Z1ERIKZKLS(]HE (oTRïvr. voor het arrondis- miimt Zierikzee. 1881. No. 78. Woensdag 5 October. 84ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Feuilleton. Binnenland. Schetsen uit de werken van Emile Zola. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,— Afzonderlijke nomraers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van l5 regels, mits contantbetaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever If. LAïiEK^iAK. ZIERIKZEE, 4 October 18 8 i. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag, tusschen 11 en 12 ure, is brand uitgebroken in de woning van T., broodbakker en winkelier op de Vorrenmarkt alhier. De brand, die op de bovenverdieping schijnt ontstaan te zijn, heeft zich tot één perceel bepaald, dat echter nagenoeg is uitgebrand. Tegen T. moeten zulke ernstige vermoedens van den brand te hebben gesticht zijn gerezen, dat hij is nangehouden en een en andermaal is verhoord. In de heden namiddag gehouden raadsvergadering is onder meer: •1°. medegedeeld een brief van den heer E. R. van Nes van Meerkerk, dat hij wegens verandering van woonplaats zijn ontslag neemt als lid van den Gemeenteraad 2°. besloten voor f 7600 aan te koopen, tot het bouwen eener school, al de gebouwen en terreinen der garancinefabriek met uitzondering van een gebouw aan de zijde van het woonhuis van den heer Ochtman met daarachter liggend pakhuis en strook gronds 3°. aangeboden een ontwerp-verordening tot heffing van een vergunningsrecht tot den verkoop van sterken drank in het klein. Daarbij is voorgesteld het recht te bepalen op het maximum of 25 der geschatte huurwaarde. Te Groningen zal een cellulaire gevangenis worden gebouwd, die aangenomen is door den heer L. Kalis te Sliedrecht voor f 534,400. Voorwaar een respec tabele som; men zou er 50 heel mooie of 100 goede scholen voor kunnen bouwen. Te IJzendijke is een departement der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen opgericht met 33 leden. Voorzitter van het bestuur, uit 5 leden bestaande, is de heer C. de Vos, burgemeester. Den 1 dezer herdacht de heer rar. G. N. de Slop- pelaar te Middelburg zijn 25jarige ambtsvervulling als secretaris dier gemeente. Bij monde van den waarneraenden burgemeester, den heer 1). A. Droukers, werd de heer de Stoppelaar vanwege Burgemeester en gemeenteraad met zijn feestdag geluk gewenscht en hem een prachtige zilveren inktkoker aangeboden met een toepasselijke inscriptie. Ook de ambtenaren ter secretarie boden den jubilaris eeu geschenk aan, bestaande in een fraaie Chineesch verlakte signrendoos, met inscriptie op een zilveren plaat. Volgens mededeelingen, die het Vaderland van goederhand heeft gekregen, heeft Prins Frederik geen gewoon notariëel testament nagelaten, maar wel een eigenhandig door hera geschreven uiterste wilsbeschik king. Dit stuk, waaromtrent de Prins aanwijzingen gedaan had aan zijn hofmaarschalk Graaf van Limburg Stirum, is door dezen ook voor den dag gehaald van de nangewezen plaats. De erfgenamen zullen dit stuk als testament beschouwen en de bepalingen daarin vervat, doen uitvoereu. Tot de beschikkingen ten aanzien van personen behoort ook de bepaling, dat al de oudste hoogere en lagere beambten levens lang hun tegenwoordige jaarwedde behouden als pensioen, terwijl zij die voor eigenlijk pensioen nog te weinig diensttijd hebben, aanzienlijke toelagen zullen krijgen. Ook de Louisa-stichtiug moet gul bedacht zijn. Het ware bedrag der nalatenschap is nog niet bekend. De Prins bezat, behalve zijn vorstelijke landgoed de Paauw en vele landerijen hier te lande, een paleis te Berlijn en groote goederen in Silezië, Polen en onder Neuwied. De nominatie voor de benoeming van een lid der Rekenkamer, door de Tweede Kamer opgemaakt, bestaat uit het volgende drietal: jhr. mr. J. A. Sandberg, oud-lid der Tweede Kamer; mr. D. J. Zubli, gepensioneerd hoofdcommies bij Biunenl. zaken en mr. A. M. Maas Geesteranus, redacteur van de Staats-Courant. Aan het zevende verslag der //Maatschappij tot op voeding van weezen in het huisgezin" ontleenen wij de volgende bijzonderheden. De maatschappij telt thans 1445 leden; de inkomsten bedroegen 5008,36; de kosten 1909,SSYg- Aan verplegingskosten werd betaald f 3584,47V2> met een nadeelig slot van f 485,95, dat met de vroegere tekorten f 164<l,391/2 bedraagt. De geheele som der verplegingsgeldcn was 12879,54, waarvan f 9295,061/o door den Staat, verschillende burgerlijke en kerkelijke armbesturen en particulieren was betaald. Op het Doorgangshuis, dat voor f 16174,621/2 was aangekocht (l.e Amers foort, vroeger te Dokkura) was afbetaald 6179,62Vg. Er zijn nu 12 comité's der vereeniging. De Maat schappij heeft sedert haar oprichting 145 weezen ver pleegd, waarvan 95 tot de hervormde, 30 tot de roomsch-katholieke, 6 tot de doopsgez., 7 tot de israëlitische en 7 lot de Luthersche kerk behoorden. Voor 37 werd door den Staat, voor 61 door arm besturen, voor 47 door particulieren of voogden de hulp ingeroepen. In het Doorgangshuis kunnen ge lijktijdig 15 weezen opgenomen worden. Men prijst zeer de goede werking van het stelsel van weezen- verpleging