen verkrijgen. Het uitvoerend gezag is verzwakt, onbekwaam en machteloos. De Kamers zijn zonder leiding en willoos. Do partij, die aan 't bestuur is, miskent haar eigen beginselen, om slechts voldoening te zoeken voor haar onedele hartstochten. Het parlement is verdeeld tot in het oneindige. Reactionairen, gematigden, radicalen hebben elkaar in de regeering opgevolgd. Allen leden schipbreuk. Men heeft u een opbouwende en hervormende republiek beloofd. Leugenachtige belofte. Gij zijt getuigen van voortdurende crisissen, die het hoofd des Staats, de Ministers en de Kamers treffen. De proef van de parlementaire republiek, sedert ttvaalf jaren voortgezet, is volledig genomen. (Dat wil zeiier zeggen »is totaal mislukt, of heeft lang genoeg geduurd.) Gij hebt geen regeering. Het kwaad schuilt in de constitutie, die het land overlevert aan achthonderd senatoren en afgevaardigden. Het leger, het fundament onzer grootheid en veilig heid, (N.B. men vergeet Sedanis prijs gegeven aan de verwaandheid van onbekwame mannen. De administratie is in discrediet gebracht. Dc ambte naren zijn de slaven van de kleingeestigste verkiezings- bclangen. Het land exploiteeren is niet het land besturen. De magistratuur, bedreigd in haar onafhankelijkheid, schijnt eiken dag met haar veiligheid, waarop zij recht heeft, het besef harer taak te verliezen. Onze geldmiddelen worden verkwist. De allereerste voorwaarden voor het openbaar crediet' zijn miskend. Een beursspel, dat zijn straffeloosheid alleen verschuldigd is aan een compromitteerende soli dariteit, heeft alle klassen der maatschappij aangegrepen. De vlottende schuld is tot een hoogte gestegen, die ons crediet bij den eersten schok bedreigt. Ondanks de zoo hoog opgevoerde belastingen is er geen evenwicht op de begrooting. De godsdienst, aangerand door een vervolgziek atheïsme, is niet beschermd. En toch is dit groote belang van elke beschaafde maatschappij gemakkelijker in bescherming te nemen dan elk ander, door de eerlijke toepassing van het concordaat, dat ons alleen den gods dienstvrede vermag te geven. De sociale quaestiën, levensvragen voor onze demo cratie, in welke de staatkundige gelijkheid een betere verdeeling der lasten, ten bate der talrijkste en armste klasse, ten gevolge moet hebben, worden verloochend. Onze handel is ter' neer gedrukt door het. vaarwel zeggen der tractaten van 1860, waaraan wij onzen voorspoed verschuldigd waren. Het belang der ver bruikers en der handelaren wordt opgeófferd. Onze buitenlandsche staatkunde is te kwader trouw tegen de zwakken. Zij is in Tunis in dienst van parti culiere speculanten, zij is lafhartig en onbekwaam in Egypte, waar Frankrijk aanzienlijke belangen te be hartigen heeft. Men kan in het buitenland niet komen zonder een gevoel van diepe droefheid te ondervinden. Ons Frankrijk, onlangs nog zoo groot, heeft thans noch vrienden, noch aanzien. Het vindt bij de meest welwillenden slechts een onver schilligheid, die, pijnlijker is dan vijandelijkheid, en toch is een sterk Frankrijk noodzakelijk in de wereld. Erfgenaam van Napoleon I en van Napoleon III, ben ik de eenig levende, wiens naam zeven m i 1 - 1 i o e n driehonderdduizend s t e mme n op zich heeft v e r e e n i g d. Sedert den dood van den zoon des Keizers heb ik het stilzwijgen bewaard over de staatkunde in haar geheel. De voortgaande proefneming niet willende ver storen, heb ik in arren moede gewacht totdat de ge beurtenissen mij moesten doen spreken. Mijn stilzwijgen was slechts de vaderlandslievende uitdrukking van mijn eerbied voor de rust des lands. Mijn gedrag, mijn gevoelens, mijn denkbeelden zijn stelselmatig gelasterd. Ik heb door verachtend stilzwijgen geantwoord aan hen, die zelfs zoo ver gingen dat zij de zonen tegen den vader zochten op te zetten. Yerfoeiclijke en nuttelooze pogingenMijn zonen zijn nog vreemd aan de staatkunde. De natuurlijke orde wijst hen aan na mij, en zij zullen getrouw blijven aan de ware Napoleontische overlevering. Men heeft gesproken van abdicatie. Dat zal niet gebeuren. Als men meer plichten heeft dan rechten, dan is een abdicatie een desertie. De Napoleons, de gekozenen en de diénaren van het volk, handelen niet aldus. Twee beginselen verdeelen de wereldhet eene dat een hooger recht erkent dan den wil des volkshet andere dat het beginsel van alle macht bij het volk doet berusten. Ik eerbiedig de landen, waar die beide beginselen met elkaar in overeenstemming gebracht zijn. In Frankrijk is het anders gesteld. De vertegenwoordigers van het verleden zijn voor altijd afgewezen. Geen dubbelzinnigheid. Er is geen overeenstemming

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1883 | | pagina 2