Buitenlandsch Overzicht.
Vóór stemden de H.H. de Looze, Moens, W. A.
Ochtman, S. J. Ochtman, van Kinschot en Zuurdeeg.
Het voorstel van Burgem. en Weth. wordt daarna
aangenomen met 12 stemmen tegen '1, die van den
heer Moens.
De Voorzitter deelt mede, dat op den 45 Mei heeft
plaats gehad, de openbare aanbesteding der jaarlijksche
onderhoudswerken der gemeente en dat aannemers
zijn geworden van het
le perceel, (openbare gebouwen) J. van Dijke voor
2548.
2e
(kaaimuren) J. van der Linden voor f 789.
3e
(beschoeiingen en paalwerken) J. Bartels
voor 4015.
4e
(bruggen) 11. Besaans voor 305.
5e
(dichtste Sas, sashuisje enz.) T. F. Wisse
voor 253.
6e
(riolen, putten en waterleidingen) A. Ale-
man Gz. voor 744.
7e
(pompen en banken in de wandelingen
enz.) B. Kodde voor 430.
8e
(begraafplaats) J. van Dijke voor 570.
9e
(schoolgebouwen voor het middelbaar on
derwijs) J. Bartels voor 774,80.
10e
(schoolgebouwen voor lager onderwijs)
J. Bartels voor 4390.
en dat op denzelfden dag is aanbesteed het af breken
der gebouwen van de voormalige garancinefabriek, aan
J. Schillemans voor f 899.
Deze mededeelingen worden voor kennisgeving aan
genomen.
De Voorzitter herinnert den Raad, dat onlangs de
openbare aanbesteding heeft plants gehad van het
verdiepen van een gedeelte der Nieuwe Haven, doch
dat dit werk niet is gegund, omdat de laagste in
schrijvingssom boven de raming was. Hij stelt thans
voor, Burgem. en Weth. te machtigen om dit werk
onder eigen b'eheer te doen uitvoeren. De kosten zijn
geraamd op f 550.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Op voorstel van den Voorzitter wordt aan Burgem.
en Weth. voor het uitbreken en dempen van een
regenbak en een zinkput op het terrein der voormalige
garancinefabriek, verleend een crediet van 500, terwijl
hun verder machtiging wordt verstrekt om de onbruik
bare afbraak van de gebouwen der genoemde fabriek
in het openbaar te Verkoopen.
De Raad besluit op voorstel van Burgem. en Weth.
I. af te schrijven van Hoofdstuk I, Afd 2, Art. 40,
(Jaarwedden van het onderwijzend personeel aan de
scholen voor lager onderwijs) begrooting 4881 en over
te schrijven op
a. H. 4, Afd. 2, Art. 9, (Jaarwedden van leeraars aan
de scholen voor middelbaar
onderwijs) 278,66
b. 2, 2, 7, (Kosten van boek-, druk-en
bindwerken) f 86,445;
c. 8, 4, 42, (Uitkeering van de helft der
zuivere opbrengst der be
grafenisrechten) f 4 48,36;
d. j> 8, 4, 21, (Kosten vallende op den
verkoop van kapitaal op het
Grootboek) 8,90
II. af te schrijven van H. Ill, Afd. 2, Art. 3, (Voor
het vernieuwen der defensiewerken van den West-
havendijk bij het Westhavenhoofd) begrooting 4881
en over te schrijven op II. 111, Afd. 2, Art. 4 (Voor
het slaan van baardplanken langs den kaaimuur van
de Nieuwe Haven) 44,305;
III. af te schrijven van H. 40, Art. 4, (Onvoorziene
Uitgaven) dienst 1882 op 11. 9 Art. 20, (Kosten val
lende op den verkoop van kapitaal ingeschreven op
het Grootboek) 9,20;
IV. te beschikken over den post voor Onv. Uitg.
begrooting 4882, tot een bedrag van f 44,85, ter be
taling der kosten, die tengevolge van het zinken van
een schip aan den ingang dei* haven zijn moeten
worden gemaakt in het belang van de veiligheid dei-
haven
V. afschrijving van hoofdei ijken omslag over 4882
te verleenen, aan de volgende personen
aan F. Augustijn, uit de gemeente vertrokken, voor
f 9,335;
aan C. Mazure, id., f 24,50;
J. Hage, id., - 4,63s;
M. van-den Houten, id., - 2,40;
de Wed. C. M. V. Labrand, id., - 42,60;
en aan de elders gevestigde erfgenamen van Mr.
