Buitenland
Bij de pogingen om met. de reddingsboot, van Cal-
lantsoog de bemanning te redden van liet Engelsche
stoomschip »Strathmore", dat aldaar gestrand is, is
de reddingsboot omgeslagen met het noodlottig gevolg,
dat 9 personen verdronken zijn, waarvan 3 der geredde
Engelschen en der bemanning van de reddingsboot.
De vermoedelijke dader van den diefstal, vooraf
gegaan van poging tot moord, te Raamsdonk gepleegd,
zijnde M. de Bont, is Zondagnacht onder Bladel gevat
en naar Breda getransporteerd.
Ook is te Waalwijk bij een slaapsteêhoudster f I 30
gestolen, doch de dader is door middel van een klop
jacht opgevangen te Sprang, nog in het bezit van het
gestolene.
Bij het passeeren van den sneltrein langs het station
Oudenbosch, is het pakket brieven, dat aldaar uit den
trein werd geworpen, bij ongeluk op de rails neer
gekomen en door de wielen geheel vermalen, zoodat
al de brieven en stukken, die het inhield, daardoor
geheel vernield werden.
Het fraaie woonhuis van mr. Asser, gelegen op den
Singel bij de Vijzelstraat te Amsterdam, is voor een
goed deel door brand vernield. De schade is zeer groot
ook de belendende perceelen hebben veel waterschade.
Men zegt, dat de brand ontstaan is door het omvallen
van een petroleumtoestel.
Te Hekendorp bij Gouda is een moordaanslag gepleegd
op D. Niermeijer, klompenmaker aldaar. De clader is
zekere H. Amersfoort, schippersknecht, wonende te
Zwammerdam, 24 jaar oud. De aanleiding hiertoe was
een minnarij, die genoemde Amersfoort sedert 4 jaren
had met de dochter van genoemden Niermeijer, die
steeds tegen die verkeering was. Dit had reeds meer
dan eens aanleiding gegeven tot onaangenaamheden en
zoo ook Zondag, toen Amersfoort met zijn meisje
wandelde en Niermeijer tusschen hen in kwam loopen
en Amersfoort weldra bij de keel greep, waarop deze
laatste twee revolverschoten loste om hem bang te
maken en vervolgens een derde schot, dat Niermeijer
in de zijde trof. De kogel is verwijderd, zoodat er alle
hoop is dat de gekwetste zal genezen. De revolver is
gevonden onder het bed van Amersfoorts moeder,
terwijl hij zelf gearresteerd is.
In een der ondergeloopen woningen te Deventer had
dezer dagen een bakker met zijn vrouw.de onvoorzich
tigheid in een gesloten bovenvertrek de kachel, met
kolen gevuld, open te laten. De knecht wilde hen des
morgens wekken, doch kreeg geen gehoor en ging ter
kerk. Bij zijn terugkomst vond hij de kamer met
kolendamp gevuld en beiden bewusteloos. De vrouw
is herstellende, de man aan de gevolgen overleden.
Bij de Woensdag gehouden verkiezing voor een
lid der Tweede Kamer in het hoofdkiesdistriet Zutfen
zijn uitgebracht 2814 stemmen. Van onwaarde 30.
Gekozen is mr. W. G. baron Brantsen Van de Zijp,
(cand. der anti-revolutionairen en Katholieken) met
1413 stemmen. De heer jhr. mr. H. B. Van Tets,
(camlidaat der liberalen) verkreeg '1358 stemmen.
Het district telt 3198 kiezers. Bij de verkiezing in
December 1881 werden 2810 geldige stemmen uit
gebracht, van welke 1406 op mr. W. baron van
Heeckeren van Keil en 1396 op mr. T. P. baron Mackay.
Een burger, aan wien Amsterdam de grootste ver
plichtingen heeft, is aldaar, in den ouderdom van ruim
58 jaar overleden. Het is jhr. mr. C. J. A. Den Tex,
van 15 Juli 1868 tot 31 Dec. '1879 Amsterdams
burgemeester. De overledene, lid van de Eerste Kamer
en van den Gemeenteraad van Amsterdam, curator van
het gymnasium, lid der commissie van toezicht op het
midd. onderwijs aldaar, president-commissaris van de
Maatschappij tot Expl. van Staatssp., van de Maat-
stil aan de deuren luisteren. Madam Josserand snorkte.
