Z1ER1KZEESCHE COERA NT. voor het arrondis- sement Zierikzee. 1882. No. 2. Zaterdag 7 Januari. 85ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG AVOND uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden f 4,Franco per post f 4, Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 40 cent. PRIJS DER AD VERTENTIEN: Per gewone regel 40 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 46 regels GO cent. Dienstaanbiedingen van 4-5 regels, mits contant betaald, 25 ct Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag- voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKFA11AK. Binnenland. ZIERIKZEE 6 Januari 1 8 8 2. Dinsdag-nacht tusschen 3% en 4 ure werd hier een voor den tijd van het jaar ongewoon zwaar en aanhoudend onweder waargenomen met sterken regen, waaronder nu en dan vlagen hagel. Vele menschen waren opgestaan om bij mogelijk brandgevaar bij de hand te zijn, daar de bui vrij laag dreef en nabij was. Ondertusschen is van geen ongelukken vernomen. Toch is door deze bui in Noord-Holland een hofstede afgebrand. De pogingen tot berging van lading uit het schip »Cronstadt" hebben weinig of geen vrucht opgeleverd, tot teleurstelling van schippers en sjouwerlieden heeft de zee haar buit niet willen opgeven. Van het op 't Nieuwe Zand gestrande barkschip «Cronstadt", kapt. Lockhardt, zijn alhier aangebracht 56 balen rijst, benevens eenige zeilen en touwwerk. Het schip zal totaal verloren zijn. De Nieuwjaarscollecte te Ouwerkerk bedroeg dit jaar circa f 410. Sinds eenige jaren is de oesterteelt in eenige streken onzer provincie tot groote uitbreiding gekomen. Vooral sedert groote kapitalen in de zaak gestoken zijn, is die uitbreiding sterk toegenomen. Voor eenigen is het hoogst voordeelig uitgekomen, voor anderen was teleurstelling meer dan oesters de opbrengst. De per- ceelen zijn zeer verschillend door ligging en plaatselijke gesteldheid en buitendien komen nog veel wisselvallig heden daarbij in aanmerkingde oester schijnt nog veel meer aan allerlei onzekere omstandigheden en toevallen onderworpen te zijn dan de mensch. Toch heeft »het kapitaal" zijn bekomst nog niet van de Zeeuwsche oesters. Zoo beeft zich te Gent gevormd een Société anonyme des huitrières de Zélandemet epn kapitaal van 1 millioen francs in 40000 aandeelen. Deze maatschappij wil aan de oevers van de Schelde en de Noordzee oesterbanken aanleggen en exploiteeren. De stichters ontvangen voor zekere terreinen aan de Schelde 2500 volgefourneerde actiën. Op de overige wordt 5 °/0 gestort. Het doel der naamlooze vennoot schappers is dus zeker de hun toekomende perceelen waar of verondersteld oesterwater in de vennootschap te brengen en dan zoo mogelijk om te beginnen een twintig duizend gulden exploitatie-kapitaal vergaren, om vervolgens aan 't oestervisschen, en als 't lukt ook aan 't oestereten te gaan. Ondertusschen is de bloei van dezen tak van nij verheid een bron van welvaart voor velen, een goede broodwinning voor honderden huisgezinnen, en tevens een bewijs hoe in Zeeland onder sommige omstandig heden het verdronken land nog veel meer waarde kan bezitten dan de vetste korenakkers. Bij de stemming te Middelburg hebben 469 van de 497 kiezers aan de stemming deelgenomen, dat is bijna 95 °/0. Te Sneek hebben van de 350 kiezers 330 hun kiezersplicht vervuld, dat is ruim 94 °/o. In beide districten is dus nog al ijverig gestemd. De uitslag der herstemming in het district Middel burg maakt een hoogst pijnlijken indruk. Al maakten wij ons ook geen illuziën omtrent dien uitslag, dat het zóó zou gaan hadden we toch niet verwacht. En dat is nu het nakroost dier oude Zeeuwen, die goed en bloed voor de vrijheid hebben veil gehadZoover is het reeds