1 ZIERIKZEESCII COURANT. voor Siet arrondis- sellout Zicrikzee. 1882. No. 45. Woensdag 14 Juni. 85ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD F euillet o n. iï S k JOZEF GARIBALDI. i J Deze Courant verschijnt' DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND, uitgezonderd op FEESTDAGEN, Prijs per drie maanden f 1,Franco per post f 1, Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER AD VERTE NTI EN: Per gewone regel 40 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stnUhen, de reductie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. I.AKFAN llti. Binnenland. ZIERIKZEE, 12 Juni 188 2. Tot ons leedwezen waren wij niet in de gelegen heid de voordracht, j.l. Vrijdag door den heer A. F. Marlet te Schuddebeurs gehouden, bij te wonen. Wat wij ei' van vernamen was, dat die voordracht weder, gelijk we dat van dien begaafden landbou.wleeraar gewoon zijn, in allen deele hoogst belangrijk is geweest. Zij liep over 't geen in 't algemeen diende gedaan te worden tot verbetering van den toestand van den landbouwer. liet ciniense verschijnsel doet zich voor, dat een der dezer dagen hier ter reede aangekomen schepen, bestemd voor Rotterdam, er een is geladen met gas kolen uit Australië. Het zijn zoogenoemde candlekolen of vetsteeiien. Bij vonnis der Middelburgschc rechtbank is de logementhouder Bruggeman, vroeger te Ter Neuzen gewoond hebbende en zich thans te Antwerpen be vindende bij verstek schuldig verklaard aan het afleggen van een valschen eed in een burgerlijk rechtsgeding en veroordeeld tot een cellulaire gevangenis straf van 183 dagen, benevens in de kosten. De heer D. Bijl te Ylissingen heeft voor f 16,817 aangenomen »het uitnemen en weder in hangen der deuren van de groote sluizen van het kanaal door Zuid-Beveland." De heer J. De Witte te Ylissingen heeft voor f 6200 aangenomen het leveren en stprten vansteen tot voortzetting van dc oeververdediging vóór Ter Neuzen. Hoedekenskekke, 9 Juni. Heden werd door onzen nieuwen Burgemeester den heer J. Welleman den school kinderen een recht genoegelijk feest bereid. Met de beide Wethouders trad Z. E. A. te half 2 ure de school binnen waar hij toegesproken werd door het hoofd der school, terwijl daarop de kinderen hemzijne waardige echtgenoote en moeder het volgende Welkomstlied toezongen Daar is hij, daar is hij, de vriend onzer jeugd, Wiens intreè de wachtende harten verheugt, Wiens komst hier nog vaster aan hem ons verbindt, Oindat het ons toont, dat hij kind'ren bemint. Ook gij, zijne gade, wees vriend'lijk gegroet, Ontvang onzen dank voor het goed, dat g' ons doet; Uw minzaam gelaat en uw lieflijke lach Verhoogen 't genot van deez' vrcugdvollen dag. Ook u, brave moeder, zij 't feestlied gewijd, Daar ook uwe komst onze harten verblijdt; Wees welkom in 't midden der vroolijkc' schaar, En leef steeds gelukkig met 't echtelijk paar. De Burgemeester bedankte daarvoor met de meeste hartelijkheid en zeide, dat hij met genoegen de vroolijkc kindergezichten aanschouwde en van zijne zijde al liet mogelijke zou aanwenden om den kinderen pleizier te doen en het onderwijs in deze gemeente te doen bloeien. Toen werden dc leerlingen gul onthaald. Tot afwisseling werd door den onderwijzer. P. Leijs eene zinnebeeldige teekening, waarop o. a. art. 194 der Grondwet en waaronder: Hulde aan den Burge meester" stond, welke teekening vervaardigd was door den Heer W. te Genipt, predikant alhier, die ook bij het feest tegenwoordig was, op een flinke wijze uit- gelegd, terwijl daarna door hem nog eene korte