't niet lukken wil dien heer een beentje te lichten,
nu moet prof. Iiarting 't bezuren en tracht de Stand
aard dien echt practischen Transvalenvriend in ver
denking te brengen bij de Transvalers. Hoe ver kan
de inpertinentie van een over 't paard getild partijhoofd
toch gaanMaar wie het onderste uit de kan wil
hebben, dien valt het lid op den neus, dit zal de
Standaard denkelijk nog wel eens ondervinden.
Te meer is de manier van de Standaard ergerlijk,
omdat zij de feitelijke toestanden nog bovendien mis-
•kent. Zij beschouwt de Transvaal als een terrein dat
rechtens aan de anti-revplutionaire partij behoort;
doch hierin dwaalt zij en zij meent dat enkel steile
orthodoxen genade kunnen vinden in de oogen van de
Transvalers. 't Een noch 't ander is waar. Dit moet
men althans afleiden uit hetgeen wordt medegedeeld
in het JV". v. d. D. door den heer H. C. Bergsma,
oud boofd-ambtenaar in de Transvaal. Een 19jarig
verblijf in de Transvaal heeft dien heer geleerd dat het
niet aangaat te meenen dat de Boeren zoo uitsluitend zijn
op kerkelijk gebied. Hij geeft voorbeelden aan van
vreemde commissiën, die met de Bomen gehandeld
hebben, en ofschoon niet gelijk gezind met hen in
't kerkelijke, toch zeer goed, ja met de meeste onder
scheiding behandeld zijn. De Boeren zijn niet zoo be
krompen en letten gewoonlijk meer op den persoon
dan op de kerkelijke vlag, onder welke de lui zich hij
lien aanmelden. Ook behooren geenszins allen tot de
bekrompen steil-orthodoxe richting, al behooren ook
Paul Krüger en anderen daartoe.
Uit. hetgeen wij aangaande Transvaalsche toestanden
wel eens vernomen hebben, leiden wij voor ons af,
dat velen in de Transvaal orthodox zijn uit onbekend
heid met de beweging en den vooruitgang op godsdienstig
gebied, die in Europa heeft plaats gehad sedert den
tijd dat Zuid-Afrika geen rechtstreeksche betrekkingen
meer met Nederland gehad heeft. Komen de Boeren
met onze laridgenooten van thans in aanraking
en ontstaat er wisseling en vrij ving van gedachten,
dan blijkt niet zelden dat zij veel meer sympathie
koesteren voor de moderne denkbeelden dan zij zelf
weten. Zij zijn echter door lien die daar belang bij
hebben tegen al wat uit bet tegenwoordige Nederland
komt, opgezet en wantrouwig gemaakt, en 't kost eenige
moeite daardoor het tusschen hen on ons gemaakte ijs te
breken en te doen smelten.
Men moet nu wel als zeker aannemen, dat in den
jóngsten zwaren storm o. a. zijn vergaan met man en
muis vijf Scheveningsche vischschuiten met een ge
zamenlijke bemanning van 45 koppen. In liet geheel
zijn er van de Scheveningsche visschersvloot in de
stormen van de vorige en deze maand omgekomen,
53 zeelieden. Dit is een zware ramp, die te harder
valt, daar anders de haringvisscherij dit najaar zoo
buitengewoon gunstig uitviel. Thans worden de meeste
schuiten door de vele geleden schade aan want en
netten verplicht aan wal te blijven, terwijl de feeders
van anderen ontmoetigd en afgeschrikt door de aan
houdende stormen hun schuiten aan wal laten blijven
en «optrekken", 't welk anders pas omstreeks Kerstmis
of iets vroeger geschiedde.
Op de jaarlijksclie klopjacht, ditmaal gedurende twee
dagen gehouden op het landgoed van den graaf
d'Asembourg te Gulpen (Limburg), zijn geschoten '1
ree, 171 hazen, 220 konijnen, 6 vossen en '1 valk.
