ZLERIKZEESC OOIRAM. voor liet arrondis- x^x sement Zierihzee. 1882. No. 89. Woensdag 15 November. 85ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Feuilleton. Schetsen uit de werken van Emile Zola. Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden 1,Franco per post ƒ1, Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Per gewone regel 10 cent. Huwelijks-, G eb oor te en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 52 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. EAKEMAN. Binnenland. ZIERI IC ZEE, 14 November 188 2. In den afgeloopen nacht te één ure is een felle brand uitgebroken in een schuur te Brouwershaven, die spoedig in volle vlam stond en nog een drietal belendende schuren aantastte, die mede verbrand zijn. Wegens de nabijheid van den brand bij de groote kerk en den feilen wind, liet zich de zaak zeer ernstig aanzien, doch het gelukte de wakkere brandweer het vuur tot de genoemde drie of vier perceelen te beperken. Door de Prov. Staten van Noord-IIolland is tot lid der Eerste Kamer gekozen de heer mr. M. J. Pijnappel (oud-lid der Tweede Kamer), met 36 stemmen, bij herstemming tegen den heer mr. Visser van Ilazers- woude, die 23 stemmen verkreeg. In de Tweede Kamer is ingekomen een wetsvoorstel van den heer Vermeulen tot wijziging der artikelen 56, 61 en 65 der wet op het lager onderwijs, vergezeld van een memorie van toelichting. Het voorstel beoogt tegemoet te komen aan de erkende bezwaren, uit genoemde artikelen voortvloeiende en om dus te doen vervallen: 1°. de wiskunde als verplicht examenvak voor den hoofdonderwijzer2°. om de akte, welke bevoegdheid geeft tot het onderwijs in vreemde talen, niet langer afhankelijk te stellen van de akte als hoofdonderwijzer (art. 56b) maar alleen van de akte als onderwijzer (art. 56a). In zijn toelichtend woord excuseerde de voorsteller zich eenigermate dat hij 't voorstel deedimmers zoo kan opgevat worden, dat hij opmerkte, dat dit voorstel tot herziening der wet van '1878 even goed door eenig lid der linkerzijde, zelfs door den grootsten voorstander van die wet kon gedaan worden. De heer Vermeulen heeft als erkend tegenstander van 't openbaar onderwijs deze verontschuldiging wellicht noodig geacht om zijn voorstel vrij van alle verdenking te maken. Maar het komt ons voor, dat hij lof verdient voor zijn poging om de wet van '1878 zooveel mogelijk te verbeteren, door haar van erkende gebreken te zuiveren. Dat is veel nobeler dan de vrome verzuchting van sommige clericalen, die de wet van '1878 in haar vet willen laten stikken, hopende, dat uit het kwade het goede zal voortkomen. Inderdaad de punten, die de heer Vermeulen heeft aangevat, zijn zwakke plaatsen van de wet. Het lust ons niet uit de wordingsgeschiedenis der wet op te rakelen wat er toen over die punten zooal gezegd is en hoe de meerderheid er toe gekomen is ze er te laten doorslippendoch zulks is ook niet nooodig. Reeds toen wilden sommigen in de Kamer en gewis velen daarbuiten dat 't anders geregeld werd. En nu zijn er zeer velen, die de strekking van die beide verscherpingen der akte-examens voor verderfelijk houden, vooral die van de laatste: de beperkende bepaling op het verkrijgen van een akte voor vreemde talen. Nu de akten voor vreemde talen alleen door bezitters der hoofdakte kunnen verkregen worden, is te voorzien, dat het getal der (hulp)onderwijzers, met bevoegdheid onderwijs in één of meer vreemde talen te geven, zal wegsmelten als sneeuw voor de zon, om na eenige jaren geheel te verdwijnen, terwijl