ZIER1KZEESCME COERA1W. voor het arrondis- seiiient Zierikzee. 1881. No. 92. Woensdag 23 November. 84ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,- Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER AD VERTENTIËN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 c'. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LA Et EN MAX. Weder een realist in de Kunst. Veel is er reeds gezegd en gescbreyen over de realistische richting in de kunst, gelijk die zich in onzen tijd zoo krachtig openbaart in de werken van onderscheidene vermaarde kunste naars. Over 't algemeen isdierichting veroordeeld, al vonden ook de kunstwerken op zichzelf veel bewonderaars. Bekend is het, hoe de werken van den te vroeg gestorven Belgischen schilder Wiertz bewondering hebben gewekt, maar daarnevens niet minder opspraak. Zijn huiveringwekkend realistische „Kindermoordster" zijn „Levend begravene", en enkele andere als verrassingen in zijn atelier opgestelde stukken, zyn hem door menigen beoordeelaar als zoo vele zonden aangerekendja men heeft zieli zelfs gerechtigd geacht hem wegens zijn treffende scheppingen eerder voor krankzinnig te houden, dan te erkennen als een genie. Na Wiertz zijn er echter nog krachtiger realisten gekomen. We denken hier o. a. aan den Antwerpsehen schilder Struijs, met zijn „Roofvogels" en zijn „Verlatene", beide vlijmend scherpe realistische tafereeleu. Wiertz verkocht zijn stukken niet; hij ergerde tijdens zijn leven slechts zichzelf en degenen die hem in zijn atelier bezochten. Na zijn dood eerst werden zijn werken meer publiek, toen de regeering ze aankocht en als openhaar museum te zien gaf. Struijs exposeerde zijn realistische ge wrochten; hij heeft er vrij wat ergernis mee uitgelokt. Zoo zegt men dat althans; men kan er ook anders over denken. In de sehoone letterkunde is Emile Zola gewis de geduohtste realist van onzen tijd, al noemt hij zich ook naturalist. En wat al ergernis heeft hij verwekt! Wat heeft men dien reus van de pen aangeblaft en doet men dit dagelijks Dit neemt den roep niet weg, die er van zijn werken en van die der andere realistische kunstenaars uitgaat. Integendeel, het doet dien nog toenemen en heeft dus een geheel andere uitwerking dan de veroordeelende critiek ver wachtte en bedoelde. Wanende de realistische kunstenaars dood te doen, heeft de critiek er slechts een des te sprekender reclame voor geleverd. 't Is een zonderling verschijnsel en toch zoo standvastig historisch: al wat in de kunst zuiver realistisch is, viudt heftige tegenspraak bij de heei'schende critiek van den dag, ook al staat daarnaast do ongeveinsde bewondering van het leekendom. 't Doet haast denken aan 't lot van hervormers en profeten, die door de tijdgenooteu werden aangehoord, vergood soms, doch door de macht hebbers op 't gebied van den geest uitgeworpen en veroordeeld zijn, om vaak pas dflgr een latev geslacht goed begrepen te worden. Thans is weder een realist opgestaan. Men heeft van hem kunnen lezen in de Weener bladen dezer dagen. Het is de Russische schilder Basil Wereschtschagin, die op dit oogenblik ziju werken over den RussischTurksehen oorlog in het Künstlerhaus te Weenen exposeert. Wereschtschagin is een veldslagen-schilder. Wie ooit de uitgestrekte galerijen van Versailles heeft bezocht, zal daar gezien hebben hoe liet genre der veld- en zeeslagen ten allen tijde kunstenaars heeft aangetrokken 't wemelt daar van slaggewoel. Maar wat opmerkelijk is, het is dat de kunstenaars doorgaans, ja schier zonder uitzondering gepoogd hebben op het doek den oorlog te poëtiseeren. Schilderijen inet veldslagen zijn doorgaans apotheosen van den een of anderen held: een schitterende groep vult den voorgrond, een paar gebroken kanonnen, een ingeslagen trom, een vertrapt vaandel vormen de stoffage in de hoeken, en de slachting is bescheiden op den achtergrond verborgen onder kruitdamp. Men ziet wel dat daar gevochten wordt, dat daar duizenden in rij eu gelid op elkander lostrekken, doch men onderscheidt ze niet, men kent ze niet, en men beoordeeldt de schilderij naar de min of meer schilderachtig uitgevallen groep van den voorgrond. Zoo hebben de meeste veldslagen meer van een ernstige parade dan van een akelige menschen- slachterij. De Russische kunstenaar heeft een geheel andere opvatting gehuldigd. Hij heeft den oorlog niet geschilderd, gelijk zoovelen vóór hem in zijn atelier en naar de regelen der nette rangschikking, drapeering en stoffeering, om een voor bet oog niet stuitend, ja zelfs in zekeren zin aangenaam tafereel te scheppen; hij heeft geschilderd wat hij zelf met eigen oogen heeft gezien