Buitenland Is zulk een wreed spel geoorloofd? Sinds een paar jaar is onze jeunesse dorée druk in de weer om de Engelsche wedrennen niet daarbij behoorende dobbelarij en geldverspilling op onzen bodem over te planten. Wat zal men daarvan zeggen? Ieder vermaakt zich op zijn manier en behalve dat de rijke jonge lui, die er de helden van zijn, er hun beetje overgehouden nationalen zin bij inboeten en aanleiding geven tot een aanmerkelijke geldverplaatsing, valt er niet veel op aan te merken. Nu gaat men echter aan de wed rennen nog een ander amusement toevoegen, dat ons minder onschuldig voorkomt, n.l. het doodschieten van duiven. Tot dusver had dit hier te lande nog geen plaats; men zag het veel in de slechtste periode van 't Fransche keizerrijk, toen de heeren en dames van 't hof zich met dat bloedig werk vermaakten in de parken St. Cloud of Fontainebleauook wordt het veel gedaan door de weelderige gasten te Nizza en dergelijke plaatsen. Nu zal er ook te Bussum een duivendoodschieterij gehouden worden. Men zal daar dus 't schouwpel zien dat heeren en dames met geladen geweer klaar staan om te wachten dat de korven met de onnoozele duiven worden opengezet, en de diertjes voor niets kwaads beducht opvliegen, om ze dan neer te schieten vóór ze in staat zijn eigens een rustpunt voor hun pootjes te vinden of vóór zij met een olijftakje in den bek terug kunnen komen. Welk een laf, kinderachtig, wreed vermaak Ilebben de heeren aan de kostbare hardlooperij van paarden niet genoeg, is de kans een ruiter den hals of een paard de beenen te zien breken te gering en is voor de aantrekkelijkheid van 't schouwspel noodig dat er bloed vloeie, welnu laat onze jeunesse dorée dan ridderlijk zijn, laat ze in het perk treden met ontbloote buste, 't blanke goed geslepen zwaard in de vuist en laat ze zoo elkaar bekampen, hakken en steken, dat de jonkvrouwen die Jt zien er een prettige rilling van krijgen't is ruw, zou men dan kunnen zeggen, ruw en onnoodig, doch ei' zou althans iets manhaftigs, iets ridderlijks in gelegen zijnmaar makke duiven dood te schieten, arme tobbers van dieren, die men eerst in korven sluit en dan laat vliegen alsof men hun de vrijheid wil geven, dat is laf, daar zou zelfs een plompe boerenjongen met een hart in 't lijf van zeggen dat hij 't beneden zich achtte. Neen, laat dan liever aan de harddraverijen te Bussum een jacht op de vele Amsterdamsche straat honden verbonden worden, dat zou nog ergens toe dienen, of een jacht op de muskieten in de Am sterdamsche Rietlanden. 't Is wel jammer dat tijden van verweeldering ook altoos tijden van verwildering moeten wezen. Thans zal ook de Residentie haar passage krijgen. Het gebouw bij de gewezen kapelsburg heet wel passage, doch is er geen, maar nu zal er een komen aan het Buitenhof, dat is op een punt, waar er waarlijk geen noodig is. Het zal een passage zijn met twee takken alsmede een Eden-theater en een biergrot. Zoo zal men een Olympus en een Tartarus bij elkaar krijgen, alles electrisch verlicht. In den Haag heeft een man, in een vlaag van godsdienstwaanzin of in een aanval van ijlende koorts, door de straten geloopen met niets aan dan een hemd en een rooden doek om den middel. De man liep de straten af al roepende: »Bidt onzen Vader, die in den hemel is." Toen de politie zich van den armen stakker meester maakte had hij toch nog zooveel be sef dat hij gevoelde dat hij zoo