Naar de N. Rolt. Ct. verneemt, zal in 't volgende
jaar een aanvang worden gemaakt met de veiling der
domeingoederen, behóorende tot de dotatie, indertijd
genoten door wijlen Prins Fredevik.
laatste vernedering: het rijtuig van de Duveyriers,
die thuis kwamen, bespette haar met slijk.
Doodaf en razend van kwaadheid, hielden moeder
en dochters zich toch op de trap weder goed, toen zij
Octave moesten voorbijgaan. Doch toen de deur achter
haar dicht was, vlogen ze dwars door het donkere
vertrek, tegen de meubels stootende, naar de eetkamer,
waar meneer Josserand bij 't armoedige licht van een
lampje zat te schrijven.
Misriep madam Josserand uit, terwijl ze zich
op een stoel liet vallen.
En met een ruw gebaar, rukte ze zich de kant,
die om haar hoofd gewikkeld zat, af, wierp haar bont
op de leuning van den stoel, en verscheen nu in haar
volle breedte in een laag met zwart satijn gegarneerd
vuurkleurig kleed; zij was nog knap van schouders,
doch haar plat gelaat en hangende wangen en ietwat
te groote neus, drukte de tragische woede uit eener
koningin, die zich inhoudt om niet in vischwijventaal
te vervallen.
Meneer Josserand, overbluft door dit thuiskomen,
zei niets anders dan: zoo!
Onrustig knipte hij met de oogen. Zijn vrouw ver
pletterde hem, als zij haar reuzinnenbals uitstalde,
dien hij vreesde op den nek te zullen krijgen. Gekleed
in een oude verslate jas, die hij thuis afdroeg,
't gelaat als verdronken en uitgeveegd in 35 jaar
kantoorwerk, keek hij haar een oogenblik met zijn
Van de Scbiedamsche vischsloep »Cosmopoliet" is
een man in de Noordzee overboord geslagen.
Te Gofinchem kwam iemand, aldaar woonachtig, op
het kerkhof bij den grafdelver om dezen de plek aan
te wijzen waar hij voor zich een graf gedolven wilde
hebben. De doodgraver dacht dat de man met hem
schertste; toen deze echter onwel werd en om een
glas water vroeg, ging hij dit halen en terugkomende
vond hij zijn bezoeker stervende, hij had uit een
fleschje vergift ingenomen.
Te Middelburg is aanbesteed het driejarig onder-
boud en herstel van 's Rijks zeeweringen en haven
werken te Vlissingen en te Veere. Minste inschrijver
was voor beide perceelert de heer J. van den Hoek te
Middelburg en wel voor 't eerste perceel f '17,380
per jaar (raming f 20,300) en voor het 2e perceel
f 5450 per jaar (raming 5900.)
De levering van versch vleesch voor de zeemacht
te Vlissingen is aangenomen door M. Hakker aldaar
voor 66 ets. per kilo.
Tijdens de drukte van de kermis te Gorinchem is
daar een muur ingestort van een kolen magazijn,
terwijl daar juist eenige vrouwen en kinderen bezig
waren sintels te' zoeken. Twee lijken had men bij
't afzenden van 't bericht reeds onder het puin ge
vonden, en men vermoedde dat er nog meer zouden
zijn, daar ook een paar kinderklompen waren gevonden.
De rivieren zijn door de vele regens en zware sneeuw
buien zeer gezwollen, vooral op de Maas en de Waal
is de waterstand onrustbarend hoog.
De Eerste Kamer zal op 27 November weder bijeen
komen.
Nu het onderzoek naar de vraag, of afdamming
van de Mosselkreek en de Eendragt misschien de
voorkeur zou verdienen boven die van het Slaak, is
afgeloopen, blijft de Regeering voornemens, liet Slaak
af te dammen, behoudens latere afdamming van de
Eendracht, als deze wenseheiijk mocht blijken.
Naar men verneemt zal het nieuwe stoomschip, dat
voor de stoomvaartmaatschappij «Zeeland" in aanbouw
is te Glasgow, met electvisch licht verlicht worden.
Denkelijk zal het schip lieeten «Koningin Emma".
