te herstellen, schijnt alreeds een feit te zijn, n.l. dat
de Porte er niet nan wil. Wel heeft de Sultan dit
niet ronduit verklaard, maar de slagomdenarmpolitiek,
die altoos te Konstantinopel gevolgd is, ook nu gehand
haafd, doch men kan uit alles opmaken, dat de Porte
<*een Turksche troepen naar den Nijl zal zenden. Nu,
als wij de Porte waren, deden we 't ook niet, wel
overtuigd dat Egypte nu toch voor Turkije verloren
is en cfe historie toch zal uitloopen op verlies van dat
rijke pachalik.
Nu zegt men dat de Engelschen een expeditiecorps
van '14,000 man onder de generaals Wolsely en Roberts
zullen zenden. Daarbij zouden de Franschen een
expeditiecorps van 15,000 man voegen onder generaal
Thomasin, en eindelijk spreekt men nog van onder
handelingen met het Italiaansche gouvernement, opdat
dit ook nog wat troepen zal zenden. Wat Italië als
derde er bij zal moeten doen, vatten we niet. De
gevaren van 't voortspruiten voor een giooten Euro-
peeschen oorlog uit die Egyptische historie liggen zoo
voor de hand, dat men die te Rome ook wel zal zien,
en dan zou 't voor Italië altoos beter wezen thuis te
zijn, dan ergens bij de pyramiden.
Wat we met die gevaren bedoelden is dit: Als
Engeland en Frankrijk samen in Egypte komen, dan
zal daar spoedig alle tegenstand gebroken zijn, voor
namelijk uit gebrek aan geld en niet minder uit
gebrek aan eensgezindheid. De geringe gestalstrekte van
't geregelde Egyptische leger laten we nu nog buiten
rekening, omdat dit nadeel wordt opgewogen door de
voordeelen van 't klimaat en den grond, die de Anglo-
Fiansche expeditie in haar nadeel zou hebben.
Maar eenmaal Egypte veroverd komt de vraag
wie zal 't nu hebben? Daarop kan al zeer verschillend
geantwoord worden. Men zal natuurlijk den Khedive
herstellen onder voogdij van Engeland en Frankrijk.
Doch om dit goed te kunnen doen dienen Engeland
en Frankrijk zoo al niet de openlijke dan toch de
stilzwijgende goedkeuring van Duitschland te hebben
en deze zien wij nog zoo grif niet gegeven.
Tot heden is van de gezindheid van Duitschland
nog niets gebleken. Slechts weet men dat men ie
Berlijn niet in de handen geklapt heeft over het
bombardeeren van Alexandrië, al was ook eerst in
't Engelsche parlement gezegd dat Duitschland 't ge
beurde goedgekeurd had. Zeer karakteristiek drukte
Uilenspiegel Zaterdag de houding van Duitschland
uit, door te zeggen»Bismarck zwijgt als een mof."
Toch heeft Duitschland ook groote personeele en
handelsbelangen bij Egypte. Er waren vóór de alge-
meene vlucht begon, eenige duizendtallen Duitschers
in de verschillende steden en dorpen van Egypte
verstrooid, die meerendeels voor handelszaken of als
ingenieurs zich daar gevestigd hadden. Nu is het
zeker waar, dat Duitschland zich zijn in het buitenland
vertoevende kinderen geenszins zoo ernstig aantrekt
als Engeland, maar 't feit legt toch eenig gewicht in
de schaal, dat ook de Duitschers uit Egypte verdreven
worden, te meer daar sinds weinige jaren de Duitschers
overal in het Oosten zich zoo ijverig trachten in te
werken en dat niet zonder succes. "Vooral Oostenrijk
heeft groote handelsbelangen bij Egypte. Meer dan
dit alles moet echter politieke naijver jegens Engeland
dat nu zoo ruw en plomp zich in de Egyptische
vraag heeft vooropgesteld, Duitschland dringen tot
levendige belangstelling in al wat er omgaat.
