ZIERIKZBESCHE COURANT.
voor liet arrondis-
seinen! Zierihzee.
1883. No. 3. Woensdag 10 Januari. 86ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
MIJMERING.
Vergadering van den Gemeenteraad
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden '1,Fr a n co per post ƒ1,
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent;
PRIJS DER ADVERTENTIE N:
Per gewone regel 10 cent. Huwelijks-, Gehoor te
en Doodberichten van 1 6 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van '1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKEAMAN.
Reeds herbaalde malen hebben we met de
pen in de hand gezeten om ouder het opschrift
,,'tJaar 1882" iets te schrijven, een soort van
overzicht of karakterschets van dat jaar, zoo
iets in den trant van de korte jaaroverzichten,
die men 0111 dezen tijd in bijna aile bladen
vindt. Telkens ontzonk ons de moed of verging
ons de lust om 't te volbrengen, en daar we
er niet voor staan gelijk de nieuwe leden der
Fransche Académie, die of ze willen of niet
een lofrede op hun voorgangers moeten houden
bij hun intrede in den bevoorrechten kring,
zoo geven wij 't geheel en al op. Misschien is
'tjammer of verraadt het gebrek aan respect
voor vader Ifronos, als we van 1882 zoo niets
weten te vertellen dat de moeite waard is der
vergetelheid nog op bijzondere manier onttogen
te worden, vve kunnen het niet helpen en
willen niet schrijven tpgen ons gemoed in.
Enkel klaagliederen te schrijven over de onbe
duidendheid van het afgeloopen jaar, dat willen
we ook niet, al schijnt daarvoor ook meer stof
aanwezig te zijn dan voor lofredenen.
Laat dan 1882 rusten in vrede. Dag aan
dag gaan er zooveel onbeduidende menschen
heen, van wie men niels anders weet dan
dat ze geboren waren, geleefd hebben en nu
dood zijn, waarom zou er ook niet zulk
een jaar op mogen doorloopen!
Dit neemt evenwel niet weg, dat men op
een donkeren mistigen winteravond, als men
zoo bij 't degelijke cokesvuur zit te mijmeren,
zich wel eens onwillekeurig kan verdiepen in
overpeinzingen naar aanleiding van de teekenen
des tijds. Was 'tjaar 1882 onbeduidend, wat
wil het anders zeggen dan dat de menschen,
die meer in 't bijzonder door positie, talent,
roeping, ambitie enz. zijn aangewezen om wat
leven iu de brouwerij te brengen, ook zelf
gedaan hebben alsof zij onbeduidende, kleine
menschjes waren? Klein in hun ideetjes,
minnetjes iu bun streven en zoo van zelf on
beduidend in bun verkregen resultaten.
v Het is niet prettig dit zoo aan zijn landgenooten
te' moeten zeggen, maar 'tis tocb nog beter
't maar te zeggen, zich dat pak van liet hart
te werpen, dan de onbeduidendheid en nietig
heid uit te meten alsof ze daardoor grooter
zouden worden.
Inderdaad 1882 heeft veel gezien, dat min
is, of om nu 1882 maar te laten rusten, er
is op dit oogenblik veel dat er maar minnetjes
uitziet.
Zoo hebben we wel eens en nog eens hooren
zeggen en betoogd gelezen dat er zoo iels van
een Grondwetsherziening in de lucht zit. Waarlijk
geen kleinigheid. Sedert 1848 heeft men van
zulk een belangrijke operatie niet gehoord en
toen was iedereen, die er notitie van genomen
had, blij dat zij maar achter den rug was.
Nu zit er weder zoo iets in de lucht, is er
gezegd, geschreven, geprofeteerd tot zelfs in
de hooge staatsvergaderingen. Grondwetsher
ziening, wel men zou zeggen 1 Onwillekeurig
komt ons hier die aardige passage uit een
geschrift van Jochem van Oudere te binnen,
waar hij den vrouwsvader van den kastelein
uit de dorpsherberg, na een gloeiende opwek
king om mee te doen aan de volkswapening
tot verhooging van 's Lands weerbaarheid, de
onnoozele interruptie op de lippen legt:
mijnheer de voorzitter, och, zeg mij eens even
welk gevaar ons dan toch eigenlijk zoo bedreigt,
dat iedereen naar de wapens moet grijpen,
we hebben immers nog den landstorm?
Het is moei dijk te zeggen, wat er van komen
zou als men onder het trommelen op 't klavier
der volks-conscieutieeenseen volks-petitionnement
ging op touw zetten tot ondersteuning van den
noodkreet: Grondwetsherziening! 't Zou wel
gaan de goê gemeente wijs te maken, dat om
't liberalistische goddelooze gebroed van de
aarde te verdelgen en 't arme bedreigde vader
land te redden uit de grijpende klauwen van
vrijheid, vooruitgang, verlichting en degelijke
monsters grondwetsherziening onvermijdelijk
noodig zou zijn; maar al bracht men 'tzóó
ver dat de schare met langgerekte en van ijver
vertrokken gezichten ging roepen: leve de
Grondwetsherziening! dan nog zon men niet
veel gevorderd zijn, want dan zon de vraag
van den ouden man van Jochem van Oudere
weer aan de orde moeten komen: wat wilt ge
dan dat er uit de Grondwet zal gezien of
daarin zal gezien worden 1
Het is waarlijk al meer dan zonderling, dat
er volgens zeggen van dezen en genen grond
wetsherziening in de lucht zit, terwijl niemand
eigenlijk nog schijnt te weten wat er dan toch
alzoo zal moeten veranderd worden, wat er in,
wat er uit moet om die wet goed te doen zijn.
