Z1ERIKZEESCHE COURANT.
voor het arrondis-
sement Zierikzee.
1881. No. 97. Zaterdag 10 December. 84ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
BORNEO.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden I,Franco per post ƒ1,—
Afzonderlijke nommers o cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
eu Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contantbetaald, 25 ct.
Alle stukken, tie redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LiliEJilHAIi.
Zoowel dooi' Engeland als door ons i3 in
liet bezit en de exploitatie van koloniën 't stelsel
gevolgd van zoogenoemde zelfstandige compag
nieën, en bij hen zoo goed als bij ons heeft
dat stelsel zichzelf in verloop van tijd veroor
deeld. Na een tijdlang aan enkele particulieren
overmatig groote fortuinen, aan handel en
nijverheid in 't algemeen niet te versmaden
voordeden, maar aan den Staat belangrijke
schulden te hebben bezorgd, gingen die com
pagnieën voor en na te niet. Zij lieten aan
enkele familiën groote fortuinen na en aan den
Staat een vast en onwrikbaar fondement rooi
de staatsschuld die latere geslachten zou drukken.
In de nieuwere tijden volgt men het compagnie-
stelsel niet meer. Engeland was de laatste
staat, die er voor goed mede gebroken heeft.
Dat was na den geduckten opstand in Britsck-
Iudië in 1857. Toen bad ook daar de eerst
zoo roemruchtige „East India Company" den
staat laten zitten voor den berooiden boedel.
De Britscko rogeering klaarde dien boedel,
hief de compagnie op, verklaarde haar bezittingen
tot eigendom der Britscke kroon en verklaarde
voor al wie het hooren wilde, dat zij zich niet
meer met koloniale compagnieën zou inlaten.
Het Engelsche stelsel zou voortaan zijn koloniën
onder rechtetreeksch bestuur van ambtenaren
der Kroon, en koloniën onder eigen zelfstandig
inwendig bestuur, die hoofdzakelijk slechts dooi
den dynastieken band aan het moederland
zonden verbonden zijn. Van ondernemingen
door particulieren op touw gezet om in de
tropische gewesten de inlandsche bevolking te
exploiteeren zoolang dit goed wilde gaan, doch
waarvan als de zaken in de war liepen (het
geen vroeg of laat liet lot van dergelijke
ondernemingen altoos is) do Staat de lasten
kon overnemen om zoogenoemd de nationale
eer op te liouden, daarvan wilde de Engelsche
politiek niets meer weten.
Zoo geschiedde het althans officieel.
Maar de Britschc politiek heeft dit eigenaardige,
dat zij vrij gemakkelijk zich naar alle omstan
digheden kan wijzigenzij heeft iets van de
lucht, die overal in past en die alle ruimten
tracht te vullen, en zij heeft ook wel iets van
het kameleon dat zeer verschillende kleuren
vertoont naar omstandigheden.
Zoo staan we thans voor het onloochenbare
feit dat Engeland de eerste stappen gedaan
heeft tot verovering van Borneo door middel
eener voorafgaande particuliere maatschappij, de
dézer dagen van het koninklijk charter voorziene
„North Borneo Company".
Men moet wel zoo optimistisch gestemd zijn
als een aantal onzer kamerleden om niet in
te zien dat de Engelsche diplomaten aldus
redeneereuBrittannië is groot genoeg om bij
hetgeen 't reeds in Oost en West, Zuid en
Noord bezit, ook nog het schattenrgko Borneo
iu te kunnen pakken. Dit zoo op eens te
doen in strijd met de tractaten en het program
in zake koloniale staatkunde zon onvoorzichtig
en zelfs unfair zijn; laat dus een zuiver En
gelsche maatschappij eerst de Zaak voorbereiden,
door zich op Borneo te nestelen, - zoodra
dit na eenigen tijd spaak loopt, en de dan
aauwozigc aandeelhouders beginnen op te zien
tegen het nakomen hunner verplichtingen, dan
is de tijd gekomen om toe te slaan en over
te nemen wat de particuliere ondernemers
laten zitten, na er zelf van gehaald te hebben
wat er van te halen was.
Wij achten het een zaak waaraan niet te
twijfelen valt, dat Engeland Borneo wil en ook
zal annexeeren en dat de uitvoering slechts
een vraag van tijd is.
Deze zaak, waarbij wij wegens onze bezetting
van een groot deel van Borneo en wegens
onze verdere aanspraken op grond van tractaten
zoo na betrokken zijn, verdient wel een nadere
beschouwing. Ook Spanje is in de zaak be
trokken, doch wij veel meer rechtstreeks.
Het is echter uoodig de zaak wat uit de
diepte der koloniale historie op te halen.
We znllen dit eerst doen.
(Slot volgt.)
Binnenland.
ZIERIKZEE, 9 December 188 L.
In de Nutsvergadering van j.l. Dinsdag avond trad
.de lieer A. Weruméus Bailing- op, als schrijver door
zijn //Marine-Schetsen" bij menigeen bekend, doch
als spreker, als nutslezer hier een onbekende. Welk
een genotvollen avond heeft de heer Buning zijn
auditorium verschaft't Talrijkst waren de dames op
gekomen of zij geweten hebben dat de Spreker
van dien avond zooveel voor gemoed en hart zou te
genieten geven? Misschien, en zoo zij gedacht
hebben: die aandoenlijke, eigenaardige, pittige en
gezouten, maar toch zoo innig treffende en weldadige
aandoenlijke schetsen uit 't zeemansleven, die wij van
Buning gelezen hebben, willen we ook wel eens door
hem hooren en zien voordragen, dat was van Cremer ook
zoo aantrekkelijk mooi .dan hebben ze goed ge
dacht, of wel dan heeft haar voorgevoel haar niet
bedrogen. En dan zijn zij gewis de rechte boodschap
ster geweest om den hëeren leden, die niet waren
opgekomen in zoo grooten getale, te zeggen dat die
daarmede veel, zeer veel verzuimd hebben.