les in aardrijkskunde en geschiedenis werd gegeven, 't Was inderdaad een vecht aangenaam schoolfeest en blijkbaar hadden ook Burgemeester en Wethouders pret in de vroolijkheid der kinderen. Na eene toespraak van den Burgemeester en een antwoord daarop door het hoofd der school, eindigde het feest, dat gewis door ouders en kinderen nog lang met genoegen zal herdacht worden, met het zingen van het volgende AFSCHEIDSLIED. liet afscheidsuurtje nadert weêY, Het feest is haast ten end; De pret is uit voor dezen keer, En allen zijn content. Gij hebt ons, kleinen, zeer verplicht' Door 'taardig kinderfeest; Hetgeen gij heden hebt verricht Is ons tot vreugd geweest. Maar toch, hoeveel genot 'took geeft, Een prettig feestgeneugt, liet kind, dat weet waarvoor het loeft, Verlangt nog hoog're vreugd. 'tZict duid'lijk in, dat jok en lach Wel levenswaarde heeft, Maar ook, dat elke nieuwe dag Hem reiner vreugde geeft. Intussclien, 'tkinderlijk gemoed Kent ware dankbaarheid, Eu dankt "U daarom voor het goed, Dat gij het hebt bereid. Leef steeds tevreên met uw gezin, Gezond, gelukkig, blij. Dat ware, oprechte kindermin U tot een leidsvrouw zij De bij de slechting der vestingwerken van Nijmegen gespaarde Kronen burger toren is gerestaureerd en door een sierlijk aangelegd wandelpark omgeven, zoodat deze oudheid thans met haar omgeving een sieraad der plaats uitmaakt. III. Het .minst schitterende gedeelte van Garibaldi's loopbaan is o. i. zijn-deelneming in de zoogenoemde nationale verdediging van Frankrijk na Sedan. Toch heeft hij daarvoor destijds ook wederom te veel smaadheid moeten ondervinden van den kant dierzelfde Franschen, aan wie hij zijn eerlijke sabel wilde leenen. Zoolang Napoleon III nog aan het hoofd der zaken stond, bemoeide hij zich er niet. mede, doch toen Sedan, den val van 't keizerrijk had gezien en den 4 September 1870 te Parijs de Republiek was uit geroepen, stond zijn besluit vast om de Fransche republikeinen te gaan helpen. Dat was volgens de inspraak van zijn gemoed, doch voor het overige was het een fout. Vooreerst was zijn eigenaardige wapen macht wel opgewassen tegen de soldaten van den paus en tegen huurlingen en domme aanhangelingen van de Napelsehe Bourbons, doch niet tegen de koude prozaïsche taktiek van het overwinnende Duitsche leger, dat destijds, in October '1870, Frankrijk met zijn tallooze legioenen overstroomde, en ten anderen was hij bij 't Fransche landvolk niet gezien. Vader landlievend en vrijheidlievend mogen de Franschen zijn, kerkelijk zijn zij ook, en zij gevoelden geen sym pathie voor den man. die herhaaldelijk den paus had bevochten. Toen hij dan ook, na in October in Frankrijk geland te zijn, den 9en dier maand met zijn beide, zonen te Tours aankwam en den volgenden dag reeds als bevelhebber der Franc-tireurs in functie trad, bleef de electr-iseerende werking die men verwacht had. uit. Wel trachtte hij te Dole een corps van vrij willigers te organiseeren, doch er kwam weinig toeloop van volk* Terwijl zyn zoon Riciotti een paar ge lukkige zetten tegen de Duitschers deed bij Chatillon, trachtte Garibaldi te Antun een beter millieu te vinden om de vryscharen te verzamelen en te orga niseeren. Dit gelukte in zoover, dat hij in November een aanval op generaal von YVerder in de lichting van Dijon durfde wagen, die aanvankelijk slaagde, doch na ecnige dagen op zijn nederlaag en de ver strooiing der Garibaldianen uitliep. Tot, den 13 Fe bruari 1871 hield hij zich nog in een sterke stelling te Dijon staande, doch onti uimde die plaats op