ZUIIIkZIISIlii; C4»I KWT voor het arrondis- mimi Zierihee. 1882. No. S8. Zaterdag 11 November. 85ste jaargang. NIEUWS- en ADVEBTENTIE-BLAD Binnenland, Feuilleton. Schetsen uit de werken van Emile Zola. Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden 1,Franco per post ƒ1,— Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad '10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Per gewone regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van '1-5 regels, mits contant betaald, 52 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. EAKEiYMAIV, Zierikzee '10 Nov. De paardenmarkt van gisteren was weinig bezocht. Het ruwe weder was zeker een der oorzaken van den geringen aanvoer van paarden. De Middelb. Ct. deelt mede, dat haar medewerker, de heer P. L. Tak, met 1 Jan. een betrekking aan de dagbladpers te Amsterdam zal aanvaarden. Te Gouda is tot lid der Tweede Kamer gekozen de heer jhr. mr. K. A. Godin de Beaufort (a.), met 1690 van de 2595 stemmen; de heer Droogleever Fortuijn bekwam 887 stemmen. De heer .Sickesz heeft zijn ontslag genomen als lid der Tweede Kamer. De Min. van Financiën, graaf van Lijnden, is in zoover hersteld, dat hij weder in den Haag terug is hij zal evenwel nog vooreerst zijn functiën niet her vatten, maar is bij Kon. Besl. tijdelijk vervangen door den Minister van Koloniën. De Tweede Kamer heeft besloten de nieuwe census- wet nog dit jaar in de sectiën te behandelen. Er is nu nog kans dat deze zaak vóór nieuwjaar afgedaan wordt. De heer v. d. Hoeven had voorgesteld, de be handeling nog uit te stellen, opdat eerst kennis kon gewonnen worden van die nieuwe indeeling der kies districten, die bij 't census-ontwerp behoort. Het 'stoomschip »P. Caland" heeft bij het binnen komen te Vlissingen op den Oosthavendam gestooten, is er ook een poos op blijven zitten, doch latei', na gelicht te zijn, zonder schade vlot gekomen en naar Rotterdam opgestoomd. Het vermoeden bestaat dat de Scheveningsche visschers- vloot nog 5 schuiten zal te betreuren hebben, die in den jongsten zwaren storm vergaan schijnen te zijn, behalve de reeds bekende ongelukken. In een vergadering van de werkliedenvereeniging te Assen is een adres tot het verkrijgen van het algemeen stemrecht behandeld. De heer Gratama, lid der Tweede Kamer, verdedigde het algemeen stemrecht, waarvoor hij sinds zijn optreden als lid der Kamer steeds heeft gestreden. De heer Gratama erkende echter, dat het moeilijk zou zijn om thans de grondwetsherziening tot stand te brengen; hij stelde daarom voor, bij een adres aan de Kamer te verzoeken, om, zoo geen wijziging der Grondwet te verkrijgen was, den census althans voor elke plaats op 20 te bepalen; men kreeg dan voorloopig het betere voor het beste. Met dat voorstel vereenigde zich de vergadering. Ter beantwoording van de jongste Junifeesten van het Amsterdamsche studentencorps zal Zaterdag 9 Dec. e. k. door de burgerij der hoofdstad een contrafeest worden aangeboden, bestaande in een bal, voorafgegaan door een concert vari de Guides uit Brussel. Algemeen is in de afdeelingen der Tweede Kamer het verlangen geuit, dat de domeingoederen, die door den dood van Prins Frederik weer aan den Staat zijn gekomen, zoo spoedig mogelijk onder het algemeen beheer zouden komen te meer daar bij een opbrengst van 500,000 de kosten van beheer ad 130,000 zeer hoog te noemen zijn. Omtrent de overdracht van «Soestdijk" en daarbij behoorende bezittingen aan Z. M. den Koning verneemt de Amsterd. Ct., dat die overdracht is geschied tegen verzekering door Z. M. van een aanzienlijke lijfrente aan H. K. H. Prinses Hendrik, met het recht om het bedrag daarvan zoowel in het binnen- als in het buitenland te genieten, zullende de jaarrente ook worden uitbetaald bij een eventueel tweede huwelijk van de Prinses. In de dezer dagen te Delft gehouden vergadering dei- «plaatselijke commissie voor de oprichting van een nationaal gedenkteeken voor Hugo de Groot", welke door ruim dertig leden werd bijgewoond, werd door den voorzitter medegedeeld, dat door Burgem. en Weth. van Delft aan den Gemeenteraad het voor stel is gedaan tot het geven van fmanciëelen steun, indien het gedenkteeken te Delft, de geboorteplaats van den grooten Nederlander, zou worden opgericht. De commissie besloot, zich met een adres van adhaesie omtrent dat voorstel tot den Gemeenteraad te wenden' Dezer dagen werden door de politie te Overschie een man en een vrouw in verzekerde bewaring genomen, die volgens hun zeggen besloten hadden te sterven. Hiertoe hadden zij de kachel vol rookende brandstof geworpen, om door verstikking een einde aan hun leven te maken. De toestand was echter van dien aard, dat zij zich vermoedelijk voor den rechter zullen moeten verantwoorden wegens brandstichting. Beiden zijn gevankelijk naar Rotterdam vervoerd, nadat de man nog eerst een poging had gedaan om zich op te hangen. Betreffende het besluit van den Gouverneur-Generaal van Ned. Indië om vooralsnog niet tot de triangulatie van Sumatra over te gaan, heeft de Minister van Koloniën medegedeeld, dat hij evenals zijn voorganger bezwaar maakt, dat besluit aan 's Konings goedkeuring te onderwerpen. De Minister vertrouwt, dat de Gouv.