Buitenlandsch Overzicht. Zeer noodig is, daar de gefortu lieerden tegenwoordig meerendeels in enkele groote plaatsen gevestigd zijn, en de kleine gemeenten niet zelden met onevenredig groote plaatselijke lasten blijven zitten. Bij de laatst gehouden volkstelling in ons land ver klaarden 15761 personen tot geen der kerkgenoot schappen te behooren. In 1869 bedroeg dat cijfer 5161. Toch zullen die 15761 menschen tal van eeden moeten afleggen, »een ieder op de wijze zijner gods dienstige gezindheid" (lees: kerkgenootschap). Als dat maar geen aanleiding geeft tot vijftien duizend eedsquaestiën en interpellaties. Uit New-York wordt het overlijden bericht van professor John William Diaper in den ouderdom van bijna 71 jaar. Hij was geboren te St. Helens bij Liverpool, studeerde o. a. te Londen, ging in '1833 naar Amerika en studeerde aan de universiteit van Philadelphia. Kort na zijn promotie werd hij professor in de chemie, natuurlijke historie en physiologic aan het Ilampden-Sidney College in Virginië en in 1839 professor te New-York. Draper schreef o. a. «History of the Intellectual Development of Europe", «History of the American Civil War" en «History of the Conflict between Religion and Science". Van laatstgenoemd werk zag een Hollandsche vertaling het licht. konings zóó voor te stellen alsof zij van verantwoor- delijke ministers uil gingen. Dit is in tegenspraak met Pi-uisëns monarchale traditiën. Het is daarom des I konings wil, dat zoowel in Pruisen als in de wetge- vende vergaderingen des Rijks over 's konings consti- j tutioneel recht van persoonlijke leiding der politiek 1 güen twijfel blijve bestaan, en steeds de meerling worde tegengesproken, alsof door het contraseign der verantwoordelijke ministers aan de regeeringsdaden het karakter van zelfstandige koninklijke beslissingen wordt ontnomen. De plicht der ministers is op te komen voor 's konings constitutioneel recht tegen twijfel en terzijdestelling. Hetzelfde verwacht de koning van de I ambtenaren, die aan den koning den ambtseed hebben afgelegd. Ver - is het van hem de vrijheid van ver- kiezing aan banden te leggen, maar voor ambtenaren die met de uitvoering van regeeringsdaden worden belast, en dientengevolge van de verplichtingen van j hun dienst en van de wet op de ambtelijke tucht niet kunnen worden ontheven, strekt zich de bezworen ambtsplicht uit tot de vertegenwoordiging der regee- ringspolitiek ook bij de verkiezingen. Een trouwe vervulling van dien plicht zal de koning met dank baarheid erkennen. Hij verwacht van alle ambtenaren, dat zij zich op grond van hun eed van trouw van verkiezingsbewegingen tegen de regeering verre houden." Ofschoon omwonden is de zin van dit stuk toch vrij klaar. Dit is nog wat anders dan de proclamaties met gekleurde randjes die wij uit onze eigene geschie denis kennen en die al tot zooveel levendige opmer kingen aanleiding gaven. Maar in Pruisen, waar de burgerrug zooveel eeuwen lang door den stok ge woon is geraakt aan hardgevoeligheid, daar zijn ook de ooren misschien nog wel wat hardhoorig en daar voor moest dan zoo duidelijk gesproken worden. Het is inderdaad dood eenvoudig, wat hier het goede Prui sische volk wordt voorgehoudenamuseer u met het idee dat er een constitutie bestaat, maar weet dat niet de wet regeert maar ik, die boven de wet sta en die de regeeringsacten enkel laat contrasigneeren om als 't zoo uitkomt ze te kunnen desavoueeren en den minister op den rug te schuivenen gij