dien dag. Na de capitulatie van Parijs verliet hij het leger al protesteerende tegen het definitief sluiten van den vrede. Ondertusschen was hij door de republikeinen van Marseille tot lid der Nationale Vergadering ge kozen, die destijds te Bordeaux haar zetel had. Hij begaf zich daarheen, doch werd door de chauvinisten overschreeuwd, beleedigd en letterlijk belet een woord te spreken, zoodat hij zijn ontslag nam, den 14 Februari Bordeaux verliet en over Marseille naar Capréra ging. Sinds dat tijdstip heeft hij geen werkzaam aandeel meer genomen in krijgsoperaties noch politiek. Slechts tweemaal heeft hij nog zijn eiland verlatenvoor 't laatst was dat in den afgeloopen nawinter, om door verandering van lucht heul te zoeken voor zijn kwaal, de jicht, die hem., teisterde. In den omtrek van Napels weid hij toen als een hulplooze lijder aan land gebracht; bracht aldaar, eenige weken op een schoon gelegen kasteel door; liet zich nog eenmaal naar Palermo brengen om daar deel te nemén aan het 6e eeuwfeest van de Sióiliaansche vesper en keerde daarna naar Capréra terug, waar h\j verleden Vrijdag overleden is.. Op Capréra hield hij zich altoos bezig met zeer idealistische en met zeer prozaïsche zaken. Hij bleef steeds op de hoogte van hetgeen er in de staatkundige en sociale wereld omging, bleef in correspondentie met de voornaamste hoofden der radicale partij, zelfs met die van de Italia irredendade partij, die de geheele Adriatischo kust tot aan de Turkéche próvincie Epirjus toe aan Italië wil gehecht zien en 't vooral op Triest gemunt heeft. Maar Garibaldi wiegde niet gewillig genoeg mee op de ijdele zee van illuziën, die de heethoofden zich daarvan maakten. Hij wilde dc goedwillige maar ietwat overdrijvende patriotten niét voor 't. hoofd stooten, doch trok zich nimmer die beweging sterk aan. Behalve met zijn idealen hield hij zich bezig met den landbouw, doch zijn gronden waren niet vruchtbaar; hij boette veel geld in bij zijn proeven met werktuigen eri verbeteringen, terwijl zijn inkomsten slechts mager waren. Meer dan oei ik verkeerde hij in moeielijkheden. Engelsche vrienden wilden hem een dotatie van een paar niillioen francs schenken hij weigerde zeer pertinent. Het Italiaanschc gouvernement wiule hem geldelijk te hulp komen in den vorm van een groote tractementsverhooging als generaal; hij heeft geen enkele maal een mandaat voor 't ontvangen van zijn tractement willen teekqneji. Op dit pnnt was hij eigenzinnig en zonderling. Buiten hem om heeft men zijn eigendommen, die zeer be zwaard waren, vrijgemaakt en vele oude zaken vereffend, die hem kwelden., Steeds wilde hij door wezenlijken eigen arbeid voor zichzelven zorgen en ontwierp ten laatste een plan van verbetering der Romeinscbe Campagna, in verband met kanalisatie van den Tiber en gebruiknr king van 't daaruit, te baggeren eeuwen oude slib. Hij kwam daarvoor zelfs persoonlijk te Rome, ontwikkelde zijn plannen voor een commissie van ingenieurs, landbouwkundigen en financiers. Had men het over de grondslagen van een groote maatschappij eens kunnen worden, dan zou men thans niet enkel °P zijn gcaf kunnen beitelen dat hij middellijk de winnaar van Rome voor Italië is geweest, maar dat hij, dQor de verbetering der ongezonde en grootendeels onvruchtbare Campagnavoor de stad Rome een nieuwe toekomst heeft geopend. Na de stad politiek te hebben doen herboren worden, zou hij haar verlost hebben van de treurige, gevolgen van èert 14 a 46 eeuwen

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1882 | | pagina 1