- Gen. zijn bedenkingen door de opmerkingen, welke hem vanwege den Minister zijn medegedeeld, zal op geheven achten en er gaarne toe zal medewerken, om alsnog in den geest dier opmerkingen de triangulatie van Sumatra te regelen. Gelden voor die triangulatie zijn op de gewijzigde begrooting van Koloniën uitge trokken. De matroos J. Steel, behoord hebbende tot de equipage van het Eng. stoomschip »Gulf of Panama", gestrand Zondag 29 Oct. 4882 op de Noordei'-Haaks, deelt omtrent zijn lotgevallen het volgende mede: »Wij kwamen naar mijn gissing des morgens halfzes ure aan den grond. Na tot halfacht naar redding uitgezien te hebben, verlieten wij het schip met drie booten. Ik was in een boot met 17 man en in de andere twee booten waren ieder 5 man. Nauwelijks waren wij van het schip af, of onze boot sloeg om en wij lagen in de branding. „POT-BOUILLE". II. Volgens Zola nu heeft het tweede keizerrijk veel op zijn rekening, omdat het tot zedenbederf van de bour geoisie heeft geleid. Al wat Napoleon III heeft gedaan voor den werkman en dat is waarlijk niet weinig geweest schijnt niet de moeite waard geweest te zijn in aanmerking genomen en in mindering gebracht te kunnen worden. Trouwens 't moet ook erkend worden, dat de bouwwoede en de grondergeest van 't keizerrijk der bourgeoisie vrij wat meer voordeel, ja rijkdom hebben opgeleverd dan zij den werkman voor uitgebracht hebben. Hoe dit zij, Zola vindt, dat de burgermaatschappij in Frankrijk onder het keizerrijk zedelijk achteruit- v gegaan is, en in Pot-Bouille teekent hij haar zonden en gebreken met harde kleuren. Nu moet men, al lezende, onwillekeurig den genialen schrijver gelijk geven op nagenoeg alle puntenwant wie ietwat ervailng van de wereld heeft, ziet dat hij niet overdrijft, maar eenvoudig de photografie geeft van hetgeen de werkelijkheid oplevert. Men behoeft echter juist niet naar Parijs of Frankrijk te trekken om dat te kunnen zien; 't is bij ons te lande al evenzoo gesteld als daar en 't zal in andere Europeesche landen al niet veel anders zijn. Het is daarom blijkbaar partijdig van Zola, dat hij 't keizerrijk de schuld geeft van toestanden, die geenszins uitsluitend in Frankrijk, maar ook wijd daarbuiten waar te nemen zijn. Door het geheele boek schijnt een zekere minachting van 't geen men noemt «nette menschen, nette lui" door, die wij erg hinderlijk vinden. 'Immers die «nette lui", al zijn ze nog verre van volmaakt, vormen toch een degelijk deel van de geheele maatschappij en van den staat. Neem de «nette menschen" uit de maat schappij weg en gij houdt ploerten, canaille en paria's over, waarmede we niet willen zeggen, dat er na de zifting onder de nette lui niet altoos nog enkele nare ploerten zullen overblijven. Zola kiest tot tooneel der handelingen die hij schetsen en der personen die hij teekenen wil, een dier kolossale moderne gebouwen, waarin de bouw-politiek van het keizerrijk de bourgeoisie heeft gekazerneerd, of zich doen nestelen. Zulke huizen zijn er ontelbaar vele te Parijs. Beneden zijn het rijke fraaie winkels; een weelderige koetspoort en vestibule voeren naar de trappen die tot de verdiepingen leiden, op welke men, al hooger en hooger klimmende, de onderscheidene rangen der bourgeoisie in omgekeerde orde gevestigd vindt: op de eerste verdieping de rijken, hoogerop lieden van minder aanzien, d. i. minder inkomen, en eindelijk op de bovenste verdieping de dienstboden der onderscheidene familiën, die 't huis bewonen. Het huis is gelegen in de rue de Choiseul«een groot huis van vier verdiepingen, welks hardsteenen gevel er nog frisch uitzag, vergeleken hij het roestige pleister van naburige gevels. Octave, die op 't trottoir was afgestapt uit het rijtuig, bekeek het werktuigelijk van onder tot boven, van het magazijn van zijden stoffen, dat beneden en in de kelderverdieping was, tot aan de achteruitspringende vensters van de vierde verdieping, die op een soort van plat uitkwamen. Op de eerste verdieping was een balkon, gedragen door vrouwen koppen en met een zeer uitvoerig bewerkte leuning van gegoten ijzer. De ramen waren met veel grof gebeeldhouwd lijstwerk op vlakken grond omzet; en beneden boven be koetspoort, die nog al meer met versieringen overladen was, hielden twee minnegodjes een ontrold blad vast, waarop het nommer van het huis, dat 's avonds door een gaspit van binnen werd verlicht. Een dikke blonde mijnheer, die de vestibule uitkwam bleef opeens staan toen hij Octave bemerkte. Wel zoo, zijt gij daarriep hij. Ik rekende niet op u voor morgen Ja, antwoordde de jonkman, ik ben een dag vroeger van Plassans vertrokken Is de kamer niet gereed O ja! Ik had de kamer al vóór veertien dagen gehuurd en ik heb er terstond maar meubels op ge bracht, zooals gij mij verzocht. Wacht, ik zal u op uw kamer brengen. Ofschoon Octave hem niet wilde ophouden, ging hij weer fnaar binnen. De koetsier had de drie koffers afgeladen. In 'fc hokje van den portier stond een deftig

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1882 | | pagina 1