ZIER1KZEESCMË COI RA M voor het arronis- >«èrx sement Zierikiee. 1881. No. Zaterdag- 12 November. 84ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Binnenland. Dwalende Philanthropic. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VEI.}DAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden 1,Franco per post ƒ1,- Afzonderlijke noraraers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PEIJS DEE AD VEETENTIËN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 cl. Alle stukken, «te redactie betrelfemle, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKEMïAN. Slot. Men mag aannemen, dat al wat in liet door ons als aanleiding dezer regelen genomen stuk van bet Bolt. Nbl. geschreven, over herhalings- en inbalingsonderwijs, voornamelijk betrekking beeft op de lagere volksklassen: arbeiders vau allerlei aard, geringe beambten en dergel. zijn bet doorgaans, die hun kinderen niet gezet noch langdurig genoeg de school doen bezoeken of nog erger, ben geheel daarvan doen verstoken blijven. Zoo van eeuige klasse der maatschappij de regel geldt, dat wat in de jeugd, in de schooljaren, niet geleerd wordt, op later leeftijd io den steek blijft, dan is 't wel van deze klassen, waar zooveel voorkomt, dat bovendien nog indirect of direct het loeren en ontwikkelen der jeugd in den weg staat. Er zijn wel is waar enkele uitzonderingen, enkele gevallen van flinke joDgens en meisjes wieu bet nog gelukt later althans eenigermate in te halen wat vroeger verzuimd of niet genoeg behartigd was, doeb deze zeldzame uitzonderingen bevestigen den regel nog des te meer: wat Pietje niet leert, leert Piet nooit. Zeer terecht wordt dan ook algemeen als een ouomstootelijke paedago- gisobe grondregel aangenomen en erkend, dat de jeugd de leertijd is, dat de schooljaren voor de kinderen der lagere volksklassen den leertijd bepalen, en daarbij leoren de feiten, dat deze leertijd zieli niet verder uitstrekt dan gemiddeld tusschen de 6- en 11- a 12jarigen leeftijd. Ons geheele lagere schoolwezen is hierop gebaseerd. De treurige ervaring, dat ons volk over't algemeen zonder zeer dringende aanleiding den boven- genoemden leertijd niet verlengt, maar veeleer besnoeit en verkort, zoodat al zeer spoedig na het verlaten der school de kinderen veel van bet geleerde weer kwijt zijn, zal wel de voorname drijfveer voor den wetgever geweest zijn om 't herbalingsonderwijs de plaats van de oude avondschool te doen vervangen. De illuzie is dat door dat herbalingsonderwijs bet geleerde zal onderhouden worden, van zelf ook uitgebreid en in alle geval vastgehouden tot op den ingang van den volwassen leeftijd, wanneer er eenige kans bestaat dat 't individu zelf't belang van iets te weten en te kunnen zal inzien, en dus zelf 't geleerde wel zal bijbonden en voor 't leven dienstbaar maken. Inderdaad is die illuzie niet overdreven. Als er iets of veel meer dan thans wordt gedaan om trouw schoolbezoek en langdurig genoeg schoolgaan te bevorderen en als streng de hand er aan gehouden wordt, dat de herhalingsschool ook wezenlijk een zoodanige zij en geen inbalings- school, geen hospitaal voor verongelukten, dan zal werkelijk het peil van ontwikkeling onzer volksklasse na eenige jaren aanmerkelijk rijzen. Maar we ineenen, dat de philanthropic schro melijk dwaalt als zij meent, dat 't kwaad door verzuimde of zeer slecht gebruikte leerjaren (d. i. schooljaren van 6—12) eenmaal gesticht, door inhalingsscholen is weg to nemen. Dit is in den regel een onmogelijkheid; geld, tijd en moeite daaraan besteed zijn weggeworpen 't geeft niets. Gaf 't maar enkel niets! Doch 't doet erger dan dat, 't sticht kwaad, overgroot kwaad tegenover niet noemenswaard nut. Door inhalingsscholen te stichen zal men het schoolverzuim in de baud werken zonder de aangenomen leerlingen noemenswaard te kunnen ontwikkelen. Gelijk de oude avondschool in den regel was een verleidelijke gelegenheid om de dagschool te ontloopen, zoo zou de inhalings- school weder een nieuw verleidelijke gelegenheid zijn om den leertijd ongebruikt te laten voorbijgaan. Het lager schoolwezen is op dit oogenblik nog niet volledig georganiseerd: er ontbreekt nog op vele plaatsen ruimte om de leerlingen te plaatsen en er ontbreekt nog onderwijzers personeel. Maar er is toch over 't algemeen wel zooveel gelegenheid om lager onderwijs te ontvangen, dat men zeggen mag dat zij, die in onwetendheid opgroeien, dit door éigen schuld doen. Men dient dat kwaad te laten doorzieken en er niet mede te marchandeeren. De scholen om in te halen zullen zeker mislukken. Dan kan de philanthropic scholen voor volwassenen ongelelterden stichten daarna kan zij 't met scholen voor oude lieden probeeren. Philanthropic deed wijzer met al dieonuitvoerbare kunsten maar na te laten. Laat alles in 't werk gesleld worden om bet ge bruik van de bestaande natuurlijke gelegenheden, om onderwijs te ontvangen te bevorderen. Laat zoodra lokalen en personeel voldoende zijn, 't op de invoering van leerplicht toegelegd worden; docli laat ziekelijke, niets dan teleur stelling barende en de verwaarloosde aankomende jongelingschap misleidende instellingen