Buitenland
cijfers. Maar wat ons bij 't doorbladeren van
't geschrift in 't oog viel is dit: Taylor vergelijkt
cijfers van vóór 1854, toen de vaceinedwang
in Engeland en Wales werd ingevoerd, met
cijfers over de 25 jaren na dat tijdstip. Zijn
gevolgtrekkingen laten we even rnsten, doch
we vragen of die cijfers nu wel zooveel betee-
kenen, ja of ze wel iets bewijzen tegen de
vaccine Immers was 't getal der ongevacci
neerden vóór 1854 veel grooter en daardoor
in geval van epidemie ook 't getal slachtoffers,
terwijl na 1854 hoofdzakelijk de niet-gevacci-
neerden werden aangetast, doch veel meer vlagen
van epidemie voorkwamen dan in de 12 jaar
vóór 1854, waaruit de gebruikte cijfers afkomstig
zijn. Het behoeft toch, gelooven wij, geen
betoog meer, dat de ervaring ook hier te lande
geleerd heeft dat ia tijden van epidemie de
sterfte het grootst is onder de niet-gevaccineerden,
de epidemie 't meest woedt in de streken waar
om gemoedsbezwaar of zoo iets de inenting
verwaarloosd en tijdelijk in onbruik geraakt was.
Nu kan men beweren, dat de mensehen toeh
nog altoos de pokken krijgen en toch nog er
aan stervenmaar kan men daar niet evengoed
de bewering tegenover stellen, dat de omvang
der epidemie en de sterfte oneindig veel grooter
zouden geweest zijn, indien er in't geheel geen
vaccine bestond? Het is immers toch bewezen,
dat de aan pokken gestorvenen nagenoeg zonder
uitzondering ook ongevaccineerden waren?
Er is ook nog een bewijs door Taylor tegen
de vaccine aangevoerd, dat evengoed daarvoor
kan pleiten. Hij beweert n.l., dat het beste
middel om de ziekte te bestrijden is, haar niet
te ontzien, ja haar te trotseeren en wijst dan
op de ziekenoppassers in de hospitalen voor
poklijders, welke personen bijna nooit besmet
worden omdat zij dagelijks in de besmetting
zijn. Bewijst dit niet juist veel vóór de vaccine?
Er zal toch nergens in een hospitaal een onge
vaccineerde ziekenoppasser gebruikt worden!
En de vaccine zelf is immers ook niets anders
dan een opzettelijke besmetting, met het doel
om, buiten tijd van epidemie, de ziekte uit te
lokken en te laten uitwerken, ten einde tegen
de epidemie haar kracht te breken
Binnenland.
ZIERIKZEE, 2 6 Mei 188 2.
Bij de op 25 Mei '1882 door het Dag. Bestuur van het
Waterschap Schouwen gehoudene aanbesteding van
het herstellen en onderhouden der heulen, bruggen,
duikers enz. van het Waterschap, in 1882, 1883 en
1884, volgens bestek No. 87, bij inschrijving en opbod,
in 3 perceelen, zijn aannemers geworden
le perceel, districten Zuidhoek, Borrendamme en
Flaauwers, H. C. van den Ende te
Zierikzee voor f 1725 per jaar;
2e district Flaauwers, L. J. Kappers te
Renesse voor f 800 per jaar;
3e districten Scharendijke, Langendijk en
Brouwershaven, L. J. Kappers te Renesse
voor f 1675 per jaar.
Het bouwen eener nieuwe school te Tholen is aan
genomen door den heer W. J. van de Weert te Goes
voor f 45,290.
Men leest in het Vaderland:
Gisteren maakten wij melding van het ons mee
gedeelde bericht dat ook aan andere bladen werd
gezonden dat de Ministers zouden besloten hebben
om aan den nader door Z. M. uitgedrukten wensch
gevolg te geven en voorloopig aan te blijven tot na
's Konings terugkomst uit het buitenland.
