voor het arroisis» sesiieiit Zierikiee.
1882. No. 14. Zaterdag 18 Februari. 85ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Kwade manieren der Pers.
zïërïkzeësche courant.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-A VOND
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden f 1,Franco per post f i
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIE N:
Per gewone regel '10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van '16 regels GO cent.
Dienstaanbiedingen van '1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAKEN!» AK.
Wanneer in een afgelegen klein landstadje niets
bijzonders gebeurt, dat wil zeggengeen brand,
geen trouwpartij, geen vechtpartij of iets der
gelijks voorvalt, dan behelpt men er zich met
allerlei nietige gebeurtenissen van den dag om
voldoening voor de nieuwsgierigheid en stof
tot praten te krijgen. Dan wordt het een événe
ment als er eens een vreemdeling door de stad
komt, als er tweelingen geboren worden en
dergelijke belangwekkende zaken meer. Zoo iets
is vrij onschuldig.
Maar wanneer in een land de groote vragen
van den dag blijven vasten, om dat er geen animo is
voor de behandeling, dan gaat de pers azen
op allerlei nesterijen, die dan bij gebrek aan
iets belangrijks worden geëxploiteerd als zaken
van gewicht. Niet zelden vervalt de pers daar
door tot kleingeestigheid en gezochte hatelijk
heid, en dat noemen wij kwade manieren.
Het is ongetwijfeld waar, dat de kwestie der
nationale defensie, gelijk die zich vertakt in
de regeling der levende en doode strijdkrachten,
of in vestingwet, militiewet, schutterijwet, al-
gemeenen dienstplicht enz. enz., van hoog belang
is. Het is evenzeer niet tegen te spreken dat er
nog vrij wat te doen overblijft vóbr men zeggen
kan, dat deze veelomvattende vraag eenigszins
voldoende is opgelost. Maar, eilieve, wat kan
men nu toch voor effect verkrijgen door die
groote kwestie bespottelijk te maken en als een
kleinigheid voor te stellen, een kleinigheid met
welko de Regeering, bepaaldelijk de Minister
van Oorlog, den draak zouden steken Eu toch
doet men dit schier dagelijks en zijn bet de
minst beteekenendekleinigheden,diegeëxploiteerd
worden om de groote kwestie bespottelijk te
maken, of ook als een kleinigheid voor te
stellen. Sinds eenige jaren kan er geen besluit
van het Ministerie van Oorlog uitgaan, betref
fende de kleeding en uitrusting der troepen,
of men releveert het in de kranten en voegt
er de een of andere flauwe aardigheid bij, alsof
nu met zulk een nietsbeteekeneiid besluit
van geheel huisboudelijkeu aard een stap tot
oplossing der militaire vraagstukken beoogd
zou worden. Daar wordt een wijziging in de
pantalons gebrachtterstond heet hetzoo,
daar is nu eindelijk de oplossing der kwestie.
Daar wordt bepaald dat de officieren de broeke-
pijpeu in de laarzen moeten dragen onmiddellijk
gaat er een spottend applausop: mooizoo, alweer
zijn we sterker. Daar krijgen de soldaten nieuwe
hemden; -o, nu is 'tland gered; men is
reeds tot. op het hemd doorgedrongen in de
oplossing der militaire kwestie. De marine
officieren hebben een sabel, die zij in 't gevecht
niet gebruiken, om er geen scharen in te krijgen
en omdat het gevest de hand niet genoeg dekt;
-die sabel deugt niet. Goed, zij krijgen een
nieuwe sabei, die ook te mooi is om bot te
hakken, doch die de band beter dekt; al weer
niet goed
Is dat alles nu niet erg kleingeestig, erg
kinderachtig? Zonder twijfel wordt met zulke
nietigheden de groote kwestie niet opgelost.
Maar was het dan de pretensie der betrokken
regeeringspersonen die daarmede op te lossen?
Als dat critiek van 't legerbestuur moet heeten,
dan vatten we bet niet.
