Buitenland
n.l. op een feestmaal door de Italiaansclie vereeniging
voor de staathuishoudkunde te Rome gegeven ter eere
van den Amerikaanschen consul te Parijs. Het liep
uit op een manifestatie ten gunste van het bimetallisme.
De heer Minghetti, die presideerde, leverde in de rede,
■waarmede hij den heer Walker begroette, een overzicht
van den stand van het muntvraagstuk. In zijn antwoord
deed de consul uitkomen dat het bimetallisme vorde
ringen maakte. Luzzatti verklaarde dat Italië het
bimetallisme zou aannemen als het bij internationaal
verdrag kon worden gevestigd, en dat het, als dit
onmogelijk bleek, een compromis zou aannemen tot
herstel der waarde van het zilver. In dienzelfden
geest spraken ook de heeren Ellen a en Minghetti.
Benoemingen, Besluiten, enz.
Z. M. heeft benoemd tot burgemeester van Cadzand
A. Erasmus; tot burgemeester van Retranchement J.
Risseeuw Jz.tot burgemeester van Zuidzande A. J.
Risseeuw, een en ander ingaande met 25 Maart.
Kunst, Wetenschap en Letteren
Ieder kent thans de verwonderlijk nauwkeurige
namaaksels van olieschilderijen, die als Peinture Bogcierts
in den kunsthandel zulk een groote sensatie heeft
gemaakt. Over de manier waarop die bedriegelijk
gelijkende kopieën gemaakt worden zegt het Politechnisch
Notizblatt het volgende, dat zeker nog wel geen aan
wijzing genoeg is voor een gewoon liefhebber om ook
eens een proef te nemen, doch waaruit zich toch den
gang der operatie wel laat verklaren.
Men begint met een facsimile te maken, dat de
vlakke kleuren der schilderij, die men wil nabootsen,
met de grootst mogelijke nauwkeurigheid weergeeft,
en dat daarna op een zinken plaat wordt overgebracht.
Deze aldus toebereide plaat wordt dan in evenveel
stukken verdeeld, als de schilderij gelijke kleuren bevat,
en wel zoodanig dat elk dezer stukken afzonderlijk
een figuur van de op het origineel voorkomende
en bij elkaar behoorende kleuren vormt.
Yan deze stukken worden vervolgens langs den
galvanischen weg clichés gemaakt, met welke dan in
een daarvoor bestemde drukpers de kleuren in een
met de schilderij overeenkomende volgorde op gepre
pareerd papier afgedrukt worden.
Om nu het hoog en laag en de penseelstreken na
te bootsen, wordt het origineel met een dunne laag
gelatine bedekt, waarin alle »hoogsels" en »diepsels"
der schilderij natuurlijk volkomen zuiver afgedrukt
worden.
Yan deze plastische kopie der oppervlakte maakt
men nu een afdruk in gutta-percha of in de een of
andere elastieke stof. Deze laatste afdruk wordt nu
gebruikt voor het maken van koper-clichés, waarmede
men, na ze verstaald te hebben, op een daarvoor
geprepareerde plaat negatieve afdrukken te voorschijn
roept.
Waar dus de schilderij een verhooging heeft, heeft
deze afdruk een verdieping en deze verdiepingen worden
nu met kleuren, die met die der verhoogingen over
eenkomen, gevuld. Is dat volbracht, dan wordt het
gekleurde papier op dezen a(druk onder een drukpers
gebracht, waardoor met behulp van druk en warmte,
de kleuren, die in de verdiepingen zijn aangebracht,
met die, welke zich reeds op het papier bevinden,
samengesmolten worden.
Na het vernissen zou de kopie dus gereed zijn; om
haar echter nog meer op schilderij te doen gelijken,
weekt men het papier af en brengt men de kleuren
onder geringen druk op linnen, hout of metaal over.
De geheele operatie is dus vrij ingewikkeld en ook
na deze verklaring gelezen te hebben, blijven wij nog
vol bewondering staan voor Bogaerts kopieën van
schilderstukken, vol bewondering over deze kunst, die
»de kunst" naar de kroon steekt.