B. C. Cau voor 456,49s.
De door den Gemeente-Ontvanger ingezonden staten
van oninbare posten worden vastgesteld als volgt
van de hondenbelasting over 4884 op 31, en van
den hoofdelijken omslag over 4881 op 367,74s.
De Voorzitter deelt mede
4°. dat Mej. A. P. Mallego door Burgem. en Weth.
voorgedragen ter benoeming als onderwijzeres aan de
Meisjesschool, gisteren heeft bericht dat zij hare solli
citatie intrekt, zoodat thans niet tot de benoeming
eener onderwijzeres aan genoemde school kan worden
overgegaan.
Voor kennisgeving aangenomen
2°. dat de Commissie van Toezicht voor het
middelbaar onderwijs hun heeft bericht, dat de heer
P. Conradi in zoodanigen gezondheidstoestand verkeert,
dat vooreerst geen kans bestaat op herstel
en dat zij daarom op advies van die Commissie en
na het gevoelen te hebben ingewonnen van den In
specteur voor het „middelbaar onderwijs, voorstellen
den heer P. Conradi met ingang van den 4 September
a.s. eervol te ontslaan uit de betrekking] van leeraar
in de Nederlandsche taal- en letterkunde en de
Aardrijkskunde aan de Hoogere Burgerschool.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Naar aanleiding van dit ontslag deelen Burgem.
en Weth. mede, dat de heer J. A. de Bruijne, leeraar
in de geschiedenis en de staatswetenschappen aan de
Hoogere Burgerschool, zijn verlangen heeft te kennen
gegeven om in plaats van met de staatswetenschappen
te worden belast met de aurdiijksk unde, waarvoor
hij de vereischte akte van bevoegdheid bezit.
De Inspecteur voor het midd. onderw. hierover
gehoord, heeft te kennen gegeven, dat hem het aanbod
van den heer de Bruijne aannemelijk voorkomt, mits
hij op zich neme de staatswetenschappen, zoo noodig,
te blijven onderwijzen en zich in elk geval daarvoor
de vereischte wettelijke bevoegdheid te verwerven;
dat zoolang hij werkelijk met dat onderwijs zal
blijven belast, hom zijns inziens daarvoor billijkerwijze
eene personeele toelage zal behooren te worden verleend
en dat als die weg ingeslagen wordt, op 4800
eene oproeping zou kunnen worden gedaan, voor
Nederlandsch zoo mogelijk met bevoegdheid voor
staatswetenschappen.
Burgem. en Weth. verzoeken dienovereenkomstig
machtiging tot het doen eener oproeping zooals de
Inspecteur voorstelt, van een leeraar voor Neder
landsch zoo mogelijk met bevoegdheid voor staats
wetenschappen, op eene jaarwedde van f 4800, alles
in afwachting van de verdere door hen te doene
voorstellen tot regeling der zaak.
De heer Moens stelt voor, de behandeling hiervan
nog aan te houden. Als er eene oproeping wordt
gedaan, meent hij dat de zaak zal worden gepraeju-
dicieerd.
De heer Boeije merkt op, dat Burgem. en Weth.
tot hun voorstel zijn gekomen door het gevoelen van
den Inspecteur. Er schijnt weinig kans te bestaan dat
er sollicitanten zullen opkomen voor de Nederlandsche
taal en aardrijkskunde. Om geen tijd te verliezen
wilden Burgem. en Weth. de oproeping doen. Men
kan dan afwachten welke sollicitanten zich opdoen
en er wordt eigenlijk niets gepraejudicieerd.
