"ZIERMZEESCME COURANT.
i
1882. No. 70. Zaterdag 9 September. 85ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
seinen! Beril»
Binnenland.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-A VOND
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden f 1,Franco per post f
Afzonderlijke nornmers 5 cent, met Bijblad iO cent.
PRIJS DER ADVERT ENTIEN:
Per gewone regel '10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van '16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van '1-5 regels, mits contant betaald, 52 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. I.AKEVU \Ai.
Zierikzee, 6 Sept. Bij de op heden plaats gehad
hebbende stemming voor een lid van den Gemeenteraad
alhier is jhr. mr. W. A. de Jonge gekozen met 105
van de 111 uitgebrachte geldige stemmen.
Multatuli zal, naar men meldt, ook dezen winter
geen lezingen in het land houden. Het slot der
geschiedenis van Wouter in den zevenden bundel zijner
Ideeën, nog niet geheel afgesponnen, zal waarschijnlijk
eerst na den dood van den auteur verschijnen.
Men deelt aan het Rott. Nbl. mede, dat de betrek
king van burgemeester der residentie dezer dagen
werkelijk aangeboden is aan jhr. mr. J. Roëll, lid der
Tweede Kamer voor Utrecht. De heer Roëll heeft voor
die waardigheid echter bedankt, verklarende dat hij
de voorkeur geven bleef aan zijn mandaat als volks
vertegen woord iger
Een later bericht meldt, dat tot burgemeester van
's Gravenhage is benoemd, de heer mr. J. G. Patijn,
lid van de Tweede Kamer.
Jhr. van Sypestein is eervol ontslagen als gouverneur
van Suriname en in zijn plaats is benoemd baron
van Heerdt, gouverneur van Curasao.
De »Adder"-commissie schijnt met het inwinnen
der noodige inlichtingen ten naastebij gereed te zijn
althans zij doet een laatste oproeping aan allen, die
omtrent de laatste reis der «Adder" of het vergaan
van dat vaartuig eenige feiten hebben mede te deelen,
waarvan zij de commissie nog niet in kennis stelden,
om dit alsnog zoo spoedig mogelijk te doen.
De kans, dat de Duitsch-Engelsche mail voortaan
in plaats van over België over Vlissingen verzonden
zou worden, waarvan onlangs sprake was, schijnt
vervlogen. De Belgische regeering heeft aangetoond,
dat de ondervonden vertraging, waarom men tot de
verandering wilde overgaan, niet te wijten was aan de
Belgische spoorwegen, maar aan de stormen, waardoor
de stoombooten oponthoud ondervonden. De Duitsche
regeering schijnt geen rekening te houden met het
feit, dat de Vlissingsche booten, die toch ook wel
met die stormen te kampen zullen gehad hebben,
niettemin geregeld op tijd aankwamen.
Zondagochtend tusschen 3 en 4 uur heeft 't tusschen
Haarlem en Halfweg g e s n e e w d. Er zullen wel
weinig menschen in staat zijn, de juistheid van dit
bericht te bevestigen of te betwisten; maar onze
berichtgever is geloofwaardig, zegt het Dcigbl. Uit
vrees dat de zomer ons nog meer dupeeren mocht,
zullen wij hem echter niet beleedigen door aan te
nemen, dat hij zijn grilligheid dit jaar zelfs zoover
gedreven heeft.
Door de Hooge Regeering is besloten om onder den
spoorwegdijk in de gemeente Drunen in den nabijheid
van den Overlaat een tunnel te maken. De ingezetenen
zijn met dit besluit zeer ingenomen.
De Evening Telegram van New-York gewaagt met
grooten lof van de Zaandam", het eerste in Nederland
gebouwde stoomschip der Nederlandscli-Amerikaansche
Stoomvaartmaatschappij, dat op 22 Augustus te New-
York aankwam. Het blad noemt dit in een artikeltje,
dat het «Dutch Enterprise" betitelt, een grooten dag
voor de Nederlanders en verhaalt, dat het schip door
een groot aantal personen bezocht werd en om de
uitnemende inrichting aller bewondering wekte.