er geen enkele reden is om te veronderstellen, dat de bezitters der hoofdakte zich in den regel op 't verkrijgen der bijakte voor talen zullen gaan toeleggen. Aan 't meer uitgebreid lager onderwijs wordt daarmede een groote moeielijkheid bereid. Doorgaans wordt aldus geredeneerd: de bezitters van akte art. 56a zullen nu meer studeeren voor de akte 56b en den tijd niet verspillen met het vaak toch vruchteloos jagen naar akten voor talen. Dit is erg vaderlijk geredeneerd, doch juist daai-door wel eenigszins buiten den kring der wetten. Het zou nog iets anders zijn als de staat iets deed voor de oplei ding van onderwijzers tot hoofdonderwijzersdoch daar dit niet het geval is, kan men ook veilig de talen studie voor rekening dergenen laten, die zich daarop willen toeleggen en de akte verkrijgbaar stellen na de akte 56a. Wat betreft het opnemen der wiskunde onder de vakken van 't program voor 't hoofdonderwijzersexamen, zijn de meeningen nogal verschillend. Wij voor ons zouden de wiskunde liever op dit program zien blijven doch met het 2e punt van 't voorstel-Vermeulen zouden we gaarne méégaan. De Midd. Ct. zal een aanmerkelijke wijziging in haar redactie-personeel ondergaan. Voor eenige dagen toch werd gemeld dat de heer Tak naar het nieuwe blad te Amsterdam zou overgaanthans verneemt men dat ook de hoofdredacteur, de heer Pisuisse, in een anderen werkkring zal optreden en wel als Amster- damsch correspondent van de N. Rott. Ct. De op de Zeeuwsche Tentoonstelling bekroonde zelf werkende Mensc hen redder van den heer te Genipt te Hoedekenskerke schijnt een grootsche toekomst tege moet te gaan. Door tusschenkomst van den Minister van Waterstaat is ZEd. ten minste uitgenoodigd eerstdaags eene algemeene vergadering van de Vereeniging voor Locaal- en Tramspoorwegen te Breda bij te wonen om zijne uitvinding nader toe te lichten. De bijna dagelijks herhaalde tijdingen van ongelukken, door die middelen van vervoer teweeggebracht, doen eene spoedige in voering alleszins wenschelijk zijn. De JJin. van Financiën, de heer van Lijnden, heeft zijn functiën weder aanvaard en de Min. van Kol., de heer de Brauw, is van de tijdelijke waarneming daar van ontheven. De heer David Samot heeft in de Economist een lezenswaardig artikel geleverd, gewijd aan de kwestie der pensioenen voor werklieden. Gelijk te verwachten was, kwam deze autoriteit op dat gebied langs wetenschap- pelijken weg tot de conclusie dat het onmogelijk is op de grondslagen, als tot nu toe aangenomen en o. a. in de vergadering van 24 April j.l. op den voorgrond gesteld zijn, eenig pensioenfonds voor werklieden te stichten. Met eigen krachten kunnen de werklieden het niet; zij zouden 't alleen kunnen door aansluiting bij bestaande maatschappijen en als de werkgevers de premiën voor hun rekening namen. Dit zal natuur lijk wel een vrome wensch blijven. Te Amsterdam wil men feestelijk herdenken dat den 30 November '1832 het bombardement der Citadel van Antwerpen is begonnen of liever 't eerste schot ter verdediging is gedaan. "Vrijdagavond is de laatste trein uit Holland naar "Vlissingen bij het station Wouw op een stilstaanden goederentrein geloopen, waardoor veel schade aan materiëel is veroorzaakt en een oponthoud van drie uren, daar de trein in plaats van 10,38 pas te half 2 des nachts te Middelburg aankwam. Persoonlijke ongelukken hadden niet plaats. Het schijnt nu wel zeker te zijn dat de beide pool- schepen »Dymphna" en Varna" in het ijs zullen moeten overwinteren. Het hoofddoel der