ongeveer naakt was en dat dit onfatsoenlijk staat, zoodat hij zich liet helpen om althans niet in paradijs-kostuum ten bureele opgebracht te worden. En nu klagen de dompers nog dat het liberalisme zoo veld wint. Moesten zij niet liever juichen dat er zulke getuigenissen" gegeven worden in de residentie? De kapt. W. J. von Leschen, de 'le luits. S. L. Woutersen, A. Breeman, J. B. Veltman en J. A. Roe- loffs, van het 3e reg. inf. te Bergen op Zoom, worden op 31 dezer, tijdens het kampeeren en manoeuvreeren van het 4e reg. inf., successievelijk gedetacheerd te Leiden, Delft, Gouda en Woerden tot het waarnemen van den garnizoensdienst. De totale sterkte der deta chementen bedraagt 5 off., 31 onderoff., 43 korpor., 5 tamb. en 304 soldaten. Het IlandelsU. heeft in een reeks artikelen de zaak behandeld van cle overweging van het militair gezag in Atjeh door het burgerlijke met al wat daarmede in verband staat, n.l. de handelingen en houding van den ex-gouverneur-generaal Lansberge, het lid van den Raad van Indië der Kinderen, mr. Sibenius Trip, procureur- generaal, aan de eene zijde, tegenover generaal v. d. Heijden, kapitein Kauffman en 'tgeheele militaire element aan den anderen kant. liet HandelsbL komt tot con- clusiën, die voor de eerste partij allesbehalve vereerend zijn, terwijl uit deze nare zaak zeer klaar blijkt, welke ïeelijke intriges in Indië vaak cle plaats vervullen van -wezenlijke politiek en staatszorg. Dat was erg in de dagen cler O.-I. Compagnie, in onzen tijd moest zoo iets onmogelijk zijn. Men weet ondertusschen dat hier te lande niets is gedaan om tot grondige kennis van zaken te komen, maar wel veel om cle Indische intriges te vergoelijken en daaraan de kroon op te zetten, waartoe men zelfs geen middelen heeft ontzien. Men is 't nog niet eens over de vraag hoe het met de kabinetscrisis staat. Men vertelt dat de heer v. Lijnden 't heeft opgegeven een nieuw kabinet te maken en dat nu de heer Tak van Poortvliet zal uitgenoodigd worden het te beproeven. Per telegraaf meldde men uit 's Hagc: Een zeer stellig gerucht wil, clat het nieuwe Minis terie-Tak aldus zal zijn samengesteld: De heer Tak van Poortvliet, Waterstaat; cle heer van Heekeren van Keil, Buitenlandsche Zakencle heer Wichers, marine; de heer den Beer Poortugael, Oorlog; de heer de Meijier, Binnenlandsche Zakende heer van cler Kaay, Justitie; de heer cle Bruijn Kops, Financiën; de heer Mirandolle, Koloniën. De heer Kappeyne zou als lid der Tweede Kamer voor Haarlem het Ministerie steunen, In verband met dit afzonderlijk verspreide telegram outleenen wij aan het D. vZ.-H. het volgende: «Hoewel natuurlijk volkomen zekerheid nog niet te verkrijgen is, schijnt zich toch het gerucht, dat aan mr. Tak de formatie van een nieuw Kabinet is op gedragen, te bevestigen. Er is zelfs reden te gelooven, dat die opdracht reeds ettelijke clagen geleden gedaan is; althans reeds nu circuleert een vrij volledige op gave van de namen der nieuwe titularissen. Het nieuwe kabinet zou zich tot taak stellen cle totstandbrenging van een kanaal door cle Gelclersche vallei en de strenge uitvoering van cle wet op het Lager Onderwijs, in den geest, waarin die door den heer Kappeyne en laatstelijk door den heer de Meyier is toegelicht en verdedigd. Het zou bestaan uit cle heeren Tak, van Heekeren van Keil, Wichers, den Beer Poortugael (Binnenlandsche Zaken), van der Kaay (Justitie), cle