De moordaansla§- op het leven van
Engelands Koningin trekt voor 't oogenblik de aandacht
van alle andere belangrijke zaken af. Het is wel te
bejammeren, dat gedurig de een of andere ellendeling
op zulk een snoode wijze komt nadeel doen aan alle
goede zaken en algemeene belangen der menschheid.
Koningsmoord is reeds op zichzelf een gruwel,
doch indirect doet die misdaad nog veel meer kwaad.
De toedracht der geheele zaak schijnt overigens
heel eenvoudig, en op zichzelf is de aanslag niet van
politieke beteekenis. Terwijl de Koningin gereed was
van het station te Windsor naar het slot te rijden,
heeft zekere Roderik Maclean een revolverschot op het
rijtuig gelost, gelukkig zonder de Koningin of iemand
anders te treffen. De kogel is over het rijtuig heen
gegaan, tegen den gevel van het station geslagen en
van daar terug gekaatst en op het stationsplein neer
gevallen, waar het ding later is gevonden door twee
inspecteurs van politie. Dat de gevonden kogel wel
uit den revolver van den moordenaar afkomstig moet
zijn, is zoo goed als zeker, daar hij overeen kwam
met de overige 44 kogels, die men nog bij hem heeft
gevonden.
Roderik Maclean is een Schot van afkomst en
misschien ook van geboorte, doch hij geeft op te
Londen in Oxfordstreet geboren zijn, doch woonde
te Portsmouth, toen hij naar Windsor kwam om
den aanslag te doen. Hij schijnt iemand van fat
soenlijke familie en van meer dan gewone ontwikkeling
te zijn, doch die slecht heeft opgepast en misschien
tengevolge van uitspattingen meer dan eens voor
krankzinnig is gehouden Daarvoor hield men hem ook
toen hij eenige jaren geleden gevat werd wegens een
poging orn te Maidstone een spoortrein te doen derail-
leeren.
Het is nog niet gebleken of hij medeplichtigen heeft.
De Ieren, die natuurlijk aan de voorhand zaten om
verdacht te worden, de hand er in te hebben gehad,
komen luide tegen elke verdenking op. De gloeiende
fenian O'donnovan Rossa, die in Amerika is, heeft
zelfs per telegram zich nog «al pertinent uitgesproken.
»Als de fenians, zegt hij, Gladstone en Forster zagen
ophangen, daar zouden ze schik in hebben, doch nooit
zouden zij de hand opheffen tegen de onschuldige
Koningin".
De ellendeling zelf schijnt een slag om den arm te
houden. Hij moet gezegd hebben dat hij den aanslag
uit broodsgebrek" heeft gepleegd - fraai argument! -
maar dat hij het toch niet zou gedaan hebben, als
hij niet door anderen was opgezet tegen »de oude
dame, mrs. Victoria". Hij schijnt inderdaad wel een
ellendeling te zijn, die het touw niet waard is, waar
mede hij zal opgehangen wordenwant bij zijn arres
tatie moet hij gezegd hebben: »doe me geen pijnik
zal bedaard meegaan."
Het verontwaardigde volk wilde hem lynchen, en
dit zou wel de kortste weg wezen om aan de konings
moord-manie een eind te m.aken. Had men Guitteau
maar op staanden voet opgehangen, dan was er veel
ergernis gespaard en zou er in het martelaarschap
zoo weinig poëzie overblijven, dat geen ander over
spannen ellendeling zoo licht tot zulk een dwaze
snoodheid zou vervallen.
Welk een kwaad zal dit geval alweêr doen! Koren
op den molen is het voor de reactie in alle landen.
Afgezien nog van den moord als zoodanig, is de aanslag
een beleediging voor de geheele beschaafde wereld.
Geen galg is hoog genoeg om den moordenaar aan te
doen bengelen.
Dit is nu de zevende maal, dat een harer eigen
onderdanen Koningin Victoria naar 't leven gestaan
heeft. Gelukkig en merkwaardig tevens, waren die
aanslagen meestal zoo dwaas, dat zij eigenlijk haast
niet verdienen geteld te worden. De eerste aanslag-
had plaats in 1840. In 1842 kwamen twee aanslagen
voor. In 1849 schoot een Iersche metselaar een pistool
met los kruit geladen op haar af. In 1850 gaf een
ontslagen luitenant der huzaren haar een rottingslag
in het gelaat. In 1872 dreigde een knaap haar met
een ongeladen pistool, terwijl hij met de andere hand
een verzoekschrift aanbood.