expedities overwintering aan den vasten wal, zal dus gemist worden. Laat ons hopen dat de wakkere pionniers der wetenschap er althans het leven afbrengen. Z. M. de Koning heeft Zaterdag te Apeldoorn op een wandeling een val gedaan en zich daardoor aan de knie bezeerd; de zwelling, die door den val ontstaan is, is echter niet van ernstigen aard. Benoemingen, Besluiten, enz. Z. M. heeft, op hun verzoek, eervol ontslag verleend aan A. A. Welters als le luit. en aan F. A. de Klerck als 2e luit. van de dd. Schutterij te Middelburg, onder gehoudenheid den nog overigen tijd van schut terlijken dienstplicht als gewoon lid der schutterij te volbrengen en benoemd tot le luit. W. A. M. Verheijen, thans 2e luit. en tot 2e luit. D. P. M. du Celliée Muller en mr. B. H. Carp, thans schutter. Gemengd Buitenlandscb Nieuws. De snelste reis tusschen N.-Amerika en Engeland is dezer dagen gedaan door de »Werra", kapt. Barre, van den Noordduitschen Lloyd. Zij vertrok van Sandy Hook den 25 October j.l. 6.45 nam., passeerde de Needies den 2 November 's av. 8 ure en had dus den afstand van 31G0 mijlen in 188% uur afgelegd of gemiddeld 16% zeemijlen per uur. De N.-Amerikaansclie post van 25 October werd te Londen in het hoofd postkantoor afgegeven den 3 November 's morgens 5 ure. Uit al de nadere berichten uit de Transvaal blijkt, dat er niets waar is van al de uitgestrooide praatjes over door de Boeren geleden nederlagen. Integendeel blijven de Boeren een pertinent eischende houding tegenover de weerbarstige Kafferhoofden bewaren. Zoo heeft de generaal P. Joubert aan het Kafferhoofd Mapoch, die Mampoer niet wil uitleveren, doen weten »Ik zal hem vatten, al zat hij in uw maag." Dit schijnt een in de diplomatiek met de Kaffers eigen aardige uitdrukking te zijn. Ook hebben volgens een telegram uit Durban van '11 dezer de Boeren het Kafferhoofd Montsion totaal geslagen en is Montsion op de vlucht. De berichten uit Opper-Egypte zijn iets gunstiger. Wel zijn de Egyptische negertroepen door die van den valschen profeet geslagen; doch de staat van zaken is niet wanhopig en Khartoem kan het wel houden tot er versterking komt. Ingezonden stukken. Ti-iolen, November 1882. Gij, mannen van Atheneik bemerkte dat gij alleszins als 't ware overgodsdienstig zijt. Want de stad door gaande, en uwe heiligdommen aanschouwende, heb ik ook een altaar gevonden, op welken het opschrift stond: Den onbekenden God. Zoo sprak de apostel Paulus, toen hij te Athene voor den Areopagus gebracht, zijne leer moest ver antwoorden en nader verklaren. Is er iemand voor wien we eerbied moeten hebben, dan is het voorzeker die apostel, die trots alle gevaren, welke hem omringden, den moed bezat, om midden onder eene afgodische bevolking, voor zijne godsdienstige gevoelens uit te komen. Maar het was nu eenmaal zijne roeping, het Evan gelie en het Christendom te verbreiden, en hadde hij daarvoor zijn leven zelfs niet veil gehad, de vruchten zijner prediking zouden met zijn dood wel te niet zijn gegaan. Ook nu nog vindt men menschen, die zich aan zulk eene zaak wijden. Ook nu vindt men menschen, die in Oost en West zich alle ontberingen getroosten, alle ge varen trotseeren, om de blijde boodschap des Evangelies onder de Heidenen bekend te maken, en het is bekend genoeg; dat die zending onder Heidenen en andere afgodische volken oneindig veel goeds heeft teweeg gebracht. „POT-BOUIIiIiE". m. Onder het hooge raam van elk portaal, welks ruiten liet een sierlijken rand omgeven, een helder licht op d't trap