/llltlk/I ISClil COURANT. voor het arrondis- seinent Zierikzee. 1882. No. 32. Woensdag 26 April. 85ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD ZONDAGSRUST. Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-A VOND uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden f 1,Franco per post ƒ1,- Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIEN; Per gewone regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENMAN. In deze week en wel aanst. Vrijdag zal te Utrecht de eerste vergadering gehouden worden van de in wording verkeerende sNederlandsche Vereeniging tot bevordering van Zondagsrust." Het doel dezer vereeniging is de volksovertui ging te versterken aangaande het hooge belang vau deZondagsrnst vooriederin bet bijzonder, voor het buisgezin en voor de maatschappij, en te bewerken dat de Zondag voor zoovelen mogelijk een rustdag kan zijn. Dat doel wil zij bereiken door bet van ouds bij vereenigingeu van dien aard ge bruikelijke middel van tractaatjes, het meer moderne middel van voordrachten en verder alle andere wettige middelen, die aan haar doel bevor derlijk kunnen zijn. Alweder dus een vereeniging met leden, honoraire leden, leden van verdiensten, hoofd bestuur, verslagen, statistieken, algemeeno ver gaderingen, redevoeringen, gemeenschappelijke maaltijden, contribution, saldo's, „schitterende" of ook maar „verblijdende" resultaten, „treffende" gevallen, apostelen, martelaars, stroovuur, sissers, klachten, boopen beschreven en bedrukt papier, en eindelijk de dood der onbeduidendheid. En toch, wie zou zich niet volgaarne eenige centen 's weeks voor contributie getroosten en een vervelende vergadering 'sjaars daarbij, als bij, daarmede de algemeene Zondagsrust kon koopen de aantrekkelijke beelden van den Zondag, door schilders en dichtersgemaald, kon verwezenlijken! We willen niet vooruitloopen op hetgeen er op de bovenbedoelde vergadering zal worden verhandeldmen kan dat ook trouwens zelf wel nagaan en 't zal wel zijn een mooie openings rede, verkiezing van een bestuur, dat „niet zonder schroom" de aangebodene waardigheden aanvaardt, doch „vereerd" door bet vertrouwen der medeleden zicb de moeielijke taak zal laten „welgevallen" om den menscben Zondagsrust te geven, neen vooreerst nog maar om de vereeni ging te besturen en te leiden op den vervelenden weg van statuten, reglementen en verdere paperassen. Doch van harte hopen we dat de nieuwe vereeniging althans iets moge uitvoeren van practiscbe strekking, en als 'tzooverte brengen was dat aan elk lid der vereeniging behoorlijke Zondagsrust kon verzekerd worden, dan wenscbte we baar vele tienduizendtallen van leden toe. Blijft het bij contributie betalen en ophalen, tractaatjes drukken en 't gebruikelijke algemeene vergadering-geleuter, dan geeft de vereeniging slechts nieuwe soesa voor menigeen, die er een „werkzaam" aandeel in neemt en wien dit alweer wat snippertjes van zijn eigen Zondags rust zal kosten zonder baat voor anderen. Inderdaad, het is een hoogst moeielijke zaak de bezorging van Zondagsrust aan 't groote publiek. Dat de Zondag als een soort van sabbatk- dag den mensehen tot een pak om te dragen en tot een oorzaak van ware of vermeende zonde is gemaakt en dat dit toch niet instaat is geweest om van de menigte der christenen in dit opzicht getrouwe Mozaïsten te maken, is maar al te bekend. Dat de poging van Koning Willem I om door middel eener staats wet, op Engelsche leest geschoeid, gedwongen Zondagsrust in te voeren, mislukt is, weet men ook, evengoed als men niet ontkennen kan dat nu en dan nog voorkomende opborrelingen van die oude verdronken Zondagswet steeds iet wat bespottelijk zijn en tot allerlei bespiege lingen aanleiding geven, waarvan de voor naamste wel deze is, dat „gedwongen rust" toch eigenlijk een soort van arbeid is, omdat zij rechtstreeks of indirect inspanning vereiseht en de waarde eener gedwongen rust alleszins betwistbaar is. Doch dit alles vermindert niet de waarde der Zondagsrust in 't algemeen en de wensche- lijkkeid eener meer wezenlijke rust op Zondag voor de vele duizenden beambten en werklieden, wier bezigheden van dien aard zijn, dat zij óf niet öf slechts voor een deel op Zondag kunnen stilstaan. Van de macht van den wetgever verwachten we op dit pnnt niet veel. Laat een Zondags wet een gedeelte van den geruchtmakenden aan den openbaren weg zichtbaren arbeid doen stilstaanwat binnenshuis geschiedt, daar kan de wet veelal niets tegen doen. Bovendien is de organisatie onzer maatsebappij nu eenmaal zoodanig, dat strikte waarneming van Zondags rust zeer moeielijk is in te voeren. Het voor