Men heeft zich na het bombardement van Alexandrië
zeer verbaasd dat Engeland 't daarbij scheen te laten
en de behaalde voordeelen niet heeft vervolgd. Dat
dralen is echter wel te verklaren. Vooreerst is 't nog
de vraag of de uitslag van het bombardement voor
de Engelschen wel zulk een groot voordeel te achten
is en ten anderen onfcb?'ak liet aan volk om door te
tasten. Tijdens 't bombardement heeft de listige Arabi-
pacha zijn troepen onder begunstiging van de parle
mentaire vlag de stad doen ontruimen en stelling
doen nemen op een afstand van drie uren daarvan daan.
Maar het bombardement heeft tevens vele Egyptenaren
er toe gebracht in de Engelschen niet te zien vrienden,
die 't volk zouden verlossen van de anarchie of van
de dictatuur van een ruw krijgsman als Arabi-pacha,
maar ruwe aanvallers, die beginnen met honderden
vreedzame burgers te verdrijven uit huis en have en
de stad te ruïneeren.
De aanhangers van den Khedive moeten wel vast
in hun schoenen staan om nog aan hun vorst gehecht
te blijven, als zij dezen zien onder bescherming der
Britsche kanonnen, die zijn tweede stad zoo geteisterd
hebben.
Als militair feit is het bombardement van weinig
belang omdat de vijand wel verjaagd maar geenszins
verslagen is, en als politiek feit zal 't nooit zuiver te
verdedigen zijn, evenmin als zoo menige daad van
ruw geweld en overmoed, als reeds op rekenin°- der
Engelschen staat.
Het schijnt intusschen dat lord Seymour zelf wel
heeft ingezien dat hij althans iets moest doen al
was 't maar om de kritiek in Engeland zelf dentijd
niet te geven klaar wakker te worden. Zoo heeft hij
dan kleine verkenningen laten plaats hebben, hoogstens
van een paar duizend man, om op de hoogte te komen
van de positie dés vijands en tevens pm iets te doen
dat naar Londen kon getelegrafeerd worden. Wachten
op versterking is echter de leus in de eerste plaats.
Voor de Engelschen is het zelfs zaak dat die verster
kingen niet lang meer uitblijven, tiaar anders de
positie te Alexandrië zoo al niet hachelijk dan toch
nutteloos en geïsoleerd kan worden.
Een groote zorg voor de autoriteiten te Alexandrië,
die al het mogelijke doen om rust en vertrouwen te
doen wederkeeren in de stad, is de zorg .voor het
drinkwater. De voornaamste, ja eigenlijk de eenige
bron voor die groote stacl is het zoetwater-kanaal en
dit heeft Arabi-pacha op een paar punten in zijn
macht, waarvan hij ook reeds gebruik heeft gemaakt
om een dam in 't kanaal te doen werpen, zoodat men
te Alexandrië verplicht is geworden 't kanaal door
beneden de stad ook op te stoppen om althans zoo
lang mogelijk met het in het afgesneden pand aan
wezige water te kunnen toekomen.
Over het Suez-kanaal verneemt men niets bijzonders.
Nog steeds is het open, maar ook blijft men in
spanning omdat het ieder oogenblik kan verontrust
worden.
Te Caïro is het ook niet rustig gebleven. Wel is
het gerucht dat daar ook gemoord werd op groote
schaal, erg overdreven gebleken, doch 't was dit overal
omdat nagenoeg alle Europeanen gevlucht waren en
er dus niet veel meer overbleven om te vermoorden.
Men schijnt dan ook enkel in 't jodenkwartier daden
van geweld gepleegd te hebben.
Op vele dorpen zijn ook moorden geschied, doch
meest enkele gevallen, daar er weinig Europeanen
woonden en de meesten reeds vertrokken waren naar
Ismaila, Port-Saïd of zelfs naar 't buitenland.
Het jongste nieuws is wel dat eindelijk de Khedive
er toe is overgegaan zijn Minister van Oorlog Arabi-
pacha openlijk te verloochenen en als rebel te schand
merken. Tot dusver had hij hiermede nog altoos
gedraald, omdat het een hoogst gewichtige stap was,
waarvan de indruk op de bevolking niet zoo volkomen
te vertrouwen scheen te zijn. 't.Gezag van den wettigen
Khedive was toch al zoo twijfelachtig geworden, allicht
kan zich de gansche bevolking nu afkeeren van een
vorst, die tusschen Engelsche bajonetten zijn decreten
schrijft
Nu heeft Tewfik door den zuren appel gebeten en
Zondagmorgen om halfelf bij decreet Arabi-pacha als
oproerling verklaard; een proclamatie verbiedt het
leger de bevelen van Arabi te gehoorzameneen
proclamatie aan het volk verbiedt dit aan Arabi-pacha
belastingen op te brengen.