In de kamer zijner dochters schreide men niet. Het
vertrek was donker en stil. Toen kwam hij, een
weinig verlicht, weer terug. Hij maakte de lamp
weder in orde, die stoomde, en begon werktuigelijk
weder te schrijven. Zonder dat hij 't bemerkte rolden
twee dikke tranen op zijn strooken, in de plechtige
stilte van het ingeslapen huis.
Hiermede eindigt de schets van dit huiselijk avondje
in het gezin van een der schrale leden van de Parijsche
bourgeoisie. Er ligt iets tragisch over, gelijk dat
zoovelen tafereelen, door Zola geteekend, eigen is.
Is dat een der eigenaardigheden van het naturalistische
genre? Of is de werkelijkheid in sommige kringen
der nette lui zoo tragisch, en heeft hij slechts die
werkelijkheid geteekend? Gewis, wie iets van de wereld
weet, zal erkennen, dat men al weder niet naar Parijs
behoeft te gaan noch zich daar laten inwijden in
't intieme leven van vele leden der fatsoenlijke burger
schappij «Nederland", van de kon. fabriek van stoom-
on andere werktuigen te Amsterdam, was verder nog
lid van verschillende besturen en vereenigingen en had
behalve eenige buitenlandsche orden, het ridderkruis
van den Ned. Leeuw en het grootkruis van de Eikenkroon
(vunst, Wetenschap en Letteren.
Te Leiden is overleden de heer J. L. Cornet, kunst
schilder, directeur van het kabinet van pleisterbeelden
en prenten te Leiden.
De overgang van Venus voorbij de Zon in den na
middag van 6 dezer heeft zoo ongemerkt plaats hehad
als Venus wel meer langs 't zonnetje gesnapt is. Slechts
enkele bevoorrechte schepselen hebben haar even zien
voorbij gaan. De lucht was bij ons te bewolkt om
met geschikte kijkers iets van het verschijnsel te
kunnen waarnemen.
Door een Fransch werktuigkundige is een micrometer
uitgevonden, zoo fijn dat het 1500e deel van een
millimeter daarmede kan gemeten worden.
Anthony Trollope is ernstig ziek.
Te Rijswijk bij den Haag is overleden de heer
J. W. Straatman, eerst Doopsgezind predikant te Gro
ningen, later hoofdredacteur van het dagblad Het
Noorden. Toen dit blad na een kort bestaan ten
ondergegaan was, vestigde de heer Straatman zich
te Rijswijk waar hij als geëerd burger leefde en zich
bezig hield met letterkundige en sociale studiën. Hij
was een der bekwame medewerkers van de «Vragen
des Tijds".
Frankrij li-
Te Parijs neemt voor de 8e kamer, gepresideerd
door den heer Bagnières, het correctioneel proces tegen
de Union Générale een aanvang. Het parket heeft van
de vervolging afgezien der leden van den raad van
administratie. De heer Bontoux, president van den
raad, en de heer Féder, directeur der Maatschappij,
verschijnen dus alleen voor de 8e kamer en niet om
zich te verantwoorden wegens bedriegelijke handelingen
of misbruik van vertrouwen, maar wegens inbreuk op
de wet betreffende Maatschappijen. De straf, die toe
gepast kan worden, verschilt van een tot vijf jaren
gevangenis. Het spreekt vanzelf, dat onder aanneming
van verzachtende omstandigheden deze straf kan ver
minderd worden tot eene boete. De Union Générale
een naamlooze vennootschap, is opgericht in 1877;
zij had haar zetel in de rue d'Antin 9. De markies
de Ploeuc werd bij haar optreden tot president van
den raad van administratie benoemdde heer Bontoux
volgde hem weldra op, met den heer Féder als direc
teur. De raad van administratie trok een bezoldiging
van 50,000 fis. jaarlijks en '10 pet. van de winst.