Bruyn Kops (Fi nanciën) en Mirandolle (Koloniën). De heer Kappeyne zelf, gebonden aan onverwijlde Grondwetsherziening, zou, in het kabinet geen plaats nemen, maar het als afgevaardigde van Haarlem in cle Kamer steunen". De Ilaagsche kroniek der N. Gr. Ct-., die ook wel zegt, dat cle heer van Lijnden de opdracht heeft neer gelegd, maar van een nieuwe opdracht aan denzelfden Minister gewaagt en tevens blijft onderstellen dat eenige der aftredende Ministers weder zullen optreden, maakt o. a. gewag van een bewering dat het gebeurde met de «Adder" den doorslag zou hebben gegeven en het kabinet moedeloos tot aftreden geleid; dit durft zij echter thans «met de meeste stelligheid" tegen spreken. Van een voornemen tot aftreden was bij den Minister van Marine zelfs geen sprake. De heer Taalman Kip dit ligt trouwens geheel in zijn flink en eerlijk karakter heeft besloten aan het hoofd van zijn departement te blijven, om zich in deze droevige zaak te kunnen verantwoorden." Aan den Hoogleeraar Harting werd dezer dagen door den staatssecretaris der Zuid-Afrikaansehe Repu bliek met een begeleidend schrijven toegezonden de volgende copie Volksraads-besluiten d.cl. 8 Juni 1882. Art, 309. «Het is met een goed gevoel van diepe vreugde, dat de Volksraad der Zuid-Afrikaansehe Republiek, thans zitting houdende te Pretoria, het bericht der regeering heeft ontvangen, clat er een bedrag van f 45000 in Holland voor dezen Staat beschikbaar is, zijnde dit het balans cler fondsen, door onze edelmoedige broeders en stamgenooten in Holland gecollecteerd, «tot behartiging van cle belangen der Transvaalsche Boeren." «De Volksraad ondersteunt ten volle de uitdrukkingen van oprechten dank, vervat in het schrijven van den staatssecretaris aan professor Darting d.d. 4 Maart 1882, voor de onvermoeide en belanglooze pogingen door professor Harting en het hoofdcomité aangewend, om deze jeugdige republiek in haren strijd voor hare vrijheid en onafhankelijkheid te ondersteunen. «Genoegzame fondsen voorhanden zijnde, om in de behoeften cler gewonden en weduwen en weezen der gesneuvelden te kunnen voorzien, besluit de Volksraad de recommandatie cler regeering aan te nemen en de genoemde gelden ten nutte van de oprichting van scholen in dezen staat te gebruiken, en vermeent, dat door de beschikking der gelden ter bevordering van het onderwijs een cloel zal worden bereikt, dat den edelen gevers waardig is, en een blijvend aan denken van dankbaarheid zal stichten in de harten van ons nageslacht. «De regeering worclt verzocht van dit besluit aan professor Harting kennis te geven, en dienovereen komstig over genoemde gelden te beschikken." Art. 310. «De Volksraad besluit naar aanleiding van de zaak aan de orde, dat het eerstvolgend aan te leggen dorp in de Zuid-Afrikaansehe republiek zal genoemd worden naar professor Harting, en alzoo gedoopt zal worden «Hartingsburg." In een schrijven uit Bandjermassing aan de Loco motief wordt o. a. gezegd De opstand is uitgebroken boven Moeara Teweh: voor drie jaar nog onze uiterste benting. Sedert zijn wij cle Baritoo afgezakt tot aan Boentoenk. Men spreekt van vijfhonderd tot duizend gewapenden dit getal kan echter dagelijks aangroeien. Blijft de opstand tot de bovenlanden beperkt, clan zullen we de lui wel klein krijgen; doch breidt hij zich ook in het woelige Amoenthai uit, dan wordt het lastiger en gevaarlijk. Uit Banjermassing