DOODENLIJST VAN 1881. Opgeschrikt door den vreeselijken schouwburgbrand te Weenen heeft men wel in de jongste dagen hier en daar uit baldadigheid in schouwburgen valsche paniek gemaakt, en daardoor zijn alweer enkele slachtoffers gevallen, maar aan den anderen kant, is men overal druk bezig met het maken van al die inrichtingen en veranderingen, die de veiligheid moeten waarborgen. Allereerst maakt men die natuurlijk op papier en daarom zal het goed zijn dat het publiek niet in slaap valt, maar er nog eens op terug komt, om te vernemen of ze ook wezenlijk uitgevoerd worden. Voor enkele schouwburgen gaat men zelfs zoo ver, dat 't ietwat aan 't uiterste grenst. Zoo zal b.v. de nieuwe Park-schouwburg te Amsterdam zoo worden ingericht, dat de artisten meer gevaar zullen hebben van verdrinken, dan van verbranden. Men zoekt nu ook nog naar de rechte middelen, om te maken dat, in geval van een onverwacht on geluk, de beambten bij hun positieven en ieder op hun post blijven. Als dat middel gevonden is, zal de veiligheid zeker weinig meer te wenschcn over laten. Men herinnert zich dat we verleden week, overge nomen uit het Handelsbl., mededeelden, van die gevonden f 35000, waarvan de verliezer, een Am- sterdamsch bankier, f 200 fooi en een lijfrente van 8 's weeks zou gegeven hebben. Wij twijfelden daar toen aan, omdat het wel wat al te mooi was. Thans meldt het Handelsbl. ook, dat die lijfrente achterwege is gebleven. Enfin, 't is toch al mooi. Die sjouwer was een eerlijk man en dat is meer waard dan f 200. Jan Noordzij, schipper van de «Johannes Cornelius", een te Pernis thuishehoorende vischsloep, had dezer dagen een buitengewoon overvloedige vangst, zoo overvloedig als zeker wel hoogst zelden in de jaarboeken der visscherij is aangeteekend. Den 26 December kwam de sloep na vier dagen op Doggersbank gevischt te hebben in de haven van Grimsby aan en loste daar: 2000kabeljauwen, 200lengen, 2000schelvisschen, 150 coalvisschen en een groot aantal heilbot en andere visch, te zamen wegende meer dan 30,000 kilo. Acht jaar geleden heeft Noordzij te Grimsby ook eens een goede vangst aangebracht, die 398 pond st. opbracht. De besomming zal nu wel grooter geweest zijn. Deze gelukkige schipper vaart voor de reederij J. C. Speelman te Pernis. Het Transatlantische stoomschip «Stella", dat den 7 December met 200 Duitsche landverhuizers uit Amsterdam was vertrokken, is eerst den 30 December te New-York aangekomen. Even als alle schepen, die in December op den Atlantischen Oceaan zijn geweest, heeft ook de «Stella" zeer slecht weêr gehad en één man verloren, die over boord is geslagen. Te Deventer is een oude dame overleden, die naar schatting f 300,000 nalaat, welke aan verre en deels onvermogende betrekkingen zullen ten deel vallen. Als de roofvogels er maar niet op vallen! De voorgenomen reorganisatie van het corps buiten gewone opzichters bij den Rijks-Waterstaat zal, naar wij vernemen, tegen Mei '1882 plaats hebben. Door 183 handelaren, distillateurs, branders en andere belanghebbenden te Schiedam is in een adres aan de Tweede Kamer adhesie betuigd aan dat der Schiedamsche Kamer van Koophandel tegen het Ned.