Buitenland In zake de noodige lichaamsoefening op school, waarvoor onlangs ook dr. Mezger een lans velde, schrijft naar 't Ilbl. aan de France libérale ontleent, prof. de La- veleye te Luik o. a.In Nederland oefenen de jonge lieden hun lichaam nog minder dan bij ons. De krachtigste beweging, waaraan de studenten zich overgeven (de professor kent onze gymnastiek-gezel- schappen niet) bestaat daarin, dat zy zich in een koets met vier paarden laten rondrijden. 'Welk een tegen stelling met de Engelsche hoogescholenTijdens mijn verblijf te Oxford zag ik eiken namiddag de studenten in gymnastiek-kleeren uit de «colleges" komen, om zich aan lichaamsoefeningen of worstelen te wijden. Het gevolg is, dat de Engelschen een krachtig volk zijn, dat bestand is tegen alle vermoeienissen en alle klimaten. Men ziet er bijna nooit een die korpulent is of die een bril draagt. Zij verbeteren het Angel saksische ras, terwijl wij het onze verslimmeren." Onze Minister-resident in Japan, de heer Van der Pot, is door den Keizer van Japan begiftigd met de orde van de Rijzende Zon (tweede klasse). Mr. L. Van der Polder, secretaris aan onze legatie aldaar, ontving mede die orde (vijfde klasse). De Sultan van Turkije heeft benoemd tot ridder der orde van Medjidié le klasse jhr. mr. R. A. A. E. Von Pestel, Minister-resident te Konstantinopeltot ridder der orde van Osmanié 3e klasse de heeren F. Keun en W. A. Travers, consul-generaal der Neder landen, en tot ridder der orde van Medjidié 4e klasse mr. II. A. Crommelin, attaché van legatie. Naar aanleiding van de verwonderlijke benoeming van een Russisch kolonel, die de begrafenis van Prins Frederik heeft bijgewoond, tot ridder 3e ld. van de Mill. Willemsorde een benoeming die in strijd is met het reglement betreffende de Willemsorde deelt de N. B. Ct. het verhaal van een ooggetuige mede, als bewijs hoe het somtijds met de orde van den Nederlandschen Leeuw toegaat. Bij een bezoek aan de kerk van de Heilige Maagd van Lorette in welke plaats wordt echter niet medegedeeld zag die ooggetuige het Lieve-Vrouwenbeeld met het Grootkruis van den Nederl. Leeuw en de daarbij behoorende gouden ster met het devies Virtus Nobilitat" prijken. Toen hij daarover zijn verbazing te kennen gaf aan een kerkedienaar, deelde men hem mede, dat al die ridderorden aan de Heilige Maagd van Lorette vermaakt waren door nu wijlen den nuntius mgr. Vecchiotti. Het bestuur van het Nederlandsch Werkliedenver bond «Patrimonium" heefr, verklaard niet mee te kunnen gaan met het adres van het Algemeen Neder landsch Werkliedenverbond aan de Tweede Kamer ten gunste van het wetsontwerp tot het tegengaan van overinatigen arbeid en van verwaarloozing van kinderen. Het wenscht, dat de Staat zich binnen den hem aangewezen kring blijve bewegen en dat hij door de overschrijding van de grens zijner bemoeiingen, geen inbreuk make op het recht, den plicht en de vrijheid der ouders om voor de gezondheid, de op voeding, de ontwikkeling en het zedelijk zoowel als stoffelijk welzijn hunner kinderen te doen of laten, wat hun geweten, overeenkomstig Gods Woord, hun voorschrijft. Eene wet op den kinderarbeid, die verder reikt dan de beteugeling van alle mishandeling van kinderen door ouders en industriëelen, en die het staats- alvermogen inroept om alle kinderen van ons volk naar het beeld te kunnen vormen, dat een aan God en Christus vijandige geest voor hen als het meest begeerlijke en heilzame heeft uitgedacht, wordt door het bestuur van Patrimonium niet