Naar wij nader vernemen, was dit bericht niet
juist. Wel is waar heeft Z. M. de Koning bij zijn
vertrek naar het buitenland als gewoonlijk een instructie
voor de Ministers als zoodanig achtergelaten, maar
daaruit volgt niet, dat de Koning, die het verzoek
om ontslag van het Ministerie niet heeft ingewilligd,
thans den wensch zou te kennen hebben gegeven,
dat het Ministerie voorloopig tot na zijn terug
komst zou aanblijven. De komst van den heer Van
Eysinga, president der Eerste Kamer, in de residentie
staat niet zooals sommige bladen hebben gemeld
in verband met een bijeenroeping van de Eerste
Kamer, maar vermoedelijk met de ministeriëele crisis.
Er heeft althans een conferentie plaats gehad tusschen
de presidenten der beide Kamers en den vice-president
van den Raad van State, en zooals men weet, wordt
meermalen bij een kabinetscrisis het advies van de
presidenten dier hooge staatslichamen door den Koning
gevraagd.
De voorzitter van de Eerste Kamer, jhr. Van Eysinga,
is naar Leeuwarden teruggekeerd.
Blijkens een door den Burgemeester aan den Gemeente
raad medegedeeld telegram uit Arolsen heeft Z. M.
de Koning den heer jhr. mr. F. G. A. Gevers Deynoot,
onder betuiging van 's Konings leedwezen over het
gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als Burgemeester
der Residentie en hem benoemd tot ridder 2e kl. der
orde van den Gouden Leeuw van Nassau.
De opening van de electrische baan te Zandvoort
zal niet met de Pinksterdagen, maar eerst den 15
Juni a.s. plaats hebben.
Uit 's Hage schrijft men aan de Zutf. Ct. Al kan
er van onderhandelingen met Frankrijk over een nieuw
tractaat op dit oogenblik moeielijk sprake zijn, volstrekt
niet onmogelijk is het, dat onze regeering een vertoog
tot het Fransche gouvernement heeft gericht, om, bij
het ontbreken van een tractaat, aan te dringen op
een wet, die ons tot haar intrekking behandeling op
den voet van meest begunstigde natie verzekert.
Tegen een dergelijke, schikking, die ook voor Engeland
is gemaakt, zal de Fransche regeering waarschijnlijk
minder bezwaar hebben, omdat de minister Tirard
zelf heeft verklaard, dat het algemeen tarief er zoo
weinig op berekend was, om voor alle artikels ten
volle in toepassing te komen, dat verlaging voor eenige
artikels, op wier invoer de Fransche gouvernementen
hoogen prijs stellen, noodig zou zijn indien de trac-
taten niet tot stand kwamen. Van onzen kant zou
dan bij een dergelijke schikking met betrekking tot
den nadruk eene nieuwe verbintenis kunnen worden
aangegaan, waarop Frankrijk ongetwijfeld hoogen prijs
zal stellen, omdat men reeds op dit oogenblik Fransche
werken zonder vrees voor straf in Nederland mag na
drukken. Immers, door het vervallen van het handels-
tractaat van 1866, is ook de regeling met betrekking
tot den nadruk vervallen, zonder dat er een nieuwe
regeling voor in de plaats is gekomen.
Tot represaille maatregelen zal Nederland zeker niet
dan in den uitersten nood zijn toevlucht nemen. Slechts
eens is men daartoe met betrekking tot Frankrijk
overgegaan. Toen in 1823 het' Fransch tarief onzen
uitvoer naar dat land bijna geheel belette, diende de
regeering een wetsontwerp in, dat de strekking had
om van Fransche goederen hoogere rechten te heffen
dan van goederen die uit andere landen kwamen.
Dat wetsontwerp werd toen ter tijde met algemeene
stemmen aangenomen.
De rijks-museumgebouwen aan de Stadhouderskade
te Amsterdam naderen nu langzaam hunne voltooiing.
