Toen men na het bombardement in de stad kon doordringen bleek het dat zij grootendeels verlaten was, zoowel door de inwoners als door de soldaten van Arabi-pacha. Een deel dezer laatsten heeft zich nog gevoegd bij de troepen die den Khedive getrouw ge bleven waren, een ander deel isverloopen, zoodat men nog niet weet hoe groot de macht wel is die Arabi- pacha nog bij zich heeft. Geruchten zeiden, dat hij met 4000 man op een afstand van 3 «ren van Alexan dre staat. Daar de Engelsche landingstroepen niet talrijk ge noeg waren en ook uit een wel te verklaren nieuws gierigheid en eindelijk uit zucht om belangen van landgenooten te beschermen hebben de bevelhebbers der andere Europeesche schepen, die voor Alexandrië lagen, manschappen aan wal gezet om met de Engelsche troepen samen te werken tot het bewaren of liever herstellen der orde en het bezetten der poorten en sterke punten. Italiaansche, Duitsche, Oosten rij ksche, Amerikaansche schepen hebben hiervoor volk geleverd. Misschien ook onze Marnix die denkelijk thans wel te Alexandrië zal zijn aangekomen en die behalve de Nederlanders ook de Belgische onderdanen zal beschermen voor zoover dat doenlijk is, of hen aan boord nemen, als zij zich aanmelden. Denkelijk is op dit oogenblik de orde wel weder hersteld en kan er aan begrooting der schade gedacht werden. Ondertusschen wordt er overal in Engelsche havens en koloniën druk gewerkt om zoo spoedig mogelijk een sterk exepeditiecorps naar Egypte te kunnen zenden. Hiermede wordt grooten spoed gemaakt en gehandeld alsof er geen Turkije bestaat en niet te Konstantinopel een conferentie druk praat en dineert. De conferentie heeft als ultimatum aan den Sultan de volgende punten beteekend: 30000 man Turksche troepen moeten terstond naar Egypte gezonden worden om daar de orde en het gezag van den Khedive te herstellen. Zij moeten daar 1 Arabi-pacha verwijderen of onschadelijk maken; 2°. terugkeeren uit Egypte binnen een door de conferentie vast te stellen termijn, binnen welke tevens de Khedive hersteld moet zijn 3°. twee Europeesche commissarissen moeten het Turksche exepeditie-leger vergezellen 4°. de kosten der expeditie werden door de mogendheden gedragen. De laatste clausule is curieus en werpt een eigen aardig licht over de diepte van verval, waartoe de eens zoo machtige groote Turk is gezonken. Men schijnt er ook uit te kunnen afleiden, dat hoogst waarschijnlijk van de geheele Turksche expeditie niets zal komen en dus de Engelschen wel doen met zich gereed te houden, of liever met alvast op eigen hand ter expeditie te gaan. De conferentie heeft besloten bij weigering der Porte met allen spoed een gewapende Europeeschs interventie te provoceeren. Dit zal dan ook wel beteekenen een Engelsche interventie, die trouwens al reeds een feit is. Als men ernstig den vrede in het Nijlland wil herstellen, mag men maar wenschen dat de Porte geen expeditie zendt. Zulk een expeditie zou n.l. den Egyptischen volksgeest zeer waarschijnlijk dermate prikkelen dat er een werkelijke oorlog zou gevoerd moeten worden, hetgeen van een Engelsche expeditie niet zoo onver mijdelijk het gevolg zou wezen. De Egyptenaren zijn zeer goed tegen de Turken opgewassen, gelijk zij dit meermalen in bloedige nederlagen den Turkschen legers toegebracht, bewezen hebben. De Sultan zal hier ook wel om denken. Hoe »de mogendheden" over de Egyptische zaken denken kan men maar niet te weten komen. De Engelschen zijn aan het woord en letterlijk al wat de bladen melden over den loop der feiten