- Fransch handelstractaat. Gedurende het jaar 1881 zijn te Amsterdam ter openbare veiling aangeslagen 2603 perceelen tegen 1920 in het vorig jaar; daarvan werden verkocht 1320 perceelen ter waarde van '11,974,3131/2 tegen 1204 voor 10,847,874 vorig jaar; opgehouden werden 986 perceelen voor f 8,584,397 tegen 553 voor f 5,751,426 vorig jaar. Het geheele bedrag der verkochte en opgehouden perceelen is f 20,558,710^, tegen f 16,599,300 in 1880. Naar de N. R. Ct. verneemt, houdt men zich te Parijs onledig met de oprichting eener Maatschappij van weldadigheid voor behoeftige Nederlanders aldaar. Naar men verneemt, zullen in den loop van dit jaar, volgens gemaakt contract, te Ter Neuzen worden aangevoeld 70,000 ton ijzer-erts, met bestemming naar de ijzerfabriek te Seraing bij Luik, om per spoor van daar derwaarts te worden vervoerd, voor welken aanvoer minstens '125 stoomschepen zullen benoodigd wezen. Wanneer nu de aanvoer van ruw ijzer, steen kolen en hout, zoomede de vaart op Londen, zoo vooruitgaande blijft als dit jaar, daar er reeds 100 zeilschepen meer dan ten vorige jare aldaar aan het spoor kwamen, dan kan men de toekomst- voor die plaats ten opzichte van de zeevaart niet ongunstig noemen. De Ned. Handelmaatschappij heeft haar agentschap te New-York op 31 Dec. geslotende liquidatie der loopende zaken is opgedragen aan de lieeren Cater HawJey and Co. aldaar, die met het nieuwe jaar als correspondenten optreden. De gepensionneerde schout bij nacht J. W. de Ruyter de Wildt te 'silage is, naar de N. R. Ct. meldt, in 't bezit van een belangrijke verzameling antiquiteiten, die zijn roemrijken voorzaat, den admiraal de Ruyter, betreffen. Daaronder behoorden, onder meer, de eigen handig door onzen zeeheld bijgehouden scheepsjournalen, het eerste van eene reis als stuurman naar Groenland, en het laatste als admiraal in de wateren van Sicilië. Tot in de laatste dagen van Maart '1676, kort voor dat de onvergetelijke zeeheld doodelijk gewond werd, waren in dat journaal in allen eenvoud de bijzonder heden omtrent schip en vloot aangeteekend en met zijn handteekening gewaarmerkt. De tegenwoordige bezitter heeft een beredeneerden catalogus van de verzameling in bewerking. Van wege het Amsterdamsche studenten-corps is gisteren, op den laatsten dag dat de grafkelder voor 't publiek geopend was, een fraaie lauwerkrans met de stedelijke kleuren op het graf van de Ruyter nedergelegd. In het Belgische Recueil consularis is een rapport opgenomen van den consul-generaal te Batavia, den heer C. Ferrier, betreffende de nieuwe haven van Batavia, te Tandjong Priok. De Midd. Ct. deelt uit dit rapport een uittreksel mee, waaruit blijkt, dat de heer Ferrier de overtuiging is toegedaan, dat de nieuwe haven, die bij de Bataviasche kooplieden nog geen onvoorwaardelijke toejuiching vindt, geen andere gevolgen zal hebben dan grooter gemak voor den handel en aanzienlijke tijdsbesparing (wat op -besparing van kosten nederkomt). Zoovele redenen dus van dankbaarheid, zegt hij, aan de regeering, die op zulk eene krachtige wijze de belangen van den handel ter harte heeft genomen. De heer Ferrier toont verder de beteekenis der haven te Priok voor den wereldhandel aan. De in- en uitvoer van Java is, evenals die van ieder eiland, beperkt binnen de grenzen van zijn omvang en zijne bevolking, en van de koop- en werkkracht dezer laatste. Bovendien bevat het westelijk deel van het eiland, waarvan Batavia het punt van aan- en uitvoer is, slechts weinig nijverheids-ondernemingen. Hieruit volgt, dat de aanzienlijke uitgaven, welke de