yimik/nsi iii courant. voor liet arrondis- cement Zierikzee. 1882. No. 17. Woensdag 1 Maart. 85ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Kleur bekennen en kleur houden. Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden f 1,Franco per post f 1, Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad '10 cent. PRIJS DER AD YERTENTIEN: Per gewone regel 10 cent. Huwelijks-, Gehoorte en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van '1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKEMAN. Onder de vindingen der nieuwere scheikunde bekooren ook een aantal spiksplinternieuwe kleurstoffen. Kleurstoffen zoo mooi, zoo aan trekkelijk of soms ook wel zoo pijnlijk voor het oog, dat men baast aan nieuwe kleuren zon denken, gestolen uit een nieuwen tot dusver onbekenden regenboog. Toch zijn het evenals de producten der nieuwere letterkunde slechts variatiën op oude bekende thema's. Dit mogen we trouwens den cbimisten en letterkundigen niet euvel duiden, 't Is al de moeite waard dat ze zulke mooie kleuren weten te maken, en dat nog al uitja men zou het bijna niet gelooven als men 't hoorde, waar die mooie, blinkende, streelende, aantrekkelijke of venijnig stekende kleuren zoo al uit gebaald worden. Doeb genoeg, de kleuren zijn er. En er zijn er zooveel en velerlei, dat b.v. iemand, die veel te schrijven heeft en dus veel inkt verbruikt, maar zelden twee keeren achter elkaar een fleschje inkt kan koopen dat van dezelfde tint is als het voorgaande. Als een schrijver een boek schrijft, dan krijgen de hoofdstukken al van zelf een zekere aangename afwisseling, heel verrassend soms, door de achtervolgens gebruikte inkten. Een aandoenlijk hoofdstuk heeft dan een sombere donkerbloedig roode tint, een hoofdstuk met een liefdesverklaring er in, krijgt vanzelf een aangename lilakleur. Heeft de schrijver in vervoering wat diep in den inkt gedoopt en wat vet geschreven, zoodat hij denkt: kom, ik zal dit welgelukte blad eens een poosje in de om te drogen, dan staat hij een paar uren later verrast te kijken over de trans figuratie, die zijn werk heeft ondergaan't is letterlijk enkel rozengeur en manenschijn, of wel, louter peper en zont geworden. Een ander maal heeft hij een aandoenlijk, hoogst sentimen teel kapittel, gewijd aan teleurgestelde liefde, en de jammerklachten zijner helden hij wordt er zelf door geroerd al schrijvende -wat onzeker geboekstaafd; na eenige dagen beziet hij dat blad om er nog enkele en bij te voegen en een „helaas!" dat er te veel staat, door te schrappen, en zie, 't kapittel is geheel en al verbleekt, letterlijk weggebleekt, als uitgewischt door de zilte tranen, die hij zijn heldin of held heeft doen vergieten; alleen die paar nieuwe bijgevoegde 1 en staan daar als musschen- verschrikkers op 't schier maagdelijk blank papier. Dat is toch eigenlijk misère. Onze schrijver is persoonlijk een liefhebber van groote wandelingen in de vrije natuur; daar studeert hij en loopt hij te dichten. Soms gaat hij onderweg eens uitrusten eu een glas hier of melk drinken op een lief gelegen uit spanningsplaats. Wil hij weer weggaan, dan vergist hij zich geregeld in de aan den kapstok hangende demi-saisons. In die wonderlijk getinte en geweersch jnde bronzen overjas, die de knecht hem wil helpen aantrekken, kan hij onmogelijk het nieuwe half-jaargetij herkennen, dat hij pas met Paschen zoo mooi donkerbruin van zijn kleermaker had thuisgekregen. Hij heeft nooit een bronzen jas gehad. De knecht verzekert dat mijnheer wel in de war kan zijn, dat mijn heer zeker wei tien verschillende jassen moet hebben, dat mijnheer elke week is gekomen met een jas die alweer meer bronskleurig was, enz. Eindelijk gaat onze schrijver, die anders waarlijk nooit op zijn jas gelet heeft, hij is zoo'n fat niet, in de zakken zoekenzoowaar, er zit nog een manuscript van hem in, een Mijmering op Pinkstermaandag". Wel, wel, welk een wonderlijk stuk is dat gewordenDe kleurstof van de voering heeft zoo geheimzinnig en verraderij!? op den inkt van 't manuscript gewerkt, dat het buitenste van het gevouwen blad papier enkel oranjekleurige letters vertoont. Ja, 't moet toch zijn jas zijn, en in zichzelven al denkende dat hij nu wel iets moet hebben van la statue du commandeur, wat de klem- betreft, kuiert hij naar huis. Daar herinnert hij zich dat hj wel eens er aan denken mag, dat accept te pvesenteeren, dat hij op den kop van zjn schrijftafel heeft liggen onder een plomp voor 't wegwaaien. Hj had het daar neergelegd om 't te laten drogen, 't Is van 't honorarium voor zjn jongsten bnndel »Oden aan de Maan". Zijn uitgever schreef 't bj hem thuis en hj legde 't te drogen, 't Is een aardig sommetje, 50 Dukaten en 50 gulden." Doch wat leest lij Er staat niets meer op dan de »50 gulden"; de