Er is een te Alexandrië uit Konstantinopel aange
komen pakketboot aangehouden en de kapitein ervan
is gearresteerd onder verdenking van brieven voor
Arabi-pacha mede te hebben gebracht.
Over de macht, die Arabi-pacha bij zich heeft, wordt
verschillend gesproken, 't geen wel te verklaren is.
Sommige berichten spreken van 7000, anderen van
12000 man.
Voor velen ligt het belang dat zij in den loop der
Egyptische zaken stellen, schier uitsluitend in de papieren
Egyptenaars. Onnatuurlijk is dat niet. Het geeft zelfs
Engelschen journalisten al aanleiding om, met het
oog op de door den minister Childers aangevoerde
credieten voor leger en vloot, de opmerking te maken
dat het Engelsche kabinet veel geld over lieeft voor
de belangen der eigenaars van papieren Egyptenaren.
Die credieten zijn dan ook nog al eerbiedwaardig,
900,000 pond voor het leger en 1400,000 voor de
vloot, dus te zamen f 27,600,000 om te beginnen!
Een eigenlijke expeditie 't binnenland in zou natuurlijk
wel zesmaal zooveel kosten. Dat staat intusschen nu
al reeds gelijk met een aardig leeninkje, waarvan de
Engelsche belastingopbrengers alleen 't pleizier mogen
hebben.
Tot geruststelling der houders van Egyptische
papieren kunnen we mededeelen dat de Economiste
f rangais van de toekomst dier fondsen het beste denkt.
Arabi-pacha wordt zeker onderworpen, zegt hij, doen
dit de Turken, dan is er weinig uitzicht voor de
fondsenhouders, maar de Turken doeii het niet. Doen
het de. Engelschen dan komt alles terecht en geschiedt
het door de Engelschen en Franschen gemeenschappelijk,
dan komt alles zelfs opperbest terecht en zijn de be
langen der fondsenhouders verzekerd.
Men gaat nu ook weer eens wat hooren van Ruslands
stemming ten aanzien van 't Egyptische vraagstuk.
De ontevredenheid tegen Engeland neemt in Rusland met
den dag toe, zegt de correspondent van Daily News
te Petersburg. Zelfs het Russische blad de Golos, dat
't anders alleen van alle Russische bladen nog voor
Engeland opnam, draait nu ook om. Dit laat zich
wel verklaren. Het is te voorzien dat op de conferentie
te Konstantinopel, die nu heden (Maandag) voor
goed geopend moet zijn, de eerste viool door Engeland
zal gespeeld worden en Engeland is de groote mede
dinger van Rusland in 't Oosten.
B e 1 g' i e.
Te Antwerpen heeft zich eene commissie gevormd,
om middelen te beramen, ten einde uitbreiding te
geven aan de Belgische handelsvloot, die, terwijl Ant
werpen als havenplaats zich uitbreidt, voortdurend
vermindert. De commissie wijt het aan de wetgeving
en aan de regeering, dat buitenlandsche schepen zelfs
te Antwerpen boven de binnenlandsche vloot bevoordeeld
worden. Zij wil door alle wettelijke middelen trachten
den binnenlandschen scheepsbouw, de uitrusting van
schepen en de belangen van Belgische zeevarenden te
bevorderen. Uit dit laatste zou men kunnen opmaken, dat
men eene bescherming van den scheepsbouw en in
't algemeen van de Belgische vlag beoogt, maar zeker
is dit toch niet.
