ZIERIKZEESCHE COURANT.
1882. No. 72Zaterdag 16 September. 85ste jaargang.
BEVOLKINGSSTATISTIEK.
Vergadering van den Gemeenteraad
De cijfers ziju welsprekend, inzonderheid als
men hen voor ziehzelveu laat spreken en er
niet op uit i9 hen iets te laten zeggen wat
men gaarne wenscht te hooren of te doen
hooren, 't welk wel eens met cijfers der statis
tiek het geval is. Niet zelden echter leveren
eenvoudige cijfers verrassende gezichtspunten op.
Zoo zou men, als men vernam, dat van 1830
tot 1880, d. i. in een halve eeuw, de bevolking
van Nederland met 53,54 pCt. is toegenomen,
allicht tot het besluit komen, dat ml ongeveer
allo plaatsen de helft sterker in bevolking zullen
zijn dan zij in 1830 waren. Dit is het geval
niet; de cijfers bewijzen dat de vermeerdering
der bevolking nagenoeg enkel plaats heeft gehad
in sommige groote steden en enkele plattelands-
plaatsen, maar dat de grootste vermeerdering
der bevolking, vooral in de kleine plattelands
plaatsen moet geschied zijn. Immers een groot
aantal steden, wier uiterlijk sinds jaren al den
schijn had van een groote vermeerdering van
bevolking, zijn wat die vermeerdering betreft
nog beneden het gemiddelde cijfer van 53,54
pCt. gebleven en dus feitelijk in bevolking
achteruitgegaan. Van de steden welker ver
meerdering van bevolking over de verloopeu
halve eeuw beneden het gemiddelde is gebleven
noemen we Middelburg (9,16 Amersfoort
(16,31), Maastricht (16,83), Leiden (18,04),
's Hertogenbosch (20,45), Zaandam (22,72),
Vlissingen (25,25), Breda (30,46), Leeuwarden
(38,54), Deventer (40.49), Gouda (40,69), Alk
maar (40,95), Zwolle (45,52), Groningen (52,21).
Al deze plaatsen zijn dus niet in bevolking
toegenomen, uiaar hebben klaarblijkelijk een
deel hunner bevolking aan andere plaatsen af
gestaan.
Het getal der steden van rang, wie deze
vermeerdering van bevolking boven het gemid
delde is toegevloeid, is niet groot. Utrecht nam
toe met 55,81 pCt., d. i. met nagenoeg 2 pCt.
boven bet gemiddelde. Amsterdam kwam ondanks
den daar zoo zichtbaren vooruitgang toch slechts
3 pCt. boven het gemiddelde. Dordrecht steeg
ook 3 pCt., Delft 15 pCt. en Haarlem 17 pCt.
boven dat gemiddelde cijfer. Kampen nam
96,40 pCt., dat is 43 pOt. boven het gemiddelde,
toe. Schiedam verkreeg 46 pCt., 's Hage 49 pCt.,
Rotterdam 52 pCt. boven het gemiddelde.
In het oogvallend is bet hoe men zich in het
uiterlijk voorkomen der steden kan vergissen
en mistasten in de beantwoording der vraag of
eeo stad vooruitgaande is in bevolking of niet.
Sommige plaatsen zijn op zeer buitensporige
wijze in bevolking toegeuomen, doch dat het
zoo weinig gerucht maakt of in het oog valt
zal wel daarvan komou, dat het plaatsen ziju
van weinig beteekenis en betrekkelijk geringe
bevolking.
Zoo vermeerderde de bevolking van Apeldoorn
met 108 pCt., dat is meer dan het dubbele der
gemiddelde vermeerdering. Tilburg wees 142 pCt.
aan, Zuidvvolde even zooveelArnhem 182 pCt.,
den Helder 258,46 pCt., Assen 26,319 pCt.
Het grootst was de toeneming der bevolking
van Emmen en Odoorn, nl. 389,66 en 526,48 pCt.
Odoorn telt dus thans ruim vijfmaal zooveel
inwoners als in 1830 en de vermeerdering was
er tienmaal zoo sterk als de gemiddelde over
het geheele land.
Ouder hetgeen deze cijfers te lezen geven, valt
in de eerste plaats in het oog de waarheid, dat de
bouwbeweging, die men sinds eenige jaren in de
meeste middelmatige en groote steden opmerkt,
nog niet een bewijs van grooten vooruitgang is,
daar er immers onder die steden zijn, die met
deu aanwas barer bevolking nog beneden bet
gemiddelde bleven, zoodat zij alleen behoefden
te voorzien in de behoefte aan woning van een
kleiner deel barer bevolking, terwijl slechts
enkele steden ook hadden te zorgen voor de
berging van meer dan haar eigen kinderen.