begeerd. Door den kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente te Rotterdam is aan h.h. magazijn- en kantoorhouders een circulaire toegezonden, waarin deze o. a. het volgende in ernstige overweging wordt gegeven Het is eene treurige werkelijkheid, dat de bijwoning der openbare godsdienstoefeningen zeer veel te wenschen overlaatvooral is dit het geval met dat groot aantal jongelieden, hetwelk in magazijnen en op kantoren werkzaam is. Een der oorzaken daarvan moet gezocht worden in den eisch om des Zondagsmorgens aldaar te verschijnen en te werken op een uur en gedurende den tijd, die hun het bijwonen der morgen-godsdienst oefeningen onmogelijk maakt, zoodat, wanneer de dag begonnen is onder indrukken, die geen godsdienstige stemming wekken of versterken, ook het overige ge deelte van den dag door hen de kerk niet wordt bezocht. Om hierin eenige verbetering te brengen, verwacht de kerkeraad alleen van een algemeenen maatregel eenig heil: 1°. Door zelfs liefst dien dag Gode te heiligen en de magazijnen of kantoren geheel te sluiten of, zoo dit onmogelijk is, dan de werkzaamheden van onder geschikten te beperken tot het allernoodzakelijkste en te stellen op een tijd, die het bijwonen der morgen godsdienstoefeningen niet onmogelijk maakt. 2°. Door het andere firma's mogelijk te maken, dat te doen en evenals in Engeland, op dien dag den handelaar en koopman over te laten aan zich zeiven, zijn huisgezin en zijn godsdienst. Het Bestuur der Kweekschool voor Zeevaart te Leiden bericht, dat in voornoemde Inrichting jongens kunnen geplaatst worden, die eene verbintenis in 's Rijks zeedienst wenschen aan te gaan. Leeftijd van 13y2 tot '16 jaar. Inlichtingen zijn op franco aanvraag te bekomen bij den directeur van voornoemde inrichting. Te Houtrijk en Polanen is het pakhuis van den bakker A. Schagen afgebrand; alles was verzekerd. Bij een schuttersfeest te Kerkrade is een vrouw, die zich op '10 minuten afstand van het feestterrein bevond, aan het hoofd verwond geraakt. Gelukkig trof de kogel haar niet doodelijk. Ook kreeg een boer daar een matten kogel tegen de borst. Onder Beekbergen is een man verdronken gevonden in een sloot, die nauwelijks een palm water bevatte. Voor een vijftal weken huwde te ümmelanderwijk eene veldarbeider met zekere L. B. Tussclien de echt vrienden is al dien tijd geen woordje gevallen en ieder dacht dan ook dat zij goed accordeerden. Verleden week echter kwam de man 's avonds laat van zijn werk thuis en daar hij zijn vrouw niet thuis vond, wachtte hij eenigen tijd om zich van brood en koffie te voor zien. Het wachten eindelijk moe, zocht hij het huis door en informeerde bij de buren, maar niemand wist hem iets van zijn vrouw mede te deelen, tot eindelijk een agent van politie hem zeide haar te Veendam 's morgens 10 uur in een herberg gezien en gesproken te hebben. Dit kwam den man verdacht voor en hij haastte zich te Veendam te komen, waar hij vernam dat zijn vrouw met zekeren timmerman, K. genaamd, naar Amerika was vertrokken. De verlaten echtgenoot keerde weer huiswaarts, deed nader huiszoeking en bevond dat al zijn spaarpenningen en nog andere zaken van waarde mede «verwijderd" waren. Benocmiiigen, Besluiten, enz. Door den Min. van Waterstaat enz. zijn geplaatst tot practische oefening als buitengewoon opzichter, de studenten der Polyt. School te Delft A. L. Snouck Hurgronje, bij de vernieuwing der Vaassensche schut sluis op het Apeldoornsch KanaalD. P. van Ameyden van Duym, bij de werken tot