regeering zich getroost heeft, niet gewettigd zouden zijn met het oog alleen op de tegenwoordige behoeften, maar ge rechtvaardigd worden door de mogelijkheid om Batavia tot een der middelpunten van den handel in het Oosten te maken. Om daartoe te geraken, moeten de schepen te Priok alles vinden, wat voor de scheep vaart noodzakelijk isdokkenwerven, entrepots en andere inrichtingen. Dat alles, zegt de heer Ferrier, kan er gemaakt worden, zonder dat de haven tot eene vrijhaven verklaard behoeft te worden. Het haven-terrein is aan alle zijden door water omringd en met gebouwen bedekt, die het eigendom van den Staat zijn. Wanneer dit geheele terrein tot een entrepot gemaakt wordt, waarbinnen de koopwaren volkomen vrij vervoerd en verscheept kunnen worden, terwijl de douanen zich eerst vertoonen zullen bij het over schrijden der grenzen van dit gebied, dan zal het doel bereikt zijn. De schatkist zal daar voordeel bij hebben, dewijl voor loods- en pakhuishuur betaling gevorderd kan worden. Dit alles heeft de Regeoring voorzien en in het oog gehouden. Een harer ingenieurs is thans bezig, in de verschillende Europeesclie havens de dokken en andere inrichtingen te bestudeeren, ten einde uit te kiezen, wat voor Priok het meest geschikt is. Er zal nog eenigen tijd verloopen, voordat Batavia het entre pot van het oosten kan zijn, maar zijne ligging maakt het daartoe beter geschikt dan Singapore, dewijl zoo wel de weg naar China en Japan als die naar Australië gemakkelijker door of langs de straat Sunda, dan door straat Malakka genomen kan worden. «Het plan, aldus eindigt het rapport, is op groote schaal ontworpen en de uitvoering er van heeft met doorzicht en geestkracht plaats gehad. Nederland mag op dit werk trotsch zijn en reeds nu kan men zeggen, dat de nieuwe haven van Batavia bestemd is eene plaats in te nemen te midden der belangrijkste werken, die in onze eeuw ten dienste der scheepvaart verricht zijn." Benoemingen, Besluiten, enz. Bevorderd tot telegrafist 2e kl. de telegrafist 3e kl. F. de Koning te Ylissingen. Bij Kon. besluit van 28 Dec. is na afgelegd examen benoemd tot surnumerair bij het bestuur der dir. bel. enz. G. B. Wendel te Middelburg. Kunst, Wetenschap en Letteren. Wij vernemen, dat bij de jongste kunstbeschouwingen van het Genootschap «Kunstliefde" uit Utrecht en van «Arti et Amicitke" uit Amsterdam, hier ter stede in de Concertzaal gehouden, zijn aangekocht: op de eerste een drietal, op de tweede een vijftal fraaie teeke- ningen of aquarellen van onze Nederlandsche meesters. De laatste vooral was betrekkelijk druk bezocht. De Nederlandsche Kunstbode heeft opgehouden te bestaan. De Levensbode van dr. J. v. Vloten heeft uit0. December opgehouden te bestaan doch van '1 Januari af geeft dr. van Vloten een hieuw tijdschrift uit, ge titeld Be HumanistTijdschrift voor geloofvrije be schaving en veredeling. In Oost-Siberië is men nog verder ten achter dan in het overige Rusland. Dit is o. a. weder gebleken uit de behandeling, die de ferme doch rampspoedige bemanning van de «Jeannette" heeft ondervonden. De opper-president van Oost-Sibcrië heeft hun berichten niet per telegraaf naar Petersburg willen overseinen, omdat zij geen geld hadden om de seinkosten vooruit te betalen en de man blijkbaar geen vertrouwen had op het crediet van den heer Bennett van New-York, wiens actief toch