geniteit behoeft niet zoo heel scherp gesteld te worden, maar dan moet er toch iets homogeens, zekere samenhang in het kabinet bestaan; op eenige hoofdpunten van wetgeving en regeeringsbeleid zal er dan toch zekere eenstemmigheid onder de ministers moeten heerschen; anders is wel een groep kioondienaars, maar geen kabinet, geen ministerie denkbaar. En nu zien wij niet in, dat ooit acht a negen «erkende voorstanders van de richtingen der minderheden" zouden samen te brengen zijn tot een kabinet. Men moet den bestaanden toe stand der partijverhoudingen en der pretenties van de «minderheden" geheel miskennen, of opzettelijk buiten rekening laten om aan een ministerie uit de erkende voorstanders dier elkaar uitsluitende, afstootende, ver nietigende richtingen te kunnen denken. Een ministerie behoeft zeker niet per se te bestaan uit de erkende voorstanders laat ons liever zeggen de erkende hoofden van de richting der meerderheid, maar de ervaring leert toch, wat in theorie trouwens ook wel noodwendig zoo wezen moet, dat er voor zulk een ministerie alleen leven mogelijk is als het regeert naar den zin, d. i. in de richting der meerderheid. Het kabinet uit de minderheden zal moeten regeeren volgens de richting der meerderheid, anders loopt de machine dadelijk vast. In 't 2e punt wordt alweer geschermd met dat woord van «onderdrukking der minderheden." Men moest daar niet zoo van onderdrukking gewagen. Van tweeën éénóf de meerderheid drijft de besluiten door óf zij doet dit niet; doet zij het wel, dan spreekt het van zelf dat de minderheden zich daarbij neer hebben te leggendoet zij het niet dan is zij ook geen meerder heid. Van onderdrukking is daar geen sprake, of anders moest men 't geheele parlementaire stelsel maar omverwerpen. In 't 3e punt wordt een veronderstelling uitge sproken, die wel in strijd is met zich zelve. Wanneer de meerderheid soms eens reactionnair mocht worden, zou toch altoos door de regeering dan uit de liberale meerderheidvrijheid en vooruitgang worden gehandhaafd en gehuldigd. Zoo staat er; doch wij achten het ondenkbaar dat een reactionnaire meerder heid ooit een liberaal ministerie ook maar één dag zou dulden. Van doctrinaire liberalen is het denkbaar dat zij de liberaliteit zoover drijven, van een kabinet uit hun antipoden tegenover zich toe te laten; maar van de reactionnairen wachte men zoo iets niet. Op voorstel van het bestuur heeft de anti-revolu tionaire kiesvereeniging «Nederland en Oranje" te 's Hage bepaald, dat de leden die de vergaderingen bijwonen voortaan zullen gehouden zijn tot geheim houding van het op de vergaderingen verhandelde. Het zal dus wezen een permanent geheim comité. Als kiesvereeniging, dat is als lichaam dat zich ten doel stelt de kiezers en de openbare meening te leiden en voor te lichten, heeft deze vereeniging zich zelve dus ontbonden en zich geconstitueerd als een geheim knoeicollegiedeze verdenking zal althans voor de hand liggen. Overigens komt de nieuwe bepaling wel in de lijst van de partijwant daar is gezag en gezag alleen schering en inslag. Men lette er slechts op hoe de «veldheer" dr. A. Kuyper zijn lieden ringeloort. In den polder Oud-Prinsland zal een stoomgemaal worden gesticht. Te Oirschot is overleden de heer M. G. Tetar van Elven, oud-directeur der Kon. Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam en ridder der Orde van den Ned. Leeuw. Op de Pinksterdagen is er ditmaal een ongewoon druk verkeer van reizigers geweest door het geheele land. Hier ter stede herinnerden ouden van dagen zich niet met Pinksteren ooit zooveel drukte van aankomen en vertrekken van reizigers aan de kade gezien te hebben. In Holland was 't natuurlijk nog vrij wat drukke?'. Als men in aanmerking neemt dat op de beide dagen alleen door den stoomtram 29000 pei-sonen van den Haag naar Scheveningen en terug zijn vervoerddat buitendien ook de paardentram rusteloos doorwerkte; dat er een onafgebroken file van rijtuigen langs den geheelen weg was, terwijl duizenden en nogmaals duizenden zich te voet bewogen, dan kan men 't getal bezoekers van Scheveningen wel op een kleine 100000 schatten. Van ongelukken werd niets vernomen. De geïmproviseerde Scheveningsche kermis de officiëele is afgeschaft was vrij druk, zelfs zoo luidruchtig dat om 10 ure 's avonds de heer Puls, ondernemer van 't hotel Victoria, geen toegang meer verleende aan de aan hun