als inha lingsscholen noodwendig zijn, maar wegblijven. IEllIKZEE, 11 November 188 L. De op 7 Nov. gehouden verpachting der poldereigen- domme» van Schouwen heeft opgebracht f 2411,77Y2. De op gisteren alhier gehouden St. Maartens-paarden- mnrkt was minder druk dan de voorjaarmarkter waren 64 paarden aan de lijn. Eenige zaken werden gedaan. Er waren veel buitenlieden in de stad en het weder was niet ongunstig. In de zitting der Tweede Kamer van Maandag was o.a. een brief ingekomen van Jhr. J. L. de Jonge, lid voor het district Middelburg, houdende mededeeling, dat hij wegens zijn aangenomen benoeming tot een met het lidmaatschap der Kamer onvereenigbnre be trekking, zijn ontslag neemt als lid der Kamer. Het schijnt dat de eedskwestie allengs een vrij belangrijk politiek vraagstuk bij ons zal worden, een van die zaken, die gelijk een van 't dak rollende sneeuwbal het voorkomen eener lawine krijgt, veel meer omvang en strekking erlangen dan aanvankelijk kon vermoed worden. In den Haag i9 de Doopsgezinde gemeente weder hernieuwd, die daar in staat van verval schijnt geweest te zijn. In hoever dit met de eedskweslie in verhand slaat weten we niet; wel heeft dr. Sepp van Leiden, die de inwijdingsrede heeft uitgesproken, waarvoorde Eemonstrnnlsche kerk was afgestaan, gesproken over den doop en den eed als de twee hoofdpunten, waarin zich het kenmerkend onderscheid der Doopsgezinden naast de andere Protestanten openbaart. Z Maar wat van meer rechtstreeksch belang is, dat is een door den heer van Houten aangekondigde interpellatie. In de zitting der Kamer van Maandag gaf die heer den wensch te kennen der Kamer verlof te vragen om tot de Eegeering enkele vragen te lichten naar aanleiding van een bericht in de dagbladen, volgens hetwelk de Eegeering een beschikking heeft genomen in de zoogenoemde eedskwestie. Tot toelichting herinnerde hij bij de behandeling der intcrpellatie- Heydenrijck te hebben gezegd, dat bij meende, dat het debat tot een practisclie uitkomst moest leiden, doch dat het hem voorkwam dat allereerst moest blijken of de handelingen der Eegeering in overeenstemming zouden zijn met hetgeen als de voornemens der Ee geering van de groene tafel was aangekondigd. Sprekers hoop, dat de debatten, over dit vraagstuk in en buiten de Kamer gevoerd, de Eegeering nog zouden terug houden van een beschikking als die thans volgens de dagbladen i9 genomen, is helaas ijdel gebleken en van het standpunt der Eegeering wil hij dus door zijn interpellatie doen beslissen of al dan niet door haar interpretatie van art. 83 der Grondwet afbreuk wordt gedaan aan liet groote beginsel, daarin neder- gelegd en waaraan wij allen zoozeer zijn gehecht. Spreker meende daartoe reeds de eerste bijeenkomst der Kamer te moeten aangrijpen en de zaak opnieuw aan de orde te moeten brengen. Tengevolge toch van de gevallen beslissing is thans de keuze van een ge meenteraadslid te Assen, door de kiezers gedaan, zonder effect gebleven, subjectief om dat de gekozene niet bereid is den eed af Ie leggen, en objectief volgens velen, omdat er geen eedsformule is te vinden voor iemand, die tot geenerlei kerkgenootschap behoort. Het moet z. i. blijken of de Kamer in dezo de zienswijze der Eegeering deelt, of zij van meening is, dat de Grondwet in deze al dan niet richtig is geïnterpreteerd: zoo ja, dan is de grondwet zoozeer rnet zichzelf in strijd, dat zij gewijzigd moet worden zoo neen, dan behoort langs den weg der ministeriëele verantwoordelijkheid een einde gemaakt te worden aan den ouhoudbaren toestand. De vraag of de Grondwet al dan niet in den geest onzer conslitutioneele beginselen is toegepast, mocht z. i. niet van het petitioneereu der rechtstreekscbe belanghebbenden afhankelijk gemaakt worden. Het geldt hier geen personeele kwestie, maar een vraag van algemeen belang. Vandaar dat hij verlof voor zijn interpellatie heeft gevraagd. Op voorstel van den Voorzitter is besloten over liet toestaan van liet gevraagd verlof nader te beslissen. Sedert eenige dngen is de toestand vau den lieer Idzerda weder verergerd. Toen de edele valkenjacht nog hier le lande bestond, waren er valkeniers in overvloed; nu behoort het tot de zeldzaamheden met een valkenier in aanraking te komen. Jaarlijks komt echter de heer Nollen uit Valkenswanid en spant gedurende eenige maanden zijne netten in de heide, tusschen Kromvoirt, Helvoirt en Nieuwkuik, om valken le vangen. Gedurende dezen herfst zijn een 12tal door hem verschalkt, waaronder 4 stuks behoorende tot die soort welke door hem afgericht en tot hooge prijzen naar Engeland gezonden wordt. Ofschoon nadere berichten ontbreken, heeft toch een telegram uit Point de Galles (Ceylon) vermeld, dat te Kaap Dondera, de zuidelijke punt van dat eiland, een boot met 27 schipbreukelingen van de //Koning der Nederlanden" is aangebracht. Onder de geredden bevond zich eeue vrouw. In het geheel zouden dus drie booten met 83 mciischen terecht zijn. Men heeft ook vernomen, dat zooveel mogelijk al de pakken van de mail gered en in de onderscheidene sloepen verdeeld zijn.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1881 | | pagina 1