Voor eenige dagen wapperde van het hoofdgebouw de
nationale driekleur, ten teeken, dat de laatste steen
gelegd was. Thans kan geregeld voortgegaan worden
met de bekapping. De werkzaamheden bepalen zich
thans hoofdzakelijk tot binnenwerk.
Volgens een particulier schrijven uit Atjeh d.d. 21
April heeft de gouverneur, naar men meent ten
gevolge van bevelen uit Batavia, om zoo noodig
krachtig op te treden de lijdelijke houding laten
varen en is dan ook eindelijk op 15 April een militaire
tocht naar Monroë ondernomen, waar de oproerige
bevolking werd getuchtigd. Hbl
Kunst, Wetenschap en Letteren.
Volgens de waarneming van den Italiaanschen dokter
Rudolfi, is de Eucalyptus niet enkel een probaat middel
om koortsige streken gezond te maken, moerassen op
te drogen enz.maar zijn ook de bladeren van dien
boom, als men ze kauwt, een zeker werkend middel
om verkoudheid te genezen. Een erge verkoudheid is
op die wijze in een half uur te genezen.
In Juni komt de Beckford-bibliotheek, die in het
paleis van den hertog van Hamilton was bewaard,
onder dén hamer (Beckford stierf in 1844 en zijn
dochter was met den hertog van Hamilton gehuwd).
De bibliotheek bevat 25,000 deelen en 800 deelen in
handschrift. Ook de Hamilton-bibliotheek zelf zal
worden verkocht, evenals de schilderijen en andere
kunstvoorwerpen. De familieportretten, waaronder door
Van Dijck, Velasquez, zullen niet worden verkocht en
evenmin sommige historische stukken, als Darnleys
portret door Zucchero en Napoleon I's portret door
David. Een aantal zeldzaamheden, o. a. de wieg van
Elisabeth, leuningstoelen van Maria en kardinaal Wolsey,
de gouden ring, dien Maria Stuart daags vóór haar
dood aan Hamilton zond, een zilveren doos, waarin
zij de brieven van Darnley bewaarde, zullen te koop
worden aangeboden. Verder schilderijen van Rubens
(o. a. Daniël in den leeuwenkuil, waarvoor, zegt men,
40,000 pd. st. is geboden, een geschenk van Karei I
verder een Loves of the Centaurs"), van Hobbema,
Durer, Da Vinci, Titiaan, Correggio, Rembrandt, Van
de Velde, Guido enz.
R usland.
Half Februari verscheen in de door de bekende
Madame Adam uitgegeven Nouvelle Revue een klein
opstel over den toestand in Rusland, dat door zijne
sterke pan-slavistische richting overal de aandacht heeft
getrokken. Daarin werd betoogd: het volk is sedert
Peter den Groote door de Westersche beschaving ver
dorven; uit het Westen zijn radicalisme, communisme,
socialisme en internationalisme gekomen, welker ge
meenschappelijke vrucht het nihilisme is; Petersburg
is het middelpunt des verderfs, de verlossing moet
uit Moskou komen. Daarheen moet de zetel der re
geering worden verplaatst. Alleen de terugkeer tot
het zuivere moscovitisme kan Rusland redden. In
dezelfde revue is thans een antwoord verschenen, ge
titeld Que fairet welks ongenoemde schrijver een
conservatieve Rus is, die reeds twintig jaren met een
bloedend hart het verderf van zijn land aanschouwt
en sedert tien jaren, verbitterd en afgemat door den
vruchteloozen strijd, de wapenen heeft neergelegd.