dukaten zijn gevlogen alleen een heel klein stipje van de V van Vijftig Dukaten is nog te vinden, daar 't precies onder den plomp had gezetende rest is naar de maan. Hj wint 't advies in van een vriend, een rechtsgeleerde. »0. Ik weet er, helaas, reeds alles van," zegt deze. „Wacht, ik zal u eens wat laten zien." En nu vertoont hj hem een aantal stukken, of eigenljk fragmenten, ge raamten, netwerken van stukken, waaruit op de zonderlingste manier, hier dit, daar dat, ginds alles verdwenen is, wat er gestaan heeft. Zelfs de stempels, de ontzagwekkende zegelstempels, die er op gedrukt zjn geweest,alles ver dwenen, of slechts flauwe sporen er van, als waren 't incunabelen van oude Grieksehe scln-j- vers, die later voor omslagen gebruikt zjn om nieuwe almanakken. „Nog eenige jaren," voegt zijn vriend de jurist er bj, »dan komt voor ons de diamanten eeuw - de gouden beleven we nu al want dan gaat het proeessen regenen, omdat allerlei acteu en contracten en stukken óf geheel onleesbaar zijn geworden öf geheel iets anders te lezen geven dan er oorspronkeljk op te lezen is geweest. De Minister van Justitie ziet die buien al aankomen en daarom heeft hj alvast de aandacht van de procureurs-generaal gevestigd op het feit, dat er officiëele zegelafdrukken op notariëele stukken zijn ontdekt, die na twee, drie jaren totaal verdwenen waren. Dus, beter gezegd, men heeft die afdrukken niet meer ontdekt, die er toch moesten wezen en er ook geweest zjn." Kleur bekennen is mooi, heel mooi, maar kleur houden! Een volgenden keer nog iets hierover. Binnenland. Zierikzee, 27 Febr. In de heden gehouden zitting- van den Gemeenteraad is benoemd tot onderwijzeres aan de Meisjesschool, Mej. W. de Beer te Venlo. Met benoemde stonden op de voordragt: Mej. J. de Bruijne alhier en Mej. A. W. F. van Alphen te Maastricht. Mej. J. de Bruijne heeft tegen 1 Mei haar ontslag aangeboden als hulponderw. aan dezelfde school. De raad heeft, op advies der Comm. van Toezigt op het Middelb. Onderwijs alhier, besloten tot ver hooging der jaarwedden der volgende leeraren aan de H. B. S. Den Directeur van f 2000 op f 2200den leeraar in de Wiskunde van f '1500 op f 1600, be halve zjjne actueele jaarwedde van f 400 voor het onderwijs in het Boekhouden; de leeraren in de Ned. Taal en Aardrijkskunde en de Fransche- en Engelsche talen van f '1600 op f 1800 - den leeraar in het handteekenen van f 800 op f 900, behalve eeneper- soneele toelage van f 200den leeraar in het recht lijnig teekenen van f 400 op f 500. Voorts is be sloten aan de hooge Regeering te verzoeken tot verhooging der Rijks-subsidie aan de H. B. S. van f 7000 tot minstens f 8500. Een voorstel van Burg. en Weth. tot wijziging dei- verordening op het bewaren en verkoopen van petro leum is aangenomen, terwijl het voorstel tot het bouwen eener petroleum-bergplaats nabij de "VVest- poort is verworpen. Heden werd ten Raadhuize alhier aanbesteed: a. Leveren van materialen voor het onderhouden der defensiewerken van den Oost- en Westhavendijk, het leggen van winterkrammat. Aannemer H. C. v. d. Ende alhier, voor f 2197. b. Het vernieuwen der defensiewerken van een ge deelte van den Westhavendijk bij het "Westhavenhoofd. Aannemer J. van Strien alhier, voor f 1261,43. c. Het verbeteren van het buitenbeloop van den Oosthavendijk. Annemer J. van Strien alhier voor f 329,29. Zierikzee 28 Febr. Bij de op heden plaats gehad hebbende opening der stembriefjester verkiezing- van '17 gemachtigden in het Kiescollege der Herv. Gem., is de uitslag geweest als volgt: Ingeleverd waren 262 stembriefjes, waarvan 2 in blanco. Het getal geldige stemmen bedroeg alzoo 260 en de volstrekte meerderheid 130. Gekozen zijn de heeren: J. G. Bethe met '186, T. J. van den Bout met 182, P. Beuzenberg met '170, Mr. C. J. Fokker met 178, A. van Gastel met '172, S. G. Nauta van der Grijp met 183, J. van der Have met 137, H. G. Mulock Houwer met 173, J. Karreman met '177, J. J. Keller met 183, J. Lammers met 101, J. van der Linde met 182, M. Lokker met 174, P. Papeveld met 170, J. Verdoorn Az. met 178, W. van Westen met '174, J. Wiltson met 179 stemmen. Verder vereenigden zich nog stemmen op de heeren Jhr. Mr. J. W. D. Schuurbeque Boeije 79, P. Bodt 74, J. de Bruijne 73, C. A. Buijze 74, A. J. Capelle 74, Mr. G. van der Lek de Clerq 74, C. E. Chivat 72, Mr. J. P. N. Ermerins 74, J. ten Haaf 72 A. van der Hucht 55, Jhr. W. M. II. de Jonge 75, A. J. de Looze 74, Mr. P. Paules 74, P. van der Valk P.C.z. 71, J. Vooren 73, Joh. van Westen 72, C. de WTnter 70 stemmen, terwijl de overige stemmen op verschillende personen waren verdeeld. Binnenkort zal te Bergen op Zoom het afgraven en slechten der vestingwerken worden hervat.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1882 | | pagina 1