Wat zou dit of dat groot blad zeggen, als
de andere bladen eens op een goeden morgen
kwamen vertellen: daar heeft dit of dat blad
een nieuwen kop opgezet; nu zal 'ter gaan
spannen! Of 'tpapier van 't blad is een halve
centimeter smaller gemaakt, nu gaat't blad
zeker op de flesch
Als men over de groote zaken niets wezen
lijks weet te zeggen, laat men dan toch niet
azen op nesterijen. Zoo verkruimelt men zich
en wordt ten laatste van de kippen gevreten.
Binnenland.
ZIERIKZEE, '17 Februari 188 2.
Dinsdag-avond trad de lieer W. J. van Gorkom
van Goes, als spreker op in de vergadering van het
Nutsdepartement alhier. Zijn onderwerp was de
Transvaal. Zweefde het woord «Transvaal" de laatste
paar jaren schier op aller lippen, sedert de vrede ge
sloten is, is zulks niet meer het geval. Dat echter de
belangstelling in het onderwerp nog niet verflauwd is,
bleek uit de zeer talrijke opkomst der leden. Dat
daartoe ook het feit, dat de heer van Gorkom uit
persoonlijke ervaring kan spreken, 't zijne had bij
gedragen, spreekt van zelf. Welnu, zooals gezegd is,
de zaal was vol en de verwachting was gespannen
laat ons er in cénen adem bijvoegen, dat niemand
zich den tocht naar de concertzaal beklaagd heeft.
Ofschoon veel van de door den heer v. Gorkom besproken
zaken aan 't courantenlezend publiek niet onbekend
waren, verkregen de feiten die hij verhaalde, de toe
standen die hij beschreef en de tafereelen van land
en volk, die hij maalde, door zijn levendige, pittige
voordracht, nu en dan sprankelende van vernuft en
humor, daardoor een 2-elief, een gloed en kleur, dis
boeiden en geboeid hielden, den geheelen avond door.
Aan 't slot der voordracht vroeg de heer v. G. ver-
schooning dat hij zoolang 't woord had gevoerd, wij
gelooven dat 't gehoor zich daarover volstrekt niet
heeft beklaagd, maar dat allen gaarne nog langer
zouden geluisterd hebben.
Wij onthouden ons van een poging om een overzicht
te geven van 't geen de geachte Spreker heeft mede
gedeeld. Trouwens we zien er geen kans toe een echo te
geven van een levendige en vlugge improvisatie, die
ruim twee uren duurde, en de geheele soiree voor en
na de pauze vervulde. Wat we wel kunnen, is de
verzekering geven, dat de heer v. Gorkom ons Nuts
departement zeer aan zich heeft verplicht en zijn
hoorders en hoorderessen een interessante soiree heeft
doen genieten.
Iets extra's op muzikaal gebied komt in onze ge
meente zoo zelden voor, dat gewis elke voorkomende
gelegenheid om iets extra's te genieten, reeds daarom
gretig zal worden aangegrepen door allen, die de
toonkunst liefhebben. Het behoeft dus niet gezegd
te worden, dat een aangeboden concert als dat van
morgen avond (Zaterdag 18 Febr.), te geven door het
beroemde Zweedsche Zangerquintet, een druk bezoek
zal treffen.
Wat we in de bladen lezen over het succes door
de Zweedsche zangers in alle plaatsen behaald, waar
zij optraden, machtigt ons om, voor zoover zulks nog
noodig mocht zijn, het muziekminnend publiek op te
wekken, de gelegenheid om dit beroemde vijftal te
hooren, toch niet te laten voorbijgaan. Het rijke
program belooft veel en tevens afwisselend genot.
Gisteren en heden is liier eenige regen gevallen,
't welk velen niet onwelkom was, daar er reeds tal
van regenbakken begonnen uitgeput te raken. Zelden
beleefde men dan ook zulk een zachten en daarbij
zoo drogen winter.
