Buitenland
handelstractaat tusschen beide landen, dat den 45
der volgende maand ten einde loopt. De verlenging
zou slechts gelden voor den tijd die er noodig is voor
het sluiten van een nieuw tractaat.
Benoemingen, Besluiten, enz.
Z. M. heeft den heer Otto van Rees benoemd tot
voorzitter der Tweede Kamer der Staten-Generaal
voor het tijdvak der tegenwoordige zitting.
Door den Gouv.-Gener. van Ned. Indië is o.a. ver
gunning verleend om naar Nederland terug te keeren
aan den luit. ter zee 2e kl. W. J. de Bruijne.,
Kunst, Wetenschap en Letteren.
De Overijselsche tentoonstelling te Zwolle heeft aan
leiding gegeven tot de vernieuwing van een in de
geschiedenis herhaaldelijk voorkomend geval, nl. dat
de menschen, die er iets in te zeggen hebben zich te
zwak of te onrein achten om sommige kunstwerken
te zien en die daarom uit hun oogen verbannen en,
waar zij kunnen, ook uit de oogen van het publiek.
De zaak is deze: mevr. de gravin van Rechteren
Limpurg had aan de commissie voor de geschiedkundige
tentoonstelling van Overijsel te Zwolle ingezonden
een schilderij y>Andromeda aan de rots gekluisterd"
van de hand van den kunstschilder Ten Oever. Het
stuk ofschoon van groote kunstwaarde, werd door de
commissie geweigerd, omdat naar zij beweerde de voor
stelling zedenkwetsend is. Mevr. van Rechteren, voor wie
in alle geval een dergelijke boodschap geen kompli-
ment kon zijn, en die op kunstgebied niet zoo klein
geestig is, heeft deswegen zich beklaagd en zich op het
publiek beroepen in de Zvjolsche Courant. Hierop is
een allergeestigst geschreven antwoord in die Courant
gekomen, van den heer J. de Meester, zeker een lid
der commissie, dat te aardig is ook om de fijne ironie
die 't bevat, om 't niet hier voor een deel over te nemen.
»In de eerste plaats dan een enkel woord over de
heldin van het kunstwerk, Andromeda. Deze jonge
dame moet indertijd de goddelooze brutaliteit gehad
hebben, zich schooner te wanen dan de Nereïden, de
mooie dochters van Oceanus, en van wie er eene, als
ik me niet vergis, met Neptunus was getrouwd.
Natuurlijk kon mevr. Neptunus dit van juffrouw Andro
meda niet verdragen, en even natuurlijk zocht zij voor
haar wraakzuchtige plannen hulp bij haar man, die
beleefd genoeg was om terstond een zijner zee
gedrochten naar het rijk van Koning Keplieus, Andro
meda's vader te zenden, met een gelijke opdracht als
Albions zeemonsters tegenover de Egyptische «rebellen"
te vervullen hebben gehad. Gelukkig waren de lieden
in Kepheus' rijk practischer dan de Egyptenaren, die,
in steê van Arabi uit te leveren, hem bijvielen,
en besloten zij, dat de ijdele prinses, die van alles
de schuld was, nu zelve ook maar de kastanjes uit
het vuur moest halen. De koning kon daar niets tegen
zeggen, en Andromeda werd aan eene in zee uitste
kende rots gekluisterd en der wraak aan het zeemonster
overgegevenprecies als Alexandrië aan de Inflexible.
«Gelukkig echter daagde voor Andromeda een redder
in den nood op. Perseus, een dappere kerel en met
goede oogen in het hoofd, versteende bijna van schrik
(hoewel hij Medusa het hoofd had afgeslagen zonder
te versteenen), toen hij de schoone jonkvrouw in zoo
deerniswaardigen toestand zag. Hij beloofde haar te
veriossen, en versloeg inderdaad het monster. Daarop
huwde hij Andromeda.