Thans echter voelt hij zich genoopt tegen de verkeerde
raadgevingen te waarschuwen. Na een résumé van het
vorige artikel te hebben gegeven, zegt hij »Men waant
te droomen, als men zoo iets leest; men wordt door
ontzetting bevangen, als men denkt dat zulke hersen
schimmen de politieke wijsheid uitmaken van mannen,
die op dit oogenblik het lot van 80 millioen menschen
besturenWeet gij zoo vraagt hij wat Rusland
vóór Peter den Groote was? Wat heden bij de Afghanen
en de Tekkes voorvalt, is orde, in vergelijking met de
anarchie, die vóór den grooten hervormer bij ons
heerschte. Gij houdt Petersburg voor eene revolu
tionaire en Moskou voor de eenige conservatieve stad
en gij vergeet, dat de meerderheid der Moskousche
bevolking uit Rakolniks bestaat, die even vijandig
tegen de regeering als tegen het orthodoxe geloof zijn.
Gij zegt, dat het Westen schuld is aan de zedeloosheid
onzer hoogere standenkent gij het ongeneeslijk zede-
bederf van onze boeren niet? Ook het socialisme
moet een uitheemsche plant zijnhebt gij nooit gehoord
van de artelis, die handwerkersvereenigingen, die sedert
eeuwen bij ons op het beginsel van gelijk loon be
rusten? In Europa is het socialisme een utopie van
enkele dwepers, bij ons bestaat het sedert onheuge
lijke tijden; de overgroote meerderheid onzer landelijke
bevolking is voor collectief eigendom. En wat het nihilisme
betreft, gist Europa nauwelijks, wat onder die afschuwe
lijke psyschische epidemie verborgen is. Het Russische
volk, zegt de schr. verder, bestaat slechts voor een
zeer kleinge deelte uit Slaven. Het Czarendom is een Tar-
taarsche instelling, veel ouder dan het panslavisme.
Dit is eigenlijk eerst onder Nikolaas te Moskou ont
staan als een literarische school om tegen de slaafsche
navolging van Westersche voorbeelden te reageeren.
De meeste groote mannen in Rusland, in de politiek,
de wetenschap en de literatuur stammen af van ruwe
krijgslieden van Dschingis khan. Vorst Gortschakoff
is, Rostopschin was een Tartaar. De vorsten Ooroesoff,
Metscherki enz. zijn Tartaren. Van de Russische ge
leerden, die correspondenten der Fransche Academie
zijn, zijn twee, Tschebischof en Zinzin, Tartaren; de
beide andere, Baer en Wrangel, zijn Duitschers. De
vader van Pusckin, Ruslands grootsten dichter, was
een Arabier. De schrijver is een tegenstander van
overijlde hervormingen. Hij beschuldigt Miljutin veel
van het kwaad, waaronder Rusland thans lijdt, ver
oorzaakt te hebben. Zijn onverstandige ijver voor het
parlementair systeem heeft de discipline in het leger
ondermijnd en de verspreiding van het nihilisme be
gunstigd; de professoren, die hij aan de hoogere mili
taire scholen heeft aangesteld, b.v. Lawrof, Engelhardt,
Sokoloff, zijn de voornaamste apostelen van het nihi
lisme geworden. Van Ignatieff wordt gezegd»een man,
door het toeval der geboorte in de diplomatie gekomen,
die de vleesch geworden oneerlijkheid en leugen is.
Hij stortte Rusland in een onrechtvaardigen en onge-
lukkigen ooi-log, die 200,000 man en 2 milliarden
roebels heeft gekost en de Russische macht vijftig
jaren lang bij de geheele wereld in minachting heeft
gebracht." De politiek, die Rusland noodwendig moet
volgen, vat de schrijver in deze woorden samen
»Halt maken op den weg der liberale hervormingen
en geheel afzien van het systeem van willekeur." Hij
somt een reeks maatregelen op, die op het gebied van
het onderwijs, der justitie en van het bestuur in de
eerste plaats met krachtige hand moeten worden uit
gevoerd, maar, zegt hij, ook bij den besten wil en de
eerlijkste uitvoering is geene onmiddellijke werking te
verwachten. Bovenal heeft Rusland een man als Beacons-
field of Bismarck noodig. »De staatsman", zegt hij ten
slotte »dien wij wenschen, moet den ipoed heb
ben om zoowel aan de wankelbare openbare meening