Verder moet de aanwas van bevolking boven
het gemiddelde, die sommige groote steden
hebben ondervonden, veroorzaakt zijn door de
verhuizing van personen uit de kleine plaatsen
en uit die middelsteden, die niet in de gemid
delde verhouding in bevolking zijn toegenomen.
Daar eindelijk de betrekkelijk geringe aanwas
van bevolking der kleine steden meer dan vol
doende te verklaren is uit verhuizing van daar
naar de groote, zoo ligt het voor de hand dat
de plattelandsbevolking over het algemeen niet
naar de steden trekt, hetgeen men toch doorgaans
j meent. Integendeel, op het platte land moet de
bevolking gebleven zijn, daar anders het ge-
j middelde cijfer van 53 pCt. der toeneming van
bevolking niet zou bereikt ziju.
Ten slotte maken we hier nog de opmerking,
i dat de klachten over achteruitgang der welvaart
niet gegrond zijn. Immers is onze bevolking
I in 50 jaar meer dan verdubbeld en het zou
j niet aangaan te beweren dat de gemiddelde
j welvaart van thans, vergeleken bij 50 jaar
vroeger, zou gedaald zijn. Zij is integendeel
gestegen. Ook op dit punt. mogen de pessimisten
I zich wel voor geslagen rekenen.
Binnenland.
T E
ZIERIKZEE,
gehouden den 11 September 1882.
Voorzitter Mr. J. Mauritsz Ganderheijden, Burge
meester.
Afwezig zijn de H.H. Dr. Goemans, Mr. van Manen
en Mr. Moens, volgens kennisgeving verhinderd, en de
heer Zuurdeeg.
De notulen van het verhandelde in de vorige verga
dering worden voorgelezen en goedgekeurd met eene
kleine wijziging door den heer Boeije voorgesteld.
De Voorzitter geeft den heer Schneiders op diens
verzoek inlichtingen omtrent de opene plaats van
onderwijzer aan de Tusschenschool.
De Voorzitter deelt mede, dat de in de vorige ver
gadering ter tafel gebrachte brief van den Minister
van Binnenlandsche Zaken, omtrent de invoering van
het nieuwe strafwetboek, is gesteld in handen van de
Commissie voor strafverordeningen, die in overweging
geeft aan het verlangen van den Minister te voldoen
door tot de door hem bedoelde algemeene herziening
der strafverordeningen over te gaan en daartoe aanbiedt,
ontwerpen van verschillende verordeningen.
Wordt besloten:
1°. dat tot herziening der strafverordeningen zal
worden overgegaan
2°. dat de stukken gedurende eenigen tijd voor de
leden ter inzage zullen worden gelegd
3°. de ontworpen verordeningen tevens te stellen
in handen eener Commissie, tot leden waarvan de Raad
benoemt de heeren Boeije, Schneiders en W. A. Ochtman.
De ingekomen geloofsbrief en de daarbij behoorende
stukken van het nieuw benoemde raadslid Jhr. Mr.
W. A. de Jonge worden door den Voorzitter gesteld in
handen eener Commissie, bestaande uit de H.H. Houwer,
van Kinschot en S. J. Ochtman, om daarover aan den
Raad verslag uit te brengen.
De vergadering wordt daarop voor eenigen tijd
geschorst.
Heropend zijnde, deelt de heer Houwer mede, dat
de Commissie de stukken onderzocht en in orde
bevonden heeft en tot toelating van den gekozene
adviseert.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De Voorzitter deelt mede, dat nog is ingekomen
een brief van Gedep. Staten, met toezending van hun
besluit op het bij hen ingesteld beroep door den heer
A. Buijze Mz., tegen zijn aanslag in den hoofdelijken
omslag.
Aan den reclamant wordt daarbij ontheffing verleend
van zoodanig bedrag als het verschil tusschen de
aanslagen der 20e en 21e klasse bedraagt.
Voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter doet omvraag.
De heer van Kinschot vraagt, hoe het gesteld is
met de voorziening in de betrekking aan de Hoogere
Burgerschool, bekleed geweest door den heer Conradi.
Nadat de Voorzitter had geantwoord, dat hij hiervan
niets meer kan zeggen dan hetgeen hij in de vorige
vergadering heeft medegedeeld, sluit hij de vergadering.
ZIERIKZEE, 15 September 188 2.