De drankwet geniet de treurige eer meer dan menige
andere nieuwe wet de aandacht te trekken en in haar
werking te worden gadegeslagen. Zonder geheel uit
het oog te verliezen wat het spreek woord zegt«Nieuwe
bezems vegen schoon", kan men toch wel constateeren
dat de drankwet effect doet. Boven verwachting doet
zij dit zelfs, zoodat met name de Minister van Justitie
zelf zich daarover met zekere verrassing uitlaat in een
circulaire aan de procureurs-generaal, fungeerende direc
teuren van politie. De vermindering der ergerlijke
tooneelen van dronkenschap op straat o. a. is inderdaad
in 't oogvallend en zal gewis iedereen verheugen, die
prijs stelt op welvoegelijkheid rust en veiligheid op
straat. De laatste dronkenman is zeker nog niet van
straat opgeraapt, doch er is reeds veel verkregen.
De Minister van Justitie ontleent aan de reeds ver
kregen vruchten de verwachting, dat een nog meer
energieke toepassing der wet ook nog meer effect zou
doen. In de bedoelde circulaire zinspeelt de Minister
op zekere slapheid en halfheid in de toepassing en
daartegen waarschuwt hij. Het schemert eenigszins
door, waarin de Minister meent, dat die slapheid vooral
gelegen is, n.l. daarin, dat door de bevoegde beambten
niet genoeg gebruik wordt gemaakt van de hun bij
art. 26 verleende bevoegdheid van vrijen toegang in
alle lokaliteiten waar sterke drank in het klein wordt
verkocht, natuurlijk ter opsporing van overtredingen.
Men weet dat dit een der teerste punten van de
drankwet is, en dat in menigen deftigen sociteitskring
wel eens de gedachte is opgekomen: hoe zou 't nu
toch staan als hier eens onverwachts een politie-agent
binnenkwam om de heelen en halfjes te 'tellen en met
den polshamer den min of meer kennelijken of mogelijk
wel onkennelijken staat der aanwezigen na te gaan?
Dat zou zeker weinig deftig staan en min amusant
wezen. Ondertusschen releveert de Minister, dat de
ijver om zoo binnen te dringen ter «opsporing", toch
altoos een ijver met verstand moet blijven en dat er
altoos «grond" moet bestaan, om tot zulk een opsporing
binnen de muren over te gaan, ofschoon aan den
anderen kant de beambten van hun bevoegdheid gebruik
behooren te maken als zij meenen voldoenden grond
te hebben.
De Minister maakt er ook opmerkzaam op, dat vele
gecalangeerden een gefingeerden of niet geheel juisten
naam opgeven om voor 't kantongerecht niet zoo
precies met naam en toenaam bekend te staan. Zoo
gaat 't in de banken van leening en aan zekere bureaux
van administratie dei' openbare zedelijkheid ook wel.
Ook dat wil de Minister niet dat gebeure. Vooral in
geval van recidive moet de persoon met zijn geheelen
naam genoemd worden.
De Minister wil een energieke toepassing van de wet.
Binnenkort zal daartoe overal nog een gelegenheid
komen bij de definitieve afdoening der verzoeken om
vergunning. Uit de berichten in de bladen te oordeelen,
overtreft het getal verzoeken om sterken drank in
't klein te mogen verkoopen, verreweg het maximum
der gelegenheden door de wet toegestaan, zoodat er
een aanmerkelijke dunning zal moeten plaats hebben.
Vanwege de Noord-Brabantsch-Zeeuwsche schroef-
stoomboot-reederij, wordt den 20 Februari e.k. een
schroefstoombootdienst in werking gebracht tot vervoer
van goederen en vee tusschen 's Hertogenbosch, Mid
delburg:, Zierikzee en Vlissingen, langs Gorinchem,
Sliedrecht, Dordrecht, Willemstad, Stavenisse, Zijpe,
Catsche veer, Cortgene, Wolfaartsdijk en Veere.