De te Apeldoorn wonende broeder van de millioenen-
juffrouw is, volgens het Utr. Dagbl., gevankelijk naar
Rotterdam gebracht, nadat er te zijnen huize door
het gerecht huiszoekingen zijn gedaan. Het schijnt
dat hij ook al een soort van millioenen-mijnheer is.
Hoe dit zij, die lui moeten wel iets van de haute
finance verstaan; anders zou het spelletje reeds lang
uit geweest zijn. Ook Hoetink, de bruidegom der
millioenen-juffrouw, is thans ingerekend zoo heeft men
nu ook een millioenen-bruidegom.
Naar de IV. Rott. 'Ct. verneemt, zal Duitschland te
Rotterdam een Consulaat-general vestigen in het belang
van den Duitschen handel.
Zaterdag-avond heeft Z, K. Iï. Prins Alexander van
Oranje als Grootmeester-nationaal de feestviering der
Loge «La Paix" te Amsterdam bijgewoond. Die loge
herdacht dien avond haar 125jarig bestaan. Er werd
een feestrede uitgesproken en een feestcantate gezongen,
waarna nog onderscheidene sprekers het woord voerden.
groote dolfe blauwe oogen aan. Toen, na zijn grijzende
haarlokken achter de ooren gestreken le hebben, en
van verlegenheid geen woord kunnende spreken, be
proefde hij weder aan het werk te gaan.
Maar versta je me dan niet! hernam madam
Josserand scherp; ik zeg dat er alweer een huwelijk
in 't water is gevallen, dat 's nu 't vierde
Ja ja, ik weet wel, mompelde hij, 't vierde.
Dat 's vervelend, erg vervelend En om aan de
verpletterende bloote schouders van zijn vrouw te
ontkomen, wendde hij zich met een goedigen glimlach
tot zijn dochters. Zij ontdeden zich ook van haar
kanten en baldoeken, de oudste had een blauwen, de
jongste een rosemet haar toiletten, wat al te vrij
van snit en wat al te rijk gegarneerd, zagen zij er
ietwat uitdagend uit. llortense met haar gele kleur
en den neus van haar moeder, die haar een uitdrukking-
van koppigheid gaf, was pas drie en twintig, doch
leek er wel acht en twintig; terwijl Bertha, die twee
jaar jonger was, nog al haar kinderlijke bevalligheid
had behoudenwel had zij dezelfde trekken, doch
fijner en zij was zeer blank; alleen dreigde zij, als
zij naar de vijftig zou gaan, 't zelfde dikke familie
gezicht te zullen krijgen.
Zal je ons nu alle drie gaan aankijken riep
madam Josserand. En laat toch om Godswil dat ge
schrijf, dat maakt me zenuwachtig!
Al zou het gekeuvel in :de Tweede Kamer over
Indie, Indische en Nederlandsche belangen ook nergens
anders, toe gediend hebben, dan om aan bet licht te
brengen dat in lndie nog geld en wel veel geld te
verdienen is, al was 't maar in de tinnegieterij, dan
zou dat gekeuvel toch nog eenig nut opleveren. Het
zou dan een wenk zijn voor onze kapitalisten om
aandeelen Biliton-maatschappij vast te krijgen. Die
aandeelen zullen wel moeielijk zijn vast te krijgen, daar
zij f 524 per f 500, dus nagenoeg 105 opleveren,
maar men kan 't altoos beproeven.
Inderdaad die Bi 1 iton-historie ziet er allerzonderlingst
uit. Men kan niet gelooven dat Jndië zoo moeielijk
zit met zijn financiën, als men ziet hoe de Indische
Regeering aan de Biliton-maatschappij door de gra
tuite verlenging hare concessie met 35 jaar, een voor
deeltje cadeau doet van ongeveer 140 millioen gulden,
gerekend over die 35 jaar.