In het laatste No. van de Heraut heeft Dr. Kuyper
geschreven, dat de Roomschen vrij gemeenzaam met
den duivel omgaan.
De Tijdantwoordend op dien uitval, schrijft o. a.
Wordt ooit de partij van Dr. Ivuyper in Nederland
meester, dan bestaat er werkelijk veel kans, dat de
heksenprocessen zullen hersteld worden. Wij mogen
ons van nu af gewaarschuwd houdenWanneer ieder
Roomsche a priori reeds verdacht wordt van «gemeen-
zamen omgang met den duivel", kan men tegenover
hen nooit voorzichtig genoeg zijn.
Het Vad., dit opnemende, herinnert de Tijd, dat
zij zelf al het mogelijke doet om die partij van
Dr. Iiuyper in Nederland meester te doen worden.
Zonder de hulp der Roomschen zouden diezelfde Kuy-
perianen nog een onbeteekenende fractie zijn. Zij steunt
Kuyper en zijn geestverwanten, in de hoop daardoor
de liberalen te benadeelen. Als het er op aankomt de
liberalen te treffen, is elk middel goed genoeg.
Te Eestrum is bij het graven van een riool in den
grond een naar het schijnt echte geuzenpenning ge
vonden. Het stuk is in den gewonen vorm, draagt de
gewone inscriptie en afbeeldingen en het jaartal 4568.
Volgens Le Temps heeft H. M. de Koningin van
den Sultan van Turkije het grootkruis van de Chefkat
orde, versierd met brillanten, ontvangen.
Zaterdag 46 Sept. des nam. 2 ure zal de vergadering
der Staten-Generaal voor dit zittingjaar besloten worden
in een plechtige vereenigde zitting.
De stoomvaart-maatschappij »Nederland" heeft den
kapitein ter zee van Alphen een prachtig geschenk
vereerd, als dank voor de gewichtige diensten, aan
de maatschappij bewezen bij het stranden van de
«Voorwaarts" in de straat van Messina in April j.l.
In de beetwortelsuikerfabrieken te Bergen op Zoom
zijn de werkzaamheden heden begonnen en de campagne
is daarmede geopend.
Van de Nieuwe Afrihaansche Handels- Vennootschap
verneemt de N. R. Ct., dat een telegram uit St.
Vincent van haren hoofd-agent den heer Andries
de Bloeme te Banana haar de tijding bracht, dat
Stanley van daar met de mailstoomboot «China" naar
Madeira was vertrokken. Waarschijnlijk staat dit be
richt in verband met de haar eenige dagen vroeger
van dezelfde zijde geworden schriftelijke mededeeling,
dat het gerucht de rivier de Congo was afgekomen, dat
Stanley ziek van Stanley Pool aan de Boven-
Congo was aangekomen te Nivee aan de Be
neden Congo en voornemens was om naar Banana
door te gaan. De reis van den beroemden reiziger
naar Madeira zou dan ten doel hebben zijn geschokte
gezondheid te herstellen.
Benoemingen, Besluiten, enz.
Z. M. heeft benoemd tot ridder der Orde van den
Ned. Leeuw Jhr, J. L. de Jonge, voorzitter der Nederl.
Vereeniging tot Afschaffing van Sterken Drank.
Z. M. heeft benoemd tot president van den Hoogen
Raad der Nederlanden Mr. C. L. de Vos van Nederveen
Cappel, raadsheer in dat rechtscollegie.
Z. M. heeft tot voorzitter der Eerste Kamer voor
het zittingjaar 4882-4883 benoemd Jhr. Mr. F. J. J.
van Eysinga.
Kunst, Wetenschap en Letteren.
Hoe ongelukkig de Belgische wetenschappelijke en
handels-expeditiën naar Midden-Afrika ook zijn afge-
loopen, de Belgen geven het niet op. Thans is weder
van Antwerpen een- nieuw reisgezelschap vertrokken,
dat de Congo-rivier zal opgaan en langs dien weg in
Afrika doordringen. De expeditie bestaat uit de heeren
Haneuze, luitenant, en Legat, onderofficier der genie
dr. Allerd zal zich via Liverpool bij deze heeren
aansluiten.
Inmiddels wordt te Antwerpen een tentoonstelling
gehouden van voorwerpen en allerlei artikelen, die
men meent dat geschikt zijn voor den invoer in het
binnenland van Afrika. Dit is een poging der Belgische
industriëelen om op de kust te concurreeren tegen de
Engelsche en Hollandsche importeurs.