in Egypte en over de conferentie komt uit Engelsche pennen. Alleen weet men dat Italië 't met het bombardement als manifestatie niet eens is, en dat Frankrijk oorlogs schepen gereed laat maken. Engeland. In het Lagerhuis vroeg de heer Gourly aan de regeering, waarom Alexandrië gebombardeerd was ter bescherming van leven en eigendom van Engel schen of in het belang der fondsenhouders. Sir W. Lawson zeide, dat de regeering met open oogen zich in een oorlog had laten wikkelen. Het speet hem, dat hij niet vroeger had gesproken. Men wist niet, waarvoor gevochten werd en er was niet eens een oorlogsverklaring geweest. Het was laf, wreed en misdadig. De eerste minister liad zijn beginselen van internationale non-interventie verzaakt. Het gouver nement mocht eene meerderheid in het parlement vinden en de ondersteuning van sommige liberalen, die hij «katoen-Jingo's" noemde, maar het vertrouwen van den Engelschen werkman zou het verliezen. Gladstone zeide, dat niet geheel in het belang dei- fondsenhouders was gehandeld. Men was niet zonder het te willen in een oorlog gewikkeld. Er was niets gedaan dan na rijp beraad. Over de interventie in Egypte zou hij zich thans niet uitlaten, noch aan- toonen, dat zij een gevolg was der politiek van het vorige kabinet. Hij wist niet op welken grond Sir W. Lawson meende, dat hij in het algemeen voor eene politiek van non-interventie was. Het was in tegendeel zijn eenig verwijt in '1876 en 77 geweest, dat het toenmalige gouvernement niet genoeg in tervenieerde. Hij gaf niet toe, dat wij in oorlog waren met Egypte. Het Europeesch concert bestond nog en er was niets geschied, wat het kon verzwakken. Er was gevochten, omdat de veiligheid der vloot was bedreigd. De moord van vele Engelschen op den 11 Juni, zonder dat zelfs een ernstig onderzoek was ingesteld, bracht het leven van alle Engelschen, ja van alle Europeanen in het Oosten in gevaar. In Egypte heerschte geen militair despotisme, maar militair geweld, zonder eenige wet en of het Egyptische volk daarmee tevreden was, was niet uit te maken, zoolang dat geweld heerschte, maar het was in strijd met de bevelen van den Sultan en den wensch van den Khedive. Het Engelsche gouvernement had volstrekt geene zelfzuchtige bedoelingen en het koesterde geen vijandschap tegen het Egyptische volk. De heer Rylands noemde het bombardement een immoreele en zondige daad, een schending der beginselen, door de liberale partij, toen zij aan de regeering kwam, beleden. De hh. Illingworth, Reid en H. Richard spraken in denzelfden geest, maar zij vonden geen bijval in het Huis. IV oorwegen. Uit Christiania wordt aan de Hamb. Nachr. het volgende geschreven: Tot het jaar 1870 leefde het Noorweegsche volk in een idyllischen binnen- en buiten- landschen vrede; de burgers wijdden zich ijverig aan de stoffelijke ontwikkeling van het land en tusschen regeering en nationale vertegenwoordiging heerschte over 't algemeen een welwillende verhouding. Met de invoering van de jaarlijksche storting-bijeenkomsten kwam er echter verandering in dien stand van zaken. De eerste schrede werd gezet op den weg, die de Nationale vergadering tot radicale besluiten voerde. Het storting heeft in de twaalf jaren sedert '1870 verloopen in klimmende mate een democratische staat kunde toegepast, welke er toe leiden moet, het geheele staatsbestuur in de handen der volksvertegenwoordiging te leggen. Die richting vond haar sterkste uitdrukking in het storting-besluit van 9 Juni 1880, waarbij dat staatslichaam verklaarde, bevoegd