ZlERIKZEESCHlTËÖlJRANT.
voor het arrondis- ju&sk semeitt Zierifeaee.
1881. No. 73. Zaterdag 17 September. 84ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Feuilleton.
Binnenland.
Schetsen uit de werken van Emile Zola.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER AD VERTENTIËN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van I5 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever XI. LAKENMAN.
ZIERIKZEE, 16 September 188 L.
Gisteren nacht is een hier wonende palingvisscher,
zekere S.f onder de gemeente Kerkwerve door een
geweerschot met hagel in het been geschoten. Er
moest geneeskundige huip ingeroepen worden.
In een vergadering te Oostburg is als voorloopig
kandidaat voor de vacature van een lid der Tweede
Kamer in plaats van Jhr. J. L. de Jonge dieeerlang
zal aftreden, genoemd: de heer H. J. Baal, oud-dir.
van openb. werken in Indië, thans ie Leiden.
Omtrent de onlangs opgerichte oesterbeur9, die te
Yerseke gehouden zou worden, verneemt men nader,
dat de instelling een proef iö en dat men na eèriigen
lyd zou uitmaken of de inrichting blijvend zal zijn.
Bij ministriëele aanschrijving is aan de belang
hebbenden medegedeëld, dat op het verzoek om het
Rijks-telegraafkantoor te Yerseke den gan9chen dag
open te houden, afwijzend is beschikt, daar het maximum
van opbrengst van dat kantoor minder dan f 2000
per jaar bedraagt. Het verzoek om den postpakketdienst
voor die gemeente in te voeren, zal in overweging
genomen worden.
Door den Raad der gemeente Biervliet is het ver
gunningsrecht op tapperijen gesteld op f 15.
Z. M. heeft Jhr. Mr. F. J. J. van Eysiuga, lid
van de Eerste Kamer der Staten-Genernal, benoemd
tot voorzitter dier Kamer, gedurende het zittingjaar
dat zal aanvangen op den 19 September a.s.
Z. K. PI. Alexander der Nederlanden Prins van
Oranje heeft tijdens zijn rouwbezoek op het //Huis
de Panuwy ook een oogenblik vertoefd bij het stoffelijk
overschot van Z. K. PI. Prin9 Frederik.
Prin9 Alexander legde een prachtigen massief zilveren
krans op de lijkkist, tvelke in den koepel van het
buitenverblijf is nedergezet.
Prins Karei van Pruisen wordt in de residentie
verwacht.
Thans wordt bevestigd, dat de plechtige begrafenis
van Z. K. H. Prins Frederik op den 23n dezer zal
plaats hebben.
Wegens het overlijden van Z. K. H. Prins Frederik
zal Z. M. ditmaal niet in persoon de Kamers der
Staten-Generaal openen, maar zal dit geschieden door
een commissie van Zijnentwege.
Het Belgische hof zal voor den tijd van 12 dagen
rouwen wegens het overlijden van Z. K. H. Prins
Frederik.
Naar wij vernemen, zrI de eerste zitting der inter
nationale commissie tot regeling der visscherij op de
Noordzee eer9t den 8 October gehouden worden.
Vad.
Te 's Hoge zal een rijtuigmaat9chappij worden op
gericht in den trant der welbekende Apiesmaatschappij
te Arasterdam.
De bekende Mr. A, van Brussel, redacteur van
Asmodée en in de journalistische wereld van een
veelbesproken en geruchtmakend verleden, is naar
men verneemt te Brussel overleden.
De Turksche gezant Murad Effendi is te 's Graven-
hnge overleden. Murad Effendi wa9 tevens Turksch
gezant voor Zweden eu Noorwegen, doch woonde bij
voorkeur in den Haag. Hij was zeer gezien bij het
corps diplomatique en ook als letterkundige en schrijver
van drama's gunstig bekend. Mnrad Effendi wordt
heden op het R.-Knth. kerkhof te 's Hage begraven.
Murad Effendi was geen Turk maar een Oosten
rijker. Zijn vader woonde te Weenen en was een
aanzienlijk grondeigenaar, wiens goederen in Kroatië
lagen. De overledene, die eigenlijk Franz von Werner
heette, was tijdens den Krim-oorlog in Turkschen
dienst getreden. Hij was geboren in 1836.
Te Rotterdam heeft eene hevige brand gewoed in
eenige pakhuizen aan de Boompjes, vlak achter de
onlangs verbrande bakkerij. Door broeiing van koffie
en maïs was de brand ontstaan, dien men door de
werking van vele spuiten meester was. De panden
zijn gedeeltelijk uitgebrand; eenige aangelegen kleine
perceelen hebben schade geleden.
De Ned. Kunstbode schrijftBiunen weinige dagen
zal de grootste helft van het nieuwe Departement van
Justitie betrokken worden. Op eenige kleinigheden
na zal dan de inwendige versiering voltooid zijn. Het
beschilderen van de gewelven en de zolderingen der
gangen wordt tot later uitgesteld, evenals het ver
vaardigen van eenige schoorsteenstukken en paneel
schilderingen boven deuren.
In enkele lokalen zijn echter deze laatste versieringen
definitief of voorloopig aangebracht. Zoo prijkt in
de kamer van den Minister boven den schoorsteen
een fraaie schilderij in het grauw, voorstellende de
//Gerechtigheid'''', in de gedaante eener zittende ge
blinddoekte vrouw met weegschaal en zwaard. Het
„LA CONQXTÊTE DE PLASSANS".
{De verovering van Piassan sJ)
III.
Leer jij je lessen? vroeg hij in 't voorbijgaan
aan Serge, die niet uit zijn boek had gekeken.