De Biliton-maatschappij is er goed mede. Zij mag
uit dankbaarheid aan onze soldaten in Atjeh wel een
voorraad tinnen kroezen present doen om te gebruiken
bij 't eten van hun tranenbrood, wegens den gedwongen
vredestoestand. Ook zouden de bevriende Atjehers
als zij alles wisten wel even naar Biliton komen over
wippen om wat tin te vragen om kogels van te gieten
om te verschieten op de vreedzame Hollanders. Op zulk
een klompje tin komt het niet aan.
liet is wel'jammer, dat de Regeering, ofschoon de
concessie der Biliton-Maatschappij pas in 1892 afloopt,
toch nu al de concessie tot '1927 verlengd en de
140 millioen cadeau gedaan heeft; anders had dat
geld opperbest kunnen gebruikt worden om de kosten
van ons lager onderwijs te dekken.
Enfin, de Biliton-maatschappij kan niet klagen dat
het protectie-stelsel bij ons in de Oost niet gehul
digd wordt.
De Pall Mali schrijft over de voorstellen van de
heeren Plerson en Vrolik, dat als de Nederlandsche
Regeeiing werkelijk tot den voorgestelden maatregel
van zilverontmunting en verkoop mocht overgaan, er
een slechte tijd voor Indische koersen en den prijs
van het zilver zal aanbreken. De eerste 100,000 pond
sterling van Nederlandscli zilver, op de markt gebracht,
zal den prijs nog meer drukken dan de vijfvoudige
hoeveelheid dit in den gewonen gang van zaken aan
de markt zou doen.
Te Groningen is een drogist bekeurd wegens onbe
voegd uitoefenen der geneeskunde en arsenijmengkunst
en te Goes is een arts bekeurd wegens het onbevoegd
uitoefenen der arsenijmengkunde.
In een te Berlijn gehouden vergadering der afdeelingen
van de bekende «Deutsche Centralverein" voor rivier
en kanaalscheepvaart noemde de rapporteur Natorp
als beslissende regeeringsmotieven voor het graven van
het Rijn-Emskanaal het verkrijgen van een eigen
waterweg naar de Noordzee voor de Rijn-Westfaalsche
industrie, om onafhankelijk van Holland te worden.
Het lid van den Rijksdag Kochhann meende, dat het
maar een quaestie van durven was, Holland met zijn
koloniën te annexeeren.
Na een zeer opgewonden debat werd de resolutie
van professor Schlichting aangenomen, waarbij beslist
werd, dat het Rijn-Wezer-Elbekanaal gelijktijdig met
het Rijn-Emskanaal moest gegraven worden. De president,
het Rijksdaglid dr. Hammacher, deelde mede, dat het
Rijn-Emskanaal ook op de zeehaven Jahde zal uitloopen,
en prof. Schlichting dat een marinestation aan den
mond van de Ems zou worden opgericht.
Maar, mijn lieve, zeide hij bedaard, ik maak
strooken
O ja, je strooken van 3 francs de duizend!
Denk je met drie francs je dochter uit te huwelijken
Inderdaad zag men bij 't schrale licht van 't lampje,
dat de tafel vol breede bladen grauw papier lag,
't waren gedrukte strooken, waarop meneer Josserand
de open vakken invulde voor een voornamen uitgever,
die veel tijdschriften uitgaf. Daar zijn inkomen als
kassier niet toereikend was, bracht hij gansche nachten
door met dit ondankbare werk; vol schaamte op
't denkbeeld dat men zou ontdekken dat zij gebrek
leden.
Drie francs is toch altoos drie francs, antwoordde-
hij met zijn langzame en afgematte stem. Voor die
drie francs kunt ge toch nog linten koopen op je
japons en op de Woensdagsche visite koekjes presen
teeren,
Hij bad echter dadelijk spijt dat hij dit gezegd had,
want bij gevoelde, dat hij madam Josserand daarmede
erg op haar zeer trapte en haar hoogmoed krenkte.
Er voer een roode gloed door haar schouders en zij
scheenop het punt uit te varen in harde woorden;
doch zich inspannende om waardig te blijven, stamelde
zij slechts:
Ach Godach God
Wordt vervolgd.)