De heer Moens blijft bij zijn voorstel om de zaak
aan te houden, waartoe wordt besloten.
Komt ter tafel, een voorstel van Burgem. en Weth.
overeenkomstig het advies van den Inspecteur voor
het middelbaar onderwijs, om ter vervulling der be
trekking van leeraar in het Fransch en Engelsch,
opengevallen door het overlijden van den Heer O.
Hofman, den heer J. G. van Santen te Oirsehot te
benoemen tot leeraar in de Engelsche taal en letter
kunde aan de Hoogere Burgerschool en hem voorloopig
tevens te belasten met het onderwijs in de Fransche
taal- en letterkunde op eene jaarwedde van f 4800;
onder voorwaarde: 1°. dat de benoemde nog in
4882 de akte A voor het Fransch" verwerve;
en 2°. uiterlijk in 4884, de volledige bevoegdheid
(Akte B)\
met bepaling, dat indien de benoemde aan een dier
voorwaarden niet mocht voldoen, de Raad op die
benoeming kan terugkomen, terwijl de voorwaardelijke
benoeming zal veranderen in eene definitieve, zoodra
aan beide voorwaarden zal zijn voldaan.
De heer Schneiders merkt op, dat deze zaak urgent
is, daar de voorgedragen! ook naar Kampen solliciteert.
De Voorzitter geeft te kennen, dat eerst gister-en
van den heer van Santen bericht is ingekomen, dat
hij de gestelde voorwaarden aanneemt.
De heer Goemans vraagt, of er geen andere sollici
tanten zijn, waar-op de Voorzitter antwoordt dat deze
de eenige geschikte is.
De heer van Maneti vraagt, of het Dagelijksch
Bestuur niet in overweging heeft genomen om naar
middelen om te zien, ten einde het onderwijzend
personeel aan de school te behouden." Er is nu een
sollicitant die de volledige bevoegdheid mist, doch
welke waarborg is er, dat, als hij die bevoegdheid
heeft verkregen, hij niet spoedig zal vertrekken?
De Voorzitter zegt, dat het Dagelijksch Bestuur
hieraan ook wel gedacht heeft, doch dat er naar zijn
inzien nog minder sollicitanten zullen opkomen als men
het personeel aan banden legt.
De heer van Manen zou er voor zijn, het tractement
bij de aanstelling niet te hoog te stellen, doch uitzicht
op verhooging te geven.
De Voorzitter meent, dat men zich thans moet
houden aan de laatste regeling der jaarwedden.
De heer Boeije zegtdat hij niet verwonderd is
over de vraag van den heer van Manen. Ook bij het Da
gelijksch Bestuur is die gerezen en de Inspecteur is
ook nog- geraadpleegd of wellicht eene andere combi
natie van leervakken mogelijk was, doch hierop hebben
Burgem. en Weth. geen antwoord ontvangen. Men
zal thans tevreden moeten zijn, dat do betrekking
voor f 4800 wordt vervuld.
De beraadslagingen worden gesloten, waarna de
heer van Santen op de bepaalde voorwaarden met
algemeene stemmen benoemd wordt.
De Raad benoemt tot leden eener Commissie, in
wier handen zullen worden gesteld de reclames tegen
j het kohier van den hoofdelijken omslag over 4882,
de heeren van Kinschot, W. A. Ochtman en de Looze,
met bepaling dat zij tevens zullen uitmaken de Com
missie, bedoeld bij art. 8 der verordening op de invor
dering van een hoofdelijken omslag.
De Voorzitter sluit na de gewone omvraag de
vergadering.
Iteuoemiiigeii, besluiten, enz.
De rijks-veearts G. A. Blindenbach te Zierikzee is
benoemd tot plaatsvervanger van den districts-veearis
ter standplaats Dordrecht en hem de titel toegekend
van Gouvernements-keurmeester van vee en is hij als
zoodanig belast met de visitatie van vee te Zijpe,
gemeente Bruinisse, vóór de inlading in een schip
naar het buitenland bestemd.