Niet ongepast is het hier even de datums enz. aan
te stippen betrekkelijk de Koningin.
Victoria Alexandrine van Kent is geboren den
24 Mei 1819 en dus nu bijna 63 jaar oud. Haarvader
was de broeder van Koning Willem IV en haar moeder
was prinses Louise Victoria van Saksen Coburg, die
den 16 Maart 1861 overleed, in welk jaar (14 Dec,)
ook haar gemaal overleed, prins Albert van Saksen
Coburg, met wien zij den 10 Februari 1840 gehuwd was.
De kinderen van Koningin Victoria zijnVictoria
geboren 21 Nov. 1840; den 25 Januari 1858 gehuwd
met den Kroonprins van Pruisen- Albert Eduard,
Prins van Wales, geboren 9 Nov. 1841 en den 10 Maart
1863 gehuwd met prinses Alexandra, dochter van prins
Christiaan van Denemarken-Alice, geb. 25 April
1848, gehuwd 1 Juli 1862 met hertog Lodewijk van
DessenAlfred, hertog van Edinburgh, geb.
den 6 Augustus '1844 en den 23 Januari 1874 gehuwd
met Groot-vorstin Maria van RuslandHelena,
geb. 25 Mei 1846 en den 5 Juli 1869 gehuwd met
hertog Christiaan van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-
Augustenburg; Louise, geb. '18 Maart 1848 en
den 21 Maart 1871 gehuwd met den markies van
Lorne, thans gouverneur van Canada; Arthur,
hertog van Connaught, geb. 1 Mei 1850 en sedert
Mei 1878 verloofd met prinses Louize Margaretha,
dochter van Prins Frederik Karei van Pruisen)
Leopold, geb. 7 April 1853 en thans verloofd met
prinses Helena van Waldeck Pyrmont; en eindelijk
prinses Beatrice, geb. 14 April 1857, die nog
ongehuwd is en steeds haar moeder overal vergezelt.
Frankrijk.
In de Nouvelle Revue heeft mevrouw Adam de ge
heele speech van Skobeleff opgenomen, zooals zij door
de France is meegedeeld, en zij schrijft daarbij het
volgende: »Dit is de eerste maal sedert 1870, dat
een man van Skobeleffs aanzien en gewicht openlijk
heelt durven zeggen, wat hij van Duitschland denkt.
Zijne woorden hebben weerklank gevonden in ieder
landwaarop de Duitsche hegemonie drukt
Overal zullen er zijn, die instemmen met Skobeleffs
leus»De Duitscher, ziedaar de vijandIs hij niet
inderdaad met iedereen in openlijke of voorgenomen
oorlog met Rusland, welks revolutionaire hartstochten
hij aanvuurt; met Rumenië, welks wettigen invloed
op den Donau hij tracht te usurpeerenmet Servië,
aan welks economische vrijheid hij reeds een einde
heeft gemaakt; met Italië, welks aanspraken op
landen, die door taal en bevolking ltaliaansch zijn,
maar nog aan Oostenrijk zijn geketend, hij verachtelijk
heeft afgewezenzelfs met Oostenrijk, dat hij tot
finantiëelen ondergang en politieke ontbinding brengt;
met Frankrijk, met België, Holland en Denemarken?
De Duitscher wil alleen meester zijn in Europa. Wij
zullen zijne voorspellingen onthouden en wij zien niet
n, waarom wij ons niet zouden verheugen, als de
Duitscher, die ons heeft verminkt, eindelijk de grenzen
van zijn onbeschaamdheid vindt. Maar wij zullen niet
Duitschland het genoegen doen, eene onvoorzichtigheid
te begaan en het openlijk te tarten. Wij moeten
zien, wat Rusland kan doen, wij weten, wat het wil".
