/ll ltlk/i lSl lil COURANT.
v##r het arrondis- sement Zierikzee.
1882. No. 6. Zaterdag 21 Januari. 85ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
BISMARCKS IDEAAL.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden f 1,Franco per post f 1,
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERT ENTIEN:
Per gewone regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LARENMAA'.
II.
Het is niet noodig veel te zeggen over
de periode van Bismareks politiek leven, die
haar overgangspunt bereikte in 1871 bij bet
vredesverdrag met Frankrijk, een verdrag dat
aan Dnitschland een rijken oogst van krijgs-
lanrieren, twee wingewesten en vijl milliards
in geld bezorgde en aan Bismarck een zoo
enorme populariteit als lip gewis vroeger nooit
zal hebben durven droomen ooit te bereiken.
Vóór dat schitterend tijdstip was zijn figuur
in een nevel gehuld geweest. Vooral in bet
buitenland waren er weinigen die hem eenigs-
zins kenden. Zelfs in Duitsehland wist men
niet wat men aan hem had: was hij de stout
moedige dienaar van een vorst, die, na onder
een liberalen glimp eerst tot het regentschap
later tot de regeeriug te zijn gekomen, nu den
weg der reactie op wilde en de oud-Pruisische
traditie zou herstellen, die toch tijdens den
eersten Napoleon zulke jammerlijke dure lessen
had ontvangen. Zou hij de krachtige arm zijn
waarmede de monarch eindelijk eens een wezenlijk
liberale constitutie aan het Pruisische volk zou
verzekeren en die handhaven ook tegen som
mige elementen van dat volk zelf? Zou hij
zelf uit de meest aristocratische kringen
der Jonker-partij afkomstig - die overmoedige
partij moeten breidelen en breken en der re
geering het vertrouwen en den steun van de
middelklasse en liet volk moeten bezorgen?
Tot al deze en nog meer tegenstrijdige gissingen
was er aanleiding.
Het omverwerpen van den Duitschen Bond
in 1866 maakte veel sensatie en werd ook niet
klaar doorzien. Wellicht was het echter vooral
uit ultramontaanschen koker dat de pijlen van
verdenking tegen Bismarck toen kwamen
immers ook onder de Proteslantsche Pruisen
werd het niet zoo algemeen begrepen dat het
Bismareks doel was hot ultvamontaausehe ele-
ricalisme in Dnitschland te beteugelenal
kwamen ook velen tijdens den veldtocht reeds
daarvan op de hoogte.
Een hoogst belangrijk verschijnsel was het
echter, dat de groote staatsman, ofschoon op
dat tijdstip nog vrij algemeen als een stug
geweldenaar uitgekreten, al spoedig meer en
meer de gunst der groote Duitsche liberale
partij begon te winnen en van zijn kant die
ook blijkbaar wilde winnen. Men ging als door
openbaring of ingeving zien dat Bismarck een
groote roeping te vervullen had, n.l. de groot
heid van Pruisen en Duitsehland door middel
van het liberalisme. Men ging weer met ver
nieuwde geestdrift gelooven aan een éénig
groot en machtig Duitsehland, en men durfde
luide met dit idee voor den dag komen, omdat
men gevoelde dat het Bismarck welgevallig was.
Dat was de roes van de wonderen van bet
naaldgeweer en van den Duitschen school
meester. Het ultramontanisme lag geknakt en
zag treurig achter zich over de bergen en
naast zich over den Rijn. 'tWas niet enkel
de hegemonie van Pruisen, die beslist was,
maar 't was de hegemonie van 't liberale pro-
teslantisme, (of protestantsclie liberalisme, we
weten niet welke iudrukking nader bij de
waarheid zij)althans dat was de meening,
en de groote worsteling met Frankrijk, zoo
korten tijd daarna, bevestigde die meeniug
wel eenigszins.
Intnsschen bad de groote legerorganisatie
plaats gehad. De actiën van den Duitschen
schoolmeester rezeu slechts figuurlijk, die van
het militairvvezen deden het werkelijk.
Zoo kwam 1870'71. Door een verdorven
regeering misleid, liet het Fransche volk zich
gebruiken om voor ultrainontaansclie belangen
't zwaard te trekken en den strijd tegen den
Germaan te wagen. Het beeft dat met een
harde maar niet onleerzame ervaring bezuurd.
Wij zullen hier niet bij stilstaan, maar wijzen
er alleen op, dat in dien tijd van algemeeue
dronkenschap van roem, prins Bismarck meer
en meer de afgod der liberalen was geworden.
Men ging in hem gelooven, de twijfel verdween.
Wij voor ons nemen aan dat hij zelfs toen
ook in zijn roeping geloofde en dat hij ver
trouwde dat de gulden dagen van Duitsehlands
grootheid van die van Pruisen in de eerste
plaats - nu waren aangebroken. Men behoeft
ook niet te aarzelen met aan te nemen dat
het Duitsche volk ook in den sehoonen nieuwen
dag geloofde. De Fransche chassepots lagen
bij hooge stapels onder de Duitsche eiken op
getast; de Fransche kanonnen en mitrailleuses
strekten tot speelgoed aan het jonge Duitseh
land en vervulden alle groote pleinen der
hoofdstad, vooralde milliarden kvvameD,
't was alsof een gouden regen zich nu zou
gaan uitstorten over de kale Brandenburgsche
heide. Hals over hoofd stortte men zich in de
Grtinder-periode.
