"Volgens het Hbl. is te Eindhoven een oud-strijder van Waterloo, P. Pasten, in den ouderdom van 75 jaren overleden. Hij streed dus mede toen hij acht jaar oud was. tteiioemingeii, Kesluiten, enz. Benoemd tot ontv. cler dir. bel. en acc. te St. Maartensdijk, J. J. II. Quaedvlieg, thans in gelijke betrekking te Oude Tonge. Geel. Staten van Zeeland hebben bepaald, dat de herijk \van maten en gewichten in '1883 zal plaats hebben voor de gemeenten Zierikzeè en Kerkwerve op en van den 19en tot en met den 24en, op den 26cn tot en met 28 Februari en den 'len tot den 3en en den 5en en G Maart a.s. Buitenland. tP r a n k r ij k. Gambetta is ctood, dit is natuurlijk de eerste gedachte die men krijgt als men op dit oogenblik aan Frankrijk' denkt. Dat betrekkei ijk plotselinge, althans door velen zeker niet zoo spoedig verwachte sterfgeval is inderdaad wel een feit van belang. Al leefde Gambetta ook sedert zijn val als Minister slechts als eenvoudig burger, toch was hij nog een, man van veel beteekenis, veel invloed en vooral vanVveel verwachting. Maar inzon derheid door zijn verlenen is hij een historische figuur, die in 't tafereel der-jongste geschiedenis van Frankrijk altoos haar in 't oog vallende plaats zal behouden. Vraagt menwat heeft die veel besproken man dan toch eigenlijk wel gedaanwelke groote roem ruchtige daden heeft hij verrichtwelke wonderen gewrocht, welke veldslagen gewonnen, hoeveel steden veroverd? dan moet het antwoord luiden: die merk waardige man heeft juist niet zooveel feiten op zijn rekening, maar toch was hijeen interessante per soonlijkheid en voor Frankrijkst derde Republiek van veel beteekenis. Hij was dit door zijn woorddoor zijn eigenaardige persoonlijkheiddie aan voorbeschik king tot iets groots deed denker!door zijn geloof aan Frankrijkdoch in 't algemeen kan men zeggen hij was 't omdat hij 't washoe weinig beredeneerd deze uitdrukking ook luide. Reeds vóór den val van 't keizerrijk was Gambetta onder zijn landgenooten in 't oog gevallen en zelfs in 't buitenland bekend geworden dat was als advokaat als vurig wegsleepend spreker, als geestdriftig pleiter. Maar knappe advokaten met schitterende talenten bezit Frankrijk meer, en heeft het altoos gehad, dit zou dus niet zoo bijzonder te noemen zijn. De figuur van Gambetta trad echter vooral op den voorgrond in de donkere dagen van de droevige neder lagen der door 't keizerrijk bedorven en verwaarloosde Fransche legers in Augustus en September '1870 en vooral na Sedan. Te midden van algemeene radeloosheid betoonde hij zich een man van 't woord en van de daadeen 'man van 't initiatief in den volsten zin. Zelden had een dictator zooveel door de omstandigheden en door zijn eigen persoonlijkheid gewettigd recht om zich op te werpen als Gambetta door de resultatendie hij verkreeg, toonde te bezitten. "Wij voor ons hebben zijn optreden destijds om een hopeloozen strijd vol te houden, ook na den val van Napoleon III, voor een fout gehouden en zulks destijds in dit blad ook bij herhaling beredeneerd. Doch dit ontneemt aan de flinkheidaan de wezenlijke grootheid van dat optreden niets, en men mag zelfs van hem zeggen, dat hij met meer groote mannen gemeen heeft gehad, dat fouten en vergissingen hem niet hebben doen slinken, zooals sommige schijngroote mannen en fortuinzoekers. Vraagt men wat hij voor Frankrijk als staatsman js geweest, dan kan men niet anders zeggen dan dit: dat hij na zijn dictatorschap als staatsman weinig- wezenlijks heeft gewrocht. Doch hij is steeds de geloofs held van het patriotisme gebleven en dit heeft hem zijn groote beteekenis en invloed doen behoudenook nadat hij voor den naijver van dezende kleingeestig heid van genen de gezamenlijke aanvallen van vele kleintjes, de vlag had moeten strijken. En hij was ook nu nog de man van 't geloof. Aan zijn naam was 't idee der revanche vastgeknoopt ten onrechte misschien doch 't feit is niet te loochenen dat een groot deel der natie op Gambetta hoopte', gelijk in 't laatst der vorige eeuw gehoopt werd op en geloofd aan den jongen generaal Bonaparte. In de laatste periode van het keizerrijk stond Gam betta in de voorste rij van de uiterste linkerzijde. Uit zijn latere gedragingen en uitingen is genoegzaam gebleken, dat hij daarom toch niet tot de radicalen, ja in geen enkel opzicht tot de ultra's