gekomen met het verbond tusschen Rome en Dord, dat een belangrijk deel van de wieg en de bakermat der vrijheid voor de vrijheid is ver loren.' En terwijl aan deze zijde der Schelde zijn beslag krijgt wat nu is gezien, kan toch niet ontkend worden, dat het in zoo menig opzicht door het overige Nederland misdeelde land aan gene zijde der Schelde nog de vaan der aloude Nederlandsche vrijheid heeft hoog gehouden. De uitslag is treurig. Er zullen nog dure lessen noodig zijn vóór de verleide en verblinde schare tot inkeer komt. Komt er dezen winter nog ijs dan zal er voor de meesters in de kunst van schaatsenrijden gelegenheid komen om deel te nemen aan de internationale wed strijden, die beraamd worden door de National Skating Association in Engeland. Deze club staat onder be schermheerschap van den Prins van Wales. Het bestuur bestaat voornamelijk uit de heerenhertog van Devenshire; graaf Leycester, lord-lieutenent van Norfolk; C. W. Townley esq., lord-lieutenent van Cambridgeshirede algemeene secretaris is de heer James D. Digby, te Cambridge, die correspondentie inwacht van de ijsclubs in Nederland, Noorwegen en Zweden, Rusland en andere landen, ten einde in nader overleg te komen aangaande de regeling van de wedstrijden, die niet enkel in Engeland maar ook op het vaste land zullen gehouden worden. Ook bij de »Amsterdamsche IJsclub" is het plan onderhanden voor een zoo mogelijk nog dezen winter te houden internationalen wedstrijd op schaatsen. Dat iemand, die voor zijn gevoelens openlijk uitkomt, die zooals men het noemt partijman is, of daarvoor doorgaat, het soms bij zijn tegenpartijders danig kan verkerven, is bekend genoeg. Het is immers juist in de uitspatting van den partijdrift tegen personen van een andere partij dat zich doorgaans de partijhaat openbaart. En dan loopen mannen, die niet van achteren staan, maar door de omstandigheden en soms door hun eigenaardig talent meer op den voorgrond van het strijdtooneel komen, het meest gevaar van te moeten bezuren, wat de tegenpartij tegen de verdedigde partij heeft. Maar wel ongehoord is liet dat de blinde partijhaat zoover kan gaan als dezer dagen gebleken is, dat het te Maastricht het geval is tegen den heer van de Kamp, vroeger onderwijzer te Roermond, thans door Z. M. benoemd tot onderwijzer aan de Rijks-kweekschool te Maastricht. Uit Maastricht is n.l. aan den Koning een van een aantal handteekeningen voorzien verzoekschrift gezonden, om de benoeming van den heer van de Kamp in te trekken. De gronden van dit zonderlinge verzoek zijn al zeer vreemd, n.l. dat de heer v. d. Kamp vroeger de «redactie waarnam van een weekblad, dat door allen, die het kennen, onder de meest schandelijke, goddelooze en immoreele geschriften wordt gerangschikt". Vreeselijke beschul diging! In gewoon, met de waarheid strookend Ilollandsch, komt het zoowat hierop neer, dat de heer v. d. K., toen hij nog te Roermond woonde, wel eens correctiewerk heeft gedaan, misschien ook wel eens een stukje of bijdrage geleverd heeft voor de te Roermond uitkomende Volksvriendeen vrij gemarkeerd anti-ultramontaansch blad, dat natuurlijk zeer mis haagt aan de ultramontanen in Limburg, doch dat daarom nog niet zulk een vuil blad is als in dat adres wordt gezegd. Dit is echter voor een groot deel een zaak van subjectieve opvatting en hangt af van het partij-standpunt der beoordeelaars. Maar hoe die Maastrichtsche adressanten het in de hersens hebben gekregen een dergelijk adres aan den Koning te richten, dat is alleen te verklaren uit hun schro melijke onbekendheid met onze wetten en rechten, of uit totale verblinding door partijhaat. Het is bekend dat de heer v. d. K., die te Roermond als een zeer uitstekend onderwijzer en als onberispelijk mensch bekend stond bij tegenpartijders zoowel als bij geest verwanten, veel vervolging heeft moeten uitstaan wegens zijn liberale gevoelens, doch het is ook bekend dat hij, en terecht, door de Regeering des Lands is gehandhaafd en beschermd. Nu zal de haat hem zelfs naar Maastricht vervolgen. Gelukkig dat die haat machteloos is op het terrein waarop thans met dat adres gestreden wordt. Het is ondenkbaar dat de Koning met dit adres iets anders zal doen dan het ter zijde leggen met een nihil er op. 