te zijn om zonder de koninklijke goedkeuring, met de grondwet te leven gelijk de meerderheid wilde. Sverdrup heeft onlangs in een openbare samenkomst zijn aanval tegen de troonrede gericht. Zijn programma omvat de volgende hoofdpunten: '1. handhaving van het vermeld besluit van 9 Juni 1880; 2. uitbreiding van het stemrecht tot alle zelfstandige mannen; 3. volkswapening; 4. invoering van de Jury; 5. hervorming van het bestuur der gemeenten, met het doel het gemeentelijk zelf bestuur uit te breiden. Gemeiigd Iluiteulamlscli Nieuws. Het groote nationale feest der Fransche Republiek is den 14 Juli met goed succes gevierd. De groote revue is afgeloopen zonder dat er onder de troepen dooden vielen, 't welk andere jaren doorgaans voorkwam, wegens de ontzettende vermoeienissen die sommige regimenten moeten uitstaan om op tijd de positie in te nemen, die hun is aangewezen. Tegelijkertijd heeft ook de inwijding van het nieuwe stadhuis van Parijs plaats gehad. Van een stadhuis is echter eigenlijk geen sprake, want Parijs heeft geen algemeen stadhuis; in elk der 20 arrondissementen is een mairie, zoodat er dus twintig stadhuizen zijn. Thans is echter een beweging gaande om weer een centraal gemeentebestuur voor de hoofd stad te stichten. De Engelsche Minister Bright heeft zijn ontslag genomen, omdat hij niet meê wil gaan met de politiek van het kabinet ten aanzien van Egypte. Ook voor een aantal kinderen der Parijsche scholen was het eergisteren feest. Voor het stadhuis was het zoogenaamde »bataillon scolaire" samengekomen. De jongens, 650 in getal, gekleed in uniformpjes, verdeeld in 4 kompagnieën, marcheerden in goede orde onder leiding van den commandant Barthès, bijgestaan door vier gymnastiek-onder wijzers, op. Óp het plein ge komen ontving het bataillon een vlag van den president van den Gemeenteraad Songeon en een van Floquet. Ferry hield een korte toespraak tot deze militairen »en herbe", die eenige manoeuvres uitvoerden. Toen dit geschied was onder daverende toejuichingen der menigte, gingen de soldaatjes in de Salle Saint-Jean van het nieuwe stadhuis eten, terwijl een muziekkorps eenige stukken speelde. Het was een aardig gezicht, te zien met welke snelheid de gerechten verdwenen in de grage magen der jongens. Het bericht dat een Engelsche theehaler in het Suez-kanaal zou geplunderd zijn, is onjuist gebleken te zÜn- ln den omtrek van Krakau gaf zich iemand bij de buren uit voor den Kroonprins Rudolfhij beloofde na de kroning een groote uitgestrektheid gronds onder hen te verdeelen. De boeren brachten den pseudo- Kroonprins ovaties en rijke geschenken, maar de gen darmerie kreeg er de lucht van en stopte hem (de man was een zadelmaker van Krakau) in de doos. Te Athene hebben eenige honderden dames uit de eerste standen een vereeniging opgericht om de weelde in de toiletten tegen te gaan. Men wil de wollen stoffen in haar eer herstellen, de kostbare veeren en kanten afschaffen en vervangen door goedkoopere garneersels en het gebruik van handschoenen beperken. Als het maar niet bij de goede voornemens blijft. De dief, die eenigen tijd geleden schilderijen en andere kostbare voorwerpen uit het paleis van den Koning van België ontvreemdde, is gevonden. Hij is een bloedverwant van een der bedienden van het paleis, dien hij dikwijls kwam opzoeken. De Koningin heeft verzocht, dat de man niet zou worden vervolgd, aan gezien hij half krankzinnig is. De bevolking van Alexandrië bedroeg in een rond cijfer 200,000 zielenminstens een vierde bestond uit