«Het laatste nu kan niemand, die de schilderij van
mevrouw van Rechteren ziet, verwonderen. De eerzame
Overijselsche schilder Ten Oever toch heeft Andromeda
«uitgepottretteerd" in een pose, welke van elk discreet
jongmensch die haar zag en Perseus was een fat
soenlijk jonkman vorderde, dat hij de tegen
wil en dank poseeren de trouwde.
«Thans weet men meteen, waarom Ten Oever's
kunstwerk voor de Zwolsche tentoonstelling geweigerd
is: er komen daar ook jongelui, en in onze tijden
zijn voor de meesten aan een huwelijk te talrijke be
zwaren verbonden. De commissie zelve zette, toen het
stuk binnenkwam, op het voorbeeld van Wolseley een
zwarten bril op teneinde m inde r te zien
«Gelukkig dat er behalve eenige jongelui, in de
commissie een man zat, die, hoewel zij natuurlijk ook
hem ja hem wel het meest vreemd was, «de
naakte werkelijkheid" van nabij durfde bekijken. Hij
toch sprak zonder dralen het veto uit, stelde toen
de jongelui (die schalken!) nog eenige tegenwerpingen
tegen de weigering maakten de kabinetsquaestie
en ontzegde daarmede aan Andromeda den toegang.
Die man was de pastoor Spitzen, de om zijn levens
wandel eerbiedwaardige, om zijn groote geleerdheid
zeer hoog te plaatsen, om zijn ijver voor de fraaie
tentoonstelling dankbaar doch om zijn weigering
van Andromeda niet zonder ergernis te noemen priester,
die met dit verwonderlijk en toch verklaarbaar
staaltje van kleingeestigheid, aan de kerk een uitne-
menden dienst heeft bewezen.
«In de Zwolsche tentoonstellings-commissie was
pastoor Spitzen een onmisbaar lid. Door zijn bemid
deling had men tal van wetenswaardige zaken uit
het aarts!:;~"hotmeliik mus«?"»r» pn
i voornamelijk met zijn bekwaamheid
bracht men net tot zulk een uitnemende organisatie.
Zijn hulp en de deelneming der Katholieken maakten
de tentoonstelling tot wat ze is. En daarom konden
de andere commissie-leden moeielijk anders dan ge-
doogen, dat b.v. de voorstelling van den verloren zoon
in een nieuwerwets-gedacht-huis, dat ik niet
noemen zal, eene teekening die allergrappigst zou
wezen als zij niet zoo zedekwetsend was, dat deze
bleef, alleen omdat het verhaal (echter zonder zooveel
decoratief!) in den Bijbel staat, Andromeda, een schil
derij, waaraan ieder, die geen pastoorsgelofte deed
en de kunst als kunst begrijpt ze zij dan heidensch
of zoogenaamd-christelijk. groote waarde zal toeken
nen, dat dit stuk geweigerd werd."
Ziedaar een oude geschiedenis en toch immer nieuw.
De nieuwe komeet, die dezer dagen nabij de zon
is ontdekt is ook te Nice waargenomen en wel ver
leden Dinsdag op den middag en ongeveer 3° O.
van de zon.
Sommige geleerden zijn van meening dat dit een
komeet is, die op zijn laatste beenen loopt, of op haar
laatsten staart danst. Zij schijnt allerlei capriolen om de
zon te maken, wordt nu onder dan boven, nu vóór dan
achter de zon gezien en zal, zegt men, dat gevaarlijke
spel niet lang meer kunnen volhouden, maar even als
een mug in de kaars, op een mooien dag in de zon
te land komen, waar 't niet goed met haar zal afloopcn.
Veegde zij eerst met haar staart de zonnevlekken
maar wegdat we mooier weer kregen.
Egypte.
Nu de eigenlijke oorlog in Egypte uit is, treedt de
Egyptische zaak weder terug binnen den wolkenkring
der politiek en wordt zij weder even vervelend als
van te voren.