Mevr. Adam gelooft, dat de Czaar, generaal
Ignatieff en generaal Skobeleff het met elkander eens
zijn en dat de panslavisten hun zin zullen krijgen.
In de Soleileen blad, dat niemand van protes-
tantsche sympathiëen zal verdenken, maar dat veeleer
een gedecideerd katholiek karakter draagt, was dezer
dagen een merkwaardig artikel te lezen, onder het
opschrift»La grande debacle»de groote beursramp".
In dit stuk komen de volgende merkwaardige woorden
voor: Alleen de protestantsche bankiers hadden, zonder
zich te mengen in de toomelooze speelwoede en spe
culatiezucht, hunne om het zoo te noemen
zelfstandigheid bewaard. Hunne huizen, even bekend
door oudheid als door degelijkheid en rijkdom, hand
haafden hunnen roem van nauwgezette eerlijkheid en
bedachtzame toepassing van de wetten der voorzich
tigheid". Het kan niemand verwonderen, dat de Signal
zulk een getuigenis met welgevallen overneemt.
Turk ij e.
Men verzekert, dat de kwestie der Russische oorlogs
schatting is geregeld, behalve wat betreft het te
betalen bedrag, de provinciën welker schapenbelasting
en tienden zullen worden afgezonderd, en eenige vor
deringen van Russische onderdanen. Men zou dus zoo
oppervlakkig zeggen, dat er eigenlijk ongeveer niets
geregeld is. Alleen is bepaald, dat de betalingen
zullen ontvangen worden door tusschenkomst der
Petersburger bank, die een vertegenwoordiger zal
benoemen te Konstantinopel om aldaar van de Otto-
manische bank de gelden over te nemen. Op den
eisch van het Russische gouvernement, om voor de
23 millioen frs., die de bezetting van Oost-Rumelië
heeft gekost, een recht van voorrang op de schatkist
dier provincie te verkrijgen, welke eisch door Aleko
aan de Porte was bekend gemaakt, heeft deze geant
woord, dat de mogendheden, welker vertegenwoordigers
in de internationale commissie voor Rumelië zijn op
getreden, dien eisch hebben te onderzoeken, en dat
Oost-Rumelië het bedrag heeft te betalen, dat de
mogendheden zullen vaststellen. De Porte geeft in
overweging, dat de vergoeding zal berekend worden
op de door de commissie voorgestelde grondslagen
dat van den eisch zal worden afgetrokken het bedrag
door Ruslands voorloopig gouvernement aan belastingen
geïnddat verder onder eenige andere sommen ook
3 rnillioen fr. zal worden afgetrokken, indertijd door
prins Dondukof van Philippopel naar Sofia meegenomen.
Gemengd Buitenlandscb Nieuws.
Het blijkt dat de Belgische bladen nog meer oude
wij venpraatjes verspreiden naar aanleiding van den
moord van den heer Bernays, dan indertijd de Hollandsche
pers in de zaak van Jut en later in die van de Jongh.
Den eenen dag zou men uit de als waar opgegeven
bijzonderheden opmaken dat men den draad beet heeft
en 't maar een vraag van eenige dagen is om den
moordenaar in handen der justitie te zien, en den
anderen dag gaat al het licht weer uit op een klein
nachtpitje na. Eerst was als zeker gemeld dat zekere
heer Cels te Brussel Lèon Peltzer in diens vermomming
had herkend, eenige dagen vóór den moord, en nu
zeggen de bladen weer dat daar niets van waar is.
Twee broeders van Peltzer hehben een brief in de
bladen openbaar gemaakt, die nog al indruk heeft gemaakt
en waarin zij, ofschoon niet zonder zekere geheim
zinnigheid, volhouden dat hun broeder in Amerika
was tijdens den moord, terwijl zij verklaren, dat de
waarheid wel aan den dag zal komen.
Bij Yarmouth is de stoomboot »Livadia", van Shields
naar Alexandrië, 's avonds op een zandbank gestooten
en in een uur vol water geloopen, zonder dat de be
manning haar toestand kenbaar kon maken. Het
stormde hevig dien nachtde golven sloegen aanhoudend
over het vaartuig heen, en achtereenvolgens werden
22 mannen over boord gespoeld.