en zooals hij dat heeft gezien, 't Slagveld zelf is het terrein zijner studiën geweest. Zijn werken zijn dan ook een radicale breuk met de traditie; zij zijn zooals de oorlog zelf is, huiveringwekkend, aangrijpend, vreeslijk aangrijpend door hun realiteit. Zijn stukken zijn als zoovele verslagen, rapporten, oorlog-correspondenties in kleuren. Aeh, meer is er niet noodig om ze door hun waarheid huiveringwekkend te maken Een geheele collectie van die stukken is op dit oogenblik te Weenen in het Künstlerhaus tentoongesteld, en ondanks de aauwezigheid van Sara Bernhardt nam het Weener publiek toch den tijd om ze te gaan zien. Het schrikkelijke heeft ook zijn eigenaardige aantrekkingskracht. Gelukkig dat men toch de gruwelen des oorlogs zelf niet met die gretige blikken zal verslinden als de voorstelling daarvan op het doek, zoo als het realistische penseel ze heeft gewrocht. Daar is een afbeelding van een Turksch lazarethlijken en stervenden liggen in een somber hol door elkaar zooals de Turken hen bij hun overhaasten aftocht uit Plevna achter lieten. Daar een Russische ambulance met plaats voor 500 gewonden en waar gelijk de schil der zelf heeft gezien, 7000 a 8000 gewon den en verminkten werden heen gesleept, na den mislukten grooten storm op Plevna. Daar ziet men op de schilderij „de overwonnenen" een kaai en akelig slagveld met zijn duizenden half hegraven dooden, waarover een priester den laatsten zegen uitspreekt. Verder een ge zicht op een transport gewonden, langs den hardbevroren en besneeuwden weg van Plevna naar den Donau; dan een gezicht op een der vele slagfen onder de wallen van Plevna als schapen ter slachtbank geleid ziet men de onafzienbare rijen en dichte drommen der Rus sische soldaten somber en gedwee door modder en bloed voortschrijden ter slachting. Op een ander stuk ziet men keizer Alexander op een veldstoel gezeten te midden van zijn staf, terwijl in het verschiet de duizendtallen te midden van motregen en kruitdamp stormloopen op Plcvna enafgeslagen worden, hon derden en duizenden dooden en gewonden achter latende in slijk en bloed. Menige schilder van veldslagen verwierf voor zijn tafereeleu een ridderorde; want het waren apotheosen van den vorst of veldheer. Niet Wereschtschagin. Integendeel, men is er te Petersburg ganschelijk niet overgeslicht geweest dat hij die krijgstafereelen heeft geschapen. Zij ziju te waar, te realistisch eu de waarheid doet soms zeer; dat is het ongelijk van het realisme, het kwetst omdat het waar is. Hoe weinig ook zelfs een Russisch despoot om wat duizend tallen soldaten geeft, dit zoo maar onopgesmukt in al zijn naakte waarheid op 't doek in al ziju kleuren te malen, dat beviel niet. Eerst poogde men van hoogerhand de voornaamste, de meest onbescheiden stukken van de collectie aan te koopen voor veel geld. Het volk dat zooveel bloed geeft voor de slagvelden, zou ook wel 't geld geven om de bloedplassen met een doekje te bedekken. Maar de kunstenaar wilde zijn penseel niet laten afkoopen. Nu lag't wel voor de hand dat die schilder een nihilist moest zijn, of erger nog, een krankzinnige: detoove- naar inet de kleuren werd gek verklaard. Dat is meer gebeurd met realisten. En niet enkel de Russische oorlogsgoden ergerden zich; ook de vreemden trokken zich het aan dat die man met zijn penseel zoo on beschaamd de waarheid durfde verkondigen. De Duitschc generaal ven Werder gaf den raad om alle stukken van Wereschtschagin in be slag te nemen en te verbranden. Er ontbrak nog maar aan dat men den schilder de verkla ring afdwingen wilde dat al wat hij had ge schilderd, slechts maskerade was, bal masqué of tableau vivant Tot heden toe zijn de schilderstukken er nog en men zegt, dat de kunstenaar er de voornaamste steden van Europa mede wil rondreizen. Misschien krijgen wij ze hier te lande ook nog te zien. Hoe wordt nu echter verklaard dat zulke stukken niet bevallen aan de hoofdpersonen der tafereeleu, die ze voorstellen Dat is zeer eenvoudig, dunkt ons. In die schildering naar waarheid, in dat realisme, ligt een krachtige prediking, een nadrukkelijk en sprekend protest tegen de gruwelen van den oorlog. Voor wie die stukken ziet, gaat van oorlogen die eigenaardige poëzie af, daaraan door hofdichters en decoratie-schilders verleend. Wat er overblijft is de huiveringwekkende werkelijkheid van den gruwelijken menschen- moord, die oorlog heet. Die tafereelen, zoo akelig realistisch als ze zijn, prediken tegen den oorlog; zij ziju in staat zelfs gedweeë Rus sische slaven er toe te brengen zich niet meer

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1881 | | pagina 1