't Is ook al te zot. Men kan begrijpen dat een partij tegenstanders of degenen die met haar van gevoelen verschillen, liever ziet zwijgen dan schrijvenmaar het recht om zijn gevoelens schriftelijk en gedrukt te openbaren, behoudens de wetten, heeft ieder staatsburger. De Grondwet (art. 8) is daaromtrent al heel duidelijk: «Niemand heeft voorafgaand verlof noodig, om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet", en dat dit punt al reeds in een der eerste artikelen van de Grondwet is gezet, geeft genoegzaam te kennen dat het een der voornaamste burgerrechten is. Nu kan men ook nog begrijpen dat partijmannen het van een onderwijzer, die tot een andere partij behoort, liever zouden zien dat hem de mond gestopt en de vingers gebonden werdenmaar daar kan de Koning niets aan doen en daar wil Z. M. ook niets aan doen, om de eenvoudige reden dat de Grondwet niemand uitzondert. Het is van de ultramontanen te Maastricht echter bovendien ergerlijk onbillijk te willen dat de Koning een benoeming casseeren zal, die hun niet aanstaat; immers daar zijn wel ultramontanen benoemd tot betrekkingen bij het onderwijs, welke benoemingen zeer weinig aangenaam zoo niet hoogst pijnlijk waren voor de niet-ultramontanen, en daar is niet aan gedacht om daartegen te petitioneeren. Zoo heeft dr. Nuyens indertijd een boek geschreven, .waarin hij de vader- landsche geschiedenis heeft gereconstrueerd op een wijze, die zeker duizenden en tienduizenden Neder landers hoogst onaangenaam moet getroffen hebben; toch heeft Z. M. dr. Nuyens tot schoolopziener benoemd. Waar zou het heen moeten als de Regeering niemand tot een openbaar ambt mocht roepen, die iets ge schreven had, dat aan anderen minder aangenaam was? Maandag-avond is aan den Oostzeedijk, over de Hoffaan onder Kralingen, de groote katoenfabriek der heeren Resting en Van Sillevoldt tot den grond toe afgebrand. De brand brak uit tusschen 5 en 6 ure en nam, door den sterken wind aangewakkerd, zoo snel toe, dat aan blusschen niet te denken was, en het geheele gebouw met al wat er in was is vernield, terwijl de brandweer veel moeite had om de omliggende perceelen tegen den ontzettenden vonkenregen te be schermen. Alles was verzekerd, doch een 4G0tal in de fabriek werkende personen zijn tijdelijk zonder verdiensten. Terwijl deze brand woedde, ontstond niet ver er van daan nog een andere brand, en wel in een nog niet voltooid nieuw huis. Ook deze liet zich eerst kwaad aanzien, doch werd spoedig gebluscht. De onlangs benoemde luitenants der infanterie: H. J. Balfoort, C. van Drimmelen en II. G. C. Munich zijn ingedeeld bij het 2e bataljon te Bergen op Zoom en bij het 4e bataljon van het 3e regiment te Vlissingen. Aangaande de voorgenomen reis van de Koninklijke familie naar Engeland om de huwelijks-plechtigheden bij te wonen tusschen Prins Leopold en Prinses Helena von Waldeck, verneemt men het volgende: De vorste lijke personen zullen de gasten zijn van Koningin Victoria en in een der koninklijke paleizen logeeren. De reis zal gedaan worden met een Ilollandsch oorlogsschip en er zal een talrijk gevolg meegaan.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1882 | | pagina 1