Neen vader, antwoordde de knaap. Dat 's een
boek dat de abbé Bourrette mij geleend heeft, 't ver
haal van de Missiën in China.
Mouret bleef vlak voor ziju vrouw staan.
Wat ik zeggen wil, i9 er niemand geweest?
Neen geen mensch, mijn waarde, zei Martha
met verwondering.
Hij wilde voortgaan, maar scheen zich te bedenken
hij stapte nog een oogenblik stilzwijgend op en neer;
toen ging hij naar de stoep en riep:
Nu Rosa, ik dacht dat 't eten aanbrandde?
Wel verdraaid! riep achter uit de gang de
keukenmeid zoo^ kwaad als ze kon, nu is er niets
klaar; alles is koud. Ge zult nog wat moeten wachten,
mijnheer.
Mouret lachte stilletjes; hij pinkte met 't linkeroog
terwijl hij zijn vrouw en kinderen aankeek. Hij scheen
er pret in te hebben dat Rosa zoo kwaad. was. Toen
verdiepte hij zich in het schouwspel der vruchtbooinen
van zijn buurman.
Dat *9 van belang, meesmuilde hij, zulke mooie
peren als mijnheer Rastoil van 't jaar heeft.
Martha, sinds een oogenblik ongerust, scheen een
vraag op de lippen te hebben. Eindelijk ging zij er
toe over, en zei beschroomd:
Wachtte je van daag iemand, mijn waarde?
Ja en neen, antwoordde hij, heen en weer stappende.
Je hebt misschien de bovenkamers verhuurd?
Die heb ik net verhuurd:
En daar er een hinderlijke stilte ontstond, ging hij
met zijn bedaarde stem voort
Voor ik van morgen naar de Tulettes vertrok,
ben ik bij den abbé Bourette aangeloopen; hij heeft
zoo aangedrongen, dat ik zoowaar maar toegeslagen
heb Ik weet wel dat dit niet erg naar je zin is.
Maar denk toch eens na, mijn lieve. Die kamers dienen
ons tot niets en dan gaan ze nog achteruit ook. Wij
leggen er vruchten te bewaren en dat maakt het zoo
vochtig, dat het behangsel losgaatNu ik daaraan
denk, vergeet niet dat ge morgen de vruchten laat
wegruimen; onze huurder kan ieder oogenblik komen.
Wij waren toch zoo op ous gemak, alleen in
ons hui9, liet Martha zich half binnensmonds ontvallen.
Nouhernam Mouret, een priester dat is geen
last. Hij zal op zijn kamers blijven en wij blijven hier.
Die zwartrokken, die kruipen weg als zij een glas
water willen drinken Je weet hoeveel ik er om
geef! Leegloopers, meerendeelsWeetje wat me
bewogen heeft om de kamers maar te verhuren Juist
dat ik er een priester voor gevonden heb. Voor het
geld behoeft men met hen niet bezorgd te zijn en ze
leven zoo stil, dat men hen niet eens den sleutel in
de deur hoort steken.
Martha bleef verslagen. Zij keek om zich heen, ze
zag het gelukkige huis, badende in 't scheidende zon
licht, den tuin waar de schemering al donkerder werd
zij keek naar haar kinderen, al haar stille geluk was
in dat enge hoekje besloten.
En weet je wie die priester is? hernam ze.
Neen, tnaar de abbé Bourette heeft uit zijn
naam gehuurd, dat 's genoeg. De abbé Bourette is
een braaf man. Ik weet dat onze huurder Faujas heet,
de abbé Faujas, en dat hij komt uit het diocees van
Besanson. Hij kan zeker niet over weg met zijn pastoor
en nu heeft men hem hier tot vicaris benoemd aan de
St.-Saturniu-kerk. Hij kent misschien onzen bisschop,
monseigneur Rousselot. Enfin, dat gaat ons niet aan,
zie jeIk houd me in dit alles maar aan den
abbé Bourette.
Martha echter was niet gerust. Zij bleef haar man
tegenspreken, wat haar zelden overkwam.
Je hebt gelijk, zei ze na een oogenblik stilzwijgen,
de abbé is een waardig man. Maar ik herinner me
dat, toen hij de kamers is komen zien, hij mij gezegd
heeft den persoon niet te kennen voor wien hij kamers
huren moest. Dat is zoo een van die commissies waar
de geestelijken elkaar zoo mee belasten van de eene stad
naar de andere. Het komt me voor dat je wel eens
had kunnen schrijven naar Besangon, om op de hoogte
te komen wien gij dan toch wel in je huis zult nemen.
Mouret wilde zich niet driftig makeuhij lachte
meegaande.
't Is toch Joost niet... Daar sta je nu te
beven. Ik wist niet dat je zoo bijgeloovig waart. Je
gelooft toch niet dat de priesters ongeluksvogels zijn,
zooals men zegt. Geluksvogels zijn 't ook niet, dat
's waar. Zij zijn net als andere meuschen. Nu, als die
abbé er is, zul je eens zien hoe bang ik van zijn
soutane ben
Neen bijgeloovig ben ik niet, dat weet je wel,
murmelde Martha. Ik ben enkel maar verdrietig, dat
's alles.
Hij bleef voor haar staan, viel haar met een plot
seling gebaar in de rede en zei:
Nu is 't genoeg, nietwaar? Ik heb verhuurd,
laten wij er nu niet meer over spreken.
En op den spotachtigeu toon van een burgerman,
die een goed zaakje meent gedaan te hebben, voegde
hij er bij
Dat 's zeker en gewis, dat ik voor 150 frs.
verhuurd heb. Dat is honderd vijftig francs 'sjaars meer
in huis.