Hoe kort duurde de illuzie, hoe spoedig
kwam de ontnuchtering! Met koortsdrift wei-den
allerlei industriëelo ondernemingen en fiuauciëele
speculaties op touw gezet; doch hoe spoedig
zakten de meeste als lekke blazen weder in
elkaar. Slechts één industrieel klom aanhoudend
in macht, 't was Friedrich Krupp, de kanonnen-
koning. Heel de beschaafde wereld waande
dat de steen der wijzen in de Krupp-kanonnen
ontdekt was, zelfs Turken en barbaren kwamen
heerlijkheid en redding bestellen bij Krupp te
Essen.
Doeh de ijzeren Prins meende al reeds op
gemerkt te hebben wat er nog aan de vol
tooiing vati het wondergebouw der Duitsche
heerlijkheid ontbrak. Het ultramontanisme was
het Fransche zwaard uit de hand geslagen;
maar in Duitsehland zelf was de clericals invloed
op de gemoederen van millioenen katholieke
onderdanen niet geheel weggenomen. Zoo kwamen
de kultuurwetten, muilkorfwetten en die geheele
reeks van gewaagde handelingen, alle ten dooi
hebbende de zielenbeheerschers te ontwapenen
en machteloos te maken.
Teleurstelling, niets dan teleurstelling is het
gevolg geweest. En die teleurstelling is te
grievender geworden, naarmate liet meer en
meer duidelijk werd dat de Duitsche industrie
toch niet was omgetooverd en dat de welvaart
niet toenam, dat het „kipje in den pot" uitbleef,
ja zelfs 't spek in de zuurkool al magerder werd.
Oudertussehen bleven de liberalen, de voort-
schrijders, de radicalen, de socialisten zelfs
nog voortleven in het geloof. De laatsten en
voorlaatsten echter begonnen het eerst te
twijfelen. Sommigen uit die partijen begingen
dwaasheden en maakten het aldra onmogelijk
dat de Rijks-kanselier zich ooit aan het hoofd
der beweging zou plaatsen.
Nu moeten we in herinnering brengen hoe
sinds het laatste tiental jaren de reactie op
kerkelijk gebied machtig is toegenomen en dag
aan dag meer veld heeft gewonnen. Vooral is
dit het geval geweest sinds zekere orthodoxe
zielenherders in Duitsehland zicli ingelaten hebben
met die heffe des volks, waarin doorgaans de
groote massa vau socialisten, communisten en
petroleurs geworven wordt. Er dook een chris
telijk socialistische partij op. En waarom ook
niet Had men ook niet christelijke Gründer
naast en arm in arm met de joodsche gezien?
De terugslag van de falende Mei-wetten is
liet sein geweest voor Bismarck om aan een
nieuw program te denken. Laat ons liever
zeggenom zich in een nieuwe illuzie te
dompelen, nu die van 1870'71 op niets
bleek uit te loopen.
Van dat oogenblik af is de figuur van den
Rijks-kanselier op nieuw in nevelen gehuld,
ja daarin schier geheel verdwenen. De trotsche
overwinnende kurassier van 1871 is overgegaan
in den kluizenaar van Varzin, peinzende op een
nieuw toovermiddel om de groote kwalen der
Duitsche maatschappij te heelen.
Thans meent hij nog niet vast het gevonden
te hebben, gelijk hij zelf dezer dagen heeft
verklaard. Hij is zoekende, doet nu en dau
een greep op den tast, op goed geluk. Dat is
een gevaarlijke politiek
Vreemd is dit verschijnsel echter niet. Bismarck
moge een groot staatsman zijn, vooral omdat
hij steeds een von Moltlce naast zich gehad
heeft, een groot econoom is hij blijkbaar niet.
Op dit gebied is hij slechts dilettant, geen goed
onderlegd, door ernstige grondige studie over
tuigd man. En nu is het veel gemakkelijker
vreemde natiën met liet zwaard te overwinnen,
dan dammen op te werpen tegen den stroom
der feiten en verschijnselen op economisch
gebied. (Slot volgt.)
Binnenland.
ZIERIKZEE, 20 Januari 188 2.
Donderdag-morgen werd met eenvoudige plechtigheid
het stoffelijk overschot van den heer Mr. B. C. Cau
op de algemeene begraafplaats ter aarde besteld. Daar
hadden zich rondom de groeve een groot aantal be
langstellenden verzameld. Men zag er de vertegen
woordigers van al de collegies en lichamen, waarvan
de overledene lid is geweest of waarin hij zijn werk
kring heeft gevonden. Dr. W. C. van Manen was
wel de tolk van allen, toen hij in eene gevoelvolle
toespraak hulde bracht aan de nagedachtenis van den
overledene, hem herdacht als burger, als ambtenaar,
als mensch, als echtgenoot en vader. Met recht kon
hij den zonen 't op 't hart drukken 't voorbeeld van