verneemt de Oostpost nog het volgende Op den 15 Mei j.l. werd het stoomschip «Djambi", versterkt met een detachement van 30 bajonnetten onder kommando van den len luit. Schutter, naar cle Boven Doesson gezonden, om de handelingen van de zonen van Soeropathie te observeeren. Op den 20en dier maand vertrok diezelfde stoomer van Boentok naar Lahay, cleu controleur van Demie van Boentok medenemende. De Resident is op den 20en ook van Bandjermassing naar Lahay vertrokken met 's gouvernements stoomer «Baroow". Op geen onraad bedacht stoomde de «Djambi" verder van Moeara Teweh naar Lahay, omdat alles even rustig was, doch werd van beide oevers cler rivier tusschen Teweh en Lahay, waar de rivier tusschen twee hoogten stroomt, met een scherp ge weervuur begroet, waardoor i fuselier sneuvelde en 3 fuseliers, en een loods gewond werden, De «Djambi" gaf onmiddellijk vuur. Van de rebellen werden 7 gedood en de rest verdween diep bet. land in. Die rebellen moeten aangevoerd zijn door Goesti Ivornel en Goesti Djidan, beiden zonen van Soerapathie, de laatste heeft in 1870 den aanval op Banjermassing met Wangkan mede gemaakt. Men zegt, clat de opstandelingen van Lahay niet alleen staan, maar gemeene zaak maakten met lui van Sera wak, daar er dezer clagen een paar prauwen van daar zijn binnengeloopen, een is bemand met 30 en cle andere met 6 koppen, beiden goed gewapend, meerdere prauwen zullen volgens het gerucht die twee volgen. Dat er gedurig tusschen Boentok en Teweh Zr. Ms. stoomefc gezien zullen worden, is zeker, daar het Engelsch stoomschip «Petrel" is ingehuurd, om een schooner met steenkolen naar Boentok te slepen. Kunst, Wetenschap en Letteren. De Hamilton-auctie, die den 19 Juli na 17 veilings- clagen afgeloopen is, mag wel als de belangrijkste kunst en raiiteiten-verkooping beschouwd worden, die de wereld ooit gezien heeft. Zij heeft 397,562 pond st. of f 4,770,744 opgebracht. Er waren 2213 nommers elk nommer bracht clus door elkaar 180 pond of f 2160 op. De '10 duurste meubelstukken brachten 63172 pond of f 758,064 op, cle 10 duurste schilderijen; 36965 pond of f 443,580. Een vereeniging van vrienden en vereerders van Multatuli heeft het zoover gebracht, dat zij voor den gevierden schrijver een lijfrente van f 840 en voor zijn echtgenoote een van f 600 heeft kunnen koopen. Nog is een deel van het bijeengebrachte kapitaal aan gewend voor dadelijke behoeften. Van wegen den Gemeenteraad van Antwerpen zullen tot herinnering aan cle groote mannen, die aldaar geboren zijn, gewoond hebben of gestorven zijn, in cle gevels der huizen, die daarvoor in aanmerking komen, gedenksteenen geplaatst worden. Het zullen eenvoudige steenen zijn met eenvoudige opschriften, b.v. voor Rubens In dit huis is gestorven Peter Pauwel Rubens, Kunstschilder, 1577-1640. Er zullen verder steenen geplaatst worden ter eere van van Dijck, Quinten Matsys, J. E. Quellin, D. Teniers, Jan Breughel, Henri Leys Balth. Ommeganck, Gust. Wappers, enz. Egypte. Men komt niet veel vooruit met de afdoening van de zaak in of met of tegen Egypte. Nieuwe bombar dementen hebben sedert het laatste nog niet plaats gehad. Wat wij verwachtten ten aanzien van de sommatie door Engeland, of door de conferentie, clat is zoo wat 't zelfde, aan Turkije gedaan om een legercorps naar Egypte te zenden om den Khedive Tewfik-pacha

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1882 | | pagina 2