De heer W. Yerplanke, gewezen wethouder te
Biervliet, die in het begin van April reeds zijn ontslag
nam als lid van den Raad der gemeente, heeft deze
week schriftelijk zijn ontslag als ambtenaar van den
burgerlijken stand ingediend. Toch wordt hij nog ter
raadsvergadering opgeroepen, daar zijn opvolger, de
heer J. T. Calon, zijn geloofsbrieven niet ingediend
heeft. Zoo kan het gebeuren, dat men i-aadsJid tegen
wil en dank blijft, omdat de gemeentewet geen tijd
bepaald voor het indienen der geloofsbrieven.
Midd. Ct.
Dooi' den Gemeenteraad van Bergen op Zoom is
een bedrag van f '100.000 beschikbaar gesteld voor
de verbetering en verbreeding van het riviertje »de
Zoom", terwijl f 91.100 is uitgetrokken voor ver
betering der havenwerken.
De residentie heeft een nieuwe openbare school
noodig; de vorige school had f 40.000 gekost, wat
reeds duur was. Nu vroegen Burgem. en Weth. echter
f 60.000 aan. Dat vond de Raad toch te kras en
om een speldje te steken bij die opdrijving der kosten,
verlaagde hij de voorgestelde raming tot
f 55.000, d. i. nog f 15.000 hoven de raming voor
de andere school, die goed is. Deze negatieve vermin
dering moest, naar uitdrukkelijk werd verzekerd, NB.
nog al strekken als een wilsverklaring van den Raad,
dat die vergaderi^l een vermindering der kosten voor
den bouw van i scholen bepaald verlangt.
Omtrent liet bezoek, 1.1. Vrijdag door de H.H. Gratama,
van der Feltz, van Dedem en van der Hoop, ledën
van de Tweede Kamer, vergezeld van de voorzitters
der Scliuttevaers- en Zwartewatersvereenigingen, aan
de werken van het Zwolsche diep gebracht, meldt de
Z. Ct., dat de bezoekers bijna allen tot de overtuiging
gekomen waren, dat de toestand van het vaarwater
onhoudbaar is en dat alleen verbetering kan worden
verwacht van de uitvoering van het vooi-stel der
meerderheid van de indertijd benoemde staatscommissie,
om namelijk den noorderleidam over de geheele lengte
200 meter van den zuiderdam te verleggen.
De Prov. Gron. Ct. neemt voortaan dagelijks, ten
dienste van den landbouw, een bericht op van filiale
inrichting vau het meteorologisch instituut, dat een
kort overzicht van de weerstoestand, alsmede de ver
wachting van den volgenden dag inhouden zal. Die
opneming geschiedt op uitnoodiging van eenige land
bouwers, die er de redactie op wezen, dat de weer
berichten van het meteorologisch instituut tegenwoordig,
zelfs door vele der oudere landbouwers, «niet meer
met een spottend glimlachje afgewezen, maar integendeel
met belangstelling nagegaan worden."
Sedert een paar jaren is te Ilpendam een maatregel
in werking, die vooral in dezen natten zomer uitnemend
voldoet. Een 8tal ingezetenen zijn namelijk, tegen I
bezoldiging, aangesteld tot keurders van het hooi
bij alle landbouwers onderzoeken zij nauwkeurig de
hooibergen, met het oog op broeiing en gevaar voor brand.
Uit den bijwagen van een diligence van Arnhem
naar Oosterbeek viel Dinsdagmiddag op de hoogte
van het station een dame, in die gemeente woonachtig,
vermoedelijk door het leunen tegen het portier, dat
niet goed gesloten was. De andere dames, in het
rijtuig gezeten, riepen zoo luid zij konden, om den
koetsier stil te doen houden; maar door het gedruisch,
dat bij de verwachte komst van den Koning op dat
punt der stad heerschte, werden zij niet gehoord.
Het rijtuig reed voort. Toen later de voerman vernam
wat ei' plaats had gehad, was men reeds op te verren
afstand om nog terug te keeren en de passagier weder
op te nemen.
Dezer dagen had te Amsterdam, onder voorzitterschap
van den heer L. J. Kesper, de algemeene zomer
vergadering der Vereeniging van ingenieurs plaats.