verbetering van het Kanaal van Gent naar Ter Neuzen A. C. J. van Eelde, bij de werken op Zuid-Beveland, behoorende tot de zeewerken in ZeelandD. Drost, bij de werken op Walcheren; L. van der Sande, bij de werken op den Nederrijn en de Lek; W. Elenbaas, bij de nauwkeurig heidswaterpassing. Z. M. heeft op verzoek eervol ontslagen P. K. van Daalen, als gezworen van den Soelekerke-polderen benoemd tot dijkgraaf van het waterschap St. Maar tensdijk N. Polderman; tot dijkgraaf van den Ouden polder van St. Philipsland C. O. van Nieuwenhuijzen tot gezw. van het waterschap de Vrije polders onder Tholen W. van Nieuwenhuijzentot gezw. van den Oud-N.-Bevelandpolder J. Swemer. Z. M. heeft benoemd tot ridder der Orde van den Ned. Leeuw, Richard Popp, proc.-gener. bij het keizerlijk gerechtshof te Straatsburg. Z. M. heeft benoemd tot adj. comm. bij het Dep. van Justitie Mr. F. W. J. G. Snijder van Wissekerke te 's Gravenhage. Kunst, Wetenschap en Letteren. Mej. Dosne heeft een portefeuille gevonden met allerlei papieren van Thiers, memoranda van gesprekken, invallende gedachten, anecdotes, schetsen van beroemde mannen (Louis Philippe, Peel, Laffitte, Louis Napoleon etc.) Mej. Dosne wil die papieren niet in het licht geven, maar de letterkundige executeurs dringen daarop aan of willen, dat zij de papieren bij de «Bibliothèque nationale" zal te bewaren geven. Aan een Oostenrijker, die Zola bezocht, zeide de beroemde auteur, dat de Duitschers zich meer met zijn werken bemoeien dan de Franschen, maar deze kochten zijn boeken en dat was hem, eerlijk gezegd, liever. Hij schreef niet voor de critiek, maar voor het publiek. Zola dacht er over een historisch gedicht te schrijven, waarvan Garibaldi de held zou zijn. Reeds 20 jaren geleden kwamen de gebr. De Goncourt op het denkbeeld een nieuwe «Académie" in het leven te roepen. Jules De Goncourt stierf in 4870, maar Edmond, die eerst zestig jaar oud is, wil het plan doorzetten. Hij heeft in zijn testament geld vermaakt tot dat doel. De nieuwe «Académie" zal slechts 10 leden tellen, die in dat testament worden aangewezen, met hun opvolgers, indien zij vóór Edmonds dood mochten zijn overleden. Elk lid krijgt 6000 frs. jaarlijks. Elk jaar wordt door de «Académie" een prijs van 5000 frs. uitgereikt voor het beste werk. De legaten, die de «Académie" krijgt, zullen dienen om dien prijs te vergrooten. De Goncourt zal ook voor den prijs het noodige kapitaal nalaten. Te Gokstad bij Sandefiord in Noorwegen is een paar jaar geleden in een terp of wierde, naar aanleiding der overlevering de koning wierde genoemd, een middel - eeuwsch vaartuig ontdekt. Sedert is dat vaartuig opge graven en thans is van deze voor de geschiedenis merkwaardige vondst een uitvoerige beschrijving met afbeeldingen in het licht gegeven. Het gevonden vaar tuig is een volkomen goed bewaard schip, 23,80 M. lang, 5,'l M. breed en in het midden 1,2 M. diep. Het heeft 16 rooibanken en één mast, doch is een open vaartuig geweest. Al de scheepsbenoodigdheden heeft men er in gevonden, alsmede drie kleinere booten. Bovendien bevatte het de overblijfselen van 't lijk van zijn eigenaar, den koning der legende, van zijn lievelings honden, van twaalf paarden en van een pauw. Uit een en ander valt op te maken, dat het lijk dat van een dei' oude zeekoningen zal zijn, die in de eerste helft der middeleeuwen de schrik der Europeesche. zeeën en der aan of bij de zee gelegen steden waren. Zijn uitvaart is zeker met de grootste plechtigheid geschied, daar