Europeanen. De invoer bedroeg in 1880 ongeveer 6.713,000 p. st., waarvan meer dan de helft Engelsche goederen waren. Sedert 1877 was de invoer 50 pCt. toegenomen. Katoen was het voornaamste handels artikel; daarvan werd in 1880 voor 7.655,000 p. st. uitgevoerd, grootendeels naar Engeland. Goed geantwoord. Toen de Deensche sprookjesdichter Andersen zich eenigen tijd in het Zuiden had opge houden en zich gereed maakte om naar zijn vaderland terug te keeren, werd hem door iemand gevraagd waarom hij niet liever in het schoone Zuiden bleef, in plaats van naar zijn koud en guur Denemarken terug te keeren. Andersen gaf daarop het veelbetee- kenenende antwoord: »lIoudt men dan minder van zijn moeder omdat zij leelijk is"? INGEZONDEN. Een kijkje op de Zeeuwsche Tentoonstelling voor Nijverheid te Goes. Uitgelokt door zooveel goeds als ik van de Tentoon stelling" hoorde, besloot ook steller dezes eens een kijkje te gaan nemen en wel met dien uitslag, dat mijne reeds hooggestemde verwachting nog is overtroffen geworden. Waarlijk, men mag ieder Zeeuw wel dringend aanbevelen er een reisje voor te maken, om al het nuttige, al het schoone te zien, dat hier voor zijne oogen staat, 't Zou de ruimte van de Zierikzeesche Courant overschrijden, indien ik een gedetailleerd ver slag gaf van een en ander. Men neme den Catalogus, ga er heen en zal zien dat er voor »elk wat wils" is. Eenige inventies hebben echter mijne bijzondere aandacht getrokken, omdat zij, voor zoover mij bekend, geheel nieuw zijn; 't zijn de Nos. 87, 88 en 89 (86 is nog niet ingezonden) van den heer W. te Gempt, predikant te Hoedekenskerke, en 369 en 407, ver vaardigd door werklieden op de fabriek van den heer L. Vogel te Middelburg. No. 88 is een Inbrenger voor glasfabrieken, waar door veel werkkracht in die ongezonde inrichtingen zou bespaard worden en No. 89 een model van een hygiènischen stoel voor jonge kinderen. No. 369 is een door den heer Vogel uitgevonden gaskachel, die rook noch vocht afgeeft en in kamers zonder schoorsteen, winkels enz. kan gebruikt worden No. 407 zal zeker zijn weg wel vinden, 't is een ventilatie-kachel voor schoolgebruik, die zelfs zijn eigen rook verbrandt. Moge men den heer Vogel met zulke nuttige uitvindingen van harte geluk wenschen, toch is m. i. het glanspunt der Tentoonstelling No. 87 Menschenredder voor tram- en spoorwegwagens. Hoe wel ook ik overtuigd ben, dat de jury zich op een conscientieuse wijze van hare taak heeft gekweten, kan ik alsnog niet begrijpen, hoe zij den ingenieusen uit vinder niet met een medaille begiftigd heeft. Wellicht zal het te wachten rapport zulks ophelderen, wellicht twijfelen de heeren, en niemand zal het wraken, of de «Menschenredder", nu een model, ook in 't groot zijn werk zal doen. In elk geval echter doet hij het nu en goed ook. Onlangs heeft steller dezes de eer gehad door den heer te Gempt te zijnent ontvangen te worden en de nooit missende uitwerking van den «Menschenredder" te zien. Wat men ook voor de machine wierp, 't werd telkens door twee waaier vormige armen afgeschoven. Slechts als' men eene pop met het hoofd vooruit' vlak voor de machine legt, wordt zij niet weggeschoven, maar voortgeduwd en ik maakte Z.E. daarop als een gebrek opmerkzaam, waarop de heer t. G. mij antwoordde«gij hebt gelijk, doch een mensch is geen pop en bij de geringste beweging zal een mensch, die toevallig op die wijze voor de machine valt, er spoedig van verwijderd worden.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1882 | | pagina 3