Na afdoening der gewone huishoudelijke aangelegen
heden, werd door de commissie, bestaande uit de
heeren A. C. Broekman, C. F. M. H. Schnebbelie en
J. W. Welcker, verslag uitgebracht over den dooi
den heer P. II. Kemper samengestelden catalogus van
Nederlandsche waterstaats-literatuur over de drie laatste
eeuwen. Deze catalogus, welke nagenoeg een twee
duizendtal nornmers bevat, belooft een onmisbare
vraagbaak te zullen worden, niet slechts voor de
geheele Nederlandsche ingenieurs-wereld, maar ook
voor waterschapsbesturen en dergelijke.
Nadat tot uitgave vanwege de Vereeniging besloten
was en de noodige gelden beschikbaar gesteld waren,
werd er nog algemeen op aangedrongen den catalogus
tegen lager prijs voor het publiek verkrijgbaar te
stellen, waartoe het bestuur zijn medewerking toezegde.
Voorts werd door den voorzitter medegedeeld, dat de
heeren dr. H. G. van de Sande Bakhuizen, J. L.
Cluysenaer, dr. E. F. van Dissel. W. H. van Hasselt,
A. Iluët, Ph. W. van der Sleijden en J. M. Telders
het lidmaatschap voor de commissie in zake eventueele
herziening van de wet op het middelbaar onderwijs
hadden aanvaard.
Blijkens het jaarverslag had het bestuur zich te
diei' zake reeds tot den Minister van Binnenlandsche
Zaken gericht, bij een uitvoerig schrijven.
Het zal thans de taak van bovengenoemde commissie
zijn mede te werken tot wegneming der fouten en
bezwaren, welke de tegenwoordige regeling van het
Polytechnisch onderwijs aankleven, en daartoe de
noodige stappen te doen. Verder werden ter vervanging
van de aftredende, niet herkiesbare bestuursleden, de
heeren A. C. Broekman en P. H. Kemper, gekozen
de heeren J. M. Telders en J. W. Welcker.
Na afloop der vergadering vereenigden de leden
zich aan een vriendschappelijken maaltijd.
Onder het opschrift «Geldverspilling" bevatte het
Handelsblad belangrijke mededeelingen en beschou
wingen aangaande zaken, die in den laatsten tijd in
het leger zouden zijn voorgevallen. Vooreerst vraagt
zij of het waar is, dat in het kamp van Milligen
volgens verouderde reglementen is geëxerceerd. «Bekend
is het" zoo schrijft zij «dat de opperbevelhebber
van het leger geen voorstander is van de nieuwe
infanterie-reglementen en de voorkeur schenkt aan
de stelregels, welke in vroegere jaren van kracht waren.
«Daar evenwel bij de invoering dier reglementen
uitdrukkelijk is bepaald, dat het Z. M. stellige begeerte
is, dat van de gegeven voorschriften niet worde afge
weken, kan er dus geen twijfel bestaan, of de vast
gestelde reglementen moeten gevolgd worden.
»Nu schijnt zich evenwel somwijlen het geval te
hebben voorgedaan, dat hoofdofficieren, om, wat men
noemt een plasdankje" te verdienen, in strijd met
'sKonings stellige begeerte toch nog de oude regle
menten hebben toegepast."
Is het Handelsbl, goed ingelicht, dan zijn er officieren
in ongenade geraakt om geen andere reden dan dat
zij volgens de bestaande reglementen handelden, maar
van den Min. van Oorlog vertrouwt zij, dat hij die
officieren in bescherming zal nemen. Vad.
Woensdag viel in de kazerne van de Grenadiers en
Jagers eensklaps een schot, en bij onderzoek bleek,
dat het geweer van een jager bij 't schoonmaken was
afgegaan en dat de kogel bij den man tusschen twee
vingers doorgegaan was en hem licht gekwetst had.
Twee miliciens, die op een verdieping bezig waren hun
goed te pakken, schrikten geweldig, toen het lood met
den inhoud van hun spekzakken kennis scheen te willen
maken en daarna nog door twee houten zolderingen