hij begraven is tegelijk met wat hem als opper hoofd dierbaar was, zijn trouwe rossen en honden. De pauw gaat door voor een zinspeling op de door het opperhoofd gedane tochten naar het Zuiden. Het feit alleen, dat men een koning met zijn schip en al onder een kunstmatig opgeworpen heuvel heeft begraven, doet veronderstellen dat hij een zeer vermaard personage moet geweest zijn. Bij de afgraving van de wierde van den heer G. Elings, in de nabijheid van de Schapholsterzijl, gemeente Winsum, komen belangrijke oudheden voor den dag, o. a. ter diepte van twaalf voet, overblijfselen van paalwoningen en een afgodsbeeld, bewerkt uit zoogenaamden vuursteen, voorstellende een menschen- hoofd, met den neus in den vorm van een hoorn, ooren als een olifant en den nek als van een stier. Door ds. A. Folmer wordt voor het gevondene goed zorg gedragen. De Egyptische Zaken. Tot heden hebben we ons onthouden van eigen redeneeringen en beschouwingen over de met den dag toenemende verwikkelingen en moeielijkheden in Egypte, en enkel nu en dan een klein gedeelte aange stipt van de massa berichten, die dagelijks de kolom men van sommige groote bladen vullen. Hoe weinig waarde al die berichten tot dusver hadden, kon zelfs de leek reeds daaruit afleiden dat zij elkaar van 't begin tot einde weêrspraken zoodat niet zelden de meest tegenstrijdige tijdingen en redeneeringen in de zelfde kolommen voorkomen. Nu zouden de dagblad lezers hier te lande zich al weinig van al dien Egyp- tischen warboel aantrekken en de journalist zou van een grooten last ontslagen zijn, ware er niet een zeer gewichtige reden, waarom een deel van't publiek zoo wel hier als in Engeland en Frankrijk wel levendig belang in den loop der zaken aan den Nijl moeten stellen, n.l. de Egyptische effecten, die mogelijk wel tot een bedrag van een paar honderd millioen gulden in handen der Westerlingen zullen zijn en waarvan ook wel een goed deel in Nederland zit. Wij achten het dus ook niet ongepast eens een enkel artikeltje aan de beschouwing der Egyptische zaken te wijden. Dat is echter lichter toegezegd dan uitgevoerd. Het valt uiterst moeielijk om te midden van een weefsel van diplomatieke praatjes, leugens en opzettelijke ver zinsels het beetje waarheid op te delven of uit te visschen dat er onder schuilt. Of we ons al tot de echo maken van 't dagelijksch geschrijf in de bladen, geeft weinig licht. Een «eigen correspondent" kunnen wij er niet op na houden en wat de anderen «eigen correspondenten", «speciale correspondenten" e. tt. q. al zoo vertellen heeft ook niet veel om 't lijf. Guluit belijden we dat tot op dit oogenblik 't fijne der beweging, de eigenlijke drijfveeren nog niet gebleken zijn, al laat zich ook wel het een en ander vermoeden. In een algemeene phrase zouden we den aard van de kwestie aldus uitdrukken: een nieuw bedrijf van het sinds vele jaren gespeelde drama der exploitatie van het Oosten door het Westen. Turkije zelf, waarvan Egypte een vasalstaat is, is nagenoeg uitgeputdaarvan is voor 't oogenblik alles afgeknipt, afgescheurd, uitgerukt en uitgeperst, wat er bij mogelijkheid van te halen was, zonder den totalen dood te weeg te brengen. Egypte met de overige vasalstaten moest vroeg of laat aan de beurt komen. Wij voor ons hadden zelfs een nieuwe uitbraak van den pestbuil, die Oostersche kwestie heet, eerder ge wacht in Egypte dan in Tunis waar zij toch heeft plaats gehad. T der gezj

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1882 | | pagina 2