Is het doel van den oorlog bereikt? vragen velen
zich af. Maar men dient dan toch eerst wel te weten
wat het doel van den oorlog geweest is. Het plat
schieten van Alexandrië, het doodschieten van eenige
honderden Egyptische soldaten, het rooven van eenige
duizenden geweren, kanonnen en andere krijgstuig,
kan toch het doel niet geweest zijn.
Egypte te bevredigen? Maar Arabi-pacha heeft van
den beginne af gezegd, dat zijn eenig doel juist was
Egypte te bevredigen, en dat, als men hem maar
liet begaan, hij Egypte vrij en gelukkig zou maken.
Egypte te verlossen? Ook dat was volgens zijn
eigen verklaring Arabi's doel. Hij wilde juist Egypte
verlossen van zijn eigen wanbestuur en van de menigte
vreemde uitzuigers die zich vetmestten ten koste van
den arbeid der bevolking van Egypte-land.
Toen de oorlog begon zal wel niemand in Engeland
of elders daar iets anders in gezien hebben, dan een
daad van Engelands bewind om het Suez-kanaal in
zijn macht te krijgen, den Sultan van Turkije zijn
beste provincie af te nemen en in 't voorbijgaan de
houders van papieren Egyptenaren een winstje te
bezorgen, of hen uit de benauwdheid te helpen waarin
de daling dier papieren hen gebracht had.
Wat nu eigenlijk het doel van de geheele expeditie
mag geweest zijn of nog zijn, is tot heden toe nog
niet duidelijk door de Britsche regeering gezegd.
Wel volgt die regeering de anti-revolutionaire manier
van te zeggen en hoog en duur te verzekeren wat
zij niet doen zal. Zij zal niemands rechten verkorten,
zij zal niets doen zonder goedkeuring der mogend
heden, nu dat heeft men gezien bij het bombar
dement van Alexandrië - kortom er zijn aantal zaken
die zij niet zal doen; wat zij echter wel zal doen,
dat zegt zij niet.
Men moet er dat dus maar bij denken, gelijk dat
in de staatkundige wereld doorgaans het geval is.
Wij houden het er voor, dat zij Egypte zal be
schouwen als veroverd land, dat zij den Khedieve
nog een poosje als een schijnvorstje op zijn mooien
rooden divan zal laten zitten, dat zij er een mouw
aan zal passen hoe zijn schulden 't gemakkelijkst
worden overgebracht van zijn rug op den rug des
volks, dat zij ondertusschen de inkomsten en uitgaven
van Egypte zal regelen, het bestuur reorganiseeren
en dat dan eindelijk Gladstone of een ander de
Koningin zal begroeten als Koningin-Keizerin en tevens
als opvolgster van wijlen Kleopatra, beruchter ge
dachtenis.
Engeland is een zonderling lander zijn daar drie
opinies: die des hemels, die der staatslui die aan
't roer zitten en die welke overal is, de publieke
opinie. Naar de laatste wordt óf te veel öf in 't geheel
niet geluisterd. De eerste daarvan is het orgaan de
aartsbisschop van York, een groote mijnheer in de
Engelsc.he kerk, die veel hooger en dus dichter bij den
hemel staat dan gewone stervelingen en die natuur
lijk dus ook wel zal weten wat die opinie des hemels
geweest is in zake den Egyptischen oorlog. Hij
heeft voor den officiëelen dankdag die verleden Zondag
door geheel Engeland gehouden is, het formuliergebed
geschreven, dat aldus luidt: «Wij verheerlijken U, oHeer,
voor de jongste aan onze wapens verschafte over
winningen door welke de rust in Egypte is hersteld,
het hoofdmiddel van gemeenschap tusschen Engeland
en zijn Indisch Keizerrijk is beschermd en de vrede
aan de Egyptenaren is geschonken.
Laten wij het bevestigen dat het Uwe hand was
die dat deed, dat Gij bij ons waant in het kamp,
ons beschermdet en ons de bovenhand bezorgde! over
onze vijanden".