beeld van Engeland beteekent weinig, vooreerst omdat de strenge handhaving der Zondagsrust, zooals men die te Londen waarneemt, geenszins door geheel Engeland wordt waargenomen, en ook omdat aan dien gedwongen stilstand van bet dagelijksch gegons en rumoer der nijver heid, alweer eigenaardige nadeelen verbonden zijn, die niet uit het oog mogen verloren worden maar vooral omdat zelfs de strenge Engelsche sabbaths-wet en 't bij de Engelscken heersckende sabbatbisme toch nog duizenden en tiendui zenden dienstbaren en arbeiders geen sabbatks- rust schenken, noch schenken kunnen. Wij nemen als buiten twijfel gesteld aan, dat een arbeidsperiode van 7 dagen of daar omtrent door een rustdag afgewisseld alleszins natuurlijk en goed en daarom hoogst gewenscht is. Wij denken er evenwel niet aan in het o'bserveeren van Zondagsrust een soort van godsdienstpliohtsvervulliug te zien. Aan het kerkelijk gebod der Zondags- of sabbatbs-viering, al naar den godsdienst of de nationaliteit, is gewis een zekere waarde toe te kennen voor zoover minontwikkelde, halfwilde of verwil derde menscben de zaak der Zondagsrust niet waardeeren om kaarszelfs wil. Echte, weldadige, gezonde Zondagsrust zal wel alleen de vrucht zijn van wel gegronde eigen over tuiging van haar heilzaamheid. Rust, ontspan ning, uitspanning toch zijn voor lichaam en geest beide onmisbaar. Kon het nn gelukken de menscben meer al gemeen hiervan te overtuigen, er zou veel gewonnen zijn. Maar ook al werkt de publieke opinie mede, dan blijven er nog groote bezwaren onopge- beven, zoo niet onopbefbaar. Veel takken van openbaren dienst kunnen onmogelijk zonder groote storing om den zevenden dag stilgezet worden hetzelfde is bet geval met vele takken van industriëelen en vooral fabrieksarbeid, alsmede met de verzorging van 't vee, den dienst der middelen van verkeer, enz. Het was biermede in de overoude tijden, toen bet vaderlijk en priesterlijk gezag de gedwongen sabbathswet instelde, geheel anders en 't is wel jammer dat men zich van de op dit stak be staande vooroordeelen nog niet heeft vrijge maakt, althans niet algemeen, want duizende goede lieden meenen nog Gode een dienst te doen met op Zondag bun gemak te houden en zien met een oog van minachting neèr op hen die Zondags werken volgens den aard hunner betrekking of omdat zij er zooveel kwaad niet inzien. Wij hopen, dat de nieuwe vereeniging zich vrij zal weten te houden van die kerkelijke vooroordeelen; 'tzou anders alweer een stapje nader tot de reactie in clericalen zin zijn. 'tMoet te doen zijn om de Zondagsrust als weldadig voor de menscben, zoowel lichamelijk als geestelijk, niet om hun weder een pak op de schouders te leggen of een ouden versleten boemau voor te zetten. In bet werken als zoodanig op Zondag steekt geen kwaad; al de dagen zijn den menscben gegeven, en 't idéé van een dag des Heeren is in den grond een kinderachtig idéé, ja een dwaasheid. Heeft niet bij, naar wien de Chris tenheid zieb noemt, zich losgemaakt van sab- bathsdienst en sabbathsdwang en opzettelijk gearbeid op den sabbathdag? Natuurlijk omdat goed te doen nimmer kwaad kan zijn, 't zij op Zondag of op iederen anderen dag. 't Is geheel een kwestie van zedelijke en stoffelijke hygiëne en als zoodanig hopen we dat ook de nieuwe vereeniging baar zal op vatten en trachten op te lossen. Wij wenschen baar daarin volkomen succes toe. Binnenland. ZIERIKZEE, 25 April 1 8 8 2. Capelle, 21 April. In de vergadering van Inge landen van den polder »de Vier Bannen in Duiveland" op heden werd de Begrooting der Inkomsten en Uit gaven van liet dienstjaar '1882/83 opgemaakt tot een bedrag van 34370,61 in ontvang en uitgaaf, waarbij is inbegrepen eene geldleening door den polder aan te gaan ad 4000. Het bedrag van het dijkgeschot zal voor dit jaar bedragen 12 per Hectare. De exploitatiekosten van het stoomgemaal zijn geraamd op 6400. De voordracht van 3 personen voor een gezworen bestaat uit de heeren B. Giljam van Ouwerkerk, J. Gaanderse en H. van de Zande van Nieuwerkerk. De voorjaarsvergadering der Vereeniging van burge meesters en secretarissen in Zuid- en Noord-Beveland zal gehouden worden op Zaterdag 29 April a.s., in de sociteit Eensgezindheid" te Goes. In die vergadering zal o. a. plaats hebben de vervulling der vacatures in het bestuur, ten gevolge der periodieke aftreding van twee leden, waartoe worden aanbevolen de heeren: 1°. J. Vereelte, burgem. van Waarde, mr. L. A. Bijbau, burgem. van Colijnsplaat, en P. Van Wingen, burgem. van Oudelande; en 2°. Z. D. Van der Bilt La Motthe,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1882 | | pagina 1