behoorde., Een geestdriftig man, ja een drijver was hij, doch hij was het voor een idee, niet voor een partij. Dit is de aan leiding geweest tot de onloochenbare verwijdering tusschen hem en de radicalen, die sedert zijn aftreden als dictator ontstaan is. Gambetta werd indertijd dooi de mannen van Belleville, de jacobijnen van 1870, tot afgevaardigde gekozen, doch niet voor Belleville maar voor Marseille nam hij zitting Hij wilde zijn verheffing geen dank wijten aan de onderste laag der republikeinen. Hij was altoos veel redelijker en gematiger dan hij door zijn politieke tegenstanders geschetst werd. Zijn dood zet zijn naam zelfs nu nog zekere politieke beteekenis bij. Op velerlei toon bespreekt men nu in Frankrijk en daarbuiten wat Gambetta al had kunnen worden, indien hij tijd van leven gehad had. Daaruit kan men indirect vrij goed afleiden welke geest ei' tegenwoordig in Frankrijk heerscht. Duitschland heeft blijkbaar nog altoos de gedachte behouden, dat Frankrijk ie eeniger tijd revanche zou willen hebben wegens 1870-71in de oogen der meeste Duitschers was Gambetta de man, die de re vanche zou leiden en het heette dat hij onvermoeid bezig was om de revanche zoo veel in hem was voor te bereiden. Zijn naam was steeds voor Duitschland een soort van nachtmerrie. Toch, en dit schijnt men vergeten te zijn, was Gambetta een krachtig tegen stander van de oorlogsverklaring, die door de ultra- montaansche omgeving der keizerin hem was afge dwongen. Toen de oorlog eens aan den gang was, kon hij dien niet meer keeren en wijdde hij zich, toen alles bij Sedan beslist was, met al zijn krachten aan Frankrijks eer. Het heeft nog al wat inom daaruit, af te leiden dat Gambetta's levensdoel wel zal geweest zijn Frankrijk andermaal tegen Duitsch land in 't geweer te brengen. Integendeel, bij herhaling ontweek hij de gelegenheid om met de geloovigen aan de revanche rneê te gaan. Hij wilde geen nieuwe breuk met Duitschland en zocht altoos meer in Frankrijk zelf zijn staatkundige hervormings-ideeën te doen aannemen, dan langs den weg van een nieuwen grooten oorlog tegen Duitschland in 't buiten land van zich te doen spreken. Meermalen verzekerde hij geen breuk met Duitschland te willen. Plet komt ons voor dat zijn verzekering geloof verdiend. Van de eerste verrassing bekomen geven de groote Dnitsche bladen nu ook reeds toe, dat Gambetta toch eigenlijk niet was een voortdurende bedreiging tegen Duitschland, gelijk dat bij zijn leven meermalen van hem is gezegd. Allen stemmen echter in met den van alle kanten uitgesproken lof over zijn groote talenten. Gemengd 15uitenlaiidscli Nieuws. Met ingang van 1 Januari is het tarief van het Suez-Kanaal met y., 'franc per ton verminderd. Het lijk van Gambetta zal naar men uit Parijs meldt, naar die stad vervoerd en op het kerkhof Père-la- Chaise begraven worden. De begrafenis zal op staats kosten en met groote plechtigheid plaats hebben. Uit Kaïro wordt gemeld, dat men denkt de moorde naars van prof. Pallmer in handen te hebben. Negen van de 21 beschuldigden zijn reeds gevat en voor cle 12 overigen heeft men gijzelaars in handen. Gedurende 1882 zijn te New-York aangekomen 473642 landverhuizers tegen 441064 in 1881. Onder de emigranten waren'176685 Duitschers, 48734 Ieren, 39581 Zweden, 36080 Engelschen, 23819 Italianen en 15137 Russen. Over alle Amerikaansche havens gerekend bedraagt het getal aangekomen landverhuizers ongeveer 735000 tegen 719000 in 1881. Een derde der landverhuizers waren Duitschers. De zelfmoord van graaf Wimpffen, Oostenrijksch gezant te Parijs, is volgens officieuse mededeelingen een gevolg van een plotselingen aanval van krank zinnigheid. Dat Wimpffen was uitgegaan met het plan een einde aan zijn leven te maken, blijkt daaruit, dat in zijn schrijflessenaar 4 brieven werden gevonden ge adresseerd aan zijn vrouw, aan graaf Kalnoky, aan zijn bankier baron de Hirsch en aan graaf Zichy. Deze laatste luidde: »Gij zult in den grooten zak der depêches mijn testament vinden; mijn fondsen zijn bij Rothschild te Weenen in bewaring." Sommigen schrijven den zelfmoord toe aan de koele houding van de Oosten- rij ksche kolonie te Parijs jegens hem. De dokters zeggen, dat Wimpffen reeds sedert drie weken geheel van streek was en dat zijn dood moet worden toege schreven aan krankzinnigheid. De geestelijkheid