eigenaardige kleeding ken bare Scheveningers en Scheveningstertjesde hurry werd al te erg. Het Amstel-Hotel keert over 1881 aan de aandeel houders 5 proc. uit. Met leedwezen is uit Londen vernomen, dat mr. E. Fokker, griffier der Staten van Zeeland, zich daar voor eenige dagen bevindende, door een val een been heeft gebroken. De heer F. wordt in een hospitaal te Londen verpleegd en volgens het bericht bestaat er alle hoop op genezing. Men herinnert zich dat op de onlangs te Amsterdam gehouden vergadering der «Ned. Zuid-Afrikaansche Vereeniging" is medegedeeld en met eenige bevreem ding vernomen, dat de stappen van het bestuur dier vereeniging om met het gouvernement der Transvaal in relatie te komen, tot niets hadden geleid wegens het stilzwijgen van dat gouvernement op de brieven en zelfs op een telegram door het bestuur afgezonden. Volgens een in de Standaard voorkomend bericht is dit thans opgehelderd. En nu blijkt uit een schrijven uit Pretoria van 11 April dat het gouvernement dei- Transvaal de bedoelde brieven en ook het telegram niet heeft ontvangen. De brieven zijn opgehouden en evenals het telegram niet aan hun adres bezorgd. Een nieuwe laaghartigheid van de dienaars der En- gelsche regeering in Zuid-Afrika. Hieruit blijkt alweer een keer te meer hoe wenschelijk het is dat de Transvalers zoo spoedig mogelijk een eigen uitweg naar de zee (Delagoabaai) verkrijgen. Zaterdagavond voor Pinksteren werd te 9y2 ure brand ontdekt in de zalen van de zoogenoemde teeken academie te Rotterdam, aan de Coolvest gelegen. Ofschoon de brand door 2 zalen zich heeft uitgebreid, waar veel schilderijen hingen, is er betrekkelijk weinig- schade door aangericht aan 't gebouwacht schilderijen zijn beschadigd of verbrand. Men was den brand spoedig meester met behulp der slang van de water leiding in het gebouw. Aan de gasfabriek te Bergen op Zoom kost de cokes 25 ets. de hectoliter. Als de verlichting van een gemeente is af te leiden uit de veelheid der bladen, die er uitkomen, dan is het Limburgsche stadje Sittard met zijn 5000 zielen wel te benijden: daar verschijnt thans bij de drie reeds bestaande nog een vierde blad, de Echo van Limburg. Naai' de Midd. Ct. verneemt laat de maatschappij «Zeeland" thans geregeld twee stoombooten op Londen varen om te voorzien in haar steeds toenemend goe derenvervoer. Het schijnt dus dat het afbranden dei- landingsplaats te Queensboro althans nog niet de dooi de concurrentie gewenschte gevolgen heeft. Men verneemt tevens dat het Gemeentebestuur van Dover met de directie van de London-Chattam and Dover-maatschappij onderhandelt om voor goed den dienst van Queensboro naar Dover te verleggen. De Arnh. Ct. kan soms allergeestigste opmerkingen makenzoo ook thans weer een«Ongeveer te half elf is Zondagavond door verscheidene personen een fraaie zeer scherp afgeteekende maanregenboog gezien. Hij vertoonde zich wel tien minuten onverminderd in kracht. De laatste maanregenboog, dien wij zagen, was die van de Meiningeis bij de samenzwering op den Rütli. Men beschouwde hem toen, ook volgens de legende, als een gunstig voorteeken voor de oplos sing van den staatkundigen toestand. Wij durven niet zóóver gaan om er dezelfde gevolgtrekking ten opzichte van onze ministeriëele crisis uit af te leiden." De avond van den eersten Pinksterdag is rijk ge weest aan verheven luchtverschijnsels. Behalve de te Arnhem geziene maanregenboog is er ook nog te Eibergen een ongewoon lichtverschijnsel waargenomen, dat zich voordeed als een ontzettend groot stuk vuur dat in het Westen neerviel en met een vreeselijken slag uiteenspatte. Vele personen hebben dat licht ge zien en den slag gehoord, 't Verschijnsel had plotseling plaats, terwijl het een weinig regende, ongeveer een kwartier na het overtrekken van een lichte onweersbui. Op het buitengoed «Benkoelen" onder Assen zal, naar men verneemt, een asyl voor gevallen vrouwen worden gesticht, in den trant van de inrichting te Steenbeek. Te Wezepe, gem. Olst, zijn drie jongelieden, kin deren uit één gezin, gehuwd met drie jongelui uit Lettele, gem. Diepenveen, mede alle drie kinderen uit één gezin. Te Donkerbroek heeft zekere Baukje Piekeboer, wed. Klooster, het huisje van de lieden bij wie zij in den kost besteed was, in den brand gestoken, zoodat het tot den grond toe is afgebrand. Baukje is 70 jaar oud en had het niet naar den zin in haar kosthuis. De