Het traktement van den heer Bontoux, eerst 30,000 frs.,
werd later gebracht op 60,000 frs. De zaken van de
Maatschappij gingen eerst zeer goed. Het boekjaar 1879
leverde een netto winst op van 9,135,600 frs., het
jaar 1880 een winst van 11 millioen. Op dat tijdstip
had de Maatschappij een reservé-kapitaal van 27 mil
lioen. In 1881 schenen de zaken een hooge vlucht te
zullen nemen. Den 31 December 11. wees haar balans
een netto winst aan van 40 millioen, die, met het
gestorte en het reserve-kapitaal een som van '179
millioen ter beschikking der administrateuren stelde.
Een maand later waren die fondsen uitgeputhet
passief was verbazend: 212 millioen frs. en de Union
Générale had slechts een millioen in kas. Den 29
Januari staakte zij haar betalingenden 2 Februari
werd zij failliet verklaard; den 6 Februari werd
bij rechterlijk vonnis de ontbinding der maatschappij
uitgesproken. De Union Générale heeft haar rol zoo
klasse om dergelijke tafereelen uit het leven af te
kunnen zien. Maar het laat den lezer onvoldaan, en
deze blijft ook onvoldaan als hij de verdere met dit
samenhangende tafereelen leert kennen.
De soiree, die madam Josserand voor den volgenden
avond had'op touw gezet, is doorgegaan en in zoover
met een nooit beleefd succes bekroond, dat zij met
haar dochter Bertha haar doel heeft bereikt. Bertha
toch toonde dien avond dat zij haar rol goed had
geleerd; zij vischte, kreeg beet en haalde inderdaad
een man op. Dit was een zoon van den huisheer.
Hij hield een winkel in het benedengedeelte van het
nette huis. Het huwelijk ging door, doch was niet
gelukkig. Van den bruidschat, dien oom Josserand
heette toegezegd te hebben, kwam niets, en hierdoor
werd de jonge man van Bertha eenigszins gefopt.
Doch na het kort daarop gevolgde sterfgeval van den
ouden heer Vabre kwam het aan het licht, dat daar alles
ook geen goud was wat er geblonken bad en dat er
voor het deel van Bertha's man niet veel overbleef.
lang mogelijk volgehouden door onwettig, nog niét
j behaalde winsten uit te keeren, om het vertrouwen
I der aandeelhouders te behoudenzij dobbelde niet
minder onwettig met hare eigen aandeelen, die zij bij
j puketten opkocht om een fictieve rijzing teweeg te
brengenzij liet inschrijvingen doen door «stroo-
mannen", om te doen gelooven, dat hare uitgiften
naar wensch slaagden. Toen zij door die bedriegelijke
handelingen baar actief had uitgeput, stortte zij ineen
en sleepte de lieden, die haar hun vertrouwen en
hun spaarpenningen geschonken hadden, mede ten
verderve. Het kapitaal der Union Générale is, zooals
men weet, allengs van 50 op 100 en eindelijk op
'150 millioen gebracht. De heeren Bontoux en Féder
hebben bij al die nieuwe uitgiften door de Union
Générale zelve doen inschrijven onder geleende namen,
om zoodoende het publiek vertrouwen in te boezemen.
'Toen het vertrouwen genoegzaam gevestigd was, hield
de Union zich bezig om haar aandeelen le spuien.
De heer Bontoux verkocht er meer dan 2000 voor
den prijs van fr. 4.327,000. Later kocht de Union
haar eigen aandeelen bij enorme hoeveelheden terug,
met het dubbele doel om docr de koersen het ver
trouwen van het publiek te steunen en zich tegen de
hoogst mogelijke prijzen te ontdoen van de aandeelen,
waarvoor fictief was ingeschreven. Men heeft berekend
dat de Union voor een totaal van 212 millioen van
hare eigen aandeelen had teruggekocht. Zoo verslond
zij haar eigen maatschappelijk kapitaal, werd haar
eigen dupe en ging zij te gronde. De heeren Bontoux
en Féder verdedigden zich, naar het schijnt, door
weêrkeerig de verantwoordelijkheid op elkander te
schuiven en protesteeren tegen de verdenking van
opzettelijk bedrog te hebben gepleegd. De rechter
Ferey, die de instructie in deze zaak geleid heeft, is
dezer dagen overleden.