wierpen, stond een smal met fluweel overtrokken blikje.. De architect maakte hem er opmerkzaam op, da1 dit was voor oude menschen, om uit te rusten als( zij moede waren van het klimmen. Daar hij de tweede verdieping voorbij ging zonder de huurders te noenen, vroeg Octave, terwijl hij op de deur wees: -+ En daar? T- O, daar, zei hij, lui die men nooit ziet, die niemand kent Men zou ze gaarne missen in huis, Enfin, overal vindt men wat Hij maakte een verachtelijk gebaar. De mijnheer schrijft boeken, geloof ik. "Verder in het boek komt Zola op deze menschen van de voorwoning der tweede verdieping terug. Men denkt daarbij onwillekeurig dat hij daarmede zijn eigen gezin op het oog heeft, dit is echter slechts een gissing. Bew. Op de derde verdieping lachte Campardon weder tevreden. De woning, die op de plaats uitzag, was in tweeën gescheiden; daar woonden madam Juseur, een zeer ongelukkig vrouwtje, en een heel deftig heer, die een kamer gehuurd had, waar hij ééns in de week kwam voor zaken. Terwijl hij deze inlichtingen gaf, opende Campardon de deur van de andere woning. Hier zijn we nu bij mij, hernam hij. Wacht, ik zal uw sleutel krijgen. Wij zullen eerst naar boven gaan, naar uw kamer, dan zult gij daarna mijn vrouw zien. Gedurende de paar minuten dat hij alleen bleef, voelde Octave zich onder den invloed van de deftige stilte van de trap. Hij boog zich over de leuning, in de zwoele lucht die uit de vestibule opkwamopziende, luisterde hij of vandaar geen enkel geluid tot hem afdaalde. Het was de doodsche vredigheid van een burgerlijk salon, dat zorgvuldig gesloten was, waarin geen adem- tochtje van buiten doordrong. Achter de mooie deuren van glimmend mahoniehout, lagen als 't ware afgronden van fatsoenlijkheid. Ge zult uitmuntende buren hebben, zei Campardon, terwijl hij terug kwam met den sleutelaan de straat de Josserands, een heele familie; de vader is kassier 'in het magazijn van kristallen goederen Saint-Joseph, en er zijn twee huwbare dochters; en vlak bij u een klein ambtenaarsgezin, de Pichons, lui die 't zoo breed niet hebben, maar toch heel wel opgevoede menschen. Alles moet verhuurd worden, niet waar? zelfs in een huis als dit. "Van de derde verdieping af, hield de roode traplooper op en lag er slechts een eenvoudige zeildoeksche looper. Dit deed Octave's eigenliefde een beetje zeer. De trap had hem gaandeweg met eerbied vervuld: het deed hem aan, dat hij in zulk een net huis kwam te wonen, zooals de architect het uitdrukte. Terwijl hij achter dezen aankwam in de gang, die naar zijn kamer leidde, bemerkte hij door een deur, die op een kier stond, een jonge vrouw, die bij een wieg stond. Op 't gerucht keek zij op. Zij was blond en had lichte oogen, doch zonder uitdrukking; en hij zag niets dan dien blik, want eensklaps blozende, stiet de jonge vrouw de deur dicht, als iemand die verrast wordt. Campardon wendde zich nog eens om, om te her halen Water en gas op alle verdiepingen, mijn waarde. Toen wees hij een deur, die met de keukentrap in gemeenschap stond. Boven waren de kamers van de dienstboden. En aan 't eind van de gang stilhoudende, zeide hij Zoo, nu zijt ge thuis. De tamelijk groote vierkante kamer was met blauw- gebloemd grijs papier behangen en zeer eenvoudig gemeubeld. Bij de alcove was een toiletkamertje uitgespaard, juist groot genoeg voor het doel. Octave liep recht op het raam af, waardoor een groenachtig licht binnenviel. Hij zag daar in de diepte op de

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1882 | | pagina 1