Ouitsolila n d-
In de zaak van baron Kreitmayr en anderen te
München, gearresteerd onder beschuldiging van land
verraad (geheime levering van Duitsche vestingplannen
enz. aan het Fransche gouvernement) zijn béide hoofd-
beschuldigden thans verwezen naar de rechtbank te
München, 1°. Heinrich Philipp Jacob "Wilhelm Reezer,
zich ook noemende Henri Charles Marie baron de
Graillet d'Oupeye, geboren in '1852 te Amsterdam,
volgens zijne verklaring journalist, in Frankrijk gena
turaliseerd en te Parijs woonachtig, in den laatsten
tijd zich hebbende opgehouden te München; 2°. Emil
baron von Kreitmayr, zonder beroep, wonende te
München, gewezen luitenant bij de landweer en bij
uitspraak eener rechtbank van eer vervallen verklaard
uit den stand van officiereerstgenoemde wegens drie
gevallen van aansporing tot misdaadlaatstgenoemde
wegens aanneming der hem daarbij gedane aanbiedingen,
benevens medeplichtigheid in dezelfde aanbiedingen
ook aan anderen. De beide andere beschuldigden,
Max Brunner, gewezen koopman te München, Greszentia
Moosauer, modiste te Pemmstetten, zijn van rechts
vervolging ontslagen.
Gemengd Huitenlandscli Nieuws.
Een beeldschoon jong meisje, dat te Berlijn een
deftige kostschool bezocht, kwam vóór vier jaren in
aanraking met een daar als Pruisisch garde-officier
vertoevenden prins Hassan van Egypte, Niet lang duurde
het, of eene sterke genegenheid tusschen de beide
jongelieden ontstond, die zich op allerlei wijzen uitte
en eindelijk ook geen geheim meer kon blijven voor de
directrice, die de ouders waarschuwde en hun aanbeval
het meisje naar huis terug te doen keeren. Juist om
dezen tijd werd de prins naar zijn vaderland terug
geroepen, en de beide gelieven werden gescheiden
zonder elkander nog eenmaal gezien te hebben.
Reeds na weinige dagen verdween echter het meisje
spoorloos uit hare geboorteplaats. De ouders waren
radeloos van smart. Nu acht dagen geleden ontvingen
ze eerst een brief van een hunner vrienden, met
verzoek naar Berlijn te willen komen. Daar vond de
vader zijn doodgewaand kind terug. Op het buitengoed
teruggekeerd, bekende zij alles zonder omwegen. Zij
was den prins naar Konstantinopel nagereisd, doch
daar zeer ruw ontvangen en zelfs met bedreiging van
onmiddellijke gevangenneming tot de afreis gedwongen.
Daarom reisde zij van Varna, waar prins Hassan een
Turksch legercorps kommandeerde het was tijdens
den Russisch-Turkschen oorlog naar Athene, wachtte
daar het einde van den oorlog af, en ging toen in
gezelschap van een gewezen Hongaarsch officier naar
Pest. Vervolgens trok zij naar Warschau, daarna naar
Petersburg en eindelijk naar Berlijn, waar de vriend
haars vaders haar ontdekte.
Het verleden jaar uit den familiegrafkelder te Dun
Echt in Schotland geroofde lijk van graaf Crawford
and Balcaries, is teruggevonden in een bosch, niet ver
van 't kasteel Dun Echt. De lijkroovers, wien het on
getwijfeld te doen is geweest om de familie geld af
te persen, zijn althans zoo fatsoenlijk geweest het lijk
stil in den grond te stoppen, waar het op aanwijzing
van een strooper, die toevallig den lijkroof gezien had,
is gevonden.
Miss Fanny Parnell, de zuster van het bekende
Iersche parlementslid en die zelf ook reeds van zich
heeft doen spreken, is plotseling overleden te Bordstown,
New-Yersey (U. S.).
Het vuurwerk dat op den 14 Juli in het bosch van
Vincennes is afgebrand had 1400 frs. gekost.
De stad Porte-au-Prince, hoofdstad der republiek
Haïti (St. Domingo), is door een zwaren brand geteisterd.
Drie en tachtig gebouwen in den omtrek van de Plaga
Mercado zijn verbrand, waaronder vele winkels. Het
gemeen 't zijn allen negers plunderde tijdens
den brand, evenals de Engelsche soldalen geen
negers dit doden na den brand van Alexandrië.
De groote brand te Smirna heeft niet 400 maar
'1400 gebouwen vernield en 6000 menschen van dak
beroofd.