We vernoemden daar Cremer. Welnu, er was in
de voordracht van den heer Buning zooveel dat ons
aan Cremer herinnerde, dat wij geen beter figuur tot
vergelijking zouden kunnen opnoemen dan juist den
eenigen Cremer.
Als men toch de hemelsche poëzie maar weet te
vinden, te gevoelen, te zier. en hoorbaar en zichtbaar
voor te stellenCremer met zijn landelijke tafereeltjes,
wat al poëzie gaf hij niet te genieten En hier hadden
wij nu een zeeman, een die zelf op de groote wateren
heeft gezworven, hij heeft ons doen zien dat ook
ouder 'i ruige baaiije van den ruwen oorlogsmatroos
een fijngevoelig en frisch gezond hart kan kloppen,
dat op 't dorre dek van de prozaïsche snertschuit ook
de edele bloemen der poëzie wassen. Men moet ze
maar weten te vinden, haar ontwikkeling en bloei
weten te bespieden en ze dan zoo te teekenen als de
heer Buning dat deed.
Wij gelooven naar 't hart van al de hoorders te
spreken, als we zeggen dat de heer Buning ons Nuts-
publiek een hoogst genotvollen avond heeft geschonken.
Wat werden die op zichzelf ofschoon eenvoudige
toch reeds schoone tafereeltjes uit het zeemansleven,
tot breede treffende schilderijen, door die schoone
voordracht, zoo eigenaardig gepast aan de onderwerpen
Doch we willen niet uitweiden en herhalen nog eens
dat de heer Buning ons en gewis al zijn hoorders
ten hoogste heeft voldaan, door 't vele schoon dat
hij te genieten en ook daarvan mede te dragen gaf
voor verstand en hart.
Tusschen de Marine-Schetsen" gaf de heer Buning
nog een fantasiestakje //Een dng uit het leven van
een oud lieer die op kamers woont". Ook dit lieve
geestige schilderijtje werd uitstekend voorgedragen eu
verdiende ten volle de daaraan geschonken herhaalde
toejuichingen.
De burgemeesters van Oostburg, Aardenburg, Eede,
IJzendijke, Biervliet, Waterlandkerkje, Retranchement,
Breskens, Groede en Nieuw vliet hebben aan den Min.
van Waterstaat enz. een adres gericht, waarin zij ver
zoeken dat de. vijf tollen op den Rijksweg van Breskens
over Ede naar België zullen worden opgeheven
opdnt daardoor een groote belemmering in het ver
keer worde weggenomen. In de motieven wijzen
adressanten er op dat reizigers die van Sluis, Aarden
burg of Eede naar Breskens per rijtuig reizen (met
de daar gebruikelijke phaëton met twee paarden)
f 1,60 a f 2,aan tolgeld te betalen hebben.
Te Middelburg is een meisje van vijf jaar met
lucifers spelende in brand gerankt en aan de bekomen
brandwonden overleden. Ook te Kampen is een kind
erg gebrand door met vuur te spelen, doch liet leefde
nog bij de afzending van bet bericht.
Achter Poortvliet is in een sloot het lijk gevonden
van een te Tholen thuisbehoorendeu koopman. Men
gist dat hij in beschonken staat in het water geraakt is.
De gunstig bekende rechtsgeleerde rar. D. J. Mom
Visch, rnadsheer in het gerechtshof te Arnhem, heeft
in het Weekblad van het Regt een korte, maar niet
onbelangrijke bijdrage geleverd over de eedsquaestie.
De heer Mom Visch betoogt tegenover den heer De
Pinfo, die geen voorstander is van keuze lusscben
eed en belofte, maar afschaffing van den eed de eenig
mogelijke regeling acht, dat bij aanneming van dit
'Standpunt de tegenwoordige onhoudbare toestand nog
geruimen tijd zal worden bestendigd en dat zeer wel
een tusschenweg, die toch de gewetensvrijheid hand
haaft, mogelijk is. Met nadruk verdedigt de heer
M. V., die in beginsel ook voor afschaffing van den
eed en voor zijn vervanging door een plechtige be
lofte of verklaring is, dat men geen recht heeft ook
onder de tegenwoordige wet een eed te vorderen vau
iémand, die tot geen kerkgenootschap behoort.
Te Doetiuchem is een liberale kiesvereeniging opge
richt onder den naam //Liberale kiesvereeniging voor
stad en ambt Doêliuchem". Dio véreenigiug heeft mr.
De Ranftz candidaat gesteld voor de Tweede Kamer
(vacature Lenting).
Met ingang van 1882 zullen de booten van de
//Rotterdamsche Lloyd" niet meer om de vier maar
om de drie weken uitgaan naar Indië, via Southampton
en Marseille. De R. LI. zal dan bezitten de mail
booten //Zuid-Holland", //Noord-Holland", //Utrecht",
//Limburg", //Gelderlaud", //Drente" eu //Zeeland".
Het wrak van de Spaansche bark //Augustiua" is
te Borselen afgebracht eu naar Middelburg gesleept.
Aldaar aangekomen, is liet in het kanaal gezonken.
De scheepvaart is echter niet gestremd.
Merkwaardig. Vreemdeling: Is dat het
Stadhuis
Kruier: Ja, mijnheer, maar weet uwé, we staan
hier aan de achterzijde, de voorzijde is van achteren.