Z. M. heeft benoemd tot ontvanger te Ameide
J. II. H. Eelsingh, thans te Vlissingen.
Z. M. heeft benoemd tot lid van het bestuur van
het waterschap van de uitwatering door de sluis in
de Piet., B. Vermande; tot gezworen van het water
schap Oud-Vossemeer, J. v. As; tot id. van het
waterschap Ooster- en Sir-Jansland, C. Struijk Dz.
tot id. van het waterschap Sint-Maartensdijk, A. Kloet;
tot id. van het waterschap Breede Watering bewesten
Yerseke, P. Hirdes.
Benoemd tot olf. van gezondh. 2e kl. bij het Ned.
leger de civiel-arts M. Biedel te Veendam, zijnde hij
tevens geplaatst bij het 2e bat. 3e i-eg. Inf. te
Middelburg, ter vervanging van den off. van gezondh.
Ie kl. J. H. Taling.
Z. M. heeft pensioen verleend aan P. W. Vervoorn,
adj-commies 4 e ld. ter prov. griffie van Zeeland te
Middelburg ad f 4462; dr. J. H. Scholten, hoogleeraar
aan de Rijks-universiteit te Leiden, 4000; dr. G. J.
Lancq, hoogleeraar te Utrecht, 4000; dr. W. A.
Enschedé, hoogleeraar te Groningen, 4000; jhr. mr.
W. Six, Min. van Binnenl. Zaken, 3942W. G. van
Swerts of Swers, hoofdonderwijzer te Middelburg, 734
mej. Cornelia Bijleveld, hoofdonderwijzeres te Vlissingen,
f 430; J. v. d. Zande, hoofd der school te Kerkwerve,
550; mej. A. M. B. Achilles, hoofdonderwijzeres te
Middelburg, 678.
Blijkens bekendmaking van den Min. van Financien
zal in de tweede helft van Augustus a.s. te 's Graven-
hage een examen worden gehouden voor de betrekking
van landmeter bij het kadaster.
Gesteld op non-activiteit met ingang van 22 dezer
de luit. ter zee 2e kl. H. J. Bal, laatst 4e officier
aan boord van Zr. Ms. »Araba,", te Nieuwediep binnen.
In de papieren Egyptenaars was dezer dagen groote
agitatie en fluctuatie, zoodat zij dobbel den als op een
onstuimige zee. Geen wonder; want de vleezen Egyp
tenaars zijn ook zeer roerig geworden en hebben zelfs
teAlexandrië een groot aantal Europeanen doodgeslagen,
nog een grooter aantal mishandeld, winkels en huizen
geplunderd en op allerlei min beleefde wijzen aan den
dag gelegd, welk een afkeer zij hebben van de onge-
loovigen, die op de vruchten van het vette Nijlslik
afkomen en den geloovigen Muselmannen een doorn
in 'toog zijn. Vele houders der papieren Egyptenaren,
die verspreid zijn door de groote steden van het Westen,
zijn nu zeker bang geworden dat men 'took op die
papieren zou aanleggen en wilden ze daarom van de
hand doen, geneigd misschien om ze in te ruilen tegen
Peruanen, die wel weinig waard zijn, maar althans
de lui niet doodslaan. Zoo ontstond een groote »val"
in 't artikel papieren Egyptenaars. Hierop speculeerden
nu echter weder een zeker getal optimisten en maakten
zich van de weggedane papieren meester, zeker ver
trouwende dat, gelijk de Nijl telken jare valt doch
om later weder te rijzen, zoo ook de papieren Egyp
tenaars wel weder in de hoogte zullen gaan, zoodra
het geharrewar aan de boorden van den heiligen,
stroom weder wat bedaard zal zijn. En dit laatste
zal hoogstwaarschijnlijk wel plaats hebben zoodra een
Engelsch-Fransche landingsdivisie de orde hersteld en
de «nationale partij" den mond wat zal gestopt hebben.
Misschien zal een Engelsche expeditie het varken alleen,
wel wasschen.