wellicht wel zoo goed is als dat van de geheele Russische administratie. Nu moesten de noodbrieven der schipbreukelingen 2 maanden lang onderweg blijven eer zij Petersburg bereikten. Te Mechelen is verschenen het verslag van het voorlaatste taal- en letterkundig congres. NEDERLANDERS. Prins Frederik der Nederlanden. (8 Sept Staatslieden, hooge staatsbeambten, kamerleden enz. Jhr. M. J. L. J. II. A- Heldewier, gezant te Madrid Mr. P. Mijer, oud-gouvèrneur-generaal van Indië Mr. W. H. Dullert, voorzitter der Tweede Kamer; Mr. Ph. J. Bachiene, lid van den Raad van State H. W. baron van Aylva van Pallandt, opperkamerheer des KoningsJhr. Michiels van Kessenich, lid dei- Eerste Kamer; Mr. J. Messchert van Vollenhoven, oud-lid der Eerste en der Tweede KamerF. L. W. baron de Koek, min. van Staat, oud-dir. van het kab. des Konings; Mr. F. W. baron van Zuylen van Nievelt, president der algem. rekenkamer; C. Ie Clercq, oud-secr.-gener, van buitenl. zakenA. M. de Rou- ville, oud-gouverneur van CuragaoMr. J. A, II. baron van lUersum, gezant te KonstantinopelMr. L. Ed. Lenting, lid der Tweede Kamer; Dr. W. II. Idzerda, lid der Tweede Kamer; J. H. Arnoldts, lid der Tweede Kamer en burgem. van SittardG. W. F. baron van Fridagh, gepensionneerd. hoofdinspecteur der dir. belastingen; Mr. C. H. W. van Schelle, oud raadsheer in het Hooggerechtshof van Ned. Indië; Mr. C. J. N. Nieuwenhuis, oud-raadsheer in het voor malig gerechtshof van Utrecht; H. J. C. Hoogeveen, oud-resident van Batavia; A. C. D. de Vries Robbé, hoofdingenieur van het stoomwezen. Provinciale Staten van N.-BrabantJ. A. Gerlach Jr., oud-lidvan GelderlandMr. G. W. Baron van Zuylen van Nievelt, Ged. St. W. de Basvan Z.-Holland G. H. Landmeter; Jhr. J. Kestpalm van Hoorn van BurghC. Maas Geesteranus van N.-HollandMr, G. Corver Hooft; A. J. Houthuys; A. Wiegel Cz.van Utrecht: P. II. C. v. d. Broeke, oud-lid; Jhr. Mr. J. P. Shick van Linschoten; van Overijsel: Mr. H. W. Jordens, oud-lid; Mr. G. A. Vos de Wael; Mr. H. van Loghem, oud-lidvan FrieslandA. baron van Harinxma thoe Slootenvan LimburgMr. H. baron Michiels van Verduijnen. MilitairenF. G. J. v. Swieten, gep. kol. van het Ind. leger; A. C. A. Schönstedt, gep. luit.-gener. A. J. Voet, gep. schout bij nachtJhr. L. J. Tindal, gep. kol. der Rijdende ArtillerieF. C. van der Putt, gep. gen.-maj. van 't Indisch, leger; F. C. H. baron van Tuyll van Serooskerken, gep. gen.-maj.W. Wortman, gep. gen.-maj.dr. G. F. Pop, oud-inspec teur -van den geneeskundigen dienst der zeemacht Jhr. F. V. A. ridder de Stuers, gep. luit.-generaal. Geleerden, kunstenaars en letteikundigen: Frederik Muller, bibliograaf; F. Rudersdorf, kapelmeester: Dr. G. J. Vinke, em. pred. te Amsterdam Dr. Du Moulin H. J. van Eijk, geneeskundige; GualtherusKolff, uitgever G. Engel berts Gerrits, gesch.-en letterk.Dr. C. Swaving Dr. C. H. van Herwerden Dr. F. W. Krieger, emer. prof.Mr. J. Freseman Viëtor, prof. te Groningen J. F. Bunte, toonkunstenaar te AmsterdamDs. P. D. Schouw Santvoort; P. J. v. d. Noorda, letterk. te Haarlem; A. Vink, oud-acteur; J. H. Hove, decoratie schilder; Estella HijmansHertzveld, dichteres; Mevr. van Ollefenda Silva, oud-actrice; Jacques Perk, dichter; Jhr. Hooft van Iddekinge, oud-secretaris der Commissie van Rijks-adviseurs; Mr. P. M. G. van

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1882 | | pagina 2