Egypte.
Arabi Pacha heeft den Times-correspondent een
brief toegezonden, met verzoek dien te Londen bekend
te maken. Hij was in 't Arabisch geschreven en luidt
vertaald als volgt:
Ik heb den raad mijner verdedigers, de heeren Broad ley
en Napier, gevolgd, voor wier toewijding en ijver ik mijn
erkentelijkheid nooit voldoende kan uitspreken en ik heb
mij schuldig erkend aan rebellie tegen den Khedive. De
Engelsche ministers hebben mij dikwijls een rebel genoemd
en ik kan niet verwachten dat zij plotseling hun oordeel
wijzigen, en het is ook inderdaad niet mogelijk voor hen
dit op dezen oogenblilc te doen. Ik zal blijmoedig vertrekken
naar welke plaats het Engeland moge behagen mij aan te
wijzen als verblijf, en daar blijven tot de dag komt, waarop
het mogelijk zal zijn voor Engeland zijn meening omtrent
mij te wijzigen.
Ik klaag niet over mijn lo.t noch over liet vonnis, dat
tegen mij is uitgesproken, en dat in elk geval mijn onschuld
vaststelt ten opzichte van moord en brandstichting mis
daden waaraan ilc nooit het geringste deel heb gehad en
die volstrekt in strijd waren met onze politieke en gods
dienstige beginselen. Ik weet dat mijn toekomstige behan
deling zal afhangen van Engeland en van de edelmoedigheid
der Britsche natie. Ik verlaat Egypte met volkomen gerust
heid en vertrouwen op de toekomst, omdat ik weet dat
Engeland de hervormingen niet langer kan uitstellen waar
voor wij hebben gestreden. In korten tijd zal de Engelseh-
Fransche controle .afgeschaft zijnzal Egypte niet langer
zijn in de handen van een heirleger vreemde employés
die elke voordeelige betrekking innemen met uitsluiting
der Egyptenaren; zullen onze inlandsche hoven van mis
bruiken gezuiverd zijnzullen wetboeken ingevoerd, en wat
meer zegt, uitgevoerd wordenzal een Kamer van Notabelen
ingesteld zijn, met een stem en een recht van tusschenkomst
in de zaken van het Egyptische volk; zal de zwerm woe
keraars in de dorpen uitgedreven worden. Het Engelsche
volk, als het al deze dingen ziet, zal dan in staat zijn te
begrijpen, dat onze rebellie een sterken grond van recht
vaardiging had.
Zoon van een Egyptischen fellah trachtte ik naar mijn
beste vermogen al deze goede dingen te verzekeren aan
het dierbare land waartoe ik behoor en dat ik liefheb.
Mijn boos gesternte vergunde mij niet dit doel te bereiken.
Ik hoop dat het Engelsche volk het werk zal voltooien,
dat ilc heb begonnen. Als Engeland die taaie volvoert, en
dus werkelijk Egypte geeft aan de Egyptenaren, zal het
Toch zou het huwelijk daarom niet als mislukt
hebben behoeven aangemerkt te worden, maar er
kwamen andere redenen bij. Bertha had een zoo
zorgvuldige, zoo nette opvoeding gekregen, dat zij
't als vrouw van een winkelier niet stellen kon en
haar man in geldelijke moeielijkheden dreigde te
brengen. Deze verzette zich hiertegen, doch daar hij
ook al geen voor een jonge levenslustige vrouw aan
trekkelijk of ook maar passable echtgenoot was, ont
stond er een groote verwijdering. Hier kwam nu nog
bij, dat de mooie maar vrij onzedelijke Octave Mouret,
die als bediende in de affaire was getreden, zijn patroon
uit het hart zijner vrouw verdrong om daarin zelf
een aanzienlijke plaats te veroveren.
De bijzonderheden daarvan laten zich niet zoo in
ons blaadje neerschrijven en wij eindigen hier dus
ons uittreksel uit »Pot-Bouille".