door de Maatschappij toegepast en in het verslag wordt gewezen op onderscheidene treffende gevallen van kinderen, die, als 't ware van de straat, opgeraapt of uit geheel verkeerde omgeving opgenomen, nu reeds groote reden tot tevredenheid geven en voor de toekomst veel belooven. Met 1 Mei 1882 zal, volgens het N. v. d. D., een zijtak van den Holl. Spoorweg van Velzen naar IJmuiden worden geopend. Een paar jaar geleden werd door den Minister van Oorlog bepaald, dat gedurende de wintermaanden aan sommige manschappen, behoorende tot het blijvend gedeelte der militie, verlof zou worden gegeven. Thans zal men dien maatregel intrekken, omdat hij volgens tal van rapporten schadelijk werkt op de oefeningen der militie. „LA CON&UÊTE DE PLASSANS". (De verovering van PI a s s a n s.) VIII. En dikwijls sloeg hij de oogen naar boven naar de vensters van de tweede verdieping, die madam Faujas, den tweeden dag reeds, had voorzien van grove katoenen gordijnen. Geen plooi van die gordijnen bewoog er. Zij hingen daar zoo vreedzaam, ernstig en stijf, alsof 't er een pastorie was. Daarachter die gordijnen was 't altoos heel stil, zoo onbeweeglijk als in eeu klooster. Nu en dan waren de vensters op een kier gezet en dan zag men tusschen de twee witte gordijnen de schaduw van den zolder. Maar al lette Mouret nog zoo goed op, nooit bespeurde hij de hand die ze opende of sloothij hoorde de espagnolette niet knarsen. Geen raenschelijk gerucht kwam er uit de kamers. Toen de eerste week om was,-- had Mouret den abbé Faujas nog niet weer gezien. Die man, die naast hem leefde, zonder dat hij schim of schaduw van hem kon bespeuren, maakte hem ten laatste zenuwachtig onrustig. Al deed hij ook zijn best om onverschillig te schijnen, hij verviel toch weer in zijn ondervragingen, en begon een enquête. Zie jij hem dan niet? vroeg hij aan zijn vrouw. Ik geloof dat ik hem gisteren gezien heb, toen hij thuis kwam; maar ik ben er niet heel zeker van Zijn moeder draagt altoos een zwart kleed; misschien was zij het. En daar hij bij haar aanhield met vragen, zei ze al wat ze wist. Rosa verzekert dat hij alle dagen uitgaat; hij blijft zelfs lang weg Wat de moeder betreft, die is prompt als een uurwerk; 's morgens om zeven ure komt ze beneden om haar boodschappen te gaan doen. Zij heeft een groote mand, die altoos toe is en waarin ze zeker alles mede brengtkolen, brood, wijn, voedsel, want leveranciers ziet men nooit bij hen komen Zij zijn voor 't overige zeer beleefd, llosa zegt dat ze haar altoos groeten, als zij haar ontmoeten. Maar meestal hoort zij hen niet eens de trap nfkomen. Ze moeten wel een raar potje koken daar boven, bromde Mouret, die niets wijzer werd door deze informaties. Op een anderen avond vertelde Octave, dat hij den abbé in de Saiiit-Snturninkerk had zien binnengaan; zijn vader vroeg hem hoe hij er uitzag, hoe de voorbijgangers hem aankeken, wat hij in de kerk moest gaan doen. U is toch al te nieuwsgierig, riep de jongeling lachend. Hij was niet mooi met zijn rosse soutane in 't zonlicht, dat 'sal wat ik weet. Ik heb zelfs opgemerkt, dat hij lang9 <!e huizen liep in het streepje schaduw, waar zijn soutane dan zwarter scheen. Hij ziet er niet trotsch uit, hij gaat met gebogen hoofd en loopt heel snölToen hij het plein overstak waren daar twee meisjes, die begonnen te lachen maar hij hief toen 't hoofd op en heeft ze met veel zachtmoedigheid aangekeken, niet waar Serge? Serge verhaalde op zijn beurt, dat hij meermalen als hij uit school kwam op een afstand met den abbé Faujas was meegeloopen, die dan van Saint- Saturnin terugkwam. Maar men praat in de stad toch over hem? vroeg Mouret met de uiterste belangstelling. Tegen mij heeft niemand over den abbé gesproken, antwoordde Octave. Ja, men praat wel van hem, hernam Serge. De neef van den abbé Bourrette heeft mij gezegd, dat hij niet zeer gezien was bij de andere geestelijken men houdt niet van die priesters, die van verre komen Hij ziet er ook zoo ongelukkig uit Als men aan hem gewoon zal wezen, zal men hem ook met rust laten, dien armen man. In de eerste tijden moeten de inenschen wel het naadje van de kous weten. Toen beval Martha den jongelui aan, niet te antwoor den als men hen op straat uitvroeg over den abbé. Nou! ze mogen wel antwoorden, riep Mouret. Wat wij van hem weten zal hem toch niet compromiiteeren. Van dat oogeublik af, met de meeste-goede trouw en zonder aan iets kwaads te denken, maakte hij van zijn kinderen spionnen, die den abbé achter de hielen moesten zitten. Octave eu Serge moesten hem alles oververtellen wat er in de stad gepraat werd; zij kregen ook last den priester te achtervolgen, als zij hem ontmoetten. Maar deze bron van informaties was spoedig opgedroogd. Het gemompel, dat de komst van een vreemden vicaris in het diocees had verwekt, was bedaard. De stad scheen //den armen man" in genade aangenomen te hebben, die kale soutane, die door de schaduw van haar steegjes sloop slechts behield zij nog een groote minachting voor hem. De priester van zijn kant ging altoos regelrecht

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1881 | | pagina 1