heeft dan ook geen bezwaar gemaakt tegen de godsdienstige plechtigheid, die heden in de kerk Sainte-Clotilde zal plaats hebben. In Oostenrijksche kringen zegt men, dat Wimpffen in financiëele moeielijkheden verkeerde. Ilij was altijd verstrooid geweest en in den laatsten tijd had men hem dikwijls alleenspraken hooren honden; sedert 6 dagen droeg hij een revolver bij zich. De reeders Carvill en Zoon (Londen en Liverpool) zijn failliet. Het passief bedraagt ongeveer 500000 pd. st. Dr. Edsvards te llounslow maakte door blauwzuur een eind aan zijn leven. In een brief, dien hij voor een der bladen bestemde, schreef hij, dat een slechte vrouw een beschuldiging tegen hem had ingebracht, die voor een geneeskundige verpletterend is. Hij zou haar hebben vervolgd, indien zijn vennoot dr. Whit marsch hem niet in den steek had gelaten en hem voor het dilemma had gesteld óf de prak tijk te verlaten óf hem (Whitmarsch) als getuige tegen zich te zien optreden. Hoewel geheel onschuldig, kon Edwards den slag niet overleven en na een langdurig onderhoud met Whitmarsch nam hij het 'vergif. Na de begrafenis van dr. Edwards te Hounlow, die zich door vergiftiging van 't leven beroofde, heeft een volksmenigte van wel 2000 personen' zich voor dr. Whitmarsh's woning verzameld en de ruiten ingeworpen. Men verbrandde in effigie den man, die den zelfmoord uitlokte en de opgewondenheid in llounslow is zóó groot, dat dr. W. zich niet durft vertoonen. Onder Mannheim is een schuit vergaan waarin een aantal personen waren, die levensmiddelen hadden wezen rondbrengen in d,e overstroomde streken. Men zegt dat van de 40 personen, die aan boorcl waren, slechts twaalf gered zijn. Er heeft in Ierland weer een vreeselijke misdaad plaats gehad een vergrijp tegen den Onderkoning, lord Spencer. De misdadiger, die in hechtenis is,-behoort tot den werkenden stand; hij is een jongen, nauwelijks de kinderschoenen ontwassen. De misdaad was deze een straatjongen had gefloten, toen lord Spencer Zondag naar de kerk ging! De justitie heeft de zaak gelukkig in handen. De Maritzburger correspondent van de Daily News meldt, dat Cetchwayo Donderdag naar het Zululand terugkeert. Hij beklaagt zich over de hem opgelegde voorwaarden, die hij onder dwang en zonder dat hem discussie geoorloofd werd, onderteekend heeft. Cetch wayo moet de kosten betalen van het verblijf van den Britschen resident, en zijn vee wordt verdeeld onder een aantal andere hoofden. Al de kolonisten, de Jingo's uitgezonderd, zijn verontwaardigd en bezorgd voor de gevolgen. De correspondent zegt, dat deze schurkerij met betrekking- tot Zululand alle vroegere schurkerij in Zuid-Afi-ika overtreft. Hij voegt er bij, dat de toe stand in de Transvaal zorgelijk blijft. Het volk en het Gouvernement zijn diep verstoord over de herhaalde kuiperijen en lasteringen der Britsche ambtenaren. Tenzij (zegt de correspondent) de Engelsche politiek tegenover de Transvaal geheel worde gewijzigd, zullen het bloed vergieten en de ellende binnenkort op nieuw beginnen. Kerlt- en School niexxws. Benoemd tot onderwijzeres aan de openb. school te Bergen op Zoom mej. J. II. A. Gombert te Bodegraven. Benoemd tot hoofd der school met den bijbel te Groede, de heer N. W. Ligthelm te Beekbergen. Benoemd tot onderwijzer aan de Openb. school te Dreischor de heer M. A. van Popering, thans te Hooge Zwaluwe. BEURS- EN S^ARKTBERSCHTENr PRIJZEN DER EFFECTEN TE AMSTERDAM den 4 Jan. '1882. Nederland, Werkelijke Schuld dito dito dito dito dito dito 1878 4 Premie-Leening Stad Rotterdam 3 België, dito Stad Antw. '74 S Spanje, Obligation Buitenl. 1869/70 111, dito dito '1876 2 dito Binnenl. Esc. 5000 1 dito dito Esc. 100 1 Portugal, dito Buitenl. 1853/80 8 dito 5e Serie 1877 6 dito 6e Serie 1878 6 Rusland, Obi. Hope Co. '1798/1815 4 Cert. Inschr. 6e S. 1855 5 Obligatiën 1866 '1000 5 dito 1860 2e L. 100 4'/, Obl.-Leen. 1867/69 4 Staatsleening 1866 5 Oostenrijk, Obligatiën in papier 5 dito dito 5 dito in Zilver 5 dito dito 5 dito in Goud 4 Staatsleening '1864 Italië, Inschrijving 5 Turkije, Obl. Alg. Schuld 1865 5 Brazilië, Obligatiën Lond. 1865 5 Mexico, dito 1851 3 s* pet. 6611/ig -]02'/3 •10'2'/s 101 52'5/i. 97"/ls 7513/,a M5/16 S33/IC 7*"/« e*7/»' 655/ls 643/, 1 S4</3 9'/a 9913/,c

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1883 | | pagina 2