Die arme Egyptenaren moeten toch wel in een
kwaad blaadje staan bij Onzen Lieven Heer. Hoeveel
eeuwen is 't niet al geleden dat Hij ..de toemalige
Egyptenaren met plagen sloeg, die .erg waren en het
geheele Egyptische leger met ^-fiarao in cluis in de
Roode Zee liet verdrinken, vn nu stuurt Hij hun de
Engelsche roodrokken van Wolseley en de blauwhuizen
van Seymour op den hals en belast den aartsbisschop
van York dit aan het goede volk van. Encrplfl/H +e
w. v o^csteiijiaSh" iu alle
kerspelen van 't Britsche Rijk ook te.doen vertellen,
't Wordt meer dan tijd dat de Egyptenaren zich
beteren.
Wat nu dat herstellen van de rust, betreft, daarmeê
heeft de bisschop den hemel wel een ietwat over
dreven kompliment toegebeden; want alle berichten
stemmen daarin overeen dat de rust nog in lange
niet hersteld is en dat het geheele Engelsche oxperlit.ie-
leger wel noodig zal zijri om op de voornaamste
punten van het land een staat van zaken te hand
haven, die althans van verre gezien «enigszins op
rust gelijkt.
Wij voor ons twijfelen geen oogenblik of hef Egyp
tische volk als zoodanig zou niets liever verlangen
dan rust, ongestoorde rust, om den akker te kunnen
bebouwen en in vrede hét brood te eten dat de
hernel die toch nog zoo kwaad niet op Egypte ia abi
de bisschop van York wel meent door een onuit
puttelijk vruchtbaren bodem geschonken heeft. Doch
al lang voor dezen oorlog begeerden de Egyptenaren
niets dan deze rust. En als zij nu nog, misschien
door de prediking van den bisschop van York, tot
bekeering komen, dan zullen zij vermoedelijk bidden
O Heer verlos ons van onze rood- en bleu wrokkige
verlossers en bevredigers, en van al onze andere
opvreters.
Want waarlijk, dat schijnt toch het doel van den
geheelen oorlog te zijn, Egypte, het vette Egypte,
waar voor slimme Engelschen met ruime gewetens en
onder de beschermende gebeden van den bisschop van
York en dergelijke organen des hemels, veel geld te
verdienen of liever te vergaren is, te veroveren.
Dat daarbij op de eigenaardige deugden der Fellah's,
als: domheid, gedweeheid, arbeidzaamheid, taaie spier
kracht en groot geduld, wordt gerekend, behoeft
niet gezegd te worden.
Van den Khedive Tewfik-pacha, kan men geen
hooge gedachten blijven koesteren, als men die bij
geval van hem had, mogelijk omdat de Engelschen
zoo veel moeite voor hem gedaan hebben. Hij schijnt
ten aanzien zijner onderdanen enkel wraak te koesteren
en als de Engelschen hem maar wilden helpen zou
hij hoofden van «schuldigen" laten regenen. Dat de
Engelsche generaals hem in het oog zullen houden,
ook als hij zijn gemoed eens wil koelen aan de hoofden
der nu onderdrukte beweging, schijnt hem ongezind
te stemmen om zich vooreerst naar Kaïro terug te
begeven, al heeft men daar de eerepoorten en de
toestellen voor illuminatie en vuurwerk ook al gereed
gemaakt. Zoo er in de beweging van Arabi en de
anderen al iets nationaals kan geschuild hebben, in
hetgeen de Khedive thans met zijn onderdanen voor
heeft kan men moeielijk nationalen zin ontdekken.
Zoo laat hij om te beginnen een corps vreemde
politie-agenten organiseeren, waartoe in Zwitserland
een werfbureau geopend is. Door dit bureau worden
personen, die bij het leger gediend hebben en den
Khedive als politie-agent willen dienen, aangenomen
tegen 125 a 200 francs tractement per maand en
een zeer fraaie uniform.