stoomboot «Deventer Packet" vertrok j.l. Zater dagavond om 11 uur met ruim 70 passagiers van Amsterdam. Onder dezen was er een, die min of meer beschonken was en aan den hofmeester om sterken drank vroeg, welke hem geweigerd werd. Kort daarna sprong hij van de boot in zee. Hoewel er dadelijk gestopt werd, mocht men hem niet terug vinden. Hij behoorde te Kampen te huis en maakte dikwijls misbruik van sterken drank. Zondagochtend is van een der stoombooten aan het Oosterhoofd te Amsterdam een jongeling van 17 jaar, die tegen de leuning der boot aanstond, over boord gevallen en verdronken. Te Arnhem is een vrouw van 70 jaar in bed ge stikt door het breken van de onderlagen der bedstede, waardoor zij met het hoofd omlaag in een kelder gezakt is en zich daar niet heeft kunnen uithelpen. Volgens bij het hoofdagentschap der Ned. Ind. Stoom vaart-Maatschappij te 's Hage ontvangen telegr. bericht is het stoomschip dier Maatschappij de «Banda" op zijn jongste reis naar Nieuw-Guinea den 20 Maart j.l. dooi- een orkaan beloopen. Het schip werd op zijde geworpen en is 15 minuten later, 4 Eng. mijlen noord west van Schoorsteeneiland, gezonken. Vijf personen der inlandsche bemanning zijn 10 April met vissehers- prauwen te Bima aangebracht en hebben verklaard, dat de kapitein, de eenige Europeesche passagier, de 3e machinist, een Arabier en 10 man der equipage getracht hebben zich te redden met een sloep die echter kort na het zinken van de «Banda" is omgeslagen. De agent der Maatschappij te Bima is onmiddellijk na het vernemen van de ramp met 10 prauwen tot assistentie naar de plaats des onheils gegaan, terwijl kapitein Lindemann van den stoomer «G.-G. Loudon" de eilanden in straat Sappie en de Z.-W. kust van Comodo onderzocht heeft. Dit onderzoek heeft evenwel geen gunstig resultaat gehad, zoodat slechts de 5 bovenbedoelde personen als gered kunnen worden be schouwd. De Gouverneur van Celebes en onderhoorigheden heeft op verzoek van kapitein Lindemann na overleg met den stationskoramandant te Macasser een oorlogs schip gezonden om den uitslag te vernemen van de pogingen, door den agent der Maatschappij aangewend en c. q. om nog een onderzoek te bewerkstelligen. Omtrent het vermoorden van onzen Atjehschen vriend Sie Passei verhaalt de correspondent van de Loco motief nader: De moord heeft plaats gehad bijna op den derden verjaardag der inneming van Indrapoeri, waarbij Sie Passei zich bijzonder weerde. «Immers, volgens het verhaal, dat mij kort geleden gedaan werd, was hij de eerste onder het vuur van den vijand, die de snelvlietende en gezwollen rivier den 24 Maart '1879 overzwom en door het inbrand- steken van een paar Atjesche woningen vlak bij de moskee den schrik onder de bezetters van den tempel bracht. «Op het gezicht der vlammen, ontstoken door den dapperen Atjeher, dachten de vijanden, dat reeds vele aanvallers hen in den rug bedreigden, en trokken zij af. «En nu, na drie jaar, werd Sie Passei op een be snijdenisfeest genoodigd in een Atjehsche kampong, bij Lambaroevergezeld van twee Atjehsche pradjoerits, zou hij er heengegaan zijn. Toen zij er eenigen tijd waren, moeten dezen naar buiten geroepen zijn, en gingen eenigen met klewang en ajentjong gewapende stamgenooten Sie Passei te lijf. Met verscheiden wonden overdekt, viel de man, die menigmaal een stoutmoe- digen tocht met weinige volgelingen in de kampongs had ondernomen. «Het enkele feit van zijn vermoording bewijst, dat de Atjehers in hem een trouw dienaar van het gou vernement zagen en dat hij hen zeer hinderde. Is reeds daarom zijn dood een groot verlies voor ons, hij heeft het niet minder schadelijk gevolg, dat de moed der in verzet gebleven Atjehers in dezelfde mate toeneemt als die onzer politiesoldaten en gidsen, voor zoover het Atjehers zijn en hun diensten dus eenig gewicht in de schaal zouden kunnen leggen, er door vermindert."1 Benoemingen, Besluiten, enz. Z. M. heeft op verzoek eervol ontslag verleend als burgemeester van Wolfaartsdijk aan mr. C. P. Lenshoek. De Min. van Financiën heeft benoemd tot voorzitter dei' commissie voor de herziening van de belastbare opbrengst der onbebouwde eigendommen in het schat tingsdistrict Goes Mr. J. Moolenburgh fce Zierikzee en in het schattingsdistrict Middelburg den heer C. D. Tielenius Kruythoff, rentmeester van 't kroondomein.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1882 | | pagina 2