Nu staat men er zoo ongeveer bij als iemand
die in een huis woont en, zich daarin misschien
niet lekker genoeg gevoelende naar zijn zin,
tot het besluit komt zijn hnis te verbouwen,
doch na dit besluit genomen te hebben zich
pas gaat afvragen: nu ja, mijn huis verbouwen,
maar wat zal ik er nu toch eigenlijk aan laten
veranderen? Niet waar, men dient toch wel
vooraf zoowat met ziehzelven eens te wezen
wat men dan zoo al wil uitbreken, wegbreken,
afbreken, tegen deu grond gooien en wat men
er voor in de plaats wil hebben Anders loopt
men gevaar öf te midden van een ruïne te
geraken, die men in een vlaag van onbesuisd
heid gemaakt heeft, óf meu blijft zitten mokken
in zijn onveranderd huis, waar nten intusschen
nu toch meer en meer een hekel aan krijgt
omdat men er al zoo vaak van heeft gezegd,
dat het veranderd moet worden.
(Wordt vervolgd.)
T E
ZIERIKZEE,
gehouden den 6 Januari 1883,
Voorzitter de heer H. G. Mulock Houwer
Wethouder.
Afwezig zijn de HIL Mr. J. Moolenburgh
en W. A. Ochtmanvolgens kennisgeving ver
hinderd, en de heer Zuurdeeg.
De notulen van het verhandelde in de vorige
vergadering worden voorgelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen:
r 1 twee brieven van de Gedeputeerde Staten
houdende terugzending van de goedgekeurde
begrooting der gemeente voor 1883 en van het
goedgekeurd suppletoir kohier van den Hoofde-
lijken Omslag over 1883;
2". drie brieven als voren, houdende berigt
van (1e goedkeuring der raadsbesluiten van 18
December 1.1. tot beschikking over den post
voor Onvoorziene Uitgaven der gemeentebe-
grooting voor 1882, tot af- en overschrijving
van - en op begrootingsposten en tot verkoop
van boomen.
Voor kennisgeving aangenomen;
3°. een brief van de Regenten van het
Burgerweeshuis, houdende aanbeveling van een
dubbeltal tengevolge van de periodieke aftreding
van den heer Jhr. Mr. M. J. Schuurbeque
Boeije. Aanbevolen worden de HIL: 1" Jhr.
Mr. M. J. Schuurbeque Boeije; 2°. II. G. Mulock
Houwer.
Het aftredende lid wordt herbenoemd met
algemeene stemmen.
Op voorstel van Burgem. en Weth. wordt
wegens vertrek uit de gemeente, afschrijving
van Iioofdelijken Omslag verleend aan den heer
II. B. van Diemen, voor een bedrag van f 7.
Voor kennisgeving wordt aangenomen, de
mededeeling van den Voorzitter, dat het aan
voeren van grond op het terrein der voormalige
garancinefabriek op den 23 December 1.1. in
bet openbaar is aanbesteed en dat aannemer is
geworden P. Bakker, voor f 469,
Het suppletoir kohier van de belasting op de
honden over '18S2 wordt vastgesteld op /'13,50.
De Voorzitter deelt mede, dat voor de leeraars-
betrekking, laatst bekleed door den heer Conradi
zich geene sollicitanten hebben aangemelddie
in het bezit zijn der akte voor Nederlandscli,
en dat de beide personendie onlangs die akte
hebben verkregen, te vergeefs door den Inspec
teur zijn aangezocht om zich voor die betrekking
beschikbaar te stellen.
De Inspecteur heeft daarna beproefd onder hen
die onlangs voor Aardrijkskunde zijn geslaagd,
iemand te vindenaan wien voorloopig ook
Nederlandsch ware op te dragen en bij is daar
in goed geslaagd.
De heer W. C. Seijlonderwijzer te 'sGraven-
bage, in het bezit der akte van hoofdonder
wijzer, en reeds verscheidene jaren tot groote
tevredenheid zijner supérieuren bij liet lager
onderwijs werkzaam en die een uitstekend
examen voor Aardrijkskunde heeft afgelegd
is niet ongenegen de opene leeraarsbetrekking
te komen vervullen ingeval hem daarvoor dade
lijk f 1800 en later nadat hij de volledige
bevoegdheid zal hebben verworveneene jaar
wedde van f 2000 wordt toegekend. Hij is
verder bereid de voorwaarde aan te nemen
dat hij binnen een bekwamen tijd de hem nog
ontbrekende bevoegdheid zal verwerven.
Overeenkomstig het advies van den Inspec
teur bevelen Burgem. en Weth. den heer Seijl
ter benoeming aan, met voorstel, hem te be-