Eenmaal zulk een corps van uitheemsche sbirren
in handen hebbende, kan hij zijn getrouwe onderdanen
verder in een net van vreemde fiscale en verdere be
ambten vangen, alles onder het prestige der Engelsche
wapenen,tenzij er bij de Engelsche regeerings-
mannen nog een greintje zedelijk gevoel is overgebleven,
en dat zal toch wel, hetwelk hen dan dringen zal
om de macht van den Khedive wat te knotten.
Op den duur zal Engelsch protectoraat, voogdijschap
of hoe men 't nemen wil den Egyptenaren wel ten
goede komen, en van het oogenblik af dat Egypte
zal behandeld worden op den voet van Britsche
kolonie, zal men de naneven der slaven van de Pharao's
en Jozefs geluk mogen wenschen.
Gemengd Buiteiilandscli Nieuws.
Bij het spoorwegongeluk bij Hugstetten blijken in
het geheel gedood te zijn 75 personen zwaar gekwetst
95; licht gekwetst 100; te zamen 270 personen;
men moet evenwel in het oog houden, dat de trein
omstreeks 1200 passagiers vervoerde. Van alle kanten
komen giften in om de gekwetsten en de hulpbehoevende
betrekkingen te ondersteunen.
De voortvluchtige Berlijnsche bankier Max Lewenstein
is te Liverpool aangehouden, op het oogenblik dat hij
zich, met nog 180,000 mark in zijn bezit voor Amerika
wilde inschepen.
De schedel van Guiteau, den moordenaar van president
Garfield, bevindt zich thans in het «National Army
medical Museum" te New-York, hij zal echter niet
voor het publiek te zien zijn.
Het aantal luchtreizen, sedert '1876 tot 1882 volbracht,
bedraagt 594, nl. in 1876 79; 1877 81: 1878 82;
1879 95; 1880 117 en 1881 120.
Neemt men nu in aanmerking, dat van deze lucht
reizen slechts zeer enkele ongelukkig afliepen, dan
komt men tot de slotsom, dat het reizen in de lucht,
ondanks de onvolmaaktheid der luchtschepen, al vrij
veilig is en niet gevaarlijker dan het reizen per rijtuig
langs gewone wegen.
Kerk- en Sclioolnieuws.
Aangenomen het beroep naar Oost- en West-Soeburg
door J. A. van Boven te Klaaswaal.
Bedankt voor het beroep naar de Chr. Ger. gemeente
te Vrijhoeve Cappelle door ds. J. A. Goedbloed te Axel
voor de beroepen naar 's Heer Abts en Sinoutskerke
en Ileinkenszand door ds. II. van Selms te Nisse.
Op een der voordrachten voor de benoeming van
twee kerkelijke hoogleeraren aan de Uuiversiteit te
Amsterdam komt ook voor dr. W. C. van Manen, pred.
bij de Ned. Herv. gem. alhier.
ApHnWnilp rlon U.1 <ip»! i-i.» Mie1
v,if~ -'J. ucis-v...in nc.u v.ObOi vuil
den R. Kath. Aartsbisschop van Utrecht, door hot
overlijden van den heer Schaepman, zal als kapittel-
vicaris fungeeren de heer F. P. van de Bui'gt, proost
van het kapittel en president van het seminarie (o
Rijsenburg, die daartoe door het metropolitaan-knpitfel
is gekozen.
Benoemd tot hoofd der school voor meer uitgebreid
lager onderwijs tc Bergen 0|) Zoom de lieer W. II. M.
Bartels te Hilversum.
verzoek E eervol ontslagen bef boo I'd der ge
subsidieerde bijx sob ooi te Bergen op '/oom P.-
Brngfrop,
\bimmd tof onderwijzeres t« ileerjensdnm me.j-
A. V. de Visser fe fth'-JflttSi&Rd