ambte naren, zorgt dat gij niet mee doet aan verkiezings bewegingen tenzij vóór mij en mijn systeem zoo niet nu dat staat er niet bij, maar de Pruisische ruggen weten dat wel. Ondertusschen is het een hoogst merkwaardig, zij 't ook treurig verschijnsel, hoe de Bismarcksche politiek de Regeering dwingt zich in zulke vreemde, onnatuurlijke, pijnlijke bochten en wrongen te draaien, dat alle welgemaaktheid er af gaat. Al de zwakheden en onaangename scherpe kanten van het absolutistisch systeem gaan zich zoo weer op eenmaal vertoonen, die men vóór tien jaar slechts waande dat voorgoed verdwenen waren, om voor zuivere natuurlijke vormen plaats te maken. Wat hebben die milliarden toch een oordeel over het arme Pruisen gebracht! Waar zouden ze nu zijn? 't Was toch 25 millioen kilo zilver, zoowat 25000 karrevrachten't Is of ze niet eens in een zweetdoek gewikkeld in de aarde begraven zijn; 'tis of ze ne gatieve vrucht hebben afgeworpen. De natie is niet verrijkt maar kennelijk verarmd, geestelijk en wat het karakter betreft zoowel als stoffelijk, gelijk dit trouwens doorgaans samengaat. Om nu de zinkende welvaart terug te roepen, is gebroken met de gezonde economische beginseleneen handelswetgeving, die tot vroegere tijden behoort, zal de tooverroede zijn maar de belanghebbenden willen die niet van harte kussen om dit gedaan te krijgen wordt geheuld met de soci alistische elementen in de natie, deze worden ingepakt door de clericale loondienaarsden armen meer en meer verarmenden wordt het verlaten van het land bemoeielijktkon men. er zou een Chineesche muur om de landpalen gezet worden. Toch wil het par lement niet gedwee genoeg mede, het parlement dat toch altoos de beste intellectueele krachten der natie vertegenwoordigt. Orn dit te verlammen wordt geknoeid met de vreemde macht, die nog pas tien jaar geleden als de grootste, schier als de eenigste vijand des lands werd voorgesteld en bestreden. En voor zoover dit nog niet genoeg is wordt vrij duidelijk aan het constitutioneel systeem de huur opgezegd en terugkeer tot het genadige heerenstelsel aangekondigd. Ondertusschen hangt er nog altoos een dikke sluier om de politiek van Bismarck ten aanzien van het Vatikaan. Wat nog Duitsch gevoel in het hart heeft, meent dat het den Rijks-kanselier eenig en alleen te doen is om de ultramontaansche stemmen tijdelijk gewonnen te krijgen, ten einde de protectionistisch- christelijk sociale handelspolitiek tot in de uiterste consequentie te kunnen doorzetten. Later zou dan 't geheele parlement op zij gezet kunnen worden. Maar dat zou toch wel een enorm hoog spel zijn waarbij al de bokkesprongen der gründers van Berlijn en Weenen niets zijn. Men weet niet wat men er van denken moet. 't Kan toch haast niet dat Bismarck 't monster-idée in het brein spookt dat hij een nieuwe Heiland zal kunnen worden als hij weder een reuzenstap achteruit Uit Berlijn wordt bericht, dat de Keizer bezwaar maakt graaf Zu Eulenburg, hofmaarschalk van den Kroonprins, tot Nederlandsch gezant te benoemende Keizer wenscht hem aan het hof te houden, waar hij als ingewijde in alle verhoudingen zeer op zijn plaats is. De Duitsche Kroonprins, onaangenaam gestemd door het verzoek om ontslag van zijn hofmaarschalk, heeft reeds een ander persoon uit zijn omgeving voor die betrekking aangewezen. Vcid De te Madrid uitkomende Globe bevat een artikel dat de regeering aanmaant geen rechten op Borneo nan Engeland af te staan. Spanje, zegt het blad, bracht de weldaden der beschaving naar Borneo, door de rooverijen in den Solo-archipel tegen te gaan. In deze redeneering is althans eenige raison. Maar als Enge land zich van Borneo's Noordelijk deel wil meester maken op grond van traktaten van koop of afstand met een sultan of radjah gesloten, daarin ligt al zeer weinig raison. Engeland dat zoo stoft op zijn zedelijke in landers-politiek mag toch niet knoeien met een inlandsch vorst, die land en volk verkoopt voor geld. Bovendien zulk een inlandsch Vorst verkoopt in den regel geen ander land en volkdan waarop hij geen recht heeft. Als Engeland op zulke gronden zich in Borneo nes telt, dan kan het zich ook wel van Nederland meester maken, als 't b.v. eerst een koopcontract gesloten heeft met den een of anderen Hanoverschen baron. Geen vreemder Ilollandsch dan hetgeen in Indië wordt opgedisclit dan de zoogenoemde sinjo's en nonnas, dat zijn de half of niet gekleurde afstammelingen van Europeanen. Van Rees geeft er een paar staaltjes van. Thans deelt het Goer. Handelsbl. een origineel briefje mede in dat Hollandsch; het luidt aldus: WelEd. Heer. «Naar aanleiding van de gesteldheid der gemoederen in zeker inwendige gedeelte mijner leest, welke gisteren reeds ten uwent geschiede, is thans ten mijnent erger geworden. «Hij veroorzaakt mij bedlegerig en het kantoor verzuimen. Achtend UEd. dw. dienaar, X." Benoemingen, Besluiten, enz. De Staats-Courant van 7 Januari No. 6 bevat o.a. de Koninklijke bewilliging op de «Statuten van de Zierikzeesche Stoomboot-maatschappij", gevestigd te Zierikzee. Bij de Maatschappij tot Expl. van Staatsspoorw. is benoemd tot goederen-klerk 2e kl. o. a. C. F. Levinson te Middelburg, en tot id. 3e kl. J. Auer te Vlissingen (haven). Benoemd tot provinciaal veearts te Bergen op Zoom de heer J. de Man van Middelburg. De heer J. M. Collette, inspecteur-chef van het technisch beheer van den Rijks-telegraaf, is benoemd tot officier van het Legioen van Eer. Dbl. Door Z. M. is baron Von Canitz, laatstelijk buiten gewoon gezant en gevolmachtigd Minister van Z. M. den Keizer van üuitschland, Koning van Pruisen, bij het Nederlandsche Hof, benoemd tot grootkruis der orde van den Nederlandschen Leeuw. Kunst, Wetenschap en Letteren. Prof. Maspera en Emil Brugsch hebben dezer dagen den toegang tot de dusver afgesloten groote pyramide van Medun ontdektmen is thans druk bezig de muren te sloopon, die naar de grafgewelven leiden. Het schijnt intusschen, dat de graven reeds door de Egyptenaren zijn geplunderd. Daarentegen bestaat er hoop dat de pyramide van Daschur, waar men ook druk bezig is met uitgravingen, een ongeschonden grafkamer bevat. Zola's nieuwe roman »Pot-Bouille" verschijnt als feuilleton in de Gaulois. Hij speelt in de burger kringen. Te Keulen overleed den 3n dezer, na langdurig lijden, de ook hier te lande welbekende vroeger te Rotterdam gevestigde tenorzanger Carl Schneider, (echtgenoot van mevr. Lina Schneider) sedert -1872 professor aan het conservatoire te Keulen. Ilij had eenige dagen geleden den leeftijd van 59 jaren bereikt. In de jongste vergadering der Yereeniging tot be oefening van Overijselsch Recht en Geschiedenis deelde de oud-hoogleeraar O. A. Spitzen, pastoor te Zwolle, mede, dat hij eerlang een Nalezing zou geven op zijn werk «Thomas a Kempis als schrijver der Navolging van Christus gehandhaafd", een werk, aan hetwelk van onderscheiden kanten lof is toegezwaaid. Prof. Acquoy, de meest bevoegde in deze, wijdde er o. a. in de «Spectator" een studie aan, die van de meest mogelijke waardeering getuigde. De belofte, door den heer Spitzen gedaan, is reeds vervuld. In de thans verschenen Nalezing wordt het werk hier en daar, wat kleinigheden betreft, aangevuld, terwijl enkele punten, ook naar aanleiding der opmerkingen van prof. Acquoy, uitvoeriger worden hehandeld. Bij deze Na lezing zijn een tiental nog onuitgegeven en geheel onbekende geestelijke liederen gevoegd, die door den heer S. aan Thomas a Kempis worden toegeschreven. Zij zijn, evenals de alleroudste codex der Navolging van Christus, welke den stoot tot het werk van den heer S. heeft gegeven, aangetroffen in een handschrift, aan de Emanuelshuizen te Zwolle behoorende, welk handschrift aan het «Klerken"- of Fraterhuis te Zwolle behoord heeft en hoogstwaarschijnlijk in dat huis door een der Broedei s van het Gemeene Leven is vervaardigd. De heer S. meent, dat het manuscript in het laatste vierendeel der 15e eeuw tehuis behoort. fP)-ov. Or. Ct.J Bij velen, die den loop der reactionaire beweging in Duitschland, inzonderheid in Pruisen, waar Bismarck nog meer de almacht nadert dan in het Rijk, met aandacht volgden, is menigmaal de vraag opgekomen wat wordt er te midden van het gedrang van de Pruisische constitutie? Het is niet te ontkennen dat de constitutioneele beginselen, die in Pruisen meer dan elders eerst na harder en langduriger strijd tot hun recht gekomen zijn, krachtig hebben bijgedragen tot de grootheid van dat land en zijn koning, en 't is niet te veel gezegd dat de constitutioneele beginselen het voetstuk geweest zijn waarop den 1 Januari 1871 in de groote zaal te Versailles de eerste steen gelegd is van het nieuwe Duitsche Rijk. Wat is er sedert van die constitutie geworden Nu Bismarck daardoor het vertrouwen der liberalen heeft kunnen gebruiken en nu de Hohenzollern's daardoor tot de hoogste macht in Duitschland zijn geraakt, wordt zij nu als een afgesleten en uitgediend instru ment naar de rommelkamer gebracht? Inderdaad dat schijnt zoo. Dat instrument heeft uitgediend, volgens de opvatting van Bismarck en zijn satellieten. Nu de eloricaal-soeialistisch-reactionaire po litiek wonderlijk wangedrocht! alles beheerscht, heeft de constitutie uitgediend, en gelijk de Keizer dezer dagen in zijn antwoord op de Nieuwjaars-felicitatie van den Berlijm-chen gemeenteraad dezen op 't gemoed drukt zoet te zijn en de vaderlijke regeering te erken nen als de alleenzaligmakende, zoo wendt zich Bismarck in gelijken geest, doch onder minder bedekte termen tot. het Rijk om aan te kondigen dat de tijd van de constitutie voorbij en die van de absolute monarchie gekomen is. Tot den Berlijnschen gemeente raad zegt de Keizer o. a. «het was mij wel, in uw adres de erkenning te vinden dat mijne zorgen in ver- eeniging met die mijner regeering steeds ten deel hebben om aan het land de zegeningen des vredes te verzekeren." Wat Birmarck schenkt is klaarder drank. De Reichs- anzeiger behelst een schrijven des konings aan het staatsministeriegecontrasigneerd door Bismarck waarin verklaard wordt: Het recht des konings, de politiek van Pruisen naar eigen goedvinden te leiden is door de grondwet beperkt, maar niet opgeheven. De regeeringsdaden, ook als zij door een minister zijn gecontrasigneerd, blijven